archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Ahmed en de Islam Marcel Duyvestijn

0803VG Achmed
Robbie. Ik mag de naam graag even laten vallen in een gesprek. Dan leg ik hem ineens achteloos op tafel. Groot politicus. Groot schrijver. Groot oeuvre. Vaak steken mensen hun tong uit, gatver. Of fronsen hun voorhoofd. Hoezo Robbie? Laatst zei een meisje het mooi: ‘Ik zie een emmer slavinken voor me waarop iemand tomatenketchup giet.’

Over Robbie schrijf ik ooit een grootse roman, waar ze dan ook nog een succesvolle musical van maken. Robbie en ik zullen dan eeuwig verenigd zijn, zoals Shakespeare met Hamlet. Of Willem Minderhout met Bart Tromp. Om maar een paar vergelijkbare grootheden te noemen.

Maar er zit nog een roman in het hoofd. Die gaat over Ahmed Marcouch. Ik merk dat ik zit te wippen op mijn stoel als ik het over de kleine kale man met baard heb. Natuurlijk over zijn politiek. Ik hou van die licht provocerende taal. Ik hou van zijn woorden.

Maar er is meer. Als je in zijn ogen kijkt, zie je een bepaalde eenzaamheid. Verdriet zelfs. Het is een zware blues. Ook als hij gelukkig is, zoals laatst bij zijn boekpresentatie – met vrienden om hem heen, zie je dat hij huilt.

Waarschijnlijk is het een vrouw die hem pijn doet. Een mooie blonde vrouw die bier drinkt. Zo’n frisse wind, die het liefst met haar hond over het strand loopt en warme chocolademelk met slagroom drinkt.

Die vrouw houdt hem op de been. Die zorgt ervoor dat hij elke dag weer opstaat. Als zij er niet was geweest, zou hij de hele dag met zijn hoofd onder de wol naar Acda en De Munnik luisteren.

Het verdriet zit namelijk dieper. Ahmed gaat namelijk van zijn geloof vallen. Dat wist ik al toen ik zijn droeve ogen zag, maar ik weet het nu zeker – nu ik zijn boek (Mijn Hollandse Droom) heb gelezen. Je moet het weliswaar tussen de regels doorlezen, maar toch kom je er niet omheen. Ahmed houdt niet meer van Allah. En andersom ook niet.

In het boek staan allerlei passages die erop neer komen dat moslims zich moeten bevrijden. Dat ze zelf na moeten denken. Vrij zijn. Dat ze ‘architect zijn over hun eigen leven.’ Helemaal duidelijk werd het toen Ahmed de filosofen leerde waarderen die hij vroeger verketterde. Hij wist ineens wat twijfelen was.

Toen is het gebeurd. Op een koude namiddag in april – op de televisie was een voorjaarsklassieker te zien - voelde hij zijn geloof als zand door zijn vingers glippen. Ik heb het hem al een paar keer gevraagd, maar hij ontkent nog steeds. Het is zelfs mogelijk dat hij het zelf nog niet weet.

Maar zijn ogen verraden veel. Toen ik die ogen zag, ratelde er een hele roman door mijn hoofd. Vol met wulpse vrouwen. Alcohol. Feesten. En blijdschap. Ik ga dus een roman schrijven die goed afloopt.

Hatseflats. Eind goed al goed.
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2010 Marcel Duyvestijn meer Marcel Duyvestijn - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Ahmed en de Islam Marcel Duyvestijn
0803VG Achmed
Robbie. Ik mag de naam graag even laten vallen in een gesprek. Dan leg ik hem ineens achteloos op tafel. Groot politicus. Groot schrijver. Groot oeuvre. Vaak steken mensen hun tong uit, gatver. Of fronsen hun voorhoofd. Hoezo Robbie? Laatst zei een meisje het mooi: ‘Ik zie een emmer slavinken voor me waarop iemand tomatenketchup giet.’

Over Robbie schrijf ik ooit een grootse roman, waar ze dan ook nog een succesvolle musical van maken. Robbie en ik zullen dan eeuwig verenigd zijn, zoals Shakespeare met Hamlet. Of Willem Minderhout met Bart Tromp. Om maar een paar vergelijkbare grootheden te noemen.

Maar er zit nog een roman in het hoofd. Die gaat over Ahmed Marcouch. Ik merk dat ik zit te wippen op mijn stoel als ik het over de kleine kale man met baard heb. Natuurlijk over zijn politiek. Ik hou van die licht provocerende taal. Ik hou van zijn woorden.

Maar er is meer. Als je in zijn ogen kijkt, zie je een bepaalde eenzaamheid. Verdriet zelfs. Het is een zware blues. Ook als hij gelukkig is, zoals laatst bij zijn boekpresentatie – met vrienden om hem heen, zie je dat hij huilt.

Waarschijnlijk is het een vrouw die hem pijn doet. Een mooie blonde vrouw die bier drinkt. Zo’n frisse wind, die het liefst met haar hond over het strand loopt en warme chocolademelk met slagroom drinkt.

Die vrouw houdt hem op de been. Die zorgt ervoor dat hij elke dag weer opstaat. Als zij er niet was geweest, zou hij de hele dag met zijn hoofd onder de wol naar Acda en De Munnik luisteren.

Het verdriet zit namelijk dieper. Ahmed gaat namelijk van zijn geloof vallen. Dat wist ik al toen ik zijn droeve ogen zag, maar ik weet het nu zeker – nu ik zijn boek (Mijn Hollandse Droom) heb gelezen. Je moet het weliswaar tussen de regels doorlezen, maar toch kom je er niet omheen. Ahmed houdt niet meer van Allah. En andersom ook niet.

In het boek staan allerlei passages die erop neer komen dat moslims zich moeten bevrijden. Dat ze zelf na moeten denken. Vrij zijn. Dat ze ‘architect zijn over hun eigen leven.’ Helemaal duidelijk werd het toen Ahmed de filosofen leerde waarderen die hij vroeger verketterde. Hij wist ineens wat twijfelen was.

Toen is het gebeurd. Op een koude namiddag in april – op de televisie was een voorjaarsklassieker te zien - voelde hij zijn geloof als zand door zijn vingers glippen. Ik heb het hem al een paar keer gevraagd, maar hij ontkent nog steeds. Het is zelfs mogelijk dat hij het zelf nog niet weet.

Maar zijn ogen verraden veel. Toen ik die ogen zag, ratelde er een hele roman door mijn hoofd. Vol met wulpse vrouwen. Alcohol. Feesten. En blijdschap. Ik ga dus een roman schrijven die goed afloopt.

Hatseflats. Eind goed al goed.
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2010 Marcel Duyvestijn
powered by CJ2