archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Conrad Busken Huet Katharina Kouwenhoven

0702VG Busken Huet
In mijn boekenkast heb ik een plank met oude boeken en boekjes - een erfenisje van de zeer belezen grootouders van mijn ex-echtgenoot - die ik nooit gelezen heb. Om een of andere reden ben ik er nooit aan toegekomen. Andere boeken gingen altijd voor. Het had ook wel iets te maken met een vermoeden dat het om zware kost ging, want die grootouders waren Hegelianen en in die hoedanigheid lazen ze natuurlijk alleen maar ontoegankelijke en onleesbare boeken. Inmiddels heb ik een paar van die boeken naast het bed gelegd, onder andere De navolging van Christus van Thomas van Kempen (Imitatio Christi van Thomas à Kempis), dat dateert uit het begin van de vijftiende eeuw. Van dat boek had ik wel gehoord, maar ik had geen idee waar het over ging.
 
Op diezelfde plank bevond zich ook een oud Prisma pocketboekje met Het land van Rembrand (zonder -t), deel 1, van Conrad Busken Huet (1826 - 1886), de befaamde literaire criticus uit de negentiende eeuw die aan het einde van zijn leven een soort cultuur-historische geschiedenis van Nederland had geschreven. Mensen die het weten kunnen beschouwen Busken Huet samen met Multatuli als de beste Nederlandse schrijvers van de negentiende eeuw, schrijvers die met kop en schouders boven de, inmiddels onleesbare, rest uitsteken. De faam van Busken Huet was me wel bekend, maar ook van hem had ik nooit iets gelezen, tot voor kort.
 
In plaats van het archaïsche taalgebruik dat je zou verwachten - hoewel daar bij Multatuli ook geen sprake van is - blijkt het juist heel eigentijds geschreven te zijn. Het is daarom een genot om te lezen; slechts een enkele keer blijf je haken aan een raar woord. Het is bovendien buitengewoon geestig.
Dit deel van het boek betreft de geschiedenis tot de zeventiende eeuw. Uit de bijdragen aan de literatuur in de eerste periode van het bestaan van wat later Nederland werd, concludeert Busken Huet dat het land geen beschaving kende. Van deze bijdragen had hij namelijk geen hoge pet op, van de Nederlandse literatuur in het algemeen eigenlijk niet, want hij achtte ook in zijn eigen tijd het niveau in Duitsland, Frankrijk en Engeland een stuk hoger. Wat dat betreft is er dus niet veel veranderd, want dat is eigenlijk nog steeds zo.
 
Bijna alles dat in de beschreven periode geproduceerd werd, of het nu literatuur, architectuur, of beeldende kunst was, bestond uit nabootsingen van buitenlandse voorbeelden. Dat stuk grond, dat voortdurend onder water liep en waarop permanent burgeroorlogen werden uitgevochten, maakte een unieke ontwikkeling door op politiek gebied, maar was op cultureel gebied ronduit achterlijk. Aan Thomas van Kempen (1379 - 1471) wordt de nodige aandacht besteed, omdat zijn bijdrage weldegelijk uniek was en dat geldt ook voor Erasmus, die zelfs zeer geprezen wordt. Helaas kunnen we hen niet tot de Nederlandse literatuur rekenen, want zij schreven in het Latijn. Van de oud-Nederlandse, 'Dietse', literatuur hebben we allemaal op school wel iets meegekregen. In mijn literatuurgeschiedenisboek kwamen Thomas van Kempen en Erasmus niet voor, dus die werden door de samenstellers van dat boek ook niet tot de Nederlandse literatuur gerekend.
 
Over de schilderkunst is Busken Huet wel wat minder negatief dan over de literatuur. Zijn beeld kan vertekend zijn door de bloei die deze doormaakte in de zeventiende eeuw. Dat moest toch ergens vandaan komen. Niettemin beschouwde hij de schilderkunst uit de Zuidelijke Nederlanden als van betere kwaliteit dan die van Holland. Deze cultuurgeschiedenis heeft één groot manco, iets waar veel geschiedschrijving aan leidt: de auteur gaat te veel uit van de gedachte dat wat er bekend en bewaard gebleven is uit vervlogen tijden representatief is voor de gehele productie, waarvan het grootste gedeelte verloren is gegaan of in het duister gehuld is gebleven. De beeldende kunst die ons overgeleverd is uit vorige eeuwen vormt maar een zeer klein gedeelte van wat er ooit allemaal gemaakt is. Dat maakt het doen van algemene uitspraken over de kwaliteit van de cultuurproducten uit een bepaalde periode natuurlijk wel hachelijk. De manier waarop Busken Huet dit doet is echter een genoegen om te lezen.
 
Door deze geschiedenis van Busken Huet wist ik opeens ook wat voor boek die Navolging van Christus nu eigenlijk is. Het is een boek met vuistregels voor een Godvruchtig leven. Mijn uitgave, een vertaling, is de derde druk van een in 1926 (!) voor het eerst verschenen editie. Dat wijst er al op dat dit merkwaardige boekje door de eeuwen heen een zekere populariteit heeft gehad en gehouden. Tot ver in de vorige eeuw. In de late middeleeuwen was het, na de bijbel, het meest verbreide boek. Dat maakte mij niet alleen nieuwsgierig naar de inhoud, maar ook naar de leesbaarheid. De Koran is tenslotte ook een boek dat voornamelijk uit gedragsregels en raadgevingen bestaat en mij is het niet gelukt dat helemaal door te worstelen.
 
De Navolging van Christus bleek veel leesbaarder dan de Koran en veel praktischer. De aanbevelingen mogen dan bijdragen aan een godvruchtig leven, ze zijn vaak sowieso wel aanbevelenswaardig. Thomas van Kempen geeft, ondanks het feit dat hij zijn hele leven in een klooster heeft doorgebracht, blijk van een groot inzicht in de menselijke zwakheden ('hoogmoedigen en hebzuchtigen vinden nooit rust') en die zijn van alle tijden. Voor de bankiers onder ons: 'het is dwaasheid vergankelijke rijkdom na te jagen en daarop zijn hoop te stellen.' Het is onmogelijk na te gaan of de toegankelijkheid van dit boekje de verdienste is van Thomas van Kempen of van zijn vertaler. Ik ben geneigd alle eer aan de oorspronkelijke auteur te schenken. Anders zou dit boekje toch geen honderden jaren lang lezers getrokken hebben. Menigeen kan er nu ook nog profijt van hebben. Voor wie geïnteresseerd is, de gehele Navolging van Christus staat op Internet.
 
Busken Huet ben ik zeer dankbaar voor het feit dat hij Thomas van Kempen onder mijn aandacht heeft gebracht. Maar zeker ook voor zijn eigen bijdrage aan de Nederlandse literatuur, die hij onder andere verrijkt heeft met deze uitdagende en humorvolle cultuurgeschiedenis van het 'onbeschaafde' Nederland.
 
*************************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Conrad Busken Huet Katharina Kouwenhoven
0702VG Busken Huet
In mijn boekenkast heb ik een plank met oude boeken en boekjes - een erfenisje van de zeer belezen grootouders van mijn ex-echtgenoot - die ik nooit gelezen heb. Om een of andere reden ben ik er nooit aan toegekomen. Andere boeken gingen altijd voor. Het had ook wel iets te maken met een vermoeden dat het om zware kost ging, want die grootouders waren Hegelianen en in die hoedanigheid lazen ze natuurlijk alleen maar ontoegankelijke en onleesbare boeken. Inmiddels heb ik een paar van die boeken naast het bed gelegd, onder andere De navolging van Christus van Thomas van Kempen (Imitatio Christi van Thomas à Kempis), dat dateert uit het begin van de vijftiende eeuw. Van dat boek had ik wel gehoord, maar ik had geen idee waar het over ging.
 
Op diezelfde plank bevond zich ook een oud Prisma pocketboekje met Het land van Rembrand (zonder -t), deel 1, van Conrad Busken Huet (1826 - 1886), de befaamde literaire criticus uit de negentiende eeuw die aan het einde van zijn leven een soort cultuur-historische geschiedenis van Nederland had geschreven. Mensen die het weten kunnen beschouwen Busken Huet samen met Multatuli als de beste Nederlandse schrijvers van de negentiende eeuw, schrijvers die met kop en schouders boven de, inmiddels onleesbare, rest uitsteken. De faam van Busken Huet was me wel bekend, maar ook van hem had ik nooit iets gelezen, tot voor kort.
 
In plaats van het archaïsche taalgebruik dat je zou verwachten - hoewel daar bij Multatuli ook geen sprake van is - blijkt het juist heel eigentijds geschreven te zijn. Het is daarom een genot om te lezen; slechts een enkele keer blijf je haken aan een raar woord. Het is bovendien buitengewoon geestig.
Dit deel van het boek betreft de geschiedenis tot de zeventiende eeuw. Uit de bijdragen aan de literatuur in de eerste periode van het bestaan van wat later Nederland werd, concludeert Busken Huet dat het land geen beschaving kende. Van deze bijdragen had hij namelijk geen hoge pet op, van de Nederlandse literatuur in het algemeen eigenlijk niet, want hij achtte ook in zijn eigen tijd het niveau in Duitsland, Frankrijk en Engeland een stuk hoger. Wat dat betreft is er dus niet veel veranderd, want dat is eigenlijk nog steeds zo.
 
Bijna alles dat in de beschreven periode geproduceerd werd, of het nu literatuur, architectuur, of beeldende kunst was, bestond uit nabootsingen van buitenlandse voorbeelden. Dat stuk grond, dat voortdurend onder water liep en waarop permanent burgeroorlogen werden uitgevochten, maakte een unieke ontwikkeling door op politiek gebied, maar was op cultureel gebied ronduit achterlijk. Aan Thomas van Kempen (1379 - 1471) wordt de nodige aandacht besteed, omdat zijn bijdrage weldegelijk uniek was en dat geldt ook voor Erasmus, die zelfs zeer geprezen wordt. Helaas kunnen we hen niet tot de Nederlandse literatuur rekenen, want zij schreven in het Latijn. Van de oud-Nederlandse, 'Dietse', literatuur hebben we allemaal op school wel iets meegekregen. In mijn literatuurgeschiedenisboek kwamen Thomas van Kempen en Erasmus niet voor, dus die werden door de samenstellers van dat boek ook niet tot de Nederlandse literatuur gerekend.
 
Over de schilderkunst is Busken Huet wel wat minder negatief dan over de literatuur. Zijn beeld kan vertekend zijn door de bloei die deze doormaakte in de zeventiende eeuw. Dat moest toch ergens vandaan komen. Niettemin beschouwde hij de schilderkunst uit de Zuidelijke Nederlanden als van betere kwaliteit dan die van Holland. Deze cultuurgeschiedenis heeft één groot manco, iets waar veel geschiedschrijving aan leidt: de auteur gaat te veel uit van de gedachte dat wat er bekend en bewaard gebleven is uit vervlogen tijden representatief is voor de gehele productie, waarvan het grootste gedeelte verloren is gegaan of in het duister gehuld is gebleven. De beeldende kunst die ons overgeleverd is uit vorige eeuwen vormt maar een zeer klein gedeelte van wat er ooit allemaal gemaakt is. Dat maakt het doen van algemene uitspraken over de kwaliteit van de cultuurproducten uit een bepaalde periode natuurlijk wel hachelijk. De manier waarop Busken Huet dit doet is echter een genoegen om te lezen.
 
Door deze geschiedenis van Busken Huet wist ik opeens ook wat voor boek die Navolging van Christus nu eigenlijk is. Het is een boek met vuistregels voor een Godvruchtig leven. Mijn uitgave, een vertaling, is de derde druk van een in 1926 (!) voor het eerst verschenen editie. Dat wijst er al op dat dit merkwaardige boekje door de eeuwen heen een zekere populariteit heeft gehad en gehouden. Tot ver in de vorige eeuw. In de late middeleeuwen was het, na de bijbel, het meest verbreide boek. Dat maakte mij niet alleen nieuwsgierig naar de inhoud, maar ook naar de leesbaarheid. De Koran is tenslotte ook een boek dat voornamelijk uit gedragsregels en raadgevingen bestaat en mij is het niet gelukt dat helemaal door te worstelen.
 
De Navolging van Christus bleek veel leesbaarder dan de Koran en veel praktischer. De aanbevelingen mogen dan bijdragen aan een godvruchtig leven, ze zijn vaak sowieso wel aanbevelenswaardig. Thomas van Kempen geeft, ondanks het feit dat hij zijn hele leven in een klooster heeft doorgebracht, blijk van een groot inzicht in de menselijke zwakheden ('hoogmoedigen en hebzuchtigen vinden nooit rust') en die zijn van alle tijden. Voor de bankiers onder ons: 'het is dwaasheid vergankelijke rijkdom na te jagen en daarop zijn hoop te stellen.' Het is onmogelijk na te gaan of de toegankelijkheid van dit boekje de verdienste is van Thomas van Kempen of van zijn vertaler. Ik ben geneigd alle eer aan de oorspronkelijke auteur te schenken. Anders zou dit boekje toch geen honderden jaren lang lezers getrokken hebben. Menigeen kan er nu ook nog profijt van hebben. Voor wie geïnteresseerd is, de gehele Navolging van Christus staat op Internet.
 
Busken Huet ben ik zeer dankbaar voor het feit dat hij Thomas van Kempen onder mijn aandacht heeft gebracht. Maar zeker ook voor zijn eigen bijdrage aan de Nederlandse literatuur, die hij onder andere verrijkt heeft met deze uitdagende en humorvolle cultuurgeschiedenis van het 'onbeschaafde' Nederland.
 
*************************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2