archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Hoewel .... leuk? Frits Hoorweg

0513VG Uyl
Een zeker onbehagen heet de biografie van Bob den Uyl, geschreven door Nico Keuning. Op zondag 4 mei komt hij erover praten bij boekhandel-galerie Buddenbrooks in Den Haag. Het kost 5 Euro om erbij te mogen zijn (graag opgeven, zie hieronder), maar ik kan u een manier aan de hand doen om dat geld onmiddellijk terug te verdienen. Normaal kost die biografie namelijk 25 Euro, maar met een kortingsbon slechts 20! En hoe kom je aan zo’n bon? Door naar www.debezigebij.nl te gaan, klik kortingsbonnen aan en draai de bon voor ‘Een zeker onbehagen’ uit. Deze tip haalde ik uit de VPRO-gids van 1 maart 2008, waarin de indruk werd gewekt dat het om een speciale actie voor lezers van die gids ging. Nou, waarom dan niet ook voor lezers van De Leunstoel?
Mooi boek, sterke titel ook, dacht ik aanvankelijk. Eentje die precies aan lijkt te geven waar het om draait bij Den Uyl: veel lachen en hier en daar een sombere ondertoon. Maar na lezing van de biografie weet ik het eigenlijk niet zo zeker meer. Het onversneden onbehagen nam in dit leven misschien wel een grotere plaats in dan de geamuseerde lezer van Den Uyls verhalen door heeft.

Keuning wordt niet moe gebeurtenissen uit Den Uyls leven in verband te brengen met zijn werk. Logisch, zijn verhalen waren sterk autobiografisch geïnspireerd. Vaak blijkt dat het in de werkelijkheid net even anders toeging dan Den Uyl wilde doen geloven. De werkelijkheid blijkt soms nog hilarischer dan de geromantiseerde versie. Zo zou een ontmoeting met Gerard Cox in een Rotterdamse sociëteit tot een nat pak voor Den Uyl hebben geleid. Cox bestelt twee biertjes en helpt de ober ze aan te pakken, maar er gaat iets mis en Den Uyl krijgt het bier over zich heen, althans in zijn ‘literaire’ versie. In werkelijkheid gebeurde er iets heel anders. Den Uyl ergerde zich zo aan Cox dat hij hem welbewust de inhoud van een glas bier in het gezicht gooide. Leuk om te weten,….. hoewel leuk? Nadat je uitgelachen bent blijft er een nare smaak achter. Wie doet dat nou, zomaar iemand bier in het gezicht gooien? De enige verklaring was blijkbaar dat hij Cox een naar mannetje vond. Ja, ja.
Het zal misschien terug te voeren zijn op een verknipt, romantisch zelfbeeld. De ‘kunstenaar’ hoort vooral bohémien te zijn. Vandaar misschien ook al die genante, halfslachtige pogingen zich aan de dames te vergrijpen. Geheel in lijn daarmee was zijn oeverloze zuipen. Bij redactievergaderingen van het fameuze tijdschrift Hollands Diep moest de hoofdredacteur hem eerst een paar glazen jenever geven voor hij het trillen van zijn handen enigszins onder controle kreeg.

Nu was dat onaangepaste gedoe niet alleen maar aanstellerij. In aanmerking moet worden genomen dat Den Uyl leed aan fobieën en angsten die hem het functioneren bijna onmogelijk maakten; wat een narigheid. En dan te bedenken dat hij er heden ten dage waarschijnlijk, bijvoorbeeld door een therapeut als Kees Hoogduin (Zie: Een rustig mens in Jrg.5, Nr.9), binnen no-time van verlost zou worden; dat die angsten althans hanteerbaar zouden worden gemaakt. Maar Den Uyl moest het doen met Freudiaans geneuzel van zogenaamde therapeuten. En zoals Hoogduin over de Weense dokter zei: ‘een interessante denker, maar geen therapeut.’ Dus bleef hij met zijn angsten zitten, hoewel er na een paar zeer zwarte jaren een lichte verbetering optrad.
Volgens Keuning is Den Uyl erin geslaagd om die angsten te gebruiken in zijn werk; er als het ware een positieve draai aan gevend. Daarmee lijkt hij te suggereren dat Den Uyl zonder die fobieën een minder goede, of althans een minder interessante schrijver zou zijn geweest. Ik geloof er eerlijk gezegd niks van. Volgens mij zou de herinnering eraan als inspiratiebron ruimschoots voldoende zijn geweest om al zijn boeken mee te vullen. Bovendien had hij door de afwezigheid van alle belemmeringen waar hij nu mee bleef zitten nog heel veel andere inspiratie kunnen opdoen.

Op papier was Den Uyl vaak onweerstaanbaar grappig. Was dat ook z’n bedoeling? Waarschijnlijk wel. Als jongeman schreef hij een vriend brieven die achteraf te zien zijn als vingeroefeningen voor de droogkomische stijl waar hij later zo’n succes mee had. Dat was een begin. Hij was daarnaast buitengewoon geïnteresseerd in komische schrijvers als Wodehouse en Flann O’Brien, dat was natuurlijk niet voor niets. Door een samenloop van dingen ontdekte hij op een gegeven moment dat er een markt was voor wat hij goed kon. Dat was het als een soort handelscorrespondent beschrijven van de werkelijkheid, daarbij liefst de hoofdzaak buiten beschouwing latend en de schijnwerper vol richtend op een of andere bijzaak. Het was een techniek die hij zeer goed beheerste en waar hij ook alle ruimte voor kreeg van de redacties waar hij reisverslagen voor maakte. Blijkbaar ging het die redacties niet om een gewetensvol, journalistiek verslag, of waren ze bereid daarvan af te zien voor een hoger doel.

En die verslagen bracht hij samen in boekjes, soms bundelde hij ze twee of drie keer. Want als er iets duidelijk wordt uit deze biografie is het wel hoe hard hij moest sappelen om een redelijk inkomen te verwerven. Hij vertaalde daarom ook veel. Dat vertaalwerk leidde soms weer tot ervaringen die in zijn eigen werk gebruikt werden. Zoals die ene keer dat hij zich met typemachine en woordenboeken terugtrok in een vakantiehuisje omdat het vertalen thuis niet wilde vlotte. De uitbater van het vakantieterrein vertrouwde de boel niet helemaal met zo’n man alleen (er was al eens meer een probleem geweest) en kwam zich persoonlijk op de hoogte stellen. Hij bekeek Den Uyl met gepaste reserve, totdat de woordenboeken uit de tas kwamen. ‘Ja, zie je wel, woordenboeken!’ riep hij uit. ‘Zo kan iedereen wel een boek vertalen.’
 
***************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.


© 2008 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Hoewel .... leuk? Frits Hoorweg
0513VG Uyl
Een zeker onbehagen heet de biografie van Bob den Uyl, geschreven door Nico Keuning. Op zondag 4 mei komt hij erover praten bij boekhandel-galerie Buddenbrooks in Den Haag. Het kost 5 Euro om erbij te mogen zijn (graag opgeven, zie hieronder), maar ik kan u een manier aan de hand doen om dat geld onmiddellijk terug te verdienen. Normaal kost die biografie namelijk 25 Euro, maar met een kortingsbon slechts 20! En hoe kom je aan zo’n bon? Door naar www.debezigebij.nl te gaan, klik kortingsbonnen aan en draai de bon voor ‘Een zeker onbehagen’ uit. Deze tip haalde ik uit de VPRO-gids van 1 maart 2008, waarin de indruk werd gewekt dat het om een speciale actie voor lezers van die gids ging. Nou, waarom dan niet ook voor lezers van De Leunstoel?
Mooi boek, sterke titel ook, dacht ik aanvankelijk. Eentje die precies aan lijkt te geven waar het om draait bij Den Uyl: veel lachen en hier en daar een sombere ondertoon. Maar na lezing van de biografie weet ik het eigenlijk niet zo zeker meer. Het onversneden onbehagen nam in dit leven misschien wel een grotere plaats in dan de geamuseerde lezer van Den Uyls verhalen door heeft.

Keuning wordt niet moe gebeurtenissen uit Den Uyls leven in verband te brengen met zijn werk. Logisch, zijn verhalen waren sterk autobiografisch geïnspireerd. Vaak blijkt dat het in de werkelijkheid net even anders toeging dan Den Uyl wilde doen geloven. De werkelijkheid blijkt soms nog hilarischer dan de geromantiseerde versie. Zo zou een ontmoeting met Gerard Cox in een Rotterdamse sociëteit tot een nat pak voor Den Uyl hebben geleid. Cox bestelt twee biertjes en helpt de ober ze aan te pakken, maar er gaat iets mis en Den Uyl krijgt het bier over zich heen, althans in zijn ‘literaire’ versie. In werkelijkheid gebeurde er iets heel anders. Den Uyl ergerde zich zo aan Cox dat hij hem welbewust de inhoud van een glas bier in het gezicht gooide. Leuk om te weten,….. hoewel leuk? Nadat je uitgelachen bent blijft er een nare smaak achter. Wie doet dat nou, zomaar iemand bier in het gezicht gooien? De enige verklaring was blijkbaar dat hij Cox een naar mannetje vond. Ja, ja.
Het zal misschien terug te voeren zijn op een verknipt, romantisch zelfbeeld. De ‘kunstenaar’ hoort vooral bohémien te zijn. Vandaar misschien ook al die genante, halfslachtige pogingen zich aan de dames te vergrijpen. Geheel in lijn daarmee was zijn oeverloze zuipen. Bij redactievergaderingen van het fameuze tijdschrift Hollands Diep moest de hoofdredacteur hem eerst een paar glazen jenever geven voor hij het trillen van zijn handen enigszins onder controle kreeg.

Nu was dat onaangepaste gedoe niet alleen maar aanstellerij. In aanmerking moet worden genomen dat Den Uyl leed aan fobieën en angsten die hem het functioneren bijna onmogelijk maakten; wat een narigheid. En dan te bedenken dat hij er heden ten dage waarschijnlijk, bijvoorbeeld door een therapeut als Kees Hoogduin (Zie: Een rustig mens in Jrg.5, Nr.9), binnen no-time van verlost zou worden; dat die angsten althans hanteerbaar zouden worden gemaakt. Maar Den Uyl moest het doen met Freudiaans geneuzel van zogenaamde therapeuten. En zoals Hoogduin over de Weense dokter zei: ‘een interessante denker, maar geen therapeut.’ Dus bleef hij met zijn angsten zitten, hoewel er na een paar zeer zwarte jaren een lichte verbetering optrad.
Volgens Keuning is Den Uyl erin geslaagd om die angsten te gebruiken in zijn werk; er als het ware een positieve draai aan gevend. Daarmee lijkt hij te suggereren dat Den Uyl zonder die fobieën een minder goede, of althans een minder interessante schrijver zou zijn geweest. Ik geloof er eerlijk gezegd niks van. Volgens mij zou de herinnering eraan als inspiratiebron ruimschoots voldoende zijn geweest om al zijn boeken mee te vullen. Bovendien had hij door de afwezigheid van alle belemmeringen waar hij nu mee bleef zitten nog heel veel andere inspiratie kunnen opdoen.

Op papier was Den Uyl vaak onweerstaanbaar grappig. Was dat ook z’n bedoeling? Waarschijnlijk wel. Als jongeman schreef hij een vriend brieven die achteraf te zien zijn als vingeroefeningen voor de droogkomische stijl waar hij later zo’n succes mee had. Dat was een begin. Hij was daarnaast buitengewoon geïnteresseerd in komische schrijvers als Wodehouse en Flann O’Brien, dat was natuurlijk niet voor niets. Door een samenloop van dingen ontdekte hij op een gegeven moment dat er een markt was voor wat hij goed kon. Dat was het als een soort handelscorrespondent beschrijven van de werkelijkheid, daarbij liefst de hoofdzaak buiten beschouwing latend en de schijnwerper vol richtend op een of andere bijzaak. Het was een techniek die hij zeer goed beheerste en waar hij ook alle ruimte voor kreeg van de redacties waar hij reisverslagen voor maakte. Blijkbaar ging het die redacties niet om een gewetensvol, journalistiek verslag, of waren ze bereid daarvan af te zien voor een hoger doel.

En die verslagen bracht hij samen in boekjes, soms bundelde hij ze twee of drie keer. Want als er iets duidelijk wordt uit deze biografie is het wel hoe hard hij moest sappelen om een redelijk inkomen te verwerven. Hij vertaalde daarom ook veel. Dat vertaalwerk leidde soms weer tot ervaringen die in zijn eigen werk gebruikt werden. Zoals die ene keer dat hij zich met typemachine en woordenboeken terugtrok in een vakantiehuisje omdat het vertalen thuis niet wilde vlotte. De uitbater van het vakantieterrein vertrouwde de boel niet helemaal met zo’n man alleen (er was al eens meer een probleem geweest) en kwam zich persoonlijk op de hoogte stellen. Hij bekeek Den Uyl met gepaste reserve, totdat de woordenboeken uit de tas kwamen. ‘Ja, zie je wel, woordenboeken!’ riep hij uit. ‘Zo kan iedereen wel een boek vertalen.’
 
***************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
© 2008 Frits Hoorweg
powered by CJ2