archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Een klein batig saldo Frits Hoorweg

0502VG saldo
Velp wordt in tweeën gedeeld door een klassieke straatweg. Ten noordwesten daarvan, aan de linkerkant als je van Arnhem komt, liggen prachtige villa’s en nette burgermanshuizen. Verderop wordt de bebouwing al snel schaars en begint de Veluwezoom. De Posbank ligt in die richting. Aan de andere kant van de weg ligt, parallel daaraan, het spoor. Daarachter ligt een wijk die aan de andere kant begrensd wordt door twee autowegen, de A12 en de A348, ze kruisen elkaar bij Knooppunt Velperbroek. Er staan veel flats, die vast veel woongenot bieden maar het aanzien niet waard zijn, waar ze zich helaas niets van aantrekken. Door die autowegen is Velp aan die kant vrijwel afgesloten van wat ooit de natuurlijke grens was: de IJssel. Van overvaren is al helemaal geen sprake meer. Maar waarom zou ik Velp proberen te beschrijven? Dat doet Jan Siebelink beter en niet één keer maar herhaaldelijk.

Na een barre tocht over de Posbank (zie Jrg.4, nr.20) probeerde ik enige tijd geleden bij de plaatselijke boekhandel, Jansen&deFeijter, weer wat op verhaal te komen. Daar kreeg ik een boekwerkje in handen geduwd * dat de lezer als het ware bij de hand neemt en langs plekken voert die een rol spelen in het werk van Siebelink. Een mooi boek met foto’s, fragmenten en commentaar van Gerrit Jan Kleinrensink. Het werd mij overhandigd met de mededeling dat het wel leuk zou zijn als ik er iets over zou schrijven. Bij deze.
Het probleem waar ik toen nog een beetje mee zat was dat ik nooit wat van Siebelink had gelezen. Waarom niet? Dat zijn vragen die moeilijk te beantwoorden zijn als je nog nooit een letter van iemand tot je hebt genomen. Mijn interesse was echter toch al gewekt door een optreden van de auteur in het TV-programma De Wereld Draait Door, naar aanleiding van het enorme succes van ‘Op een bed van violen’, het boek dat geïnspireerd is op de godsdienstwaan van zijn vader.

Siebelink werd in die uitzending volkomen overweldigd door de spraakwaterval van Matthijs van Nieuwkerk (‘Zeg het nou maar gewoon, Jan.’). Hij kon niet meer uit zijn woorden komen en beëindigde de uitzending onverstaanbaar prevelend en met het hoofd schuddend. Daarmee had hij mijn sympathie beslist opgewekt. Gezien zijn manier van schrijven (ik heb inmiddels het een en ander van hem gelezen) was dit fiasco wellicht te voorzien geweest. Siebelink schrijft zoekend en tastend. Hij cirkelt om de dingen heen die hij aan de lezer duidelijk wil maken. Zijn typeringen laten zich moeilijk in pakkende quotes samenvatten. Juist in dat TV-programma had hij niets te zoeken.

Geïnspireerd door het boek dat ik cadeau had gekregen wilde ik wel eens aan de overkant van de IJssel kijken. In Lathum met name, waar Siebelinks voorouders vandaan kwamen. Helaas zocht ik daarvoor een slechte dag uit. Volgens het lange-termijn weerbericht zou het juist middenin de week mooi en droog weer zijn. Tien procent regenkans werd er aangegeven, minder is in Nederland vrijwel onmogelijk. Bij mijn vertrek vanuit Den Haag regende het pijpenstelen en dat gaf moed. Die 10% viel dus in het westen, het kon niet anders of achter Arnhem zou de zon schijnen. Nou dat viel tegen. Toen ik in Lathum uit de bus stapte (3 uur nadat ik van huis was gegaan) begon het daar juist te regenen.

Ik dwaalde wat door het dorp. Langs het oude kerkje, de begraafplaats en over de dijk. Het is een suf dorp, dat alleen maar mooi lijkt als je opa er gewoond heeft, en de zon schijnt. Na een klein uurtje was ik er helemaal klaar mee. Ik besloot in de richting van Doesburg te gaan lopen, er nog steeds op vertrouwend dat de zon nu snel zou gaan schijnen. Zeven kilometer verderop, in Giesbeek, moest ik constateren dat het nog steeds regende en dat de lucht van voor naar achteren en van links naar rechts egaal grijs was. Een lichtpuntje was dat de bus naar Arnhem net aan kwam rijden toen ik er arriveerde. Daar kon ik geen weerstand aan bieden.

In de krant las ik dat het Landbouw Economisch Instituut heeft uitgevogeld dat iedere wandeling 2 tot 4 euro gezondheidswinst oplevert. Ik neem maar aan dat onder een wandeling wordt verstaan: een uur lopen. Als ik voor het gemak even uitga van het gemiddelde van 2 en 4, dan heb ik deze dag 2½ x 3 = 7,5 euro gezondheidswinst behaald. Dat weegt niet op tegen de kosten die ik heb moeten maken om er te komen (21,12 euro). Maar als ik het geestelijke voedsel van het boek, dat ik gratis en voor niks heb gehad, in de berekeningen betrek (en waardeer op de nieuwprijs ervan), ontstaat er zowaar voor de gehele dag een klein batig saldo.


* Twee overkanten. De wereld van Jan Siebelink
Samengesteld door Gerrit Jan Kleinrensink, met foto’s van Anne Alders
Het boek kost € 17,95 en is alleen verkrijgbaar bij boekhandel Jansen&de Feijter in Velp.
Bestellen via de website kan ook, dan wordt het boek zonder extra kosten toegezonden.


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Een klein batig saldo Frits Hoorweg
0502VG saldo
Velp wordt in tweeën gedeeld door een klassieke straatweg. Ten noordwesten daarvan, aan de linkerkant als je van Arnhem komt, liggen prachtige villa’s en nette burgermanshuizen. Verderop wordt de bebouwing al snel schaars en begint de Veluwezoom. De Posbank ligt in die richting. Aan de andere kant van de weg ligt, parallel daaraan, het spoor. Daarachter ligt een wijk die aan de andere kant begrensd wordt door twee autowegen, de A12 en de A348, ze kruisen elkaar bij Knooppunt Velperbroek. Er staan veel flats, die vast veel woongenot bieden maar het aanzien niet waard zijn, waar ze zich helaas niets van aantrekken. Door die autowegen is Velp aan die kant vrijwel afgesloten van wat ooit de natuurlijke grens was: de IJssel. Van overvaren is al helemaal geen sprake meer. Maar waarom zou ik Velp proberen te beschrijven? Dat doet Jan Siebelink beter en niet één keer maar herhaaldelijk.

Na een barre tocht over de Posbank (zie Jrg.4, nr.20) probeerde ik enige tijd geleden bij de plaatselijke boekhandel, Jansen&deFeijter, weer wat op verhaal te komen. Daar kreeg ik een boekwerkje in handen geduwd * dat de lezer als het ware bij de hand neemt en langs plekken voert die een rol spelen in het werk van Siebelink. Een mooi boek met foto’s, fragmenten en commentaar van Gerrit Jan Kleinrensink. Het werd mij overhandigd met de mededeling dat het wel leuk zou zijn als ik er iets over zou schrijven. Bij deze.
Het probleem waar ik toen nog een beetje mee zat was dat ik nooit wat van Siebelink had gelezen. Waarom niet? Dat zijn vragen die moeilijk te beantwoorden zijn als je nog nooit een letter van iemand tot je hebt genomen. Mijn interesse was echter toch al gewekt door een optreden van de auteur in het TV-programma De Wereld Draait Door, naar aanleiding van het enorme succes van ‘Op een bed van violen’, het boek dat geïnspireerd is op de godsdienstwaan van zijn vader.

Siebelink werd in die uitzending volkomen overweldigd door de spraakwaterval van Matthijs van Nieuwkerk (‘Zeg het nou maar gewoon, Jan.’). Hij kon niet meer uit zijn woorden komen en beëindigde de uitzending onverstaanbaar prevelend en met het hoofd schuddend. Daarmee had hij mijn sympathie beslist opgewekt. Gezien zijn manier van schrijven (ik heb inmiddels het een en ander van hem gelezen) was dit fiasco wellicht te voorzien geweest. Siebelink schrijft zoekend en tastend. Hij cirkelt om de dingen heen die hij aan de lezer duidelijk wil maken. Zijn typeringen laten zich moeilijk in pakkende quotes samenvatten. Juist in dat TV-programma had hij niets te zoeken.

Geïnspireerd door het boek dat ik cadeau had gekregen wilde ik wel eens aan de overkant van de IJssel kijken. In Lathum met name, waar Siebelinks voorouders vandaan kwamen. Helaas zocht ik daarvoor een slechte dag uit. Volgens het lange-termijn weerbericht zou het juist middenin de week mooi en droog weer zijn. Tien procent regenkans werd er aangegeven, minder is in Nederland vrijwel onmogelijk. Bij mijn vertrek vanuit Den Haag regende het pijpenstelen en dat gaf moed. Die 10% viel dus in het westen, het kon niet anders of achter Arnhem zou de zon schijnen. Nou dat viel tegen. Toen ik in Lathum uit de bus stapte (3 uur nadat ik van huis was gegaan) begon het daar juist te regenen.

Ik dwaalde wat door het dorp. Langs het oude kerkje, de begraafplaats en over de dijk. Het is een suf dorp, dat alleen maar mooi lijkt als je opa er gewoond heeft, en de zon schijnt. Na een klein uurtje was ik er helemaal klaar mee. Ik besloot in de richting van Doesburg te gaan lopen, er nog steeds op vertrouwend dat de zon nu snel zou gaan schijnen. Zeven kilometer verderop, in Giesbeek, moest ik constateren dat het nog steeds regende en dat de lucht van voor naar achteren en van links naar rechts egaal grijs was. Een lichtpuntje was dat de bus naar Arnhem net aan kwam rijden toen ik er arriveerde. Daar kon ik geen weerstand aan bieden.

In de krant las ik dat het Landbouw Economisch Instituut heeft uitgevogeld dat iedere wandeling 2 tot 4 euro gezondheidswinst oplevert. Ik neem maar aan dat onder een wandeling wordt verstaan: een uur lopen. Als ik voor het gemak even uitga van het gemiddelde van 2 en 4, dan heb ik deze dag 2½ x 3 = 7,5 euro gezondheidswinst behaald. Dat weegt niet op tegen de kosten die ik heb moeten maken om er te komen (21,12 euro). Maar als ik het geestelijke voedsel van het boek, dat ik gratis en voor niks heb gehad, in de berekeningen betrek (en waardeer op de nieuwprijs ervan), ontstaat er zowaar voor de gehele dag een klein batig saldo.


* Twee overkanten. De wereld van Jan Siebelink
Samengesteld door Gerrit Jan Kleinrensink, met foto’s van Anne Alders
Het boek kost € 17,95 en is alleen verkrijgbaar bij boekhandel Jansen&de Feijter in Velp.
Bestellen via de website kan ook, dan wordt het boek zonder extra kosten toegezonden.
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2