archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Het Turkse paspoort van Elias Canetti Willem Minderhout

0000VG Minderhout
Soms gaan dingen wel erg snel. Tien jaar geleden was je een hopeloos fossiel als je kanttekeningen plaatste bij het heilig geloof in de immer voortschrijdende individualisering. Momenteel ben je naïef als je zo je vraagtekens plaatst bij het bijkans tribale geloof in het belang van onverdeelde loyaliteit aan Neerlands Stam, gesymboliseerd door het hebben van één paspoort.
Honderd jaar geleden, toen Europa volgens A.J.P. Taylor nog één ‘beschaafde gemeenschap’ was, kon je tot de grenzen van Rusland en het Ottomaanse Rijk reizen zonder ooit een paspoort te laten zien. In die tijd werd er nergens iemand in Europa gedood om politieke of religieuze redenen. De Eerste Wereldoorlog maakte aan die idyllische toestand een einde. Alle, eens zo beschaafde, bewoners van die Europese landen veranderden plotsklaps in onverzoenljke nationalisten.

Elias Canetti beschrijft die plotselinge omslag in het eerste deel van zijn autobiografie ‘Die Gerettete Zunge’. Hij was net vanuit Manchester naar Wenen verhuisd en hoorde op straat het Keizerlied zingen. Dat lied werd op dezelfde melodie gezongen als ‘God save the queen’ en de kleine Elias zong uit volle borst mee. Hij zong alleen de verkeerde tekst en werd bijna gemolesteerd. Op school hoorde hij medeleerlingen kreten als ‘Jeder Stosz ein Franzos’en ‘Serbien muss sterbien’ roepen. Opvallend is wel dat dit een minderheid betrof en dat hij niet gedwongen werd om mee te brullen. Dat zou in een volgende Wereldoorlog wel anders worden. Zeker voor mensen als Canetti.

Wat heeft dat nu met paspoorten te maken? Door die hele ‘paspoortaffaire’ schoot mij opeens de beschrijving van een incident te binnen dat Canetti tijdens een reis van Bulgarije naar Wenen meemaakte. Canetti was geboren in Rustschuk, een Bulgaars stadje aan de Donau, in een gezin van Spaanse Joden. Deze ‘Spanjolen’ waren uit Spanje verdreven Joden die hun toevlucht in het Ottomaanse Rijk hadden gezocht en van daar uit over de regio waren uitgezwermd. Het moet een vrij omvangrijke gemeenschap zijn geweest, want Canetti beschrijft dat ze Spaanstalige kranten lazen, die geschreven waren in het Arabische schrift dat toen nog gebruikelijk was in het Turkse rijk. Spaans, zij het een wat ouderwets Spaans, was in die gemeenschap de voertaal.

Elias en zijn moeder waren tijdens de oorlog op familiebezoek gegaan naar Bulgarije. Op de terugreis naar Wenen, waar aan alles gebrek was, namen ze zoveel mogelijk levensmiddelen mee. Bij de Roemeense grens werden ze tot Elias’ verbazing buitengewoon onbeschoft behandeld. Alle kostbare levensmiddelen rolden door de aanpak van de douane over het perron en ze moesten zonder eten met de trein verder.
De reden? De Canettis hadden, als een teken van dankbaarheid voor de gastvrijheid die zij en de andere ‘Spanjolen’ altijd in het Ottomaanse Rijk hadden genoten, de Turkse nationaliteit aangehouden. Toen de Roemeense douaniers die paspoorten zagen zouden ze de dragers ervan wel eens flink treiteren. De Roemenen en de Turken waren immers in oorlog met elkaar. De kleine Canetti, die nooit in Turkije was geweest en geen woord Turks sprak ‘begann erst auf dieser Reise auf unmittelbare Weise etwas von der Allgemeinheit und weiten Verbreitung nationalen Gehässigkeiten zu begreifen.’

Herhaalt de geschiedenis zich? Niet helemaal. Vroeger dachten de gekroonde hoofden er baat bij te hebben om die uitzinnige liefde voor het Vaderland tot het kookpunt aan te wakkeren. Wij beschikken tegenwoordig gelukkig over een kroonprinses die met een welgemikte gemeenplaats – ‘dé Nederlander bestaat niet’ - olie op de golven probeert te gooien.
Ben ik nu koningsgezinder geworden dan Michiel Zonnevylle, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen, die het 'jammer en curieus' vindt dat prinses Maxima 'de Nederlandse identiteit' niet heeft gevonden? Ook over mijn eigen identiteit raak ik zo tamelijk in de war.

Bronnen:
A.J.P. Taylor, ‘From Sarajevo to Potsdam’, London Thames and Hudson, 1968.
Elias Canetti, ‘Die gerettete Zunge’, Frankfurt Fischer, 1981 (1979).
 
******************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is nu te koop.
Luister ook naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen.


© 2007 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Het Turkse paspoort van Elias Canetti Willem Minderhout
0000VG Minderhout
Soms gaan dingen wel erg snel. Tien jaar geleden was je een hopeloos fossiel als je kanttekeningen plaatste bij het heilig geloof in de immer voortschrijdende individualisering. Momenteel ben je naïef als je zo je vraagtekens plaatst bij het bijkans tribale geloof in het belang van onverdeelde loyaliteit aan Neerlands Stam, gesymboliseerd door het hebben van één paspoort.
Honderd jaar geleden, toen Europa volgens A.J.P. Taylor nog één ‘beschaafde gemeenschap’ was, kon je tot de grenzen van Rusland en het Ottomaanse Rijk reizen zonder ooit een paspoort te laten zien. In die tijd werd er nergens iemand in Europa gedood om politieke of religieuze redenen. De Eerste Wereldoorlog maakte aan die idyllische toestand een einde. Alle, eens zo beschaafde, bewoners van die Europese landen veranderden plotsklaps in onverzoenljke nationalisten.

Elias Canetti beschrijft die plotselinge omslag in het eerste deel van zijn autobiografie ‘Die Gerettete Zunge’. Hij was net vanuit Manchester naar Wenen verhuisd en hoorde op straat het Keizerlied zingen. Dat lied werd op dezelfde melodie gezongen als ‘God save the queen’ en de kleine Elias zong uit volle borst mee. Hij zong alleen de verkeerde tekst en werd bijna gemolesteerd. Op school hoorde hij medeleerlingen kreten als ‘Jeder Stosz ein Franzos’en ‘Serbien muss sterbien’ roepen. Opvallend is wel dat dit een minderheid betrof en dat hij niet gedwongen werd om mee te brullen. Dat zou in een volgende Wereldoorlog wel anders worden. Zeker voor mensen als Canetti.

Wat heeft dat nu met paspoorten te maken? Door die hele ‘paspoortaffaire’ schoot mij opeens de beschrijving van een incident te binnen dat Canetti tijdens een reis van Bulgarije naar Wenen meemaakte. Canetti was geboren in Rustschuk, een Bulgaars stadje aan de Donau, in een gezin van Spaanse Joden. Deze ‘Spanjolen’ waren uit Spanje verdreven Joden die hun toevlucht in het Ottomaanse Rijk hadden gezocht en van daar uit over de regio waren uitgezwermd. Het moet een vrij omvangrijke gemeenschap zijn geweest, want Canetti beschrijft dat ze Spaanstalige kranten lazen, die geschreven waren in het Arabische schrift dat toen nog gebruikelijk was in het Turkse rijk. Spaans, zij het een wat ouderwets Spaans, was in die gemeenschap de voertaal.

Elias en zijn moeder waren tijdens de oorlog op familiebezoek gegaan naar Bulgarije. Op de terugreis naar Wenen, waar aan alles gebrek was, namen ze zoveel mogelijk levensmiddelen mee. Bij de Roemeense grens werden ze tot Elias’ verbazing buitengewoon onbeschoft behandeld. Alle kostbare levensmiddelen rolden door de aanpak van de douane over het perron en ze moesten zonder eten met de trein verder.
De reden? De Canettis hadden, als een teken van dankbaarheid voor de gastvrijheid die zij en de andere ‘Spanjolen’ altijd in het Ottomaanse Rijk hadden genoten, de Turkse nationaliteit aangehouden. Toen de Roemeense douaniers die paspoorten zagen zouden ze de dragers ervan wel eens flink treiteren. De Roemenen en de Turken waren immers in oorlog met elkaar. De kleine Canetti, die nooit in Turkije was geweest en geen woord Turks sprak ‘begann erst auf dieser Reise auf unmittelbare Weise etwas von der Allgemeinheit und weiten Verbreitung nationalen Gehässigkeiten zu begreifen.’

Herhaalt de geschiedenis zich? Niet helemaal. Vroeger dachten de gekroonde hoofden er baat bij te hebben om die uitzinnige liefde voor het Vaderland tot het kookpunt aan te wakkeren. Wij beschikken tegenwoordig gelukkig over een kroonprinses die met een welgemikte gemeenplaats – ‘dé Nederlander bestaat niet’ - olie op de golven probeert te gooien.
Ben ik nu koningsgezinder geworden dan Michiel Zonnevylle, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen, die het 'jammer en curieus' vindt dat prinses Maxima 'de Nederlandse identiteit' niet heeft gevonden? Ook over mijn eigen identiteit raak ik zo tamelijk in de war.

Bronnen:
A.J.P. Taylor, ‘From Sarajevo to Potsdam’, London Thames and Hudson, 1968.
Elias Canetti, ‘Die gerettete Zunge’, Frankfurt Fischer, 1981 (1979).
 
******************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is nu te koop.
Luister ook naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen.
© 2007 Willem Minderhout
powered by CJ2