archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
In gezelschap van grote schrijvers Willem Kuipers

0112 In gezelschap ..Vier jaar lang, van 1992 tot 1996, had ik als literair redacteur van de Volkskrant een aangenaam baantje. Ik mocht thuis alle boeken lezen die in de loop van de week op de burelen van de kunstredactie verschenen, en daar één keer in de week, in de rubriek ISBN, over schrijven. Ik las me wezenloos. En genoot. Na jarenlang van alles te hebben moeten regelen, zoals dat gaat als je een druk journalistiek leven hebt, hoefde ik nu alleen maar in de stilte van mijn werkkamer te zijn en zwierf ik, zo lang mijn ogen het aan konden, door de wereld, aan de hand van al die prachtige schrijvers die in Nederland worden uitgegeven.
Ik ontdekte veel. Echt. Ik bedoel: geen namen of rugnummers, maar de inhoud van boeken die ik met minder rust in het lijf misschien helemaal niet had kunnen verdragen. Wat zijn we toch een jachtig soort geworden. Het gevolg van mijn wekelijkse geschrijf, en het mateloos genoegen dat daarvan uitging, was dat de rubriek erg veel lezers trok en, zeg ik in alle bescheidenheid, bewonderaars, want dat iemand in één week zoveel kon lezen, ja, dat begon op zichzelf de aantrekkingskracht van een Wimbledon-finale te krijgen.
Voor de toeschouwers.
Niet voor mij, want laten we wel wezen: het was hard werken. “My damned hard writing,” heb ik in die dagen weleens gezegd, “was your easy reading”.
Een van mijn bewonderaars, een vrouw, het waren meestal vrouwen, was Eva Cossée, toen uitgeefster bij Ambo, die mij vroeg, toen de rubriek in 1996 door het drijven van ongeïnteresseerde collega's moest stoppen, om een boek te schrijven over de mooiste boeken die ik in al die jaren had gelezen. Dat werd het boek ISBN van de Wereldliteratuur, waarin ik een lijstje van 200 onverslijtbare meesterwerken opnam, dacht ik toen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik van elke auteur, ook de allergrootsten, maar één boek zou opnemen, maar het bloed kroop waar het niet gaan kon. Bij Franz Kafka, bij Willem Frederik Hermans en bij Louis Couperus, om er een paar te noemen, kón ik me niet beperken en noemde ik verschillende titels. Dat was, voor bevlogen lezers, niet echt een verrassing. Een verrassing was wél, ook voor mijzelf toen het boek uitkwam, dat van Hermann Broch maar liefst vier titels waren opgenomen.
Wie was Hermann Broch? Ik leg het uit. Maar eerst het misverstand. Broch is de schrijver van een trilogie, die onder de naam Die Schlafwandler in één band is uitgegeven. De drie delen heten, in het Nederlands: Esch of de Anarchie; Huguenau of de Zakelijkheid en Pasenow of de Romantiek. Ze hadden als één titel in mijn boek moeten staan, maar de eindredacteur had ze afzonderlijk vermeld, zodat Broch met die vier boeken in mijn Top-Tweehonderd terechtkwam. Misverstanden, of vergissingen, zijn soms leuk. In dit geval leidde de grote aandacht voor Broch in mijn lijst tot tal van brieven en vragen aan mij. Wie is die Broch? Nooit van gehoord? Is-ie echt zo belangrijk als Franz Kafka, Willem Frederik Hermans en Louis Couperus? Ja, kon ik volmondig beamen, dat is hij.
Broch is een heel bijzonder schrijver, met een zeer bijzondere levensloop, die ondanks de vertaling van zijn beroemde trilogie in de jaren tachtig, in Nederland nauwelijks werd gelezen. Maar in Duitsland evenmin. Hij is een van de vele schrijvers, die verguisd door de nationaal-socialisten, omdat hij joods was en zeer kritisch, na de oorlog met een tijdperk in verband werd gebracht, waaraan velen niet meer herinnerd wensten te worden. Zelf werd ik door de Nederlandse vertaling van de Schlafwandler-trilogie op zijn spoor gezet, en toen in 1989 De Dood van Vergilius in de vertaling van Anneke Brassinga verscheen, was ik verkocht. Zo'n groot schrijver! Daar moest ik alles van weten!
Hermann Broch werd op 1 november 1886 in Wenen geboren. Hij stierf  op 30 mei 1951 in New Haven in de Verenigde Staten. Tussen die twee data speelt zich een intens, getourmenteerd en vooral beladen leven af, dat een tweetal ingrijpende gebeurtenissen laat zien. De eerste is als Broch, na een opleiding tot textielingenieur, door de vroege dood van zijn vader gedwongen wordt de leiding van diens textielonderneming op zich te nemen en daar in 1927 mee stopt om filosofie, psychologie en wiskunde te gaan studeren. Hij schreef al, maar vanaf dat moment schrijft hij alleen nog maar. Hij laat bij wijze van spreken de pen niet meer los, niet overdag en niet 's nachts. In geschrifte bemoeit hij zich met de ganse wereld, die om hem heen, vindt hij, uiteen aan het vallen is. Hij uit zich in politieke en sociale vertogen, maar blijft zijn oorspronkelijke liefde voor de dichtkunst trouw. Daaruit komen ook zijn weinige grote romans voor. Zijn betrokkenheid maakt hem tevens tot een indrukwekkende briefschrijver, die er in zijn hele, omvangrijke correspondentie blijk van geeft niet te willen berusten in de onverschilligheid die hij om zich heen ten aanzien van de snel veranderende wereld ervaart. Het is niet overdreven te stellen dat hij zich, juist door die  niet aflatende correspondentiedrift, alsof hij zoveel mogelijk mensen, en misschien wel de hele wereld, voor het afglijden in de irrationaliteit van het nationaal-socialisme en de massawaan wilde behoeden, heeft doodgeschreven. Dat was de indruk van zijn vrienden, toen hij in 1951 in New Haven aan een hartaanval bezweek.
Wat deed hij, deze doorgewinterde Europeaan, in Amerika? Het antwoord op die vraag heeft met de tweede ingrijpende gebeurtenis in zijn leven te maken: zijn arrestatie door de SS, kort nadat Hitler Oostenrijk was binnengevallend. Broch zou, als jood, en als dwarsligger, en felle criticus van de nationaal-socialisten, ter dood zijn gebracht, als hij niet - mede door de steun van vrienden in het buitenland onder wie zijn grote collega James Joyce - was gered. In de Verenigde Staten begon hij opnieuw, wat vreemd moge klinken voor iemand die altijd schreef, maar gezien het eerste boek dat hij in de nieuwe wereld publiceerde, toch zó moet worden omschreven. De Dood van Vergilius, dat in 1945 verscheen, was op een bepaalde manier een nieuwe Broch die als belangrijkste literaire waarde de poëzie terugvond en daarmee afscheid nam van de heldere, realistische prachtige vertelde delen van de trilogie, die je als zelfstandige romans kunt lezen, en die je, behalve het reilen en zeilen van de personages de Europese geschiedenis vanaf het eind van de negentiende eeuw tot de ramp die Hitler heette, laat meebeleven. De wijze waarop dit gebeurt, de rustige, meeslepende stijl, de kennis van het leven die eruit spreekt en vooral de visie op de tijd in het groot, maken deze drie boeken ook voor de huidige lezer tot een bijzondere ervaring, waaraan hij in elk geval één ding overhoudt: wat Broch in woorden vastlegde, voltrekt zich nog steeds elke dag onder onze ogen. Dank zij hem kunnen we dat zien.
Van Willem Kuipers, voormalig literair redacteur van de Volkskrant, verscheen onlangs zijn debuutroman De Werkplaats (Uitgeverij Cossee, € 19,90) onder meer over lust en verlangen en het veroveren van de wereld. Zoals hij zelf zegt: 'De lezer zal zien dat ik Broch niet voor niets heb gelezen.'

© 2004 Willem Kuipers meer Willem Kuipers - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
In gezelschap van grote schrijvers Willem Kuipers
0112 In gezelschap ..Vier jaar lang, van 1992 tot 1996, had ik als literair redacteur van de Volkskrant een aangenaam baantje. Ik mocht thuis alle boeken lezen die in de loop van de week op de burelen van de kunstredactie verschenen, en daar één keer in de week, in de rubriek ISBN, over schrijven. Ik las me wezenloos. En genoot. Na jarenlang van alles te hebben moeten regelen, zoals dat gaat als je een druk journalistiek leven hebt, hoefde ik nu alleen maar in de stilte van mijn werkkamer te zijn en zwierf ik, zo lang mijn ogen het aan konden, door de wereld, aan de hand van al die prachtige schrijvers die in Nederland worden uitgegeven.
Ik ontdekte veel. Echt. Ik bedoel: geen namen of rugnummers, maar de inhoud van boeken die ik met minder rust in het lijf misschien helemaal niet had kunnen verdragen. Wat zijn we toch een jachtig soort geworden. Het gevolg van mijn wekelijkse geschrijf, en het mateloos genoegen dat daarvan uitging, was dat de rubriek erg veel lezers trok en, zeg ik in alle bescheidenheid, bewonderaars, want dat iemand in één week zoveel kon lezen, ja, dat begon op zichzelf de aantrekkingskracht van een Wimbledon-finale te krijgen.
Voor de toeschouwers.
Niet voor mij, want laten we wel wezen: het was hard werken. “My damned hard writing,” heb ik in die dagen weleens gezegd, “was your easy reading”.
Een van mijn bewonderaars, een vrouw, het waren meestal vrouwen, was Eva Cossée, toen uitgeefster bij Ambo, die mij vroeg, toen de rubriek in 1996 door het drijven van ongeïnteresseerde collega's moest stoppen, om een boek te schrijven over de mooiste boeken die ik in al die jaren had gelezen. Dat werd het boek ISBN van de Wereldliteratuur, waarin ik een lijstje van 200 onverslijtbare meesterwerken opnam, dacht ik toen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik van elke auteur, ook de allergrootsten, maar één boek zou opnemen, maar het bloed kroop waar het niet gaan kon. Bij Franz Kafka, bij Willem Frederik Hermans en bij Louis Couperus, om er een paar te noemen, kón ik me niet beperken en noemde ik verschillende titels. Dat was, voor bevlogen lezers, niet echt een verrassing. Een verrassing was wél, ook voor mijzelf toen het boek uitkwam, dat van Hermann Broch maar liefst vier titels waren opgenomen.
Wie was Hermann Broch? Ik leg het uit. Maar eerst het misverstand. Broch is de schrijver van een trilogie, die onder de naam Die Schlafwandler in één band is uitgegeven. De drie delen heten, in het Nederlands: Esch of de Anarchie; Huguenau of de Zakelijkheid en Pasenow of de Romantiek. Ze hadden als één titel in mijn boek moeten staan, maar de eindredacteur had ze afzonderlijk vermeld, zodat Broch met die vier boeken in mijn Top-Tweehonderd terechtkwam. Misverstanden, of vergissingen, zijn soms leuk. In dit geval leidde de grote aandacht voor Broch in mijn lijst tot tal van brieven en vragen aan mij. Wie is die Broch? Nooit van gehoord? Is-ie echt zo belangrijk als Franz Kafka, Willem Frederik Hermans en Louis Couperus? Ja, kon ik volmondig beamen, dat is hij.
Broch is een heel bijzonder schrijver, met een zeer bijzondere levensloop, die ondanks de vertaling van zijn beroemde trilogie in de jaren tachtig, in Nederland nauwelijks werd gelezen. Maar in Duitsland evenmin. Hij is een van de vele schrijvers, die verguisd door de nationaal-socialisten, omdat hij joods was en zeer kritisch, na de oorlog met een tijdperk in verband werd gebracht, waaraan velen niet meer herinnerd wensten te worden. Zelf werd ik door de Nederlandse vertaling van de Schlafwandler-trilogie op zijn spoor gezet, en toen in 1989 De Dood van Vergilius in de vertaling van Anneke Brassinga verscheen, was ik verkocht. Zo'n groot schrijver! Daar moest ik alles van weten!
Hermann Broch werd op 1 november 1886 in Wenen geboren. Hij stierf  op 30 mei 1951 in New Haven in de Verenigde Staten. Tussen die twee data speelt zich een intens, getourmenteerd en vooral beladen leven af, dat een tweetal ingrijpende gebeurtenissen laat zien. De eerste is als Broch, na een opleiding tot textielingenieur, door de vroege dood van zijn vader gedwongen wordt de leiding van diens textielonderneming op zich te nemen en daar in 1927 mee stopt om filosofie, psychologie en wiskunde te gaan studeren. Hij schreef al, maar vanaf dat moment schrijft hij alleen nog maar. Hij laat bij wijze van spreken de pen niet meer los, niet overdag en niet 's nachts. In geschrifte bemoeit hij zich met de ganse wereld, die om hem heen, vindt hij, uiteen aan het vallen is. Hij uit zich in politieke en sociale vertogen, maar blijft zijn oorspronkelijke liefde voor de dichtkunst trouw. Daaruit komen ook zijn weinige grote romans voor. Zijn betrokkenheid maakt hem tevens tot een indrukwekkende briefschrijver, die er in zijn hele, omvangrijke correspondentie blijk van geeft niet te willen berusten in de onverschilligheid die hij om zich heen ten aanzien van de snel veranderende wereld ervaart. Het is niet overdreven te stellen dat hij zich, juist door die  niet aflatende correspondentiedrift, alsof hij zoveel mogelijk mensen, en misschien wel de hele wereld, voor het afglijden in de irrationaliteit van het nationaal-socialisme en de massawaan wilde behoeden, heeft doodgeschreven. Dat was de indruk van zijn vrienden, toen hij in 1951 in New Haven aan een hartaanval bezweek.
Wat deed hij, deze doorgewinterde Europeaan, in Amerika? Het antwoord op die vraag heeft met de tweede ingrijpende gebeurtenis in zijn leven te maken: zijn arrestatie door de SS, kort nadat Hitler Oostenrijk was binnengevallend. Broch zou, als jood, en als dwarsligger, en felle criticus van de nationaal-socialisten, ter dood zijn gebracht, als hij niet - mede door de steun van vrienden in het buitenland onder wie zijn grote collega James Joyce - was gered. In de Verenigde Staten begon hij opnieuw, wat vreemd moge klinken voor iemand die altijd schreef, maar gezien het eerste boek dat hij in de nieuwe wereld publiceerde, toch zó moet worden omschreven. De Dood van Vergilius, dat in 1945 verscheen, was op een bepaalde manier een nieuwe Broch die als belangrijkste literaire waarde de poëzie terugvond en daarmee afscheid nam van de heldere, realistische prachtige vertelde delen van de trilogie, die je als zelfstandige romans kunt lezen, en die je, behalve het reilen en zeilen van de personages de Europese geschiedenis vanaf het eind van de negentiende eeuw tot de ramp die Hitler heette, laat meebeleven. De wijze waarop dit gebeurt, de rustige, meeslepende stijl, de kennis van het leven die eruit spreekt en vooral de visie op de tijd in het groot, maken deze drie boeken ook voor de huidige lezer tot een bijzondere ervaring, waaraan hij in elk geval één ding overhoudt: wat Broch in woorden vastlegde, voltrekt zich nog steeds elke dag onder onze ogen. Dank zij hem kunnen we dat zien.
Van Willem Kuipers, voormalig literair redacteur van de Volkskrant, verscheen onlangs zijn debuutroman De Werkplaats (Uitgeverij Cossee, € 19,90) onder meer over lust en verlangen en het veroveren van de wereld. Zoals hij zelf zegt: 'De lezer zal zien dat ik Broch niet voor niets heb gelezen.'
© 2004 Willem Kuipers
powered by CJ2