archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
De beste film van het moment Hans Knegtmans

0113 Hoe vertel ik ...
De interessantste films komen de laatste jaren uit Zuid-Korea. Dan heb ik het niet eens over de dromerige drama’s van Ki-duk Kim (Spring, Summer, Autumn, Winter and… Spring, Bin-jip, The Bow). Nee, de topfilms uit dat land barsten uit hun voegen van de actie. Anything goes, lijkt het motto, mits het maar origineel, intelligent, geestig, spectaculair en visueel interessant is. In Save The Green Planet (2003) van regisseur Joon-Hwan Jang is een niet al te snuggere jongeman ervan overtuigd dat de CEO van een chemisch bedrijf een alien is. Samen met zijn nog dommere vriendin gijzelt hij het gevaarlijke buitenaardse wezen. In No Mercy for the Rude (2006) voert Cheol-hie Park een zwijgende huurmoordenaar ten tonele die spaart voor een tongoperatie. Geen onaardige knul en, uiterst selectief in wie hij omlegt. Op de enorme kwaliteiten van Chan-wook Park (Sympathy for Mr. Vengeance, Oldboy en Sympathy for Lady Vengeance) ben ik hier al eerder ingegaan (zie de nummers 2,5 en 4,7). De laatste jaren heeft ook regisseur Joon-ho Bong zich bij de top van dit genre gevoegd. Memories of Murder (vertoond op IFFR 2006) bleek een tragikomische policier te zijn, waarin een politieman met een surplus aan menselijk tekort jacht maakt op een seriemoordenaar.

Dat die films zoveel op elkaar lijken heeft ook van doen met de keus van de hoofdrolspelers. Ha-Kyun Shin schittert in Save the Green Planet, maar ook in Sympathy for Mr. Vengeance en No Mercy for the Rude. Net zo laat Kang-ho Song een verpletterende indruk achter in (alweer) Sympathy for Mr. Vengeance en Memories for Murder. En nu heeft hij de hoofdrol in The Host, het nieuwe meesterwerk van Joon-ho Bong. Hoe komt het dat deze prachtfilm – in Zuid Korea de grootste kaskraker ooit, en op de laatste editie van het festival IFFR zeer positief ontvangen – niet bij u om de hoek draait? Dat is omdat de Nederlandse distributeur weet dat een populaire festivalfilm allerminst succes garandeert in het filmtheatercircuit. Zeker niet als hij op het eerste gezicht voor een horrorfilm van dertien in een dozijn kan doorgaan. Ik bezocht de matinee in het Amsterdamse Kriterion samen met zes andere gasten. Voor de avondvoorstelling hadden zich tien bezoekers gemeld. De voorzichtige strategie van distributeur A-film lijkt dan ook eerder van realiteitszin dan van krenterigheid te getuigen. Maar wie niet in de buurt van Amsterdam, Eindhoven of Den Haag woont, hoeft niet te wanhopen. De DVD is vanaf 18 september te huur en vanaf 4 oktober te koop. U kent vast wel iemand die zo’n protserig grootbeeldtoestel heeft waarmee hij een thuisbioscoop probeert te simuleren. Dat komt dus wel goed.

De gastheer uit de titel lijkt een uit zijn krachten gegroeide kruising tussen een leguaan en een walvis, maar dan minder appetijtelijk. De kijker ziet met eigen ogen de conceptie van het gedrocht. In een naargeestig laboratorium in Seoul geeft een Amerikaanse wetenschapper zijn ondergeschikte, ‘Mr. Kim’, opdracht om zo’n honderd potjes formaldehyde die zijn beste tijd wel heeft gehad, in de gootsteen leeg te kieperen. Kim protesteert zwakjes met verwijzing naar de rivier de Han en het milieu in het algemeen. Maar uiteindelijk zwicht hij voor de dreigende taal van zijn baas. Zes jaar later zien op een mooie zomerdag honderden dagjesmensen een onbekend wezen ondersteboven aan een brug over de Han hangen. Hij ziet er wel sierlijk uit, met zijn lange, lenige staart. Als in een dierentuin gooien de toeristen vanaf de wal blikjes bier en snacks in het water. Misschien houdt hij daar wel van!
Dat blijkt geen goed idee. Met een paar reuzenslagen crawlt het ondier door het water en richt op de oever een slachting aan onder de gillend wegrennende bevolking. Alleen al in deze scène blijkt de genialiteit van de filmmaker. Anders dan in de standaard griezelfilm geeft hij de identiteit van zijn monster prijs, zonder dat hij ons treitert met het ene suggestieve voorspel na het andere. Zo ziet de griezel eruit, en dit is wat we van hem mogen verwachten. Nu kan de regisseur alleen nog maar hopen dat zijn verhaal goed genoeg is.

Voor de slachtoffers wordt – uniek in de geschiedenis van de horrorfilm – een rouwplechtigheid gehouden. Hun lichamen ontbreken natuurlijk, maar enorme rechtopstaande foto’s, gesierd met een smaakvolle zwarte rouwband, doen het gemoed van de nabestaanden volschieten. Van snackbarbediende Gang-du Park bijvoorbeeld (de eerder genoemde Kang-ho Song), wiens beeldige dochtertje Hyun-seo door het monster is aangevallen en mogelijk verzwolgen. Ook zijn alcoholische broer (Ha-il Park), zijn zuster die net geen nationaal kampioen boogschieten is (Du-na Bae) en hun oude vader (Hie-bong Byeon) geven luidruchtig uiting aan hun wanhoop. Gretig leggen de paparazzi het samengebalde leed vast op de gevoelige plaat.
Maar misschien is er nog hoop. Op het mobieltje van Gang-du klinkt plots de stem van het doodgewaande meisje. Ze heeft de aanslag overleefd en zit nu in een riool, net buiten het blikveld van haar ‘gastheer’. De andere slachtoffers hebben minder geluk gehad, zien we. De gezinsleden beginnen aan een manmoedige reddingsactie, al hebben ze nog geen idee hoe ze die zullen aanpakken. Om te beginnen moeten ze de medische dienst die de nabestaanden in quarantaine houdt te slim af zijn, en daarna de politie en het leger. Het is om moedeloos van te worden.

The Host is alleen in naam een horrorfilm. Ondanks de prachtige special effects heeft de regisseur minstens zoveel belangstelling voor bureaucratische uitwassen die het duidelijkst bij rampen aan het licht komen (vergelijk de stompzinnige ‘hulpverlening’ bij de orkaan Katrina), de paranoia van de regering bij een onbegrijpelijke invasie (vergelijk 9/11) en het inzetten van de Amerikaanse geheime dienst die eindelijk kans ziet een tot dan toe verboden biochemisch wapen in te zetten. Niet dat Bong daar prekerig over doet. Hij vertrouwt er kennelijk op – net als eerder in Memories of Murder – dat zijn publiek aan een half woord wel genoeg heeft.
Het wachten is natuurlijk op de onvermijdelijke confrontatie van de familieleden met het monster. Nu, die is groots. De boogschutter raakt eindelijk haar faalangst kwijt die haar in eerdere kampioenschappen parten speelde, de alcoholist ontpopt zich als een expert in molotov cocktails, en het slome hulpje uit de snoepwinkel betoont zich eindelijk de onverschrokken leider waar zijn vader hem altijd voor heeft aangezien. Het thema van het disfunctionele gezin dat in tijden van nood zichzelf ontstijgt, doet denken aan Little Miss Sunshine, al is de thematiek nu een stuk grimmiger.

Eind goed al goed? Nee, Bong houdt niet van Hollywoodcliché’s, zelfs op momenten dat de kijker niets liever wil zien. Maar die eigenzinnigheid betaalt zich uit in een verbluffende slotscène. The Host is het soort film waarover je niet uitgedramd raakt, totdat de hele vrienden- en kennissenkring hem ook gezien heeft.
 
******************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is nu te koop.
Luister ook naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie:


© 2007 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
De beste film van het moment Hans Knegtmans
0113 Hoe vertel ik ...
De interessantste films komen de laatste jaren uit Zuid-Korea. Dan heb ik het niet eens over de dromerige drama’s van Ki-duk Kim (Spring, Summer, Autumn, Winter and… Spring, Bin-jip, The Bow). Nee, de topfilms uit dat land barsten uit hun voegen van de actie. Anything goes, lijkt het motto, mits het maar origineel, intelligent, geestig, spectaculair en visueel interessant is. In Save The Green Planet (2003) van regisseur Joon-Hwan Jang is een niet al te snuggere jongeman ervan overtuigd dat de CEO van een chemisch bedrijf een alien is. Samen met zijn nog dommere vriendin gijzelt hij het gevaarlijke buitenaardse wezen. In No Mercy for the Rude (2006) voert Cheol-hie Park een zwijgende huurmoordenaar ten tonele die spaart voor een tongoperatie. Geen onaardige knul en, uiterst selectief in wie hij omlegt. Op de enorme kwaliteiten van Chan-wook Park (Sympathy for Mr. Vengeance, Oldboy en Sympathy for Lady Vengeance) ben ik hier al eerder ingegaan (zie de nummers 2,5 en 4,7). De laatste jaren heeft ook regisseur Joon-ho Bong zich bij de top van dit genre gevoegd. Memories of Murder (vertoond op IFFR 2006) bleek een tragikomische policier te zijn, waarin een politieman met een surplus aan menselijk tekort jacht maakt op een seriemoordenaar.

Dat die films zoveel op elkaar lijken heeft ook van doen met de keus van de hoofdrolspelers. Ha-Kyun Shin schittert in Save the Green Planet, maar ook in Sympathy for Mr. Vengeance en No Mercy for the Rude. Net zo laat Kang-ho Song een verpletterende indruk achter in (alweer) Sympathy for Mr. Vengeance en Memories for Murder. En nu heeft hij de hoofdrol in The Host, het nieuwe meesterwerk van Joon-ho Bong. Hoe komt het dat deze prachtfilm – in Zuid Korea de grootste kaskraker ooit, en op de laatste editie van het festival IFFR zeer positief ontvangen – niet bij u om de hoek draait? Dat is omdat de Nederlandse distributeur weet dat een populaire festivalfilm allerminst succes garandeert in het filmtheatercircuit. Zeker niet als hij op het eerste gezicht voor een horrorfilm van dertien in een dozijn kan doorgaan. Ik bezocht de matinee in het Amsterdamse Kriterion samen met zes andere gasten. Voor de avondvoorstelling hadden zich tien bezoekers gemeld. De voorzichtige strategie van distributeur A-film lijkt dan ook eerder van realiteitszin dan van krenterigheid te getuigen. Maar wie niet in de buurt van Amsterdam, Eindhoven of Den Haag woont, hoeft niet te wanhopen. De DVD is vanaf 18 september te huur en vanaf 4 oktober te koop. U kent vast wel iemand die zo’n protserig grootbeeldtoestel heeft waarmee hij een thuisbioscoop probeert te simuleren. Dat komt dus wel goed.

De gastheer uit de titel lijkt een uit zijn krachten gegroeide kruising tussen een leguaan en een walvis, maar dan minder appetijtelijk. De kijker ziet met eigen ogen de conceptie van het gedrocht. In een naargeestig laboratorium in Seoul geeft een Amerikaanse wetenschapper zijn ondergeschikte, ‘Mr. Kim’, opdracht om zo’n honderd potjes formaldehyde die zijn beste tijd wel heeft gehad, in de gootsteen leeg te kieperen. Kim protesteert zwakjes met verwijzing naar de rivier de Han en het milieu in het algemeen. Maar uiteindelijk zwicht hij voor de dreigende taal van zijn baas. Zes jaar later zien op een mooie zomerdag honderden dagjesmensen een onbekend wezen ondersteboven aan een brug over de Han hangen. Hij ziet er wel sierlijk uit, met zijn lange, lenige staart. Als in een dierentuin gooien de toeristen vanaf de wal blikjes bier en snacks in het water. Misschien houdt hij daar wel van!
Dat blijkt geen goed idee. Met een paar reuzenslagen crawlt het ondier door het water en richt op de oever een slachting aan onder de gillend wegrennende bevolking. Alleen al in deze scène blijkt de genialiteit van de filmmaker. Anders dan in de standaard griezelfilm geeft hij de identiteit van zijn monster prijs, zonder dat hij ons treitert met het ene suggestieve voorspel na het andere. Zo ziet de griezel eruit, en dit is wat we van hem mogen verwachten. Nu kan de regisseur alleen nog maar hopen dat zijn verhaal goed genoeg is.

Voor de slachtoffers wordt – uniek in de geschiedenis van de horrorfilm – een rouwplechtigheid gehouden. Hun lichamen ontbreken natuurlijk, maar enorme rechtopstaande foto’s, gesierd met een smaakvolle zwarte rouwband, doen het gemoed van de nabestaanden volschieten. Van snackbarbediende Gang-du Park bijvoorbeeld (de eerder genoemde Kang-ho Song), wiens beeldige dochtertje Hyun-seo door het monster is aangevallen en mogelijk verzwolgen. Ook zijn alcoholische broer (Ha-il Park), zijn zuster die net geen nationaal kampioen boogschieten is (Du-na Bae) en hun oude vader (Hie-bong Byeon) geven luidruchtig uiting aan hun wanhoop. Gretig leggen de paparazzi het samengebalde leed vast op de gevoelige plaat.
Maar misschien is er nog hoop. Op het mobieltje van Gang-du klinkt plots de stem van het doodgewaande meisje. Ze heeft de aanslag overleefd en zit nu in een riool, net buiten het blikveld van haar ‘gastheer’. De andere slachtoffers hebben minder geluk gehad, zien we. De gezinsleden beginnen aan een manmoedige reddingsactie, al hebben ze nog geen idee hoe ze die zullen aanpakken. Om te beginnen moeten ze de medische dienst die de nabestaanden in quarantaine houdt te slim af zijn, en daarna de politie en het leger. Het is om moedeloos van te worden.

The Host is alleen in naam een horrorfilm. Ondanks de prachtige special effects heeft de regisseur minstens zoveel belangstelling voor bureaucratische uitwassen die het duidelijkst bij rampen aan het licht komen (vergelijk de stompzinnige ‘hulpverlening’ bij de orkaan Katrina), de paranoia van de regering bij een onbegrijpelijke invasie (vergelijk 9/11) en het inzetten van de Amerikaanse geheime dienst die eindelijk kans ziet een tot dan toe verboden biochemisch wapen in te zetten. Niet dat Bong daar prekerig over doet. Hij vertrouwt er kennelijk op – net als eerder in Memories of Murder – dat zijn publiek aan een half woord wel genoeg heeft.
Het wachten is natuurlijk op de onvermijdelijke confrontatie van de familieleden met het monster. Nu, die is groots. De boogschutter raakt eindelijk haar faalangst kwijt die haar in eerdere kampioenschappen parten speelde, de alcoholist ontpopt zich als een expert in molotov cocktails, en het slome hulpje uit de snoepwinkel betoont zich eindelijk de onverschrokken leider waar zijn vader hem altijd voor heeft aangezien. Het thema van het disfunctionele gezin dat in tijden van nood zichzelf ontstijgt, doet denken aan Little Miss Sunshine, al is de thematiek nu een stuk grimmiger.

Eind goed al goed? Nee, Bong houdt niet van Hollywoodcliché’s, zelfs op momenten dat de kijker niets liever wil zien. Maar die eigenzinnigheid betaalt zich uit in een verbluffende slotscène. The Host is het soort film waarover je niet uitgedramd raakt, totdat de hele vrienden- en kennissenkring hem ook gezien heeft.
 
******************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is nu te koop.
Luister ook naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie:
© 2007 Hans Knegtmans
powered by CJ2