archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Clapton met Nelson Henk Klaren

2105VG Clapson
Een aantal van mijn cd’s past niet in mijn reguliere opbergsysteem. Dat gaat dan vooral om bijzondere uitgaven. Dan zit er een boekje bij of een dvd die je toch nooit bekijkt, of een extra klapding vanwege de aantallen mooie foto’s. Noem maar op. De organisatie rond Eric Clapton heeft er ook wel een beetje een handje van. Soms is – of lijkt - het ook wel lollig. Zo heb je het prachtige album 'Back Home', terug naar de blues dus. In de 'de luxe-uitgave' die ik heb zaten vier plectrums, voorzien van een krabbel van de held zelf. Ik heb ze uitgeprobeerd: drie waren binnen een half uur gebroken (en zonder dat ik nou heavy metal speelde of zo). De vierde moet nog ergens zijn. God mag weten waar. 

Over God gesproken. Zo werd in een bepaalde periode wel over Clapton gesproken. ‘Clapton is God’ stond in Londen op allerlei muren. Maar hoewel de man ongelooflijk mooi gitaar speelt, God was en is hij niet. Kan ook niet, want God bestaat niet. Vraag maar aan Arjen Lubach.

Ter zake. Tussen al die buitenmodel cd verpakkingen staat ook ‘The Breeze’ door Eric Clapton and Friends, An appreciation of J. J. Cale.  Cale was een goede vriend van Clapton. Ze hebben ook samen albums uitgebracht, zoals The Road to Escondido. Párachtig. Ik meen daar eerder al eens over geschreven te hebben. Ongeveer een jaar voordat ‘The Breeze’ uitkwam is J.J. aan zijn eind gekomen. Dat was de aanleiding voor ‘an appreciation’. Het album bestaat uit uitvoeringen van nummers van J.J. Cale (op ééntje na, maar daarvan heeft hijzelf ooit een cover opgenomen). Twee nummers heeft hij samen met anderen gepend. De titel van het album slaat op een bekend nummer van Cale: ‘Call me the Breeze’. Daarmee openen Clapton en zijn vrienden het album. Het album sluit met Crying Eyes. Brok in de keel dus.

Ik vind al lang dat de gitaarstijlen van Clapton en Cale heel verschillend zijn. Cale heb ik leren kennen toen ik vaak op bezoek was bij vrienden die zijn (toenmalige) hele oeuvre op een band hadden staan. Die lui hadden zo’n ouderwetse bandrecorder cadeau gekregen van iemand die zo’n ouderwets ding niet meer nodig had (altijd gedoe ook met het inpeuteren van die enorme banden) en daar was die Cale-band dus bij. Die ben ik nooit vergeten, altijd van blijven houden. The Breeze is ook wel een aardige typering van zijn muziek. Clapton speelt – als hij zijn eigen muziek doet -  heel  anders. Hij laat zijn gitaar meer ‘huilen en zingen’. In tegenstelling tot Guitar George in ‘Sultan’s of Swing’ van Mark Knopfler’s Dire Straits. Knopfler is een van de 'friends' op het album , evenals John Mayer en Tom Petty. Die twee kan ik plaatsen als bluesgitaristen. Don White kan ik niet helemaal thuisbrengen. Willie Nelson ken ik wel, maar die vind wat moeilijk als bluesheld te beschouwen. De anderen hebben wel wat met de blues of daaraan sterk verwante muziek.

Nelson is echt country. En daarbinnen ook nog een aparte vogel. Niks grote cowboyhoeden en glimmende gitaren. Heel lang haar, meestal in een lange vlecht. Haarband en een gitaar die bepaald kapot is. Althans er zit een soort slijtgat onder het reguliere ronde gat van zijn semiakoestische gitaar. Trigger heet-ie, die gitaar. Oud man, dat ding. Maar overigens wordt hij heel zorgvuldig onderhouden. Willy’s wat hakkerige spel op die gitaar is meestal uit duizenden te herkennen, net als zijn snijdende stem. Mooi kun je het allemaal misschien niet noemen, maar wel authentiek en – wat mij betreft – aantrekkelijk. Die stem is op The Breeze erg herkenbaar. Zo kwam ik op dit stukje: hé, Willy Nelson op een Clapton-cd voor J.J. Cale! Op de twee nummers die hij zo herkenbaar zingt (Starbound) en meezingt (Songbird) speelt hij ook gitaar, maar dat typische spel, onder meer geïnspireerd door Django Reinhardt, hoor ik een beetje, maar niet echt. Ligt vast aan mij.

---------

De tekening is van Katharina Kouwenhoven.


© 2023 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Clapton met Nelson Henk Klaren
2105VG Clapson
Een aantal van mijn cd’s past niet in mijn reguliere opbergsysteem. Dat gaat dan vooral om bijzondere uitgaven. Dan zit er een boekje bij of een dvd die je toch nooit bekijkt, of een extra klapding vanwege de aantallen mooie foto’s. Noem maar op. De organisatie rond Eric Clapton heeft er ook wel een beetje een handje van. Soms is – of lijkt - het ook wel lollig. Zo heb je het prachtige album 'Back Home', terug naar de blues dus. In de 'de luxe-uitgave' die ik heb zaten vier plectrums, voorzien van een krabbel van de held zelf. Ik heb ze uitgeprobeerd: drie waren binnen een half uur gebroken (en zonder dat ik nou heavy metal speelde of zo). De vierde moet nog ergens zijn. God mag weten waar. 

Over God gesproken. Zo werd in een bepaalde periode wel over Clapton gesproken. ‘Clapton is God’ stond in Londen op allerlei muren. Maar hoewel de man ongelooflijk mooi gitaar speelt, God was en is hij niet. Kan ook niet, want God bestaat niet. Vraag maar aan Arjen Lubach.

Ter zake. Tussen al die buitenmodel cd verpakkingen staat ook ‘The Breeze’ door Eric Clapton and Friends, An appreciation of J. J. Cale.  Cale was een goede vriend van Clapton. Ze hebben ook samen albums uitgebracht, zoals The Road to Escondido. Párachtig. Ik meen daar eerder al eens over geschreven te hebben. Ongeveer een jaar voordat ‘The Breeze’ uitkwam is J.J. aan zijn eind gekomen. Dat was de aanleiding voor ‘an appreciation’. Het album bestaat uit uitvoeringen van nummers van J.J. Cale (op ééntje na, maar daarvan heeft hijzelf ooit een cover opgenomen). Twee nummers heeft hij samen met anderen gepend. De titel van het album slaat op een bekend nummer van Cale: ‘Call me the Breeze’. Daarmee openen Clapton en zijn vrienden het album. Het album sluit met Crying Eyes. Brok in de keel dus.

Ik vind al lang dat de gitaarstijlen van Clapton en Cale heel verschillend zijn. Cale heb ik leren kennen toen ik vaak op bezoek was bij vrienden die zijn (toenmalige) hele oeuvre op een band hadden staan. Die lui hadden zo’n ouderwetse bandrecorder cadeau gekregen van iemand die zo’n ouderwets ding niet meer nodig had (altijd gedoe ook met het inpeuteren van die enorme banden) en daar was die Cale-band dus bij. Die ben ik nooit vergeten, altijd van blijven houden. The Breeze is ook wel een aardige typering van zijn muziek. Clapton speelt – als hij zijn eigen muziek doet -  heel  anders. Hij laat zijn gitaar meer ‘huilen en zingen’. In tegenstelling tot Guitar George in ‘Sultan’s of Swing’ van Mark Knopfler’s Dire Straits. Knopfler is een van de 'friends' op het album , evenals John Mayer en Tom Petty. Die twee kan ik plaatsen als bluesgitaristen. Don White kan ik niet helemaal thuisbrengen. Willie Nelson ken ik wel, maar die vind wat moeilijk als bluesheld te beschouwen. De anderen hebben wel wat met de blues of daaraan sterk verwante muziek.

Nelson is echt country. En daarbinnen ook nog een aparte vogel. Niks grote cowboyhoeden en glimmende gitaren. Heel lang haar, meestal in een lange vlecht. Haarband en een gitaar die bepaald kapot is. Althans er zit een soort slijtgat onder het reguliere ronde gat van zijn semiakoestische gitaar. Trigger heet-ie, die gitaar. Oud man, dat ding. Maar overigens wordt hij heel zorgvuldig onderhouden. Willy’s wat hakkerige spel op die gitaar is meestal uit duizenden te herkennen, net als zijn snijdende stem. Mooi kun je het allemaal misschien niet noemen, maar wel authentiek en – wat mij betreft – aantrekkelijk. Die stem is op The Breeze erg herkenbaar. Zo kwam ik op dit stukje: hé, Willy Nelson op een Clapton-cd voor J.J. Cale! Op de twee nummers die hij zo herkenbaar zingt (Starbound) en meezingt (Songbird) speelt hij ook gitaar, maar dat typische spel, onder meer geïnspireerd door Django Reinhardt, hoor ik een beetje, maar niet echt. Ligt vast aan mij.

---------

De tekening is van Katharina Kouwenhoven.
© 2023 Henk Klaren
powered by CJ2