archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Han Bennink en ICP zijn onverwoestbaar Willem Minderhout

2103VG B&ROnlangs was Han Bennink, de eenentachtigjarige jazzdrummer, even wereldnieuws in Nederland. Hij kreeg de Edison Oeuvreprijs in de categorie Jazz. In de categorie Klassiek won André Rieu. Ze gingen samen op de foto met hun beeldje van Edison. Han kijkt wat beduusd en André toont een brede glimlach. Het is dan ook een paar apart. Ik zal de kwalificatie ‘beunhaas’ die Katharina Kouwenhoven enige tijd geleden in De Leunstoel aan de heer Rieu gaf niet overnemen. Ik gun iedereen zijn plezier en je kunt niet ontkennen dat Rieu talloze mensen weet te vermaken. Dat is ook zijn doel. Of hij daarom ook terecht die prestigieuze oeuvreprijs heeft gekregen - hij is geen Reinbert de Leeuw, zullen we maar zeggen - laat ik aan de kenners van de klassieke muziek over.

Han Bennink is het tegenovergestelde van André Rieu. Niet alleen qua genre, maar ook qua publieksbenadering. Han doet wat hij leuk vindt en als het publiek dat niet trekt, dan hebben ze pech. Tijdens een concert in de Amsterdamse Roode Bioscoop in mei van dit jaar vertelde hij dat hij er nooit naar had gestreefd om populair te worden en dat hij daar grandioos in was geslaagd. Die Edison relativeert die impopulariteit wel enigszins: Han heeft in de zestig jaar dat hij als muzikant actief is wereldwijd een grote schare trouwe fans opgebouwd. Goed dat hij daar erkenning voor krijgt.   

De rode draad in zijn bestaan als musicus is de in 1967 door de rietblazer Willem Breuker, de pianist Misha Mengelberg en hem opgerichte Instant Composers Pool. Breuker ging al snel zijn eigen weg, maar Han en Misha bleven, tot Misha’s dood in 2017, de drijvende krachten achter de ICP. ICP bestond aanvankelijk uit een groot gezelschap musici uit alle windstreken dat in wisselende samenstellingen optrad en platen maakte. Sinds de millenniumwisseling was de samenstelling van het ICP Orkest echter zeer stabiel: Misha Mengelberg, Thomas Heberer, Wolter Wierbos, Tobias Delius, Ab Baars, Michael Moore, Mary Oliver, Tristan Honsinger, Ernst Glerum en Han Bennink. Allemaal topmuzikanten die naast ICP nog op tal van andere fronten actief zijn.  

De band was zo stevig dat de dood van componist en arrangeur Mengelberg niet het einde van de ICP betekende. Misha is natuurlijk onvervangbaar, maar Guus Janssen nam de plaats achter de piano op zijn eigen wijze over en dat werkt prima. Het repertoire bleef ongeveer hetzelfde (maar altijd anders): composities van Misha aangevuld met Monk, Ellington, Nichols, composities van bandleden als Baars, Moore, Honsinger, Delius en Janssen en verwante geesten als Sean Bergin. En improvisaties. Veel improvisaties.

De tand des tijds blijft echter knagen. Twee jaar geleden werd trombonist Wolter Wierbos getroffen door een hersenbloeding en vorige maand overleed cellist Tristan Honsinger. Ook twee onvergetelijke en onvervangbare artiesten. Bovendien is het steeds moeilijker om in Nederland op te treden. Er zijn door het gure cultuurbeleid in Nederland steeds minder jazzpodia en die podia hebben steeds minder geld.

Toch gaat de ICP door. Toen vorig jaar Hans tachtigste verjaardag gevierd werd bleek er nog steeds een grote ‘pool’ rond ICP te bestaan waaruit geput kan worden. Helaas worden die optredens zoals gezegd steeds schaarser.

Dit weekeinde waren er echter zowaar drie optredens achter elkaar. In Haarlem, Bergen en Amsterdam. Mijn ambitie om ze alle drie te bezoeken werd gedwarsboomd door een flinke griep, maar ik heb me toch naar Haarlem gesleept. In Haarlem worstelt De Pletterij, één van die overgebleven podia, moedig voort. Vorige maand had ik Han er op zien treden met de basklarinettist Joris Roelofs. Joris, die ook af en toe bij ICP invalt, was deze keer niet van de partij. Op Tristan en Wolter na was ICP compleet. Tobias Delius was uit Berlijn overgekomen en zelfs trompettist Thomas Heberer, die in New York woont, was aanwezig. Niet dat daar geld voor was, hoorde ik van de bandmanager Susanna von Canon, maar Thomas combineert het met een bezoek aan zijn moeder in Duitsland en draagt dus zelf de kosten. Trombonist Joost Buis completeerde de kopersectie. Sinds Wolter is uitgevallen heeft hij zich tot een vaste kracht ontwikkeld. Alleen voor Tristan was geen vervanger, dus de cello ontbrak.

Het was weer een concert dat mij kippevel bezorgde. Michael Moore had uit de nalatenschap van Misha een onbekende compositie, ‘Bonen’, opgeduikeld en uit de nalatenschap van Tristan het nummer ‘Family’, die dus beiden hun wereldpremière beleefden.

Han zat zichtbaar te genieten achter zijn drumstel. Ik weet zeker: zolang Han doorspeelt blijft de ICP bestaan en Han drumt gewoon door totdat hij honderd is. Maar dan moet er wel gelegenheid zijn om op te treden! En een beetje geld om dat mogelijk te maken.

© 2023 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Han Bennink en ICP zijn onverwoestbaar Willem Minderhout
2103VG B&ROnlangs was Han Bennink, de eenentachtigjarige jazzdrummer, even wereldnieuws in Nederland. Hij kreeg de Edison Oeuvreprijs in de categorie Jazz. In de categorie Klassiek won André Rieu. Ze gingen samen op de foto met hun beeldje van Edison. Han kijkt wat beduusd en André toont een brede glimlach. Het is dan ook een paar apart. Ik zal de kwalificatie ‘beunhaas’ die Katharina Kouwenhoven enige tijd geleden in De Leunstoel aan de heer Rieu gaf niet overnemen. Ik gun iedereen zijn plezier en je kunt niet ontkennen dat Rieu talloze mensen weet te vermaken. Dat is ook zijn doel. Of hij daarom ook terecht die prestigieuze oeuvreprijs heeft gekregen - hij is geen Reinbert de Leeuw, zullen we maar zeggen - laat ik aan de kenners van de klassieke muziek over.

Han Bennink is het tegenovergestelde van André Rieu. Niet alleen qua genre, maar ook qua publieksbenadering. Han doet wat hij leuk vindt en als het publiek dat niet trekt, dan hebben ze pech. Tijdens een concert in de Amsterdamse Roode Bioscoop in mei van dit jaar vertelde hij dat hij er nooit naar had gestreefd om populair te worden en dat hij daar grandioos in was geslaagd. Die Edison relativeert die impopulariteit wel enigszins: Han heeft in de zestig jaar dat hij als muzikant actief is wereldwijd een grote schare trouwe fans opgebouwd. Goed dat hij daar erkenning voor krijgt.   

De rode draad in zijn bestaan als musicus is de in 1967 door de rietblazer Willem Breuker, de pianist Misha Mengelberg en hem opgerichte Instant Composers Pool. Breuker ging al snel zijn eigen weg, maar Han en Misha bleven, tot Misha’s dood in 2017, de drijvende krachten achter de ICP. ICP bestond aanvankelijk uit een groot gezelschap musici uit alle windstreken dat in wisselende samenstellingen optrad en platen maakte. Sinds de millenniumwisseling was de samenstelling van het ICP Orkest echter zeer stabiel: Misha Mengelberg, Thomas Heberer, Wolter Wierbos, Tobias Delius, Ab Baars, Michael Moore, Mary Oliver, Tristan Honsinger, Ernst Glerum en Han Bennink. Allemaal topmuzikanten die naast ICP nog op tal van andere fronten actief zijn.  

De band was zo stevig dat de dood van componist en arrangeur Mengelberg niet het einde van de ICP betekende. Misha is natuurlijk onvervangbaar, maar Guus Janssen nam de plaats achter de piano op zijn eigen wijze over en dat werkt prima. Het repertoire bleef ongeveer hetzelfde (maar altijd anders): composities van Misha aangevuld met Monk, Ellington, Nichols, composities van bandleden als Baars, Moore, Honsinger, Delius en Janssen en verwante geesten als Sean Bergin. En improvisaties. Veel improvisaties.

De tand des tijds blijft echter knagen. Twee jaar geleden werd trombonist Wolter Wierbos getroffen door een hersenbloeding en vorige maand overleed cellist Tristan Honsinger. Ook twee onvergetelijke en onvervangbare artiesten. Bovendien is het steeds moeilijker om in Nederland op te treden. Er zijn door het gure cultuurbeleid in Nederland steeds minder jazzpodia en die podia hebben steeds minder geld.

Toch gaat de ICP door. Toen vorig jaar Hans tachtigste verjaardag gevierd werd bleek er nog steeds een grote ‘pool’ rond ICP te bestaan waaruit geput kan worden. Helaas worden die optredens zoals gezegd steeds schaarser.

Dit weekeinde waren er echter zowaar drie optredens achter elkaar. In Haarlem, Bergen en Amsterdam. Mijn ambitie om ze alle drie te bezoeken werd gedwarsboomd door een flinke griep, maar ik heb me toch naar Haarlem gesleept. In Haarlem worstelt De Pletterij, één van die overgebleven podia, moedig voort. Vorige maand had ik Han er op zien treden met de basklarinettist Joris Roelofs. Joris, die ook af en toe bij ICP invalt, was deze keer niet van de partij. Op Tristan en Wolter na was ICP compleet. Tobias Delius was uit Berlijn overgekomen en zelfs trompettist Thomas Heberer, die in New York woont, was aanwezig. Niet dat daar geld voor was, hoorde ik van de bandmanager Susanna von Canon, maar Thomas combineert het met een bezoek aan zijn moeder in Duitsland en draagt dus zelf de kosten. Trombonist Joost Buis completeerde de kopersectie. Sinds Wolter is uitgevallen heeft hij zich tot een vaste kracht ontwikkeld. Alleen voor Tristan was geen vervanger, dus de cello ontbrak.

Het was weer een concert dat mij kippevel bezorgde. Michael Moore had uit de nalatenschap van Misha een onbekende compositie, ‘Bonen’, opgeduikeld en uit de nalatenschap van Tristan het nummer ‘Family’, die dus beiden hun wereldpremière beleefden.

Han zat zichtbaar te genieten achter zijn drumstel. Ik weet zeker: zolang Han doorspeelt blijft de ICP bestaan en Han drumt gewoon door totdat hij honderd is. Maar dan moet er wel gelegenheid zijn om op te treden! En een beetje geld om dat mogelijk te maken.
© 2023 Willem Minderhout
powered by CJ2