archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 5
29 november 2007
Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Zeulen met een lijk Theo Capel

0504VG Misdaad
Lieneke Dijkzeul is naast of misschien in plaats van kinderboeken, sinds kort misdaadromans gaan schrijven. Dat doet ze onder dezelfde naam, namelijk haar eigen naam, terwijl het nogal doorzichtige pseudoniem Dieneke Lijkzeul voor de hand had gelegen. Zo had ze zichzelf in twee personages kunnen splitsen om hopelijk alle narigheid te beperken tot de misdaadboeken.
Koude Lente (Anthos, € 19,95) is haar tweede roman met politieman Vegter, in een niet nader aangeduide Nederlandse stad met een treurige uitstraling. Dijkzeul dan wel Lijkzeul heeft zich blijkbaar voorgenomen om het vat vol narigheid dat het leven te bieden kan hebben, volledig over ons heen te kieperen.

Een meisje van zes dat het net voor haar verjaardag gekregen fietsje aan het uitproberen was, wordt dood in een nabijgelegen park gevonden. Ze is gewurgd, maar niet seksueel gemolesteerd. Aan Vegter en zijn mensen is het om de zaak tot klaarheid te brengen.
Tegelijkertijd krijgt de lezer het trieste levensverhaal te horen van een vereenzaamde puber die in dezelfde buurt woont. Hij heeft duidelijk met de moord te maken, maar tot het eind blijft onduidelijk of hij de dader is. De aandacht van de auteur richt zich meer op het nare, diefachtige clubje leeftijdsgenoten bij wie hij zich wil inlikken en bij wie hij min of meer wil onderduiken. Mij echt inleven in zijn gesteldheid vond ik moeilijk en het viel ook niet mee te geloven in het gedrag van het vermoorde meisje, dat zes jaar was maar meer aan een kleutertje deed denken.

En dan zijn er het persoonlijke leven en het zieleleven van Vegter en de anderen. Zet je maar schrap. De mens is niet voor het geluk geboren. Als een kat je aardig vindt, ben je al spekkoper. Ziekte, dood, verdriet en neerslachtigheid loeren voortdurend naar beduusde slachtoffers. De in Hollandse miezerigheid veranderde Zweedse mistroostigheid uit de boeken over commissaris Wallander en anderen die in het debuut van Dijkzeul al zo aanwezig was, ligt ook nu weer als een klamme laag over alles heen. De sensitieve lezer(es) mag het allemaal als een aanprijzing lezen.

René Appel heeft zijn handelsmerk gemaakt van zogenaamd gewone mensen die gekweld door de omstandigheden behoorlijk ongewoon kunnen doen. In Schone handen (Anthos, € 19,95) blijft het gewone overheersen. Je moet wel bedenken dat het verhaal gaat over een crimineel en zijn gezin. Hij is een kleine krabbelaar die langzaam maar zeker aan het doorgroeien is in de drugshandel. Zij is een voormalige kapster die al vanaf haar tienertijd met hem gaat. Samen hebben ze twee kinderen in de leeftijd van de basisschool. Ze wonen nu in het protserige Amsterdam-Zuid en dat is een brug te ver. De vrouw verlangt naar een huisje-boompje-beestje bestaan tussen oude vrienden. De man droomt echter van rijkdom en van hoeren en snoeren. Zo heeft hij een vaste vriendin van wie zijn vrouw (nog) niets weet. Dat kan niet goed gaan.

Zeulen met een lijk komt pas helemaal aan het eind van het verhaal aan bod. Tot dat moment is het veel huiselijk leed, waarover je ook in het tijdschrift ‘Mijn Geheim’ keer op keer kunt lezen. De man is een schoft of erger en de vrouw een tut of erger. Dat voorkomt min of meer sympathie van de lezer. Heeft Appel zich vertild aan een damesroman of aan een misdaadroman of moet je zeggen dat hij een raak beeld schetst van volksmensen die hardhandig merken dat je niet zo maar je afkomst kan ontkennen? Moet je, als je kunt kiezen, Almere prefereren boven Amsterdam Oud-Zuid? Om te beginnen moet je nooit met een proleet trouwen. Die boodschap weet Appel in ieder geval luid en duidelijk te verkopen. De sensitieve lezer(es) zal mee moeten huilen met de ex-kapster. Gelukkig lijkt haar herintrede in het beroep te slagen.

Om alle narigheid een beetje van me af te schudden las ik een oudje van Gavin Lyall (1933-2003) die in de jaren zestig een sympathiek soort actiethrillers schreef en begin jaren tachtig een herstart maakte met spionageromans. Een vreemd soort wapenbroeder (The conduct of Major Maxim; in 1982 verschenen bij Sijthoff) handelt over een operatie van de Engelse Geheime Dienst om compromitterend materiaal over een opkomende Oost-Duitse politicus te verwerven. De DDR bestond nog en de communisten waren lui die je in de gaten moest houden. Vooral het gesteggel van de ambtenaren onder elkaar weet Lyall fraai te beschrijven, maar ook de actiescènes aan het eind met veel schieten en het enteren van een schip mogen er zijn. Wel heeft majoor Harry Maxim zijn vrouw verloren wat soms een domper op zijn stemming zet. Een opgewekte sfeer kan ook eigenlijk niet in een thriller of misdaadboek, maar er is verschil tussen leven van moeilijkheden en leven met moeilijkheden. Bij ons weegt dat laatste wel erg zwaar in de voorkeur van auteurs.
 
****************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Zeulen met een lijk Theo Capel
0504VG Misdaad
Lieneke Dijkzeul is naast of misschien in plaats van kinderboeken, sinds kort misdaadromans gaan schrijven. Dat doet ze onder dezelfde naam, namelijk haar eigen naam, terwijl het nogal doorzichtige pseudoniem Dieneke Lijkzeul voor de hand had gelegen. Zo had ze zichzelf in twee personages kunnen splitsen om hopelijk alle narigheid te beperken tot de misdaadboeken.
Koude Lente (Anthos, € 19,95) is haar tweede roman met politieman Vegter, in een niet nader aangeduide Nederlandse stad met een treurige uitstraling. Dijkzeul dan wel Lijkzeul heeft zich blijkbaar voorgenomen om het vat vol narigheid dat het leven te bieden kan hebben, volledig over ons heen te kieperen.

Een meisje van zes dat het net voor haar verjaardag gekregen fietsje aan het uitproberen was, wordt dood in een nabijgelegen park gevonden. Ze is gewurgd, maar niet seksueel gemolesteerd. Aan Vegter en zijn mensen is het om de zaak tot klaarheid te brengen.
Tegelijkertijd krijgt de lezer het trieste levensverhaal te horen van een vereenzaamde puber die in dezelfde buurt woont. Hij heeft duidelijk met de moord te maken, maar tot het eind blijft onduidelijk of hij de dader is. De aandacht van de auteur richt zich meer op het nare, diefachtige clubje leeftijdsgenoten bij wie hij zich wil inlikken en bij wie hij min of meer wil onderduiken. Mij echt inleven in zijn gesteldheid vond ik moeilijk en het viel ook niet mee te geloven in het gedrag van het vermoorde meisje, dat zes jaar was maar meer aan een kleutertje deed denken.

En dan zijn er het persoonlijke leven en het zieleleven van Vegter en de anderen. Zet je maar schrap. De mens is niet voor het geluk geboren. Als een kat je aardig vindt, ben je al spekkoper. Ziekte, dood, verdriet en neerslachtigheid loeren voortdurend naar beduusde slachtoffers. De in Hollandse miezerigheid veranderde Zweedse mistroostigheid uit de boeken over commissaris Wallander en anderen die in het debuut van Dijkzeul al zo aanwezig was, ligt ook nu weer als een klamme laag over alles heen. De sensitieve lezer(es) mag het allemaal als een aanprijzing lezen.

René Appel heeft zijn handelsmerk gemaakt van zogenaamd gewone mensen die gekweld door de omstandigheden behoorlijk ongewoon kunnen doen. In Schone handen (Anthos, € 19,95) blijft het gewone overheersen. Je moet wel bedenken dat het verhaal gaat over een crimineel en zijn gezin. Hij is een kleine krabbelaar die langzaam maar zeker aan het doorgroeien is in de drugshandel. Zij is een voormalige kapster die al vanaf haar tienertijd met hem gaat. Samen hebben ze twee kinderen in de leeftijd van de basisschool. Ze wonen nu in het protserige Amsterdam-Zuid en dat is een brug te ver. De vrouw verlangt naar een huisje-boompje-beestje bestaan tussen oude vrienden. De man droomt echter van rijkdom en van hoeren en snoeren. Zo heeft hij een vaste vriendin van wie zijn vrouw (nog) niets weet. Dat kan niet goed gaan.

Zeulen met een lijk komt pas helemaal aan het eind van het verhaal aan bod. Tot dat moment is het veel huiselijk leed, waarover je ook in het tijdschrift ‘Mijn Geheim’ keer op keer kunt lezen. De man is een schoft of erger en de vrouw een tut of erger. Dat voorkomt min of meer sympathie van de lezer. Heeft Appel zich vertild aan een damesroman of aan een misdaadroman of moet je zeggen dat hij een raak beeld schetst van volksmensen die hardhandig merken dat je niet zo maar je afkomst kan ontkennen? Moet je, als je kunt kiezen, Almere prefereren boven Amsterdam Oud-Zuid? Om te beginnen moet je nooit met een proleet trouwen. Die boodschap weet Appel in ieder geval luid en duidelijk te verkopen. De sensitieve lezer(es) zal mee moeten huilen met de ex-kapster. Gelukkig lijkt haar herintrede in het beroep te slagen.

Om alle narigheid een beetje van me af te schudden las ik een oudje van Gavin Lyall (1933-2003) die in de jaren zestig een sympathiek soort actiethrillers schreef en begin jaren tachtig een herstart maakte met spionageromans. Een vreemd soort wapenbroeder (The conduct of Major Maxim; in 1982 verschenen bij Sijthoff) handelt over een operatie van de Engelse Geheime Dienst om compromitterend materiaal over een opkomende Oost-Duitse politicus te verwerven. De DDR bestond nog en de communisten waren lui die je in de gaten moest houden. Vooral het gesteggel van de ambtenaren onder elkaar weet Lyall fraai te beschrijven, maar ook de actiescènes aan het eind met veel schieten en het enteren van een schip mogen er zijn. Wel heeft majoor Harry Maxim zijn vrouw verloren wat soms een domper op zijn stemming zet. Een opgewekte sfeer kan ook eigenlijk niet in een thriller of misdaadboek, maar er is verschil tussen leven van moeilijkheden en leven met moeilijkheden. Bij ons weegt dat laatste wel erg zwaar in de voorkeur van auteurs.
 
****************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2