archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 3
Jaargang 5
15 november 2007
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Zwak, misselijk en ziek? (2) Peter Schröder

0503BS Zwak 2.1.
Het Ziekenhuis: Het wordt ernst!
Geen vage klachten meer (zie vorige aflevering) als je een been hebt gebroken, je blinde darm ontstoken is, je aangetast bent door de gevreesde kanker of getroffen bent door een hartinfarct. Dan is er een zwaardere remedie op zijn plaats dan de kuur. Aan de orde zijn geen diffuse maar uiterst gefocusseerde symptomen: stekende pijn, ademnood, verlies van bewustzijn etc. ad nauseam. Weg dus uit de interrelationele context van de psychosociale problematiek, uit de multilaterale interactie van individu en maatschappij naar de harde tastbare wereld van de lichamelijke ziekten en trauma’s. Weg van de kwijnende geest behandeld met menselijke gesprekken en emotionele opdrachten in huis/slaapkamer en kuuroord naar de zieke of beschadigde patiënt onder het serieuze medische regime van het ziekenhuis (kliniek, hospitaal, Medisch Centrum).

Sterfhuisconstructie
In de geschiedenis van Europa is ziekenhuis lange tijd synoniem geweest met sterfhuis. Heel lang was het zo dat zieke mensen met een gerust hart naar het ziekenhuis konden worden gebracht omdat er geen redden meer aan was. Pas met de opkomst van het chirurgisch vakmanschap (herstellen van breuk, wegsnijden van bedorven vlees) en de komst van antibiotica (bestrijden van infecties) konden mensen vaker het ziekenhuis in een betere gezondheidstoestand verlaten dan waarin ze waren binnengekomen. Vandaag de dag willen ziekenhuizen, resp. wijzelf niet meer weten dat we het ziekenhuis vaak in levenloze toestand weer verlaten: naar binnen kom je dan ambulant door een Hoofdingang of per ambulance bij de Spoedeisende hulp, de begrafenisauto’s voeren je stoffelijke resten af vanuit een verstopte achteruitgang. Als ziekenhuisverblijf de trekken krijgt van een draaideurverloop is de laatste gang meestal die uit de achterdeur.

Nieuwsberichten uit andere werelden
De overeenkomsten en de verschillen van toen (soberder tijden van ongeveer 100 en 50 jaar geleden) en later: na een periode van klagen die voor de (sociale) omgeving al gauw een zware belasting betekende kan de patiënt tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis eindelijk de tijdelijke buitenwereld van intimi, vrienden en kennissen nieuwe berichten brengen. En toen hij nog nauwelijks ‘naar buiten’ kon telefoneren en zeker geen SMS’jes of MMS’jes (kijk m ff!) kon versturen schreef hij prentbriefkaarten naar het thuisfront. Vandaag is elk ziekenhuis voorzien van leuke winkeltjes waarin de met kleurendrukwerk gevulde kiosk niet ontbreekt. Daarin is een onwaarschijnlijke hoeveelheid nietszeggende kleurenkaarten te vinden van beertjes, poesjes, veulens, vogels, karikaturen van mensen en andere opwekkende diersoorten, voorzien van spreuken (oneindige variaties op het thema beterschap) die getuigen van een positieve levensinstelling.

Standaarden
Leuke kaarten met een, laten we zeggen: voorgeprogrammeerde boodschap. De informatieve en communicatieve waarde van het gehanteerde format is sober, om niet te zeggen nihil. In genoemde soberder tijden van 100 en 50 jaar gelden werden er prentbriefkaarten verstuurd met een veel rijkere inhoud. Daarin was de monochrome ziekenhuisomgeving waarin de afzender verkeerde natuurgetrouw (in zwart/wit) in beeld gebracht zodat de vrienden, familie en kennissen ook buiten de bezoekuren natuurgetrouw konden meevoelen met de belevenissen van hun dierbaren. Laten we beginnen bij de Ontvangst in de Hoofdingang van het Rode Kruis Ziekenhuis Den Haag: Trappenhuis met receptioniste. Het staat op kaart 1a. Het is eind jaren 50, de entreehal ziet er spiksplinternieuw uit met een mooi intarsiawerkje in het linoleum van de vloer en zuilen bekleed met mozaïektegeltjes. De vriendelijke receptioniste is aan het telefoneren, maar voor de foto toch even gaan staan. Ze straalt ernst, en toch ook menselijkheid uit. De kaart werd niet verstuurd, maar kwam terecht in iemands verzameling met de aantekening: v. Moeder, 12-7-59.

Zo0503BS Zwak 2.2. zijn onze manieren
Waaraan wordt het leeuwendeel van de ziekenhuistijd besteed? Aan het verblijven op zaal (of 1-persoonskamer). Dus gaan we als Lenie Stuurman naar binnen, verkleden ons, ook op klaarlichte dag, in het kostuum van (nieuwe!) pyjama en/of kamerjas (echte kleren in zo’n blikken kastje) en zijn dan, in bed of voortschuifelend op pantoffels, op zaal een geüniformeerd lid van de ziekenhuisgemeenschap geworden. Op kaart 1b liggen we met z’n zessen in de Dameskamer van het Diaconessenhuis te Leiden. Het is nog steeds eind jaren ‘50, het vertrek is ruim en licht en we tellen meer dan 12 boeketten fleurige bloemen. Zeg maar meer dan 2 boeketten per persoon. Er is één zuster, bezig met een verpleegkundige activiteit. (Nee gekkie, die koortsgrafieken aan het voeteneind zie je alleen maar in de Donald Duck.) De kaart werd 09-VIII.1960 verstuurd door Aagje, kamer 18, D3, aan Mevr. en Mijnheer Nijdam in Alphen a/den Rijn.
Vandaag de dag had het maken van zo’n foto (en zeker het publiceren ervan als prentbriefkaart) geleid tot de nodige complicaties (niet medisch, maar juridisch). De privacy en het portretrecht van de aanwezigen en wellicht ook het medisch beroepsgeheim zouden in het geding zijn. (Schriftelijke toestemming van de patiënten, royalties voor de afgebeelden etc. ad nauseam). Een van de redenen dat de kiosk deze kaarten niet meer verhandelt.

Een grotere gemeenschap
Terug in de tijd van de jaren 20, kaart 2a waarop de damesbevolking in Interieur Vrouwenzaal 45 van het Diaconessenhuis Rotterdam. Een langgerekte zaal waarin naar schatting 25 éénpersoonsbedden van het type hemelbed zijn opgesteld. Daarin evenzovele damespatiënten, maar die zijn achter de gestreepte voiles bijna niet zichtbaar. Vóór de bedden steeds een stoel, van het Weense café type met rieten matje en verder niet al die boeketten, maar enkele duurzame palmen. En ja, op de voeteneindgordijnen van de bedden borden voor de status van de inliggende. Tenminste 2 zusters en op de muur opmonterende spreuken. Leesbaar is de tekst: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en ik zal u rust geven. Dubbelzinnig. De kaart werd in 1926 vestuurd aan Annie en Broer, p/a A. Smit in Lekkerkerk door Afz. Gerritje.

De kernactiviteit
Van bedrust alleen is nog nooit een ziekenhuispatiënt beter geworden, om beter te worden zijn meer ingrijpende maatregelen vereist. De operatiekamer (door insiders OK genoemd, niet te verwarren met Okay) is de plek waar de knapste dokters trefzeker ter zake komen. De OK is dan ook Het Heiligste der Heiligen van het Ziekenhuis. Op kaart 2b is te zien hoe eind jaren 10 de Salle d’Operation eruit zag in Fontseranes (F.). Het ziet er vertrouwenwekkend solide uit, veel massief gietijzer waarop onder meer een gerieflijke ligplaats en een uitgebreide glaswinkel. Er is een soort mini toiletinrichting te zien, naar ik me heb laten vertellen een voorloper van de slobhopper, gebruikt voor het door de afvoer spoelen van overbodig geworden lichaamsmateriaal (zo heet dat in de protocollen). De stereotype hanglamp is niet te zien, misschien werd het chirurgisch werk verzet onder daglicht. Het ziet er rustig uit, maar het predicaat geruststellend zou toch te ver gaan.

Volgende keer zetten we de operatie voort in aflevering 3 van Zwak, misselijk en ziek?
 
Kaarten uit ‘De Peter Schröder Collectie’, copyright 2007 Peter Schröder
 
*************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, J.J.Waasdorp-Mulders,
Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo van Praag, J.Bakker, J.W.Meijer,
Evelien Polter, Mabel Amber, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.


© 2007 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Zwak, misselijk en ziek? (2) Peter Schröder
0503BS Zwak 2.1.
Het Ziekenhuis: Het wordt ernst!
Geen vage klachten meer (zie vorige aflevering) als je een been hebt gebroken, je blinde darm ontstoken is, je aangetast bent door de gevreesde kanker of getroffen bent door een hartinfarct. Dan is er een zwaardere remedie op zijn plaats dan de kuur. Aan de orde zijn geen diffuse maar uiterst gefocusseerde symptomen: stekende pijn, ademnood, verlies van bewustzijn etc. ad nauseam. Weg dus uit de interrelationele context van de psychosociale problematiek, uit de multilaterale interactie van individu en maatschappij naar de harde tastbare wereld van de lichamelijke ziekten en trauma’s. Weg van de kwijnende geest behandeld met menselijke gesprekken en emotionele opdrachten in huis/slaapkamer en kuuroord naar de zieke of beschadigde patiënt onder het serieuze medische regime van het ziekenhuis (kliniek, hospitaal, Medisch Centrum).

Sterfhuisconstructie
In de geschiedenis van Europa is ziekenhuis lange tijd synoniem geweest met sterfhuis. Heel lang was het zo dat zieke mensen met een gerust hart naar het ziekenhuis konden worden gebracht omdat er geen redden meer aan was. Pas met de opkomst van het chirurgisch vakmanschap (herstellen van breuk, wegsnijden van bedorven vlees) en de komst van antibiotica (bestrijden van infecties) konden mensen vaker het ziekenhuis in een betere gezondheidstoestand verlaten dan waarin ze waren binnengekomen. Vandaag de dag willen ziekenhuizen, resp. wijzelf niet meer weten dat we het ziekenhuis vaak in levenloze toestand weer verlaten: naar binnen kom je dan ambulant door een Hoofdingang of per ambulance bij de Spoedeisende hulp, de begrafenisauto’s voeren je stoffelijke resten af vanuit een verstopte achteruitgang. Als ziekenhuisverblijf de trekken krijgt van een draaideurverloop is de laatste gang meestal die uit de achterdeur.

Nieuwsberichten uit andere werelden
De overeenkomsten en de verschillen van toen (soberder tijden van ongeveer 100 en 50 jaar geleden) en later: na een periode van klagen die voor de (sociale) omgeving al gauw een zware belasting betekende kan de patiënt tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis eindelijk de tijdelijke buitenwereld van intimi, vrienden en kennissen nieuwe berichten brengen. En toen hij nog nauwelijks ‘naar buiten’ kon telefoneren en zeker geen SMS’jes of MMS’jes (kijk m ff!) kon versturen schreef hij prentbriefkaarten naar het thuisfront. Vandaag is elk ziekenhuis voorzien van leuke winkeltjes waarin de met kleurendrukwerk gevulde kiosk niet ontbreekt. Daarin is een onwaarschijnlijke hoeveelheid nietszeggende kleurenkaarten te vinden van beertjes, poesjes, veulens, vogels, karikaturen van mensen en andere opwekkende diersoorten, voorzien van spreuken (oneindige variaties op het thema beterschap) die getuigen van een positieve levensinstelling.

Standaarden
Leuke kaarten met een, laten we zeggen: voorgeprogrammeerde boodschap. De informatieve en communicatieve waarde van het gehanteerde format is sober, om niet te zeggen nihil. In genoemde soberder tijden van 100 en 50 jaar gelden werden er prentbriefkaarten verstuurd met een veel rijkere inhoud. Daarin was de monochrome ziekenhuisomgeving waarin de afzender verkeerde natuurgetrouw (in zwart/wit) in beeld gebracht zodat de vrienden, familie en kennissen ook buiten de bezoekuren natuurgetrouw konden meevoelen met de belevenissen van hun dierbaren. Laten we beginnen bij de Ontvangst in de Hoofdingang van het Rode Kruis Ziekenhuis Den Haag: Trappenhuis met receptioniste. Het staat op kaart 1a. Het is eind jaren 50, de entreehal ziet er spiksplinternieuw uit met een mooi intarsiawerkje in het linoleum van de vloer en zuilen bekleed met mozaïektegeltjes. De vriendelijke receptioniste is aan het telefoneren, maar voor de foto toch even gaan staan. Ze straalt ernst, en toch ook menselijkheid uit. De kaart werd niet verstuurd, maar kwam terecht in iemands verzameling met de aantekening: v. Moeder, 12-7-59.

Zo0503BS Zwak 2.2. zijn onze manieren
Waaraan wordt het leeuwendeel van de ziekenhuistijd besteed? Aan het verblijven op zaal (of 1-persoonskamer). Dus gaan we als Lenie Stuurman naar binnen, verkleden ons, ook op klaarlichte dag, in het kostuum van (nieuwe!) pyjama en/of kamerjas (echte kleren in zo’n blikken kastje) en zijn dan, in bed of voortschuifelend op pantoffels, op zaal een geüniformeerd lid van de ziekenhuisgemeenschap geworden. Op kaart 1b liggen we met z’n zessen in de Dameskamer van het Diaconessenhuis te Leiden. Het is nog steeds eind jaren ‘50, het vertrek is ruim en licht en we tellen meer dan 12 boeketten fleurige bloemen. Zeg maar meer dan 2 boeketten per persoon. Er is één zuster, bezig met een verpleegkundige activiteit. (Nee gekkie, die koortsgrafieken aan het voeteneind zie je alleen maar in de Donald Duck.) De kaart werd 09-VIII.1960 verstuurd door Aagje, kamer 18, D3, aan Mevr. en Mijnheer Nijdam in Alphen a/den Rijn.
Vandaag de dag had het maken van zo’n foto (en zeker het publiceren ervan als prentbriefkaart) geleid tot de nodige complicaties (niet medisch, maar juridisch). De privacy en het portretrecht van de aanwezigen en wellicht ook het medisch beroepsgeheim zouden in het geding zijn. (Schriftelijke toestemming van de patiënten, royalties voor de afgebeelden etc. ad nauseam). Een van de redenen dat de kiosk deze kaarten niet meer verhandelt.

Een grotere gemeenschap
Terug in de tijd van de jaren 20, kaart 2a waarop de damesbevolking in Interieur Vrouwenzaal 45 van het Diaconessenhuis Rotterdam. Een langgerekte zaal waarin naar schatting 25 éénpersoonsbedden van het type hemelbed zijn opgesteld. Daarin evenzovele damespatiënten, maar die zijn achter de gestreepte voiles bijna niet zichtbaar. Vóór de bedden steeds een stoel, van het Weense café type met rieten matje en verder niet al die boeketten, maar enkele duurzame palmen. En ja, op de voeteneindgordijnen van de bedden borden voor de status van de inliggende. Tenminste 2 zusters en op de muur opmonterende spreuken. Leesbaar is de tekst: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en ik zal u rust geven. Dubbelzinnig. De kaart werd in 1926 vestuurd aan Annie en Broer, p/a A. Smit in Lekkerkerk door Afz. Gerritje.

De kernactiviteit
Van bedrust alleen is nog nooit een ziekenhuispatiënt beter geworden, om beter te worden zijn meer ingrijpende maatregelen vereist. De operatiekamer (door insiders OK genoemd, niet te verwarren met Okay) is de plek waar de knapste dokters trefzeker ter zake komen. De OK is dan ook Het Heiligste der Heiligen van het Ziekenhuis. Op kaart 2b is te zien hoe eind jaren 10 de Salle d’Operation eruit zag in Fontseranes (F.). Het ziet er vertrouwenwekkend solide uit, veel massief gietijzer waarop onder meer een gerieflijke ligplaats en een uitgebreide glaswinkel. Er is een soort mini toiletinrichting te zien, naar ik me heb laten vertellen een voorloper van de slobhopper, gebruikt voor het door de afvoer spoelen van overbodig geworden lichaamsmateriaal (zo heet dat in de protocollen). De stereotype hanglamp is niet te zien, misschien werd het chirurgisch werk verzet onder daglicht. Het ziet er rustig uit, maar het predicaat geruststellend zou toch te ver gaan.

Volgende keer zetten we de operatie voort in aflevering 3 van Zwak, misselijk en ziek?
 
Kaarten uit ‘De Peter Schröder Collectie’, copyright 2007 Peter Schröder
 
*************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, J.J.Waasdorp-Mulders,
Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo van Praag, J.Bakker, J.W.Meijer,
Evelien Polter, Mabel Amber, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.
© 2007 Peter Schröder
powered by CJ2