archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 4
23 augustus 2007
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Het hield op met zachtjes regenen Theo Capel

0418BZ Tuin
Klagen over het weer zit de landman in het bloed. Is het niet te droog, dan is het weer gauw te nat. Maar aan het begin van deze zomer hadden de klagers over nattigheid het gelijk aan hun kant. Ik stond meer op mijn schoffel geleund onder de luifel van mijn huisje naar de wolken te kijken en naar de neerslag dan naar het gewas. Het viel me wel op dat het groeizaam weer was. Of ik al het onkruid weg geschoffeld krijg, is de vraag. Behalve dan als ik mijn oliegoed zou aantrekken en daarin het rotweer zou trotseren. Maar wij tuinders zijn toch geen zeelieden?

Omdat ik zo toch tijd omhanden had, wandelde ik onder een paraplu naar het Hiltonhotel dat in Amsterdam aan de chique Apollolaan ligt. In mijn hoofd zat al lang het begin van een verhaal waarin een man ’s ochtends uit het raam van zijn hotelkamer kijkt, bijvoorbeeld van het Hiltonhotel. Beneden in het plantsoen ziet hij de narcissen in bloei. Tezamen vormen ze het woord ‘Spring’, een lentegeste van de gemeente aan de veelal buitenlandse hotelgasten. De man vat het anders op, opent zijn raam, klimt over het kozijn en werpt zich te pletter. Veel verder, bijvoorbeeld over de achterliggende redenen, was ik nog niet gekomen. En was ik bovendien niet ingehaald door de werkelijkheid van de popartiest die uit een raam van het hotel was gesprongen? In ieder geval kon het geen kwaad om eens ter plekke een kijkje te nemen.
In een verhaal hoeft niet alles realistisch te zijn, als de lezer maar het gevoel krijgt dat het zou kunnen kloppen. Maar aan de voorkant van het Hiltonhotel is een parkeerplaats, dan komt eerst nog de rijweg en dan pas het plantsoen. Bovendien staan er bomen en vooral forse, hoge Italiaanse populieren, die het uitzicht op het plantsoen belemmeren. En vermoedelijk groeien er in het voorjaar alleen maar honderden krokussen in het plantsoen. Misschien was het beter om het verhaalidee in mijn gedachten te laten composteren of misschien moet ik iemand uit het raam laten gooien. Defenestratie noemen de Vlamingen dat, een mooi woord, maar meer iets voor een historische roman.

Zo wandelde ik wat puzzelend door het brede plantsoen dat in deze on-Amsterdamse allee de rijbanen scheidt. De gemeente had er onder meer grote groepen daglelies (hemerocallis) neergezet. Veel van dezelfde soort staat in een grote ruimte wel fraai, maar het inspireert de volkstuinder niet echt. Die is wel een voorstander van veel, maar dan van veel verschillende planten dwars door elkaar op een kluitje. Zouden daglelies daar ook bij passen? En zou ik ze willen hebben?
Het grote voordeel is dat ze lang in bloei staan, doordat er steeds nieuwe bloemen verschijnen. Het nadeel is het uitbundige groene loof dat erbij hoort en van nature erbij hangt en de aandacht afleidt van de bloemen. Ik denk dat ik nog even wacht voordat ze in mijn tuin mogen.

In de ‘Top 50, Uw favoriete tuinplanten’ komt de daglelie ook niet voor. Het is een speciale uitgave uit 2006 van het tijdschrift ‘Onze Eigen Tuin’ dat aan de lezers vroeg een persoonlijke top5 in te sturen. Op basis daarvan ontstond een top-50. Op nummer 1, 2 en 3 staan achtereenvolgens de roos, de geranium (ooievaarsbek) en de hydrangea (hortensia). Misschien dat over een tijd de hortensia wel nummer 1 komt te staan. Je ziet ze overal en kwekerijen en tuincentra staan ermee vol. Ik vind ze behoorlijk opdringerig met de grote bolvormige bloemschermen, maar die vormen nu juist hun charme.
Een van mijn eigen favorieten miste ik. Waarom houden niet meer mensen van de potentilla? De struikversie bloeit overdadig met kleine bloemen, te kiezen in diverse kleuren. Het nadeel is dat de struikjes er in het najaar en de winter armetierig uitzien met veel dunne, kale takjes. Het lijkt er vaak op dat ze dood zijn, maar gelukkig laat het voorjaar dan zien dat dat onzin is. De lage versie van de soort lijkt op de aardbeiplantplant maar dan met vaak zeer felle, gele of rode bloemen. Hij breidt zich graag uit, net als de aster die nog net op de 50e plaats kwam. ‘Wat zou mijn tuintje zijn zonder Wunder von Stäfa?’ schreef een van de inzenders. Stäfa ligt naar zeggen van de inwoners aan de zonnige kant van het Meer van Zürich. Geen wonder dan dat daar asters willen bloeien. De vraag is meer of de aster in mijn tuin ook voor zon kan zorgen. Voorlopig zie ik het bewolkt in.
 
*********************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Het hield op met zachtjes regenen Theo Capel
0418BZ Tuin
Klagen over het weer zit de landman in het bloed. Is het niet te droog, dan is het weer gauw te nat. Maar aan het begin van deze zomer hadden de klagers over nattigheid het gelijk aan hun kant. Ik stond meer op mijn schoffel geleund onder de luifel van mijn huisje naar de wolken te kijken en naar de neerslag dan naar het gewas. Het viel me wel op dat het groeizaam weer was. Of ik al het onkruid weg geschoffeld krijg, is de vraag. Behalve dan als ik mijn oliegoed zou aantrekken en daarin het rotweer zou trotseren. Maar wij tuinders zijn toch geen zeelieden?

Omdat ik zo toch tijd omhanden had, wandelde ik onder een paraplu naar het Hiltonhotel dat in Amsterdam aan de chique Apollolaan ligt. In mijn hoofd zat al lang het begin van een verhaal waarin een man ’s ochtends uit het raam van zijn hotelkamer kijkt, bijvoorbeeld van het Hiltonhotel. Beneden in het plantsoen ziet hij de narcissen in bloei. Tezamen vormen ze het woord ‘Spring’, een lentegeste van de gemeente aan de veelal buitenlandse hotelgasten. De man vat het anders op, opent zijn raam, klimt over het kozijn en werpt zich te pletter. Veel verder, bijvoorbeeld over de achterliggende redenen, was ik nog niet gekomen. En was ik bovendien niet ingehaald door de werkelijkheid van de popartiest die uit een raam van het hotel was gesprongen? In ieder geval kon het geen kwaad om eens ter plekke een kijkje te nemen.
In een verhaal hoeft niet alles realistisch te zijn, als de lezer maar het gevoel krijgt dat het zou kunnen kloppen. Maar aan de voorkant van het Hiltonhotel is een parkeerplaats, dan komt eerst nog de rijweg en dan pas het plantsoen. Bovendien staan er bomen en vooral forse, hoge Italiaanse populieren, die het uitzicht op het plantsoen belemmeren. En vermoedelijk groeien er in het voorjaar alleen maar honderden krokussen in het plantsoen. Misschien was het beter om het verhaalidee in mijn gedachten te laten composteren of misschien moet ik iemand uit het raam laten gooien. Defenestratie noemen de Vlamingen dat, een mooi woord, maar meer iets voor een historische roman.

Zo wandelde ik wat puzzelend door het brede plantsoen dat in deze on-Amsterdamse allee de rijbanen scheidt. De gemeente had er onder meer grote groepen daglelies (hemerocallis) neergezet. Veel van dezelfde soort staat in een grote ruimte wel fraai, maar het inspireert de volkstuinder niet echt. Die is wel een voorstander van veel, maar dan van veel verschillende planten dwars door elkaar op een kluitje. Zouden daglelies daar ook bij passen? En zou ik ze willen hebben?
Het grote voordeel is dat ze lang in bloei staan, doordat er steeds nieuwe bloemen verschijnen. Het nadeel is het uitbundige groene loof dat erbij hoort en van nature erbij hangt en de aandacht afleidt van de bloemen. Ik denk dat ik nog even wacht voordat ze in mijn tuin mogen.

In de ‘Top 50, Uw favoriete tuinplanten’ komt de daglelie ook niet voor. Het is een speciale uitgave uit 2006 van het tijdschrift ‘Onze Eigen Tuin’ dat aan de lezers vroeg een persoonlijke top5 in te sturen. Op basis daarvan ontstond een top-50. Op nummer 1, 2 en 3 staan achtereenvolgens de roos, de geranium (ooievaarsbek) en de hydrangea (hortensia). Misschien dat over een tijd de hortensia wel nummer 1 komt te staan. Je ziet ze overal en kwekerijen en tuincentra staan ermee vol. Ik vind ze behoorlijk opdringerig met de grote bolvormige bloemschermen, maar die vormen nu juist hun charme.
Een van mijn eigen favorieten miste ik. Waarom houden niet meer mensen van de potentilla? De struikversie bloeit overdadig met kleine bloemen, te kiezen in diverse kleuren. Het nadeel is dat de struikjes er in het najaar en de winter armetierig uitzien met veel dunne, kale takjes. Het lijkt er vaak op dat ze dood zijn, maar gelukkig laat het voorjaar dan zien dat dat onzin is. De lage versie van de soort lijkt op de aardbeiplantplant maar dan met vaak zeer felle, gele of rode bloemen. Hij breidt zich graag uit, net als de aster die nog net op de 50e plaats kwam. ‘Wat zou mijn tuintje zijn zonder Wunder von Stäfa?’ schreef een van de inzenders. Stäfa ligt naar zeggen van de inwoners aan de zonnige kant van het Meer van Zürich. Geen wonder dan dat daar asters willen bloeien. De vraag is meer of de aster in mijn tuin ook voor zon kan zorgen. Voorlopig zie ik het bewolkt in.
 
*********************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2