archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 4
7 juni 2007
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Heeft u een klantenkaart mijnheer? Katinka de Roode

0415BZ TuinKR
Iedere keer als ik m’n bankpas door de pinautomaat haalde hoorde ik denkbeeldige alarmbellen afgaan in mijn hoofd. Prompt kwam mijn interne boekhouder aangesneld om me met een bestraffende wijsvinger op de bodem van mijn krediet te wijzen. Een verre reis had zich een weg door het spaargeld heen gegeten en de gevolgen hiervan werden nu bij iedere uitgave braaf door mijn geweten opgeboerd. Tijd voor een financiële injectie.
‘Echt’ werk had ik al. Een grote-mensen-baan met serieuze vergaderingen en serieuze woorden en een memory stick om al dat besprokene en afgesprokene voor mij te onthouden. Waar mijn parttime aanwezigheid al meer dan fulltime aanvoelde. Dus zocht ik een alternatieve, en naar ik dacht relaxte, bron van inkomsten. En vond deze achter de kassa van een klein plantengebeuren.

In een te groot en te groen T-shirt sta ik nu achter een lopende band de toekomstige bewoners van tuin en balkonbak weg te scannen. Wens klanten een goede dag nog, een prettig weekend, eenzame opsluiting in de koelcel toe als we botsen over de prijs van selderijstekkies.
Lees ik doordeweeks mensen de les – ik speel schooltje voor de kost – op zaterdag worden de rollen omgedraaid en voel ik me weer terug in de schoolbanken. De kassa loopt vast, bloemstelen knakken als porseleinen poppennekjes in mijn handen en ongevraagde klantenkaarten worden na het afrekenen alsnog beschuldigend onder m’n neus gewreven. De gestresste shopper hopt ongedurig van voet op voet, hun über-geduldige tegenpolen zien mijn gestuntel deemoedig aan. Geroepen op het matje van nederigheid beken ik blozend: Kassamevrouw zijn is net zo’n volwassen baan als iedere andere. Het is ik die zich soms een onhandige kleuter terug in het winkeltje van de poppenhoek voelt.

Maar oké, kleine meisjes worden groot. Gelukkig maar. En langzaam begint het T-shirt zich wat vertrouwder om mijn lijf te schikken. Durft ook de kassa zijn geheimen prijs te geven zonder meteen in eng gepiep uit te barsten. Piep ik zelf ook minder snel om hulp van boven en van collega’s. En kan ik voorzichtig zelfs wat verder kijken dan mijn loopband lang is.

Naar de klanten bijvoorbeeld. U waant zich onbespied en ongekend terwijl u in de rij staat te wachten met een wagen volgeladen?
Ha.
Groene vingers, kattenvrouwtjes, wanna-be-stratenmakers en achter-de-geranium-zitters: wij van Financiën lezen uw boodschappen als waren het de lijnen in uw hand. En zien hoe uw vrouw zuchtend betaalt omdat u ‘per ongeluk’ weer geld vergeten bent mee te nemen. En dat uw gewiekste kinderen met gepruilde lippen schuldcadeautjes weten af te dwingen. Of juist ongeduldig met harde hand en stem tot de orde worden geroepen. Hoe u verliefd de hand legt op de billen van uw partner, dromend van de momenten die komen gaan wanneer de cash-overdracht voltooid is. Via de buitenkant kijken kassadames aller landen geboeid bij u naar binnen. Big Brother op z’n kleinst.

Soms droom ik mijzelf mee met u, de beveiligingspoortjes en schuifdeuren door, de vrije wereld in. Een iets te lang oogcontact, muntgeld dat warm in mijn handen wordt gestopt: als Bokito grijns ik vanachter de onzichtbare tralies mijn tanden bloot naar de mens achter het geld.
‘Heeft u een klantenkaart mijnheer?’
‘ ‘K dacht dat u zei: kom mee met mij en samen kopen wij geluk.’
Maar nee, u geeft uw pas en vraagt om zegeltjes erbij.
Hoe zonde toch. Ik laat de ‘gracht’ die ons scheidt voor wat hij is. Volg niet mijn dromen maar vergaar met vallen en weer opstaan mijn inkomen. De boekhouder glimlacht tevreden.
Kassa!
 
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472


© 2007 Katinka de Roode meer Katinka de Roode - meer "In de tuin" -
Bezigheden > In de tuin
Heeft u een klantenkaart mijnheer? Katinka de Roode
0415BZ TuinKR
Iedere keer als ik m’n bankpas door de pinautomaat haalde hoorde ik denkbeeldige alarmbellen afgaan in mijn hoofd. Prompt kwam mijn interne boekhouder aangesneld om me met een bestraffende wijsvinger op de bodem van mijn krediet te wijzen. Een verre reis had zich een weg door het spaargeld heen gegeten en de gevolgen hiervan werden nu bij iedere uitgave braaf door mijn geweten opgeboerd. Tijd voor een financiële injectie.
‘Echt’ werk had ik al. Een grote-mensen-baan met serieuze vergaderingen en serieuze woorden en een memory stick om al dat besprokene en afgesprokene voor mij te onthouden. Waar mijn parttime aanwezigheid al meer dan fulltime aanvoelde. Dus zocht ik een alternatieve, en naar ik dacht relaxte, bron van inkomsten. En vond deze achter de kassa van een klein plantengebeuren.

In een te groot en te groen T-shirt sta ik nu achter een lopende band de toekomstige bewoners van tuin en balkonbak weg te scannen. Wens klanten een goede dag nog, een prettig weekend, eenzame opsluiting in de koelcel toe als we botsen over de prijs van selderijstekkies.
Lees ik doordeweeks mensen de les – ik speel schooltje voor de kost – op zaterdag worden de rollen omgedraaid en voel ik me weer terug in de schoolbanken. De kassa loopt vast, bloemstelen knakken als porseleinen poppennekjes in mijn handen en ongevraagde klantenkaarten worden na het afrekenen alsnog beschuldigend onder m’n neus gewreven. De gestresste shopper hopt ongedurig van voet op voet, hun über-geduldige tegenpolen zien mijn gestuntel deemoedig aan. Geroepen op het matje van nederigheid beken ik blozend: Kassamevrouw zijn is net zo’n volwassen baan als iedere andere. Het is ik die zich soms een onhandige kleuter terug in het winkeltje van de poppenhoek voelt.

Maar oké, kleine meisjes worden groot. Gelukkig maar. En langzaam begint het T-shirt zich wat vertrouwder om mijn lijf te schikken. Durft ook de kassa zijn geheimen prijs te geven zonder meteen in eng gepiep uit te barsten. Piep ik zelf ook minder snel om hulp van boven en van collega’s. En kan ik voorzichtig zelfs wat verder kijken dan mijn loopband lang is.

Naar de klanten bijvoorbeeld. U waant zich onbespied en ongekend terwijl u in de rij staat te wachten met een wagen volgeladen?
Ha.
Groene vingers, kattenvrouwtjes, wanna-be-stratenmakers en achter-de-geranium-zitters: wij van Financiën lezen uw boodschappen als waren het de lijnen in uw hand. En zien hoe uw vrouw zuchtend betaalt omdat u ‘per ongeluk’ weer geld vergeten bent mee te nemen. En dat uw gewiekste kinderen met gepruilde lippen schuldcadeautjes weten af te dwingen. Of juist ongeduldig met harde hand en stem tot de orde worden geroepen. Hoe u verliefd de hand legt op de billen van uw partner, dromend van de momenten die komen gaan wanneer de cash-overdracht voltooid is. Via de buitenkant kijken kassadames aller landen geboeid bij u naar binnen. Big Brother op z’n kleinst.

Soms droom ik mijzelf mee met u, de beveiligingspoortjes en schuifdeuren door, de vrije wereld in. Een iets te lang oogcontact, muntgeld dat warm in mijn handen wordt gestopt: als Bokito grijns ik vanachter de onzichtbare tralies mijn tanden bloot naar de mens achter het geld.
‘Heeft u een klantenkaart mijnheer?’
‘ ‘K dacht dat u zei: kom mee met mij en samen kopen wij geluk.’
Maar nee, u geeft uw pas en vraagt om zegeltjes erbij.
Hoe zonde toch. Ik laat de ‘gracht’ die ons scheidt voor wat hij is. Volg niet mijn dromen maar vergaar met vallen en weer opstaan mijn inkomen. De boekhouder glimlacht tevreden.
Kassa!
 
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472
© 2007 Katinka de Roode
powered by CJ2