archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 4
24 mei 2007
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Clitoriscultus Willem Minderhout

0000VG Minderhout
Als geschiedenis, zoals Pieter Geyl beweert, een discussie zonder eind is, dan zijn in die discussie grofweg drie standpunten mogelijk. Een apologetisch standpunt: de omstandigheden boden nu eenmaal geen andere mogelijkheid; een verontwaardigd standpunt: kijk toch eens hoe die snoodaards tekeer gingen; of een kritische distantie die het oordeel aan de lezer overlaat.

Ik heb een voorkeur voor de kritische distantie, omdat dit ruimte laat voor twijfel, ironie en zelfs humor. Geschiedschrijving door partijgangers is vaak volkomen humorloos. Is de vraag hoe leuk een historische studie is een zinvol criterium? Ik denk het wel, want ik vind dat geschiedschrijving, ondanks alle pretenties en inspanningen om die studie een wetenschappelijk karakter te geven, uiteindelijk toch een nimmer aflatende poging blijft om een overtuigend verhaal neer te zetten, dat het beeld dat men van een bepaald tijdperk, gebeurtenis of persoon heeft beïnvloedt. Een goede stijl van schrijven is daarbij onontbeerlijk.

Een absolute koning van de ironische distantie is, of liever was, de Brit A.J.P. Taylor (1906 – 1990). In Nederland mogen we ons gelukkig prijzen met H.L. Wesseling. Henk Wesseling is misschien niet de grootste historicus die Nederland ooit heeft voortgebracht, maar zijn stijl is wat mij betreft onovertroffen.
Het leuke van ironische historici als Wesseling is dat ze er impliciet van uit gaan dat de werkelijkheid minder fraai is, dan zij wordt opgediend. Ze tonen zich dan ook vrijwel nooit verontwaardigd, maar eerder geamuseerd, als ze iets tegenkomen dat hun niet al te hoge verwachtingen van het mensdom bekrachtigt en schromen niet om daar vervolgens kond van te doen.

Pieter Geyl zelf had ook een scherp oog voor de ironische kant van de geschiedenis. Als correspondent van de NRC deed hij uitgebreid verslag van een van de merkwaardigste rechtszaken uit de vorige eeuw in Groot Britannië. Een Brits Lagerhuislid, Pemberton Billings, had in januari 1918 (het begin van het laatste oorlogsjaar van WO I) een artikel geschreven waarin hij beweerde dat 47.000 Britten voor de oorlog door Duitse agenten waren verleid tot het bedrijven van ‘de tegennatuurlijke liefde’. Hiermee werden ze vervolgens gechanteerd en gedwongen tot collaboratie. Tijdens de oorlog zouden deze mensen privé-voorstellingen van Oscar Wilde’s Salome bezocht hebben. De danseres die Salome gespeeld had klaagde Pemberton Billings aan wegens smaad, omdat hij in een vervolgartikel gesuggereerd had dat ze lesbisch was.

Wesseling kende Geyls weergave van deze gebeurtenissen. Geyl had echter één detail – uit preutsheid? – achterwege gelaten: de titel van het artikel waarin Salome werd beschuldigd van tegennatuurlijke liefdespraktijken. Het hele proces blijkt echter een rol te spelen in Pat Barkers op feiten gebaseerde roman Double Vision. Barker onthult in een voetnoot dat het door Geyl niet bij name genoemde artikel ‘The Cult of the Clitoris’ heette. Wesseling merkte dit op omdat hij een oog voor dit soort détails heeft en verwerkte het vervolgens in een vermakelijk verhaal.
Is dit een overdreven belangstelling voor een onbeduidend detail? Ik vind van niet. Het geeft scherp aan dat er op dat moment in het Verenigd Koninkrijk door de angst voor de Duitsers een voedingsbodem was om bang te zijn van alles wat van de norm afweek, zoals homoseksualiteit. Het is ook een mooie illustratie van de kunst van het koppen maken van de Britse pers, die dus niet van vandaag of gisteren is.

Ik vind het alleen jammer dat Wesseling het dubbel-ironische karakter van deze merkwaardige geschiedenis niet opmerkt. In WO II zouden de Cambridge-studenten Kim Philby, Anthony Blunt, Donald Maclean en Guy Burgess daadwerkelijk als spion gerecruteerd worden. Niet door de Duitsers, maar door de Russen. Met uitzondering van Philby waren zij allen homoseksueel. Zouden de Russen door het artikel van Pemberton Billings op een idee gebracht zijn?

Bron: H.L. Wesseling, ‘Regeneratie en degeneratie’, in: Gedane Zaken, Bert Bakker Amsterdam, 2001
 
********************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?
Zie www.theovandenoever.nl


© 2007 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Clitoriscultus Willem Minderhout
0000VG Minderhout
Als geschiedenis, zoals Pieter Geyl beweert, een discussie zonder eind is, dan zijn in die discussie grofweg drie standpunten mogelijk. Een apologetisch standpunt: de omstandigheden boden nu eenmaal geen andere mogelijkheid; een verontwaardigd standpunt: kijk toch eens hoe die snoodaards tekeer gingen; of een kritische distantie die het oordeel aan de lezer overlaat.

Ik heb een voorkeur voor de kritische distantie, omdat dit ruimte laat voor twijfel, ironie en zelfs humor. Geschiedschrijving door partijgangers is vaak volkomen humorloos. Is de vraag hoe leuk een historische studie is een zinvol criterium? Ik denk het wel, want ik vind dat geschiedschrijving, ondanks alle pretenties en inspanningen om die studie een wetenschappelijk karakter te geven, uiteindelijk toch een nimmer aflatende poging blijft om een overtuigend verhaal neer te zetten, dat het beeld dat men van een bepaald tijdperk, gebeurtenis of persoon heeft beïnvloedt. Een goede stijl van schrijven is daarbij onontbeerlijk.

Een absolute koning van de ironische distantie is, of liever was, de Brit A.J.P. Taylor (1906 – 1990). In Nederland mogen we ons gelukkig prijzen met H.L. Wesseling. Henk Wesseling is misschien niet de grootste historicus die Nederland ooit heeft voortgebracht, maar zijn stijl is wat mij betreft onovertroffen.
Het leuke van ironische historici als Wesseling is dat ze er impliciet van uit gaan dat de werkelijkheid minder fraai is, dan zij wordt opgediend. Ze tonen zich dan ook vrijwel nooit verontwaardigd, maar eerder geamuseerd, als ze iets tegenkomen dat hun niet al te hoge verwachtingen van het mensdom bekrachtigt en schromen niet om daar vervolgens kond van te doen.

Pieter Geyl zelf had ook een scherp oog voor de ironische kant van de geschiedenis. Als correspondent van de NRC deed hij uitgebreid verslag van een van de merkwaardigste rechtszaken uit de vorige eeuw in Groot Britannië. Een Brits Lagerhuislid, Pemberton Billings, had in januari 1918 (het begin van het laatste oorlogsjaar van WO I) een artikel geschreven waarin hij beweerde dat 47.000 Britten voor de oorlog door Duitse agenten waren verleid tot het bedrijven van ‘de tegennatuurlijke liefde’. Hiermee werden ze vervolgens gechanteerd en gedwongen tot collaboratie. Tijdens de oorlog zouden deze mensen privé-voorstellingen van Oscar Wilde’s Salome bezocht hebben. De danseres die Salome gespeeld had klaagde Pemberton Billings aan wegens smaad, omdat hij in een vervolgartikel gesuggereerd had dat ze lesbisch was.

Wesseling kende Geyls weergave van deze gebeurtenissen. Geyl had echter één detail – uit preutsheid? – achterwege gelaten: de titel van het artikel waarin Salome werd beschuldigd van tegennatuurlijke liefdespraktijken. Het hele proces blijkt echter een rol te spelen in Pat Barkers op feiten gebaseerde roman Double Vision. Barker onthult in een voetnoot dat het door Geyl niet bij name genoemde artikel ‘The Cult of the Clitoris’ heette. Wesseling merkte dit op omdat hij een oog voor dit soort détails heeft en verwerkte het vervolgens in een vermakelijk verhaal.
Is dit een overdreven belangstelling voor een onbeduidend detail? Ik vind van niet. Het geeft scherp aan dat er op dat moment in het Verenigd Koninkrijk door de angst voor de Duitsers een voedingsbodem was om bang te zijn van alles wat van de norm afweek, zoals homoseksualiteit. Het is ook een mooie illustratie van de kunst van het koppen maken van de Britse pers, die dus niet van vandaag of gisteren is.

Ik vind het alleen jammer dat Wesseling het dubbel-ironische karakter van deze merkwaardige geschiedenis niet opmerkt. In WO II zouden de Cambridge-studenten Kim Philby, Anthony Blunt, Donald Maclean en Guy Burgess daadwerkelijk als spion gerecruteerd worden. Niet door de Duitsers, maar door de Russen. Met uitzondering van Philby waren zij allen homoseksueel. Zouden de Russen door het artikel van Pemberton Billings op een idee gebracht zijn?

Bron: H.L. Wesseling, ‘Regeneratie en degeneratie’, in: Gedane Zaken, Bert Bakker Amsterdam, 2001
 
********************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?
Zie www.theovandenoever.nl
© 2007 Willem Minderhout
powered by CJ2