archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 4
24 mei 2007
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Het kan geen kwaad om uit te kijken Theo Capel

0001 BZ Capel
Het geeft eigenlijk geen pas, maar iedere keer als ik op weg naar mijn tuin langs de kolossale begraafplaats in Amsterdam-Oost fiets, word ik bevangen door een goed humeur. Niet door het feit dat ik daar fiets en de anderen er dood en begraven liggen, maar door de uitbundige bloei en groei in de berm langs de sloot die om de begraafplaats loopt, met bijvoorbeeld nu vooral de scherpe boterbloem en het opdringerige fluitekruid. In mijn tuin wil ik die twee absoluut niet zien, maar in hun overvloed in de berm vrolijken ze de wereld op. Het geldt ook voor de twee enorme treurwilgen die toepasselijk vlak bij de ingang staan. Je ziet dat het voorjaar is begonnen als ze met het beginnende blad fris geelgroen staan te pronken. Je zou bijna zeggen dat er een straat vol treurwilgen moet worden geplant in plaats van de alsmaar uitverkoren plataan die vooral uitblinkt in nietszeggendheid.

Met bomen in de tuin moet je uitkijken. De mens krimpt meestal enigszins als hij ouder wordt, maar bomen nemen in het algemeen alleen maar in omvang toe. Ik heb me beperkt tot drie bomen en twee struiken die tot een kleine boom zullen uitgroeien. De goudenregen begint enigszins te laten zien waartoe hij in staat is en de sierappel (Malus 'Golden Hornet') toonde uiterst kort enige fraaie bloesems. Beide bomen zijn nog pril. Dat geldt evenzeer voor de lijsterbes, maar ook die is goed aangeslagen en toonde zijn witte voorjaarsbloei.
De beide struiken (een schijnels en een kornoelje) die ook voor het tweede seizoen in bloei staan in mijn tuin en vermoedelijk even lang als de bomen op een kwekerij hebben gestaan, tonen door de vele takken krachtiger dan de bomen. Vooral de schijnels (clethra) met zijn witte bloempluimen doet het goed in de kromming van het grindpaadje naar mijn tuinhuisje.

Het grote voordeel van bomen en struiken is dat je er na het planten eigenlijk geen omkijken meer naar hebt. Heel anders dan de tuinplanten die of te droog staan of te nat, of het niet naar hun zin hebben op een plek of juist weer te veel, en die ook een eeuwige strijd om het bestaan voeren met het altijd oprukkende onkruid.
Wat ik even voor een van de vele vormen van onkruid aanzag, bleek een door mij zelf uitgekozen plant te zijn. De kweker had me al gewaarschuwd voor de sterke neiging tot uitzaaien. Hij bleek in het geheel niet te hebben overdreven. Op dichtbij en verder gelegen plekken staan exemplaren van de maskerbloem (mimulus luteus) te pronken. Het is een niet al te hoge plant van een centimeter of dertig met heldergele bloemen die op het leeuwebekje lijken met een grote lip. Volgens mijn tuinboek zouden de bloemen rood gevlekt zijn, maar dat blijken niet meer dan enkele minuscule spatjes te zijn op de binnenzijde van de lip. De bloemen staan op allerlei plaatsen in de border en bij het wieden kom ik ook nog vele stekjes ervan tegen. Voorlopig heb ik nog ruimte genoeg, maar als bij een groep onwillige kleuters die allemaal hun eigen plan hebben, grijp ik streng in en zet ik de planten weer bij elkaar. Dat zal slechts één seizoen helpen. Medetuinders kennen uit ervaring de lust van de mimulus om zich te vermenigvuldigen en bedanken vriendelijk voor het aanbod van een stel zaailingen.

Ook het aantal kleine kinderen op het complex neemt ongebreideld toe. We hebben al toepasselijk twee Mezen en ook de eerste Roos is er. Omdat het terrein vroeger een atletiekbaan was en die baan nu als pad dienst doet, kunnen kinderen op hun skelters en fietsjes wedstrijden in rondjes scheuren houden. De eerste ongelukkige die met schaafwonden en grind in zijn knietje huilend zijn ouders opzocht, is er al en sommige oudere tuinders zijn bevreesd dat zij de volgenden zullen zijn. En bij wie moeten die dan troost zoeken? Misschien was dat de reden dat twee oudjes laatst in hun Canta met de snelheid van een tweemans-bobslee over het pad kwamen aansuizen. Je moet die kleintjes een stap voor blijven. Nu is de Canta het enige 'autootje' waarmee je zonder rijbewijs of enig ander bewijs de weg op mag. Ik sluit niet uit dat het voertuig ook toegestaan is voor kinderen. Misschien dat we zo wel het eerste tuincomplex in Nederland worden waar Canta-races worden gehouden. Zou ik dan moeten vrezen dat een bestuurder in een moment van verwarring mijn grindpaadje voor een afslag zal aanzien en tegen mijn goudenregen eindigt? Of nog erger: mij in mijn geknielde houding met mijn wiedvorkje tussen de planten als een haas naar de eeuwige koolvelden stuurt.

Het komt natuurlijk van het fietsen langs een begraafplaats dat je over de eindigheid gaat mijmeren. Misschien moet ik een andere route nemen of misschien moet ik eens gaan kijken wat zo'n Canta eigenlijk kost.
 
Op www.trouw.nl is  'Trouw is niet te koop' te beluisteren, een journalistieke thriller die ik schreef ter gelegenheid van het afscheid van Frits van Exter als hoofdredacteur. De thriller is ook gratis als pdf te krijgen en zo eveneens te lezen (minimaal op je scherm). Stuur een e-mail aan theocapel@deleunstoel.nl met 'Frits' als onderwerp.
 
*************************************



© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Het kan geen kwaad om uit te kijken Theo Capel
0001 BZ Capel
Het geeft eigenlijk geen pas, maar iedere keer als ik op weg naar mijn tuin langs de kolossale begraafplaats in Amsterdam-Oost fiets, word ik bevangen door een goed humeur. Niet door het feit dat ik daar fiets en de anderen er dood en begraven liggen, maar door de uitbundige bloei en groei in de berm langs de sloot die om de begraafplaats loopt, met bijvoorbeeld nu vooral de scherpe boterbloem en het opdringerige fluitekruid. In mijn tuin wil ik die twee absoluut niet zien, maar in hun overvloed in de berm vrolijken ze de wereld op. Het geldt ook voor de twee enorme treurwilgen die toepasselijk vlak bij de ingang staan. Je ziet dat het voorjaar is begonnen als ze met het beginnende blad fris geelgroen staan te pronken. Je zou bijna zeggen dat er een straat vol treurwilgen moet worden geplant in plaats van de alsmaar uitverkoren plataan die vooral uitblinkt in nietszeggendheid.

Met bomen in de tuin moet je uitkijken. De mens krimpt meestal enigszins als hij ouder wordt, maar bomen nemen in het algemeen alleen maar in omvang toe. Ik heb me beperkt tot drie bomen en twee struiken die tot een kleine boom zullen uitgroeien. De goudenregen begint enigszins te laten zien waartoe hij in staat is en de sierappel (Malus 'Golden Hornet') toonde uiterst kort enige fraaie bloesems. Beide bomen zijn nog pril. Dat geldt evenzeer voor de lijsterbes, maar ook die is goed aangeslagen en toonde zijn witte voorjaarsbloei.
De beide struiken (een schijnels en een kornoelje) die ook voor het tweede seizoen in bloei staan in mijn tuin en vermoedelijk even lang als de bomen op een kwekerij hebben gestaan, tonen door de vele takken krachtiger dan de bomen. Vooral de schijnels (clethra) met zijn witte bloempluimen doet het goed in de kromming van het grindpaadje naar mijn tuinhuisje.

Het grote voordeel van bomen en struiken is dat je er na het planten eigenlijk geen omkijken meer naar hebt. Heel anders dan de tuinplanten die of te droog staan of te nat, of het niet naar hun zin hebben op een plek of juist weer te veel, en die ook een eeuwige strijd om het bestaan voeren met het altijd oprukkende onkruid.
Wat ik even voor een van de vele vormen van onkruid aanzag, bleek een door mij zelf uitgekozen plant te zijn. De kweker had me al gewaarschuwd voor de sterke neiging tot uitzaaien. Hij bleek in het geheel niet te hebben overdreven. Op dichtbij en verder gelegen plekken staan exemplaren van de maskerbloem (mimulus luteus) te pronken. Het is een niet al te hoge plant van een centimeter of dertig met heldergele bloemen die op het leeuwebekje lijken met een grote lip. Volgens mijn tuinboek zouden de bloemen rood gevlekt zijn, maar dat blijken niet meer dan enkele minuscule spatjes te zijn op de binnenzijde van de lip. De bloemen staan op allerlei plaatsen in de border en bij het wieden kom ik ook nog vele stekjes ervan tegen. Voorlopig heb ik nog ruimte genoeg, maar als bij een groep onwillige kleuters die allemaal hun eigen plan hebben, grijp ik streng in en zet ik de planten weer bij elkaar. Dat zal slechts één seizoen helpen. Medetuinders kennen uit ervaring de lust van de mimulus om zich te vermenigvuldigen en bedanken vriendelijk voor het aanbod van een stel zaailingen.

Ook het aantal kleine kinderen op het complex neemt ongebreideld toe. We hebben al toepasselijk twee Mezen en ook de eerste Roos is er. Omdat het terrein vroeger een atletiekbaan was en die baan nu als pad dienst doet, kunnen kinderen op hun skelters en fietsjes wedstrijden in rondjes scheuren houden. De eerste ongelukkige die met schaafwonden en grind in zijn knietje huilend zijn ouders opzocht, is er al en sommige oudere tuinders zijn bevreesd dat zij de volgenden zullen zijn. En bij wie moeten die dan troost zoeken? Misschien was dat de reden dat twee oudjes laatst in hun Canta met de snelheid van een tweemans-bobslee over het pad kwamen aansuizen. Je moet die kleintjes een stap voor blijven. Nu is de Canta het enige 'autootje' waarmee je zonder rijbewijs of enig ander bewijs de weg op mag. Ik sluit niet uit dat het voertuig ook toegestaan is voor kinderen. Misschien dat we zo wel het eerste tuincomplex in Nederland worden waar Canta-races worden gehouden. Zou ik dan moeten vrezen dat een bestuurder in een moment van verwarring mijn grindpaadje voor een afslag zal aanzien en tegen mijn goudenregen eindigt? Of nog erger: mij in mijn geknielde houding met mijn wiedvorkje tussen de planten als een haas naar de eeuwige koolvelden stuurt.

Het komt natuurlijk van het fietsen langs een begraafplaats dat je over de eindigheid gaat mijmeren. Misschien moet ik een andere route nemen of misschien moet ik eens gaan kijken wat zo'n Canta eigenlijk kost.
 
Op www.trouw.nl is  'Trouw is niet te koop' te beluisteren, een journalistieke thriller die ik schreef ter gelegenheid van het afscheid van Frits van Exter als hoofdredacteur. De thriller is ook gratis als pdf te krijgen en zo eveneens te lezen (minimaal op je scherm). Stuur een e-mail aan theocapel@deleunstoel.nl met 'Frits' als onderwerp.
 
*************************************

© 2007 Theo Capel
powered by CJ2