archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 4
15 maart 2007
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Ergernis of dilemma? Mabel Amber

0405BS Ergernis28
Ergernis 281:
Goede vrienden geven ineens blijk van een bepaalde opvatting
of overtuiging waar jij sterk tegen gekant bent; je wist nooit
eerder van hen …. .
 
************************************************
Maar dat is geen ergernis, mevrouw die deze ergernissen optekende, dat is een dilemma! Wat je noemt een understatement. Zomaar, tijdens een gezellig bezoekje onder het genot van koffie met gebak, blijkt, naar aanleiding van een gesprek of een televisie uitzending of een artikel in de krant dat deze mensen, met wie je al lange jaren nauw bevriend bent, racistische opvattingen huldigen en dat niet alleen, ze brengen ze ook nog in praktijk. Laatst nog heeft hij een zwarte sollicitant afgewezen! Omdat hij…zwart is.
Wat moet je daar nou mee aan? Want voor jou zijn het al die jaren heel fijne vrienden geweest, niets op aan te merken. Hulpvaardig tot en met, je kunt met ze lachen, ze gunnen je altijd een luisterend oor wanneer je ergens mee omtobt, ze hebben nog een goed woordje voor je gedaan toen en toen, je zou zelfs kunnen zeggen dat ze de volmaakte vrienden zijn….of waren?
Nu zou je ze, omdat jij geen racist bent en het ook niet wil worden, simpelweg omdat jij meent dat negers van binnen hetzelfde zijn als bleekgezichten, roodhuiden of geelhuiden, nu zou je de vriendschap moeten verbreken. Je zou op moeten staan uit de stoel in hun huiskamer, meteen nadat de man van het stel zo voldaan vertelde van zijn manoeuvre, het niet dienst nemen van een zwarte arbeidskracht, en op jouw beurt kordaat aankondigen dat het na zoveel mooie jaren wel welletjes is geweest, mensen, bedankt voor alles, maar onze opvattingen blijken wel erg ver uit elkaar te liggen, het ga je goed, enne…de groeten aan je witte sollicitanten, vaarwel.
Hoogstwaarschijnlijk doe je dat niet. Maar je zult je verbazing niet kunnen verbergen, ik neem tenminste aan dat anderen net als ik een verbaasd, of misschien geschokt gezicht opzetten om dan, voorzichtig, enig tegenwicht te bieden: ‘Wat zeg je nou?’ of ‘Dat meen je toch niet..?’ Misschien antwoorden zij resoluut dat zij dat wel degelijk menen. Misschien zullen zij hun woorden enigszins matigen. Maar…het is inmiddels wel gezegd, luid en duidelijk. En jij hebt dat nooit geweten.
Hoe kan dat? Hoe kon dat? En hoe verder?

De vriendschap zal sowieso nooit meer zijn zoals vroeger. Vanaf het moment dat het gewraakte zinnetje werd uitgesproken, zijn er twee vriendschappen, die van ‘vroeger’ en die van nu; of misschien alleen nog de eerste tien jaar met een nare nasmaak. Alles hangt er van af hoe zwaar hun tot dan toe weggemoffelde racisme voor jou weegt.
Wanneer je er dieper op ingaat, nadat je bovendien je verbazing over deze ‘verrassing’ hebt uitgedrukt, zou een ruzie niet ondenkbaar zijn. Dat hangt sterk af van het temperament der onderscheiden partijen. Ikzelf ben een cholerisch type, dure term voor ‘opvliegend’, of ook wel ‘driftkikker’. Behoren je vrienden tot diezelfde categorie, dan valt onherroepelijk ter plekke het doek. Maar niet zelden trekken driftkikkers de meer flegmatiek geaarde personen naar zich toe en omgekeerd. Het is aannemelijker dat er een discussie ontstaat over dit onderwerp, racisme: racisme in het algemeen en racisme in het bijzonder, zoals bijvoorbeeld hun eigen huismerk.
De tegenpartij, de vrienden zijn immers van identiteit gewisseld, zal jouw verbazing beantwoorden met de eigen verbazing over jouw onwetendheid dienaangaande: ‘Maar daar hebben wij nooit een geheim van gemaakt, dat wist je toch wel?’ Enzovoorts.
Nee, dat wist je niet. Was jij al die jaren zo blind of op z’n minst onoplettend? Het is duidelijk, bij beide partijen heerst verwarring, in wisselende mate van aanwijsbaarheid. Heeft hij zich versproken? Hadden ze het liever geheim willen houden? Wanneer de omgeving overwegend niet-racistisch is dan sta jij sterk want jij behoort tot de meerderheid; is het precies omgekeerd, dan ben jij het haasje.

Om een dreigend lang verhaal kort te maken: er zal een akelig psychologisch kat-en-muis spel worden gespeeld, simpelweg omdat het niet zo makkelijk is om mensen die godbeterhet tien jaar fantastische vrienden voor je zijn geweest, zomaar pardoes, te laten vallen. Het is makkelijker om die afgewezen zwarte sollicitant te offeren wanneer je emoties in het voordeel van je vrienden beslissen. Misschien denken zij er net zo over en halen ze er snel allerlei dingen bij die als ‘verklaringen’ dienst kunnen doen, kortom, een poging zich er uit te redden. Misschien dit en misschien dat. Tja, misschien drink je nog een kopje thee om dan, zo hartelijk mogelijk, afscheid te nemen.

En je neemt je voor om niet meer bij hen aan te kloppen voor ’t of ’t ander. Misschien hebben zij hetzelfde voornemen. Of juist niet. Maar help jij ze dan wanneer zij bij jou aankloppen voor ’t een of ’t ander? (Vooropgesteld dat er geen ruzie is ontstaan of dat jij, beheerst en correct, de onmogelijkheid van de omgang hebt uitgedrukt en voor de laatste maal hun voordeur achter je in het slot hebt getrokken, onomstotelijk principieel.)

Ik zou een andere lijst moeten aanleggen, die van de Duizend Dilemma’s. ( Zonder gegarandeerde oplossingen.)


© 2007 Mabel Amber meer Mabel Amber - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Ergernis of dilemma? Mabel Amber
0405BS Ergernis28
Ergernis 281:
Goede vrienden geven ineens blijk van een bepaalde opvatting
of overtuiging waar jij sterk tegen gekant bent; je wist nooit
eerder van hen …. .
 
************************************************
Maar dat is geen ergernis, mevrouw die deze ergernissen optekende, dat is een dilemma! Wat je noemt een understatement. Zomaar, tijdens een gezellig bezoekje onder het genot van koffie met gebak, blijkt, naar aanleiding van een gesprek of een televisie uitzending of een artikel in de krant dat deze mensen, met wie je al lange jaren nauw bevriend bent, racistische opvattingen huldigen en dat niet alleen, ze brengen ze ook nog in praktijk. Laatst nog heeft hij een zwarte sollicitant afgewezen! Omdat hij…zwart is.
Wat moet je daar nou mee aan? Want voor jou zijn het al die jaren heel fijne vrienden geweest, niets op aan te merken. Hulpvaardig tot en met, je kunt met ze lachen, ze gunnen je altijd een luisterend oor wanneer je ergens mee omtobt, ze hebben nog een goed woordje voor je gedaan toen en toen, je zou zelfs kunnen zeggen dat ze de volmaakte vrienden zijn….of waren?
Nu zou je ze, omdat jij geen racist bent en het ook niet wil worden, simpelweg omdat jij meent dat negers van binnen hetzelfde zijn als bleekgezichten, roodhuiden of geelhuiden, nu zou je de vriendschap moeten verbreken. Je zou op moeten staan uit de stoel in hun huiskamer, meteen nadat de man van het stel zo voldaan vertelde van zijn manoeuvre, het niet dienst nemen van een zwarte arbeidskracht, en op jouw beurt kordaat aankondigen dat het na zoveel mooie jaren wel welletjes is geweest, mensen, bedankt voor alles, maar onze opvattingen blijken wel erg ver uit elkaar te liggen, het ga je goed, enne…de groeten aan je witte sollicitanten, vaarwel.
Hoogstwaarschijnlijk doe je dat niet. Maar je zult je verbazing niet kunnen verbergen, ik neem tenminste aan dat anderen net als ik een verbaasd, of misschien geschokt gezicht opzetten om dan, voorzichtig, enig tegenwicht te bieden: ‘Wat zeg je nou?’ of ‘Dat meen je toch niet..?’ Misschien antwoorden zij resoluut dat zij dat wel degelijk menen. Misschien zullen zij hun woorden enigszins matigen. Maar…het is inmiddels wel gezegd, luid en duidelijk. En jij hebt dat nooit geweten.
Hoe kan dat? Hoe kon dat? En hoe verder?

De vriendschap zal sowieso nooit meer zijn zoals vroeger. Vanaf het moment dat het gewraakte zinnetje werd uitgesproken, zijn er twee vriendschappen, die van ‘vroeger’ en die van nu; of misschien alleen nog de eerste tien jaar met een nare nasmaak. Alles hangt er van af hoe zwaar hun tot dan toe weggemoffelde racisme voor jou weegt.
Wanneer je er dieper op ingaat, nadat je bovendien je verbazing over deze ‘verrassing’ hebt uitgedrukt, zou een ruzie niet ondenkbaar zijn. Dat hangt sterk af van het temperament der onderscheiden partijen. Ikzelf ben een cholerisch type, dure term voor ‘opvliegend’, of ook wel ‘driftkikker’. Behoren je vrienden tot diezelfde categorie, dan valt onherroepelijk ter plekke het doek. Maar niet zelden trekken driftkikkers de meer flegmatiek geaarde personen naar zich toe en omgekeerd. Het is aannemelijker dat er een discussie ontstaat over dit onderwerp, racisme: racisme in het algemeen en racisme in het bijzonder, zoals bijvoorbeeld hun eigen huismerk.
De tegenpartij, de vrienden zijn immers van identiteit gewisseld, zal jouw verbazing beantwoorden met de eigen verbazing over jouw onwetendheid dienaangaande: ‘Maar daar hebben wij nooit een geheim van gemaakt, dat wist je toch wel?’ Enzovoorts.
Nee, dat wist je niet. Was jij al die jaren zo blind of op z’n minst onoplettend? Het is duidelijk, bij beide partijen heerst verwarring, in wisselende mate van aanwijsbaarheid. Heeft hij zich versproken? Hadden ze het liever geheim willen houden? Wanneer de omgeving overwegend niet-racistisch is dan sta jij sterk want jij behoort tot de meerderheid; is het precies omgekeerd, dan ben jij het haasje.

Om een dreigend lang verhaal kort te maken: er zal een akelig psychologisch kat-en-muis spel worden gespeeld, simpelweg omdat het niet zo makkelijk is om mensen die godbeterhet tien jaar fantastische vrienden voor je zijn geweest, zomaar pardoes, te laten vallen. Het is makkelijker om die afgewezen zwarte sollicitant te offeren wanneer je emoties in het voordeel van je vrienden beslissen. Misschien denken zij er net zo over en halen ze er snel allerlei dingen bij die als ‘verklaringen’ dienst kunnen doen, kortom, een poging zich er uit te redden. Misschien dit en misschien dat. Tja, misschien drink je nog een kopje thee om dan, zo hartelijk mogelijk, afscheid te nemen.

En je neemt je voor om niet meer bij hen aan te kloppen voor ’t of ’t ander. Misschien hebben zij hetzelfde voornemen. Of juist niet. Maar help jij ze dan wanneer zij bij jou aankloppen voor ’t een of ’t ander? (Vooropgesteld dat er geen ruzie is ontstaan of dat jij, beheerst en correct, de onmogelijkheid van de omgang hebt uitgedrukt en voor de laatste maal hun voordeur achter je in het slot hebt getrokken, onomstotelijk principieel.)

Ik zou een andere lijst moeten aanleggen, die van de Duizend Dilemma’s. ( Zonder gegarandeerde oplossingen.)
© 2007 Mabel Amber
powered by CJ2