archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 4
1 maart 2007
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Ongewenste zaadlozingen Theo Capel

0409BZ Tuin
De tweede lente van mijn volkstuin zit er aan te komen. De sappen zouden langzamerhand moeten gaan stromen, maar voorlopig stroomt er met de regelmaat van de klok alleen nog maar nattigheid uit de lucht. De beginnende boompjes die ik plantte, zitten wel vol in de knop. Ik heb er nu vijf staan, waarvan er een ( een witte kornoelje) meer een forse struik is. Voor een kleine tuin zou dat genoeg moeten zijn, maar ze ogen iel en er lijkt ruimte voor meer bomen. Een van mijn buren, wiens tuin een paar jaar ouder is, heeft een kastanje staan die een waarschuwing vormt voor al te gretig een boom planten. Hij begint namelijk al veel te overschaduwen als hij in bloei staat, zo jong als hij is. En hoe groot een kastanje kan worden, weet iedereen.

Het idee om een linde aan te planten liet ik zo al meteen los. Als je wel eens over een lange lindelaan hebt gereden – zo een waar Leentje Lotje leerde lopen – weet je hoe groot die boom wel kan worden. De boeken spreken over vijftien tot dertig meter. Voor het oude woonhuis van Carolus Linnaeus (Carl von Linné) in Uppsala staan twee kolossale exemplaren. Bij een bezoek aan die stad heb ik ze gemist. We verwachtten in een bruisende studentenstad te arriveren, maar 's zomers zitten alle jongelui vermoedelijk bij paps en mams in zomerhuisjes op het Zweedse platteland. De stad was zo dood als een pier. In Dedemsvaart dat makkelijk een prijs kan winnen als saaiste dorp van het land, was misschien nog wel meer te doen. In de haast om er weer weg te komen, negeerde ik de oude tuin van Linnaeus die als museumtuin voor het publiek is opengesteld.

Dat de naam Linnaeus een afleiding is van linde, had ik eigenlijk nooit beseft, maar de linde (tilia) is van oudsher een geliefde boom. Geen wonder dat hij ook voor naamgeving van mensen en plaatsen heeft gediend. De Germaanse godin Freya zou er in hebben gewoond en omdat ze de vrouw van Wodan was, zou de boom voor blikseminslag gespaard blijven. Schuilen of samenkomen onder een linde deden vooral geliefden, want Freya is ook de godin van het geluk en de liefde. Er zijn echter mensen die de linde mijden als de pest. Dat geldt vooral voor automobilisten. De bladeren zijn erg aantrekkelijk voor bladluis die 'plak' afscheiden, honingdauw geheten, die zich graag aan de lak van auto's hecht en overigens zonder schade is weg te poetsen. Maar deze vorm van ongewenste zaadlozing wordt niet op prijs gesteld.

De linde is ook geliefd als leiboom. Vroeger zou dat uit nuttigheidsoverweging zijn gebeurd. Leilinden voor de boerderij hielden door hun dichte gebladerte de melkkelder koel en voorkwamen dat de zon de spullen in de mooie kamer bleekte. Tegenwoordig zijn ze vooral een modegril, maar wel een gril waar je de rest van je leven tegenaan zit te kijken. Leilinden plaatsen voor een volkstuinhuisje is nog bespottelijker dan voor een rijtjeshuis. Geen linde in mijn tuin, maar misschien besluit ik nog wel een keer een meidoorn te planten.

Linnaeus werd bekend door zijn systematische naamgeving van planten waarbij hij uitging van de seksuele organen. Planten en seks heb ik eigenlijk nooit met elkaar verbonden, maar dat ze zich voortplanten is wel duidelijk. Ongewenste zaadlozingen zorgen in mijn tuin voor veel opkomend groen. De niet uit te roeien paardebloem en ook distel zijn klassieke voorbeelden. Daarmee maak ik korte metten, maar bij het vergeet-me-nietje dat nu overal opduikt heb ik mijn aarzelingen. Tegen vriendelijke blauwe bloemetjes kan toch eigenlijk geen bezwaar zijn? Het is ook geen probleem om het later weg te halen. Het laat zich veel makkelijker verwijderen dan de paardebloem en de distel die een lange penwortel hebben, waarvan bij het uitspitten vaak een deel diep in de grond achterblijft en dan opnieuw uitgroeit.

Voor wie meer over Linnaeus wil weten, is 2007 een goed jaar. Het is vanwege zijn 300e geboortedag uitgeroepen tot Linnaeusjaar. In het Teylersmuseum in Haarlem is een tentoonstelling over de man lopende. Hij verbleef enkele jaren in het naburige Heemstede. Haarlem is verder een stuk gezelliger dan Uppsala en dichterbij. Misschien moet ik er weer eens naar toe en bij een plaatselijke kweker proberen enkele exemplaren van het Haarlems Klokkenspel te bemachtigen. In het Bargoens is de term (klok- en hamerspel) een verwijzing naar het geslachtsorgaan van de man, maar in het keurige Haarlem staat het vermoedelijk voor de vorm van de bloem. De plant (saxifraga granulata) met witte bloemetjes is een stinseplant die aan de streek was gebonden. Uit ervaring weet ik dat hij zichzelf niet uitzaait, maar eerder wegkwijnt. Dat blijkt achteraf niet zoverrassend te zijn, want deze variant van de knolsteenbreek heeft een gevulde of dubbele bloem. De meeldraden zijn in kroonbladen veranderd. Door het ontbreken van stuifmeel kan er geen zaad worden gevormd. Van ongewenste zaadlozing is in het geheel geen sprake. Het Haarlems klokkenspel kan zich alleen ongeslachtelijk vermenigvuldigen door de knolletjes die zich aan de voet van de stengel vormen. Een geschikte plant voor preutse mensen.
 
********************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?
Zie www.theovandenoever.nl


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Ongewenste zaadlozingen Theo Capel
0409BZ Tuin
De tweede lente van mijn volkstuin zit er aan te komen. De sappen zouden langzamerhand moeten gaan stromen, maar voorlopig stroomt er met de regelmaat van de klok alleen nog maar nattigheid uit de lucht. De beginnende boompjes die ik plantte, zitten wel vol in de knop. Ik heb er nu vijf staan, waarvan er een ( een witte kornoelje) meer een forse struik is. Voor een kleine tuin zou dat genoeg moeten zijn, maar ze ogen iel en er lijkt ruimte voor meer bomen. Een van mijn buren, wiens tuin een paar jaar ouder is, heeft een kastanje staan die een waarschuwing vormt voor al te gretig een boom planten. Hij begint namelijk al veel te overschaduwen als hij in bloei staat, zo jong als hij is. En hoe groot een kastanje kan worden, weet iedereen.

Het idee om een linde aan te planten liet ik zo al meteen los. Als je wel eens over een lange lindelaan hebt gereden – zo een waar Leentje Lotje leerde lopen – weet je hoe groot die boom wel kan worden. De boeken spreken over vijftien tot dertig meter. Voor het oude woonhuis van Carolus Linnaeus (Carl von Linné) in Uppsala staan twee kolossale exemplaren. Bij een bezoek aan die stad heb ik ze gemist. We verwachtten in een bruisende studentenstad te arriveren, maar 's zomers zitten alle jongelui vermoedelijk bij paps en mams in zomerhuisjes op het Zweedse platteland. De stad was zo dood als een pier. In Dedemsvaart dat makkelijk een prijs kan winnen als saaiste dorp van het land, was misschien nog wel meer te doen. In de haast om er weer weg te komen, negeerde ik de oude tuin van Linnaeus die als museumtuin voor het publiek is opengesteld.

Dat de naam Linnaeus een afleiding is van linde, had ik eigenlijk nooit beseft, maar de linde (tilia) is van oudsher een geliefde boom. Geen wonder dat hij ook voor naamgeving van mensen en plaatsen heeft gediend. De Germaanse godin Freya zou er in hebben gewoond en omdat ze de vrouw van Wodan was, zou de boom voor blikseminslag gespaard blijven. Schuilen of samenkomen onder een linde deden vooral geliefden, want Freya is ook de godin van het geluk en de liefde. Er zijn echter mensen die de linde mijden als de pest. Dat geldt vooral voor automobilisten. De bladeren zijn erg aantrekkelijk voor bladluis die 'plak' afscheiden, honingdauw geheten, die zich graag aan de lak van auto's hecht en overigens zonder schade is weg te poetsen. Maar deze vorm van ongewenste zaadlozing wordt niet op prijs gesteld.

De linde is ook geliefd als leiboom. Vroeger zou dat uit nuttigheidsoverweging zijn gebeurd. Leilinden voor de boerderij hielden door hun dichte gebladerte de melkkelder koel en voorkwamen dat de zon de spullen in de mooie kamer bleekte. Tegenwoordig zijn ze vooral een modegril, maar wel een gril waar je de rest van je leven tegenaan zit te kijken. Leilinden plaatsen voor een volkstuinhuisje is nog bespottelijker dan voor een rijtjeshuis. Geen linde in mijn tuin, maar misschien besluit ik nog wel een keer een meidoorn te planten.

Linnaeus werd bekend door zijn systematische naamgeving van planten waarbij hij uitging van de seksuele organen. Planten en seks heb ik eigenlijk nooit met elkaar verbonden, maar dat ze zich voortplanten is wel duidelijk. Ongewenste zaadlozingen zorgen in mijn tuin voor veel opkomend groen. De niet uit te roeien paardebloem en ook distel zijn klassieke voorbeelden. Daarmee maak ik korte metten, maar bij het vergeet-me-nietje dat nu overal opduikt heb ik mijn aarzelingen. Tegen vriendelijke blauwe bloemetjes kan toch eigenlijk geen bezwaar zijn? Het is ook geen probleem om het later weg te halen. Het laat zich veel makkelijker verwijderen dan de paardebloem en de distel die een lange penwortel hebben, waarvan bij het uitspitten vaak een deel diep in de grond achterblijft en dan opnieuw uitgroeit.

Voor wie meer over Linnaeus wil weten, is 2007 een goed jaar. Het is vanwege zijn 300e geboortedag uitgeroepen tot Linnaeusjaar. In het Teylersmuseum in Haarlem is een tentoonstelling over de man lopende. Hij verbleef enkele jaren in het naburige Heemstede. Haarlem is verder een stuk gezelliger dan Uppsala en dichterbij. Misschien moet ik er weer eens naar toe en bij een plaatselijke kweker proberen enkele exemplaren van het Haarlems Klokkenspel te bemachtigen. In het Bargoens is de term (klok- en hamerspel) een verwijzing naar het geslachtsorgaan van de man, maar in het keurige Haarlem staat het vermoedelijk voor de vorm van de bloem. De plant (saxifraga granulata) met witte bloemetjes is een stinseplant die aan de streek was gebonden. Uit ervaring weet ik dat hij zichzelf niet uitzaait, maar eerder wegkwijnt. Dat blijkt achteraf niet zoverrassend te zijn, want deze variant van de knolsteenbreek heeft een gevulde of dubbele bloem. De meeldraden zijn in kroonbladen veranderd. Door het ontbreken van stuifmeel kan er geen zaad worden gevormd. Van ongewenste zaadlozing is in het geheel geen sprake. Het Haarlems klokkenspel kan zich alleen ongeslachtelijk vermenigvuldigen door de knolletjes die zich aan de voet van de stengel vormen. Een geschikte plant voor preutse mensen.
 
********************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?
Zie www.theovandenoever.nl
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2