archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 3
8 juni 2006
Beschouwingen > De poëtische wereld delen printen terug
Mei Jaap van Lakerveld

De lente toont zich van haar zomerzijde
Verrassend warm, abrupt en veel te laat
En alles baltst en bloeit, gaat voor de daad
In sloten, plassen, grazig groene weiden
 
Maar mij houdt hier van alles van de straat
Ik moet me immers aan mijn plichten wijden
Daar kan geen zonneschijn mij van bevrijden
Ik weet wat mij hier nog te wachten staat
 
De lente toont zich van haar zomerzijde
En ik zit haar hier dapper te negeren
Ik denk aan warmte en aan koude kleren
Maar zal me niet door haar laten verleiden
 
Zij heeft zich lonkend voor mijn raam gesteld
En ik zit binnen,… binnen en ik smelt.








© 2006 Jaap van Lakerveld meer Jaap van Lakerveld - meer "De poëtische wereld" -
Beschouwingen > De poëtische wereld
Mei Jaap van Lakerveld
De lente toont zich van haar zomerzijde
Verrassend warm, abrupt en veel te laat
En alles baltst en bloeit, gaat voor de daad
In sloten, plassen, grazig groene weiden
 
Maar mij houdt hier van alles van de straat
Ik moet me immers aan mijn plichten wijden
Daar kan geen zonneschijn mij van bevrijden
Ik weet wat mij hier nog te wachten staat
 
De lente toont zich van haar zomerzijde
En ik zit haar hier dapper te negeren
Ik denk aan warmte en aan koude kleren
Maar zal me niet door haar laten verleiden
 
Zij heeft zich lonkend voor mijn raam gesteld
En ik zit binnen,… binnen en ik smelt.






© 2006 Jaap van Lakerveld
powered by CJ2