archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 3
18 mei 2006
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
De voorjaarsklassiekers Katharina Kouwenhoven

0313VG TV
Waarom is kijken naar Parijs-Roubaix, de derde voorjaarsklassieker van het seizoen - ik heb het over wielrennen - zo vervelend? De eerste voorjaarsklassieker, Milaan-San Remo, is altijd een plezier om naar te kijken, omdat alleen het laatste deel van deze koers in beeld wordt gebracht, waarin je een prachtig uitzicht hebt op de Middellandse Zee. De tweede klassieker, de Ronde van Vlaanderen, is boeiend vanwege de beklimming van allerlei 'muren' en de doorgaans bizarre weersomstandigheden - zware sneeuwval, turbulente valwinden, dreinende regen, donder en bliksem - waarin deze koers verreden moet worden.

Maar Parijs-Roubaix? Geen misselijke koers, waarin in de laatste versie van Zondag 9 april j.l. 259 kilometer moest worden afgelegd en die niet voor niets door het leven gaat als De Hel van het Noorden. Dit epitheton heeft deze wedstrijd te danken aan het feit dat 52.7 kilometer van de koers bestaat uit kasseienstroken, smalle weggetjes die geplaveid zijn met kinderhoofdjes, die ofwel spekglad zijn ofwel bedekt met opdwarrelend stof. Een tussenweg schijnt er niet te zijn. Iedereen die wel eens op een racefiets over kinderhoofdjes heeft gereden weet wat dit betekent; na een paar kilometer zit er geen intern orgaan meer op zijn plaats en voelen je armen als uitgeplozen touw.

De eerste Parijs-Roubaix werd al in 1896 verreden, maar die kasseienstroken zijn van na de Eerste Wereldoorlog, toen de vernielde wegen op de route gerepareerd werden met die bolle steentjes. Daarna is een groot deel ervan wel geasfalteerd, maar meer dan 50 kilometer kasseien wordt nu gekoesterd als 'cultureel erfgoed'. Het zal je culturele erfgoed maar zijn! Parijs-Roubaix garandeert dus, zou je zeggen, een heroïsche strijd van man tegen man en ieder voor zich tegen de barre omstandigheden en doorgaans gure elementen, met veel tegenspoed en drama en uiteindelijk verlossing.

Aan drama meestal geen gebrek, ook de laatste keer niet. Lekke banden, natuurlijk, valpartijen, gesloten spoorwegovergangen en een onverwachte overwinnaar. Aan die winnaar, die iedereen uit het wiel reed en 'ontketend' de laatste kilometers aflegde om bijkans huilend het velodroom van Roubaix binnen te rijden en zijn laatste rondje af te leggen, lag het allemaal niet. Maar toch is Parijs-Roubaix een saaie wedstrijd om naar te kijken. Dat komt vooral omdat er urenlang gefietst wordt in hetzelfde decor, een onaantrekkelijk decor bovendien. Het is net alsof de renners in een studio voortdurend hetzelfde achterdoek passeren. Zelfs die onbegaanbare kasseienstroken lijken allemaal sprekend op elkaar, zodat je de illusie krijgt dat ze daar al eerder geweest zijn en dus feitelijk rondjes rijden.

Het aantrekkelijke van wielerkoersen is normaal gesproken dat ze zich ergens afspelen, waar je zelf ook wel eens geweest bent en soms zelfs zelf gefietst hebt. Je weet hoe het er ruikt, wat het uitzicht is, hoe drukkend de hitte is. Je ziet dat de brem al in bloei staat of juist dat al het groen al verbleekt is. Je hoort het ruisen van de beek langs de weg door de Pyreneeën. Of ze vinden plaats op een plek met een hoog exotisch gehalte, zoals hier en daar in de Ronde van Spanje. Wat een landschap! Op dit gebied heeft Parijs-Roubaix niets te bieden. Daar wil je helemaal niet vertoeven, want het landschap is uitgesproken onaantrekkelijk.

Door dat eentonige decor lijkt er tijdens de koers eigenlijk ook niet veel te gebeuren. Er ontsnapt een groepje, het peloton jaagt, van de koplopers valt er telkens een terug, iemand krijgt een lekke band, er valt iemand. Maar zulke dingen gebeuren in elke koers en dat stoort helemaal niet, omdat er nog zoveel meer te zien is. Dat zogenaamde 'drama' en die 'heroïek' van Parijs-Roubaix bestaan voornamelijk in de fantasie van degenen, die de wedstrijd verslaan en die van alles in de strijd moeten werpen om de kijker bij de les te houden. Dat kun je wel aan Mart Smeets en Maarten Ducroo overlaten. Op de keeper beschouwd gebeurt er echter nauwelijks iets dat het vermelden waard is en omdat er zich verder ook niets bezienswaardigs aandient, moet je tijdens het kijken afleiding zoeken met de weekendkrant of een goed boek.

Hoe anders is dat bij de laatste voorjaarsklassieker Luik-Bastenaken-Luik of, voor de Walen onder ons, Liège-Bastonge-Liège, die Zondag 23 april j.l. verreden werd. Dan zijn we in de Ardennen en als we daar zelf niet gefietst hebben, dan hebben we daar toch op zijn minst ooit een regenachtige kampeervakantie doorgebracht. Er moeten pikant steile heuvels beklommen worden, het peloton moet de Ourthe en de Aisne een paar maal over via smalle en gladde bruggetjes en passeert de zo kenmerkende dorpjes van leisteen. Het groen is aan het uitbotten en de bomen beginnen te bloesemen en dan is er die beslissende helling waar Michael Boogerd zijn slag gaat slaan. Dat doet hij al jaren daar, maar het heeft hem nog nooit succes opgeleverd. En dat is ook een groot verschil met Parijs-Roubaix, het deelnemersveld. Geen uit de klei getrokken stoempende reuzen met de dijen van een os, maar elegante mediterrane types, die licht en luchtig (maar wel op het grote voorblad) de pedalen beroeren. Italianen en Spanjaarden laten het wel uit hun hoofd om over die kasseien te hotsen, maar melden zich massaal voor het Ardenner offensief. Zo ook Michael Boogerd, die de Hel voor gezien houdt om zich helemaal toe te leggen op 'zijn' klassieker.

Helaas ontbreekt het de sympathieke Hagenees aan het nodige tactische inzicht en dat heeft hem ook dit jaar weer de overwinning gekost. Maar met de Spaanse winnaar Valverde valt ook heel goed te leven. De gedoodverfde opvolger van Indurain gaat hoge ogen gooien in de Tour de France en is bovendien een plaatje om te zien.
 
************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo
van Praag en Frits Hoorweg.


© 2006 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
De voorjaarsklassiekers Katharina Kouwenhoven
0313VG TV
Waarom is kijken naar Parijs-Roubaix, de derde voorjaarsklassieker van het seizoen - ik heb het over wielrennen - zo vervelend? De eerste voorjaarsklassieker, Milaan-San Remo, is altijd een plezier om naar te kijken, omdat alleen het laatste deel van deze koers in beeld wordt gebracht, waarin je een prachtig uitzicht hebt op de Middellandse Zee. De tweede klassieker, de Ronde van Vlaanderen, is boeiend vanwege de beklimming van allerlei 'muren' en de doorgaans bizarre weersomstandigheden - zware sneeuwval, turbulente valwinden, dreinende regen, donder en bliksem - waarin deze koers verreden moet worden.

Maar Parijs-Roubaix? Geen misselijke koers, waarin in de laatste versie van Zondag 9 april j.l. 259 kilometer moest worden afgelegd en die niet voor niets door het leven gaat als De Hel van het Noorden. Dit epitheton heeft deze wedstrijd te danken aan het feit dat 52.7 kilometer van de koers bestaat uit kasseienstroken, smalle weggetjes die geplaveid zijn met kinderhoofdjes, die ofwel spekglad zijn ofwel bedekt met opdwarrelend stof. Een tussenweg schijnt er niet te zijn. Iedereen die wel eens op een racefiets over kinderhoofdjes heeft gereden weet wat dit betekent; na een paar kilometer zit er geen intern orgaan meer op zijn plaats en voelen je armen als uitgeplozen touw.

De eerste Parijs-Roubaix werd al in 1896 verreden, maar die kasseienstroken zijn van na de Eerste Wereldoorlog, toen de vernielde wegen op de route gerepareerd werden met die bolle steentjes. Daarna is een groot deel ervan wel geasfalteerd, maar meer dan 50 kilometer kasseien wordt nu gekoesterd als 'cultureel erfgoed'. Het zal je culturele erfgoed maar zijn! Parijs-Roubaix garandeert dus, zou je zeggen, een heroïsche strijd van man tegen man en ieder voor zich tegen de barre omstandigheden en doorgaans gure elementen, met veel tegenspoed en drama en uiteindelijk verlossing.

Aan drama meestal geen gebrek, ook de laatste keer niet. Lekke banden, natuurlijk, valpartijen, gesloten spoorwegovergangen en een onverwachte overwinnaar. Aan die winnaar, die iedereen uit het wiel reed en 'ontketend' de laatste kilometers aflegde om bijkans huilend het velodroom van Roubaix binnen te rijden en zijn laatste rondje af te leggen, lag het allemaal niet. Maar toch is Parijs-Roubaix een saaie wedstrijd om naar te kijken. Dat komt vooral omdat er urenlang gefietst wordt in hetzelfde decor, een onaantrekkelijk decor bovendien. Het is net alsof de renners in een studio voortdurend hetzelfde achterdoek passeren. Zelfs die onbegaanbare kasseienstroken lijken allemaal sprekend op elkaar, zodat je de illusie krijgt dat ze daar al eerder geweest zijn en dus feitelijk rondjes rijden.

Het aantrekkelijke van wielerkoersen is normaal gesproken dat ze zich ergens afspelen, waar je zelf ook wel eens geweest bent en soms zelfs zelf gefietst hebt. Je weet hoe het er ruikt, wat het uitzicht is, hoe drukkend de hitte is. Je ziet dat de brem al in bloei staat of juist dat al het groen al verbleekt is. Je hoort het ruisen van de beek langs de weg door de Pyreneeën. Of ze vinden plaats op een plek met een hoog exotisch gehalte, zoals hier en daar in de Ronde van Spanje. Wat een landschap! Op dit gebied heeft Parijs-Roubaix niets te bieden. Daar wil je helemaal niet vertoeven, want het landschap is uitgesproken onaantrekkelijk.

Door dat eentonige decor lijkt er tijdens de koers eigenlijk ook niet veel te gebeuren. Er ontsnapt een groepje, het peloton jaagt, van de koplopers valt er telkens een terug, iemand krijgt een lekke band, er valt iemand. Maar zulke dingen gebeuren in elke koers en dat stoort helemaal niet, omdat er nog zoveel meer te zien is. Dat zogenaamde 'drama' en die 'heroïek' van Parijs-Roubaix bestaan voornamelijk in de fantasie van degenen, die de wedstrijd verslaan en die van alles in de strijd moeten werpen om de kijker bij de les te houden. Dat kun je wel aan Mart Smeets en Maarten Ducroo overlaten. Op de keeper beschouwd gebeurt er echter nauwelijks iets dat het vermelden waard is en omdat er zich verder ook niets bezienswaardigs aandient, moet je tijdens het kijken afleiding zoeken met de weekendkrant of een goed boek.

Hoe anders is dat bij de laatste voorjaarsklassieker Luik-Bastenaken-Luik of, voor de Walen onder ons, Liège-Bastonge-Liège, die Zondag 23 april j.l. verreden werd. Dan zijn we in de Ardennen en als we daar zelf niet gefietst hebben, dan hebben we daar toch op zijn minst ooit een regenachtige kampeervakantie doorgebracht. Er moeten pikant steile heuvels beklommen worden, het peloton moet de Ourthe en de Aisne een paar maal over via smalle en gladde bruggetjes en passeert de zo kenmerkende dorpjes van leisteen. Het groen is aan het uitbotten en de bomen beginnen te bloesemen en dan is er die beslissende helling waar Michael Boogerd zijn slag gaat slaan. Dat doet hij al jaren daar, maar het heeft hem nog nooit succes opgeleverd. En dat is ook een groot verschil met Parijs-Roubaix, het deelnemersveld. Geen uit de klei getrokken stoempende reuzen met de dijen van een os, maar elegante mediterrane types, die licht en luchtig (maar wel op het grote voorblad) de pedalen beroeren. Italianen en Spanjaarden laten het wel uit hun hoofd om over die kasseien te hotsen, maar melden zich massaal voor het Ardenner offensief. Zo ook Michael Boogerd, die de Hel voor gezien houdt om zich helemaal toe te leggen op 'zijn' klassieker.

Helaas ontbreekt het de sympathieke Hagenees aan het nodige tactische inzicht en dat heeft hem ook dit jaar weer de overwinning gekost. Maar met de Spaanse winnaar Valverde valt ook heel goed te leven. De gedoodverfde opvolger van Indurain gaat hoge ogen gooien in de Tour de France en is bovendien een plaatje om te zien.
 
************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo
van Praag en Frits Hoorweg.
© 2006 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2