archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 3
2 maart 2006
Bezigheden > Te water delen printen terug
De zwembril Katharina Kouwenhoven

0309BZ Water
Zwemmen is een buitengewoon gezonde vorm van lichaamsbeweging en na de nodige aanloopproblemen heb ik mij daarom aangewend tweemaal in de week veertig baantjes te zwemmen. In Sportfondsenbad Oost. Ik was deze onderneming ooit begonnen samen met mijn dochter maar die had het zelf al na een paar weken weer opgegeven. Dat is niet ongebruikelijk want ik zie regelmatig – vooral na de zomervakantie en in januari – nieuwe gezichten verschijnen van mensen die ongetwijfeld vol goede voornemens beginnen aan een gezondere levenswijze, maar vroeger of later weer verdwijnen. Alleen de bezoekers die er al waren toen ik begon zijn ware diehards. Er is er zelfs een bij die het al vijftig jaar volhoudt! Als ons iemand ontvalt is dat het gevolg van ernstige ziekte of, natuurlijk, overlijden. Dat heb je met oudere mensen.
 
De gang naar het zwembad, tweemaal per week, was inmiddels een gewoonte geworden die mij niet veel moeite meer kostte. Mijn plotselinge niet aflatende toewijding aan de zwemsport werkte aanstekelijk. Dochterlief wilde daardoor eigenlijk ook wel weer. Omdat het haar beter uitkwam deden we het aan het eind van de middag, na het werk. Maar op dat tijdstip bleek het bad overvol. Er waren kennelijk meer mensen die dat goed uitkwam. Als je een matig zwemmer bent is het geen pretje om te liggen ploeteren tussen een menigte medezwemmers waarvan de meerderheid niet veel mededogen met je heeft.

Mijn dochter had daar minder last van want die zwom in de baan voor geoefende zwemmers. En met zo'n leip zwembrilletje op, zoals veel geoefende zwemmers. Ik had nooit begrepen waarom ze dat deden. Het staat bezopen en maakt op mij een nogal pretentieuze indruk. Als je je voorbereidt op het verbeteren van een wereldrecord, akkoord. Dan zal het misschien wel ergens goed voor zijn. Maar voor een modale zwemamateur? Volgens mijn dochter was het dragen van zo'n brilletje echter essentieel voor de dolfijntechniek, de zwemwijze waarbij je je opricht uit het water en vervolgens onderduikt om onder water een krachtige beenslag te maken. Zo zag ik inderdaad mensen zwemmen, zo zwommen ook de topzwemmers. Vreemd is dat natuurlijk niet, want onder water ondervind je minder weerstand en ga je dus sneller. Voor mij was echter het idee om je kop onder water te steken absoluut niet bespreekbaar. Bij de gedachte alleen al kwam ik in ademnood.

Aan onze gezamenlijke zwemavondjes kwam echter al snel weer een einde. De laatste keer kreeg ik van mijn dochter een kadootje. Een zwembrilletje. “Wat moet ik daar nou mee?” vroeg ik paniekerig. “Probeer het maar eens, ” drong ze aan. Tja, wat moest ik. Het leek me tamelijk belachelijk om als oudere, ongeoefende zwemster in het bad te liggen spartelen met zo'n brilletje op. Bovendien vreesde ik het commentaar van de vaste bezoeksters, waarvan er geen een te water ging met zo'n ding op haar neus en die mij ongetwijfeld een buitensporige aanstelster zouden vinden. En inderdaad. Toen ik de stoute schoenen had aangetrokken en opeens verscheen met mijn nieuwe zwembril op mijn kop waren de opmerkingen niet van de lucht. “Heb je wat an je oge?" was nog de mildste reactie.

Maar toen ik begon te zwemmen met die malle bril op gebeurde er iets onverwachts. Bijna als vanzelf ging mijn hoofd naar beneden. Eerst tot op het wateroppervlak maar al snel zelfs onder het wateroppervlak en zonder dat dat aanleiding was voor amechtig geproest of verstikkingsverschijnselen. Ik wist niet wat me overkwam. Ik kon onder water mijn ogen open houden, terwijl ik geen water binnen kreeg. En vrijwel automatisch veranderde mijn zwemslag. Langzaam begon ik ook te zwemmen als een dolfijn.
Op die manier zwemmen is aan de ene kant makkelijker, aan de andere kant echter ook inspannender. Maar zo had ik tenminste het gevoel dat ik wat gedaan had in dat water en niet maar een beetje had liggen dobberen. Ik had geen last meer van water dat in mijn gezicht gespat werd en zelfs als het druk was kon ik vrijwel ongestoord mijn gang gaan, want er werd veel meer rekening met me gehouden.

Mijn zwemslag verbeterde aanzienlijk, en nu ik onder water kon kijken werd het mij duidelijk dat heel veel mensen er maar een zeer gebrekkige zwemtechniek op na houden. Niet alleen zijn er maar weinig die in horizontale positie door het water gaan - een half staande houding in een hoek van 45 graden is gebruikelijker - maar ook de er bij mij ingestampte beenslag van intrekken-spreiden-sluiten zag ik maar weinig. Het leek vaak meer op het maken van grote passen, alsof de zwemmers in het water lopen. Kennelijk maakt het niet zoveel uit hoe je je in het water beweegt, want je komt toch wel vooruit. Ik had me dus al die tijd druk gemaakt om niets. Intussen voelde ik mij met dat brilletje meer en meer als een vis in het water en beleefde steeds meer plezier aan het zwemmen.

Dat betekent niet dat er op zwemmen niets tegen is. Een groot probleem is en blijft dat het, net als veel andere vormen van lichaamsbeweging die niet buiten plaats vinden, ongelooflijk saai en vervelend is. Onder andere omstandigheden is daar wel wat aan te doen, door bijvoorbeeld muziek op je kop te zetten. In een zwembad is dat niet mogelijk. En in het water heb je geen andere afleiding dan het water zelf, de medezwemmers en de vervormde geluiden die er in een zwembad nu eenmaal geproduceerd worden. Mijn enige afleiding is het tellen van het aantal baantjes dat ik zwem en soms het aantal slagen per baantje. Een ander nadeel is dat je in een zwembad vroeg of laat een vorm van voetschimmel oploopt, ook wel zwemmersexceem genoemd. Zelfs als je badslippers draagt is dat bijna niet te vermijden, want zwembaden zijn vies en veel zwemmers zijn vies, want die laten hun voetschimmel niet adequaat behandelen. Zo nu en dan een likje nivea is echt niet afdoende.

Wat ik persoonlijk ook een nadeel vind is dat het gescheiden zwemmen is opgeheven. Mannen nemen in het water veel meer ruimte in, verplaatsen grotere hoeveelheden water, zijn geneigd zich uit te sloven en zich weinig aan te trekken van het feit dat ze het zwembad moeten delen met anderen. Met alleen vrouwen in het water is het veel rustiger en gaat het er gezapiger aan toe. Pas echt ideaal is het in de vakantietijd. Dan zit de hele goegemeente in Spanje en heb je het zwembad praktisch voor jezelf. Ik droom weleens dat ik een hele ochtend helemaal in mijn eentje in dat zwembassin het water klief. Maar dat zal wel een droom blijven.
 
****************************************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis? Zie www.theovandenoever.nl .


© 2006 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Te water" -
Bezigheden > Te water
De zwembril Katharina Kouwenhoven
0309BZ Water
Zwemmen is een buitengewoon gezonde vorm van lichaamsbeweging en na de nodige aanloopproblemen heb ik mij daarom aangewend tweemaal in de week veertig baantjes te zwemmen. In Sportfondsenbad Oost. Ik was deze onderneming ooit begonnen samen met mijn dochter maar die had het zelf al na een paar weken weer opgegeven. Dat is niet ongebruikelijk want ik zie regelmatig – vooral na de zomervakantie en in januari – nieuwe gezichten verschijnen van mensen die ongetwijfeld vol goede voornemens beginnen aan een gezondere levenswijze, maar vroeger of later weer verdwijnen. Alleen de bezoekers die er al waren toen ik begon zijn ware diehards. Er is er zelfs een bij die het al vijftig jaar volhoudt! Als ons iemand ontvalt is dat het gevolg van ernstige ziekte of, natuurlijk, overlijden. Dat heb je met oudere mensen.
 
De gang naar het zwembad, tweemaal per week, was inmiddels een gewoonte geworden die mij niet veel moeite meer kostte. Mijn plotselinge niet aflatende toewijding aan de zwemsport werkte aanstekelijk. Dochterlief wilde daardoor eigenlijk ook wel weer. Omdat het haar beter uitkwam deden we het aan het eind van de middag, na het werk. Maar op dat tijdstip bleek het bad overvol. Er waren kennelijk meer mensen die dat goed uitkwam. Als je een matig zwemmer bent is het geen pretje om te liggen ploeteren tussen een menigte medezwemmers waarvan de meerderheid niet veel mededogen met je heeft.

Mijn dochter had daar minder last van want die zwom in de baan voor geoefende zwemmers. En met zo'n leip zwembrilletje op, zoals veel geoefende zwemmers. Ik had nooit begrepen waarom ze dat deden. Het staat bezopen en maakt op mij een nogal pretentieuze indruk. Als je je voorbereidt op het verbeteren van een wereldrecord, akkoord. Dan zal het misschien wel ergens goed voor zijn. Maar voor een modale zwemamateur? Volgens mijn dochter was het dragen van zo'n brilletje echter essentieel voor de dolfijntechniek, de zwemwijze waarbij je je opricht uit het water en vervolgens onderduikt om onder water een krachtige beenslag te maken. Zo zag ik inderdaad mensen zwemmen, zo zwommen ook de topzwemmers. Vreemd is dat natuurlijk niet, want onder water ondervind je minder weerstand en ga je dus sneller. Voor mij was echter het idee om je kop onder water te steken absoluut niet bespreekbaar. Bij de gedachte alleen al kwam ik in ademnood.

Aan onze gezamenlijke zwemavondjes kwam echter al snel weer een einde. De laatste keer kreeg ik van mijn dochter een kadootje. Een zwembrilletje. “Wat moet ik daar nou mee?” vroeg ik paniekerig. “Probeer het maar eens, ” drong ze aan. Tja, wat moest ik. Het leek me tamelijk belachelijk om als oudere, ongeoefende zwemster in het bad te liggen spartelen met zo'n brilletje op. Bovendien vreesde ik het commentaar van de vaste bezoeksters, waarvan er geen een te water ging met zo'n ding op haar neus en die mij ongetwijfeld een buitensporige aanstelster zouden vinden. En inderdaad. Toen ik de stoute schoenen had aangetrokken en opeens verscheen met mijn nieuwe zwembril op mijn kop waren de opmerkingen niet van de lucht. “Heb je wat an je oge?" was nog de mildste reactie.

Maar toen ik begon te zwemmen met die malle bril op gebeurde er iets onverwachts. Bijna als vanzelf ging mijn hoofd naar beneden. Eerst tot op het wateroppervlak maar al snel zelfs onder het wateroppervlak en zonder dat dat aanleiding was voor amechtig geproest of verstikkingsverschijnselen. Ik wist niet wat me overkwam. Ik kon onder water mijn ogen open houden, terwijl ik geen water binnen kreeg. En vrijwel automatisch veranderde mijn zwemslag. Langzaam begon ik ook te zwemmen als een dolfijn.
Op die manier zwemmen is aan de ene kant makkelijker, aan de andere kant echter ook inspannender. Maar zo had ik tenminste het gevoel dat ik wat gedaan had in dat water en niet maar een beetje had liggen dobberen. Ik had geen last meer van water dat in mijn gezicht gespat werd en zelfs als het druk was kon ik vrijwel ongestoord mijn gang gaan, want er werd veel meer rekening met me gehouden.

Mijn zwemslag verbeterde aanzienlijk, en nu ik onder water kon kijken werd het mij duidelijk dat heel veel mensen er maar een zeer gebrekkige zwemtechniek op na houden. Niet alleen zijn er maar weinig die in horizontale positie door het water gaan - een half staande houding in een hoek van 45 graden is gebruikelijker - maar ook de er bij mij ingestampte beenslag van intrekken-spreiden-sluiten zag ik maar weinig. Het leek vaak meer op het maken van grote passen, alsof de zwemmers in het water lopen. Kennelijk maakt het niet zoveel uit hoe je je in het water beweegt, want je komt toch wel vooruit. Ik had me dus al die tijd druk gemaakt om niets. Intussen voelde ik mij met dat brilletje meer en meer als een vis in het water en beleefde steeds meer plezier aan het zwemmen.

Dat betekent niet dat er op zwemmen niets tegen is. Een groot probleem is en blijft dat het, net als veel andere vormen van lichaamsbeweging die niet buiten plaats vinden, ongelooflijk saai en vervelend is. Onder andere omstandigheden is daar wel wat aan te doen, door bijvoorbeeld muziek op je kop te zetten. In een zwembad is dat niet mogelijk. En in het water heb je geen andere afleiding dan het water zelf, de medezwemmers en de vervormde geluiden die er in een zwembad nu eenmaal geproduceerd worden. Mijn enige afleiding is het tellen van het aantal baantjes dat ik zwem en soms het aantal slagen per baantje. Een ander nadeel is dat je in een zwembad vroeg of laat een vorm van voetschimmel oploopt, ook wel zwemmersexceem genoemd. Zelfs als je badslippers draagt is dat bijna niet te vermijden, want zwembaden zijn vies en veel zwemmers zijn vies, want die laten hun voetschimmel niet adequaat behandelen. Zo nu en dan een likje nivea is echt niet afdoende.

Wat ik persoonlijk ook een nadeel vind is dat het gescheiden zwemmen is opgeheven. Mannen nemen in het water veel meer ruimte in, verplaatsen grotere hoeveelheden water, zijn geneigd zich uit te sloven en zich weinig aan te trekken van het feit dat ze het zwembad moeten delen met anderen. Met alleen vrouwen in het water is het veel rustiger en gaat het er gezapiger aan toe. Pas echt ideaal is het in de vakantietijd. Dan zit de hele goegemeente in Spanje en heb je het zwembad praktisch voor jezelf. Ik droom weleens dat ik een hele ochtend helemaal in mijn eentje in dat zwembassin het water klief. Maar dat zal wel een droom blijven.
 
****************************************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis? Zie www.theovandenoever.nl .
© 2006 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2