archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 3
24 november 2005
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Man en Auto Marianne Bernard

0304 BS Leven Auto
Onze auto liep op zijn laatste benen. Het zou niet lang meer duren of hij hield er helemaal mee op. Dat beseften we heel goed, maar we reden natuurlijk gewoon door. Onder het motto so far, so good gingen we zelfs nog een keer naar de Ardennen zoals eerder verhaald in de Leunstoel.* Onze ‘laatste’ volle tank bleek niet de laatste.

Intussen ging de speurtocht naar de nieuwe auto continu door. Mijn man bezocht veel websites en vervolgens autoshowrooms – inderdaad, zoals het hoort volgens de ongeschreven maar vaste mannenprocedures, samen met zijn zoon of zijn neef. Ze maakten proefritten en ze bevonden vooral veel auto’s te min. De ideale auto zou immers een nieuwere editie van de oude moeten zijn en die bestaat al een paar jaar niet meer. Bovendien: hoe nieuwer hoe duurder, en mijn man is nogal op de penning. Een kleinere auto zou waarschijnlijk ook minder benzine verbruiken. Dus argumenten genoeg om een stapje terug te doen.

Uiteindelijk vonden we een auto die niet het ideaal was, maar wel de ‘minst ernstige concessie’. Een mooie lichtgrijze topoccasion van een iets kleiner type met een relatief sterke motor, binnen zijn categorie een supereditie, geheel computergestuurd. Wie de vraagprijs betaalt is een sucker en een dief van zijn eigen portemonnee, dus moest er stevig worden onderhandeld. En het werkte: er kon wel duizend euro af, waarvan 500 euro inruilwaarde, maar er kwamen nog kosten bij voor het ‘in gereedheid brengen’.

Op een mooie vrijdagmiddag in oktober reden we naar de autoboulevard bij Utrecht. Nog maar nauwelijks op weg liepen we vast in een enorme file: herfstvakantie! - 10 kilometer file volgens de borden boven de weg. Daar kon onze oude kameraad slecht tegen: van files kreeg hij een oververhitte motor (en mijn man raakte van de weeromstuit ook oververhit). We besloten de grote weg te verlaten en onze laatste kilometers over de provinciale weg te rijden. In Breukelen begon de auto heel raar te doen: schudden en schokken. De meeste controlelampjes hadden het sowieso al begeven, dus we moesten maar raden wat er nu weer mis was. Voelde hij zijn einde naderen? Het schudden werd steeds onheilspellender. Bij elk oponthoud of stoplicht zette mijn man maar even de motor uit. Hij zou het ons toch niet aandoen om het op het laatste moment voortijdig te begeven?

Hij haalde het op het nippertje. We bereikten de autoshowroom. Er werden papieren geregeld, handtekeningen gezet, handen geschud en toen was het moment daar. De nieuwe auto stond al klaar met een bordje ‘deze auto is verkocht’ op de ruit. Nu nog even de spullen overhevelen (landkaarten, kussentjes, zaklantaarn et cetera – wij zijn Nederlands kampioen ‘losse voorwerpen in de auto’).
‘Dan kunt u het beste uw oude auto even ernaast zetten’, zei de verkoper.
‘Als hij het nog maar haalt’, zei mijn man.
En weer lukte het. We zouden durven wedden dat hij geen meter verder meer kwam, maar dat hoeven we gelukkig niet meer te weten. Hij heeft ons tot het einde goed behandeld en met eindstand 205.000 kilometer zijn we toch trots op hem.

Vol verwachting stapten we in de nieuwe auto. Wat een luxe! Alles zichtbaar op computerschermpjes: de temperatuur, de airco, de olie, de benzinestand, ieder wissewasje elektronisch in beeld. Al na acht kilometer, nog voor we op de grote weg terug waren, verscheen er een melding op het controlescherm, en een zwoele vrouwenstem sprak de onbegrijpelijke woorden: ‘Sensor defect.’ Het autootje op het mini-computerscherm had plotseling nog maar twee wielen. Dat werd dus rechtsomkeert naar de autoboulevard. Daar legde een kloeke monteur een lijntje van onze boordcomputer naar de grote controlecomputer van de garage en het was zó weer gefikst (de sensor voor het meten van de bandenspanning was even losgeraakt).

Het is nu twee weken later en we hebben er al een paar flinke tochten en leuke ritjes mee gemaakt. Zelfs mijn oude vader (91) heeft ons nieuwe juweel nog mogen bewonderen. En hij rijdt heerlijk: licht en wendbaar. Pas de komende zomer zullen we ervaren hoe het is om met de helft van de bagage naar het zuiden te reizen – dat worden heftige discussies over hoeveel schoenen ik niet mee mag nemen. Nu zijn we er nog heel gelukkig mee.


* Marianne Bernard. King of the Road. De Leunstoel, jaargang 2, nummer 19 (08.09.2005)
 
**********************************************************
Bij de Fietsfabriek maken ze fietsen waarmee je ook heel veel kunt vervoeren.
Ga voor informatie naar www.defietsfabriek.nl .


© 2005 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Man en Auto Marianne Bernard
0304 BS Leven Auto
Onze auto liep op zijn laatste benen. Het zou niet lang meer duren of hij hield er helemaal mee op. Dat beseften we heel goed, maar we reden natuurlijk gewoon door. Onder het motto so far, so good gingen we zelfs nog een keer naar de Ardennen zoals eerder verhaald in de Leunstoel.* Onze ‘laatste’ volle tank bleek niet de laatste.

Intussen ging de speurtocht naar de nieuwe auto continu door. Mijn man bezocht veel websites en vervolgens autoshowrooms – inderdaad, zoals het hoort volgens de ongeschreven maar vaste mannenprocedures, samen met zijn zoon of zijn neef. Ze maakten proefritten en ze bevonden vooral veel auto’s te min. De ideale auto zou immers een nieuwere editie van de oude moeten zijn en die bestaat al een paar jaar niet meer. Bovendien: hoe nieuwer hoe duurder, en mijn man is nogal op de penning. Een kleinere auto zou waarschijnlijk ook minder benzine verbruiken. Dus argumenten genoeg om een stapje terug te doen.

Uiteindelijk vonden we een auto die niet het ideaal was, maar wel de ‘minst ernstige concessie’. Een mooie lichtgrijze topoccasion van een iets kleiner type met een relatief sterke motor, binnen zijn categorie een supereditie, geheel computergestuurd. Wie de vraagprijs betaalt is een sucker en een dief van zijn eigen portemonnee, dus moest er stevig worden onderhandeld. En het werkte: er kon wel duizend euro af, waarvan 500 euro inruilwaarde, maar er kwamen nog kosten bij voor het ‘in gereedheid brengen’.

Op een mooie vrijdagmiddag in oktober reden we naar de autoboulevard bij Utrecht. Nog maar nauwelijks op weg liepen we vast in een enorme file: herfstvakantie! - 10 kilometer file volgens de borden boven de weg. Daar kon onze oude kameraad slecht tegen: van files kreeg hij een oververhitte motor (en mijn man raakte van de weeromstuit ook oververhit). We besloten de grote weg te verlaten en onze laatste kilometers over de provinciale weg te rijden. In Breukelen begon de auto heel raar te doen: schudden en schokken. De meeste controlelampjes hadden het sowieso al begeven, dus we moesten maar raden wat er nu weer mis was. Voelde hij zijn einde naderen? Het schudden werd steeds onheilspellender. Bij elk oponthoud of stoplicht zette mijn man maar even de motor uit. Hij zou het ons toch niet aandoen om het op het laatste moment voortijdig te begeven?

Hij haalde het op het nippertje. We bereikten de autoshowroom. Er werden papieren geregeld, handtekeningen gezet, handen geschud en toen was het moment daar. De nieuwe auto stond al klaar met een bordje ‘deze auto is verkocht’ op de ruit. Nu nog even de spullen overhevelen (landkaarten, kussentjes, zaklantaarn et cetera – wij zijn Nederlands kampioen ‘losse voorwerpen in de auto’).
‘Dan kunt u het beste uw oude auto even ernaast zetten’, zei de verkoper.
‘Als hij het nog maar haalt’, zei mijn man.
En weer lukte het. We zouden durven wedden dat hij geen meter verder meer kwam, maar dat hoeven we gelukkig niet meer te weten. Hij heeft ons tot het einde goed behandeld en met eindstand 205.000 kilometer zijn we toch trots op hem.

Vol verwachting stapten we in de nieuwe auto. Wat een luxe! Alles zichtbaar op computerschermpjes: de temperatuur, de airco, de olie, de benzinestand, ieder wissewasje elektronisch in beeld. Al na acht kilometer, nog voor we op de grote weg terug waren, verscheen er een melding op het controlescherm, en een zwoele vrouwenstem sprak de onbegrijpelijke woorden: ‘Sensor defect.’ Het autootje op het mini-computerscherm had plotseling nog maar twee wielen. Dat werd dus rechtsomkeert naar de autoboulevard. Daar legde een kloeke monteur een lijntje van onze boordcomputer naar de grote controlecomputer van de garage en het was zó weer gefikst (de sensor voor het meten van de bandenspanning was even losgeraakt).

Het is nu twee weken later en we hebben er al een paar flinke tochten en leuke ritjes mee gemaakt. Zelfs mijn oude vader (91) heeft ons nieuwe juweel nog mogen bewonderen. En hij rijdt heerlijk: licht en wendbaar. Pas de komende zomer zullen we ervaren hoe het is om met de helft van de bagage naar het zuiden te reizen – dat worden heftige discussies over hoeveel schoenen ik niet mee mag nemen. Nu zijn we er nog heel gelukkig mee.


* Marianne Bernard. King of the Road. De Leunstoel, jaargang 2, nummer 19 (08.09.2005)
 
**********************************************************
Bij de Fietsfabriek maken ze fietsen waarmee je ook heel veel kunt vervoeren.
Ga voor informatie naar www.defietsfabriek.nl .
© 2005 Marianne Bernard
powered by CJ2