archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 16
Jaargang 2
30 juni 2005
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Hallo, hier Hilversum! Theo Capel

0216 Gooi
Een wedstrijd wie de mooiste tuin heeft, is vertoon van burgertrots dat me erg aanspreekt en al helemaal als het zich afspeelt in een villawijk waar ik zelf ook met graagte zou willen wonen. Of de mevrouw van de bank die over de hypotheken gaat daaraan zou willen toegeven is overigens niet geheel zeker.
De wedstrijd speelde zich af in Hilversum en was gekoppeld aan het 75-jarig bestaan van de Costerustuin, een feit dat (en ook een tuin die) volstrekt aan me voorbij was gegaan. Gelukkig beloofde de wethouder van welzijn, cultuur en recreatie die er een woordje sprak, dat er wegwijzers vanaf het spoorstation zouden komen om mij en andere onwetenden op het juiste pad te brengen.

Ik nam zonder meer aan dat de tuin door een meneer Koster was aangelegd, die zijn naam wat chiquer had gemaakt, maar daarin zat ik fout. Meneer Costerus had echt bestaan. Hij was zelfs van eenvoudige komaf, maar dankzij een weldoener had hij tot biologieleraar weten te brengen en dat bracht de wens met zich mee een heemtuin aan te leggen. Zoals wel vaker gebeurt, gingen anderen zich er ook mee bemoeien en dat leidde ertoe dat de tuin nu ook vol staat met cultuurplanten. Misschien worden we wel geacht het verschil tussen die twee soorten te kennen.

De Costerustuin is een diepe pijpenla die verscholen ligt achter de achtertuinen van een laan met Robinia's (onechte acacia's), bomen die volgens de boekjes vatbaar zijn voor scheutboorders en bladmineerders, mij onbekend gespuis dat ik eerder met het Amsterdamse Damrak in verband zou brengen dan met een rustige Hilversumse laan.
Aan het begin van de tuin staat meteen de grootste schat: een tulpenboom (liriondendron tulpifera), die je dus niet moet verwarren met de magnolia. De grote lichtgroene bloemen waren helaas nog niet uitgekomen, maar het zou niet lang meer duren. De bladeren hebben een omvang waarmee je meer kunt bedekken dan met een vijgenblad en met het warme weer zouden veel mensen zo verstandig moeten zijn daar hun voordeel mee te doen.
Achter in de tuin zat een meisjesklarinetkwartet The man I love van Gershwin te spelen en je kon er thee drinken. Het Gooi leek wel het Engelse platteland, zij het dat je daar Victoria cake kan krijgen en hier boterkoek. Zo kwam er van het echte tuinwerk niet veel.

Maar er was meer. Omwonenden hadden hun tuinen opengesteld. Ik verwachtte dat de winnende tuin daaronder viel, maar er bleken twee manifestaties door elkaar te lopen en in een moment van onoplettendheid verstond ik het huisnummer van de winnende tuin niet. Hij stond in ieder geval niet op het lijstje van opengestelde tuinen. Het gevolg was dat ik even later moeizaam een breed grintpad op fietste dat werd omzoomd door geschoren coniferenhagen. Het grote traliehek stond uitnodigend open, maar dit kon toch geen bekroonde tuin zijn? Toen ik een rondje had gefietst op zoek naar de echte winnende tuin, bleek het grote hek op slot te zijn gedaan. Ik voelde me in het gezelschap van boorders en mineerders.

Een tuin die meedeed aan de open dag van Groei en Bloei (afdeling Hilversum) bleek bij de voormalige politieacademie te horen. Hier stond het hek niet per ongeluk open, maar ik had mijn aarzelingen. De politie leidt zijn hogere kader inmiddels op andere plaatsen op, maar je weet maar nooit of men niet een paar oude, doch nog waakse en scherpe Mechelse herders achterliet. Ik heb het niet uitgeprobeerd.
In plaats daarvan dronk ik wat in de tuin van een bevriend echtpaar dat geen weerstand had kunnen bieden aan de al eeuwenlang durende lokroep van het Gooi voor Amsterdammers.

In hun tuin hadden de vorige eigenaren een hulst tot een soort lolly op een stokje weten uit te laten groeien, met veel hulp van takkenzaag en snoeischaar.
Wat deed je daar nu weer mee? Kappen ligt voor de hand, maar dat kan altijd nog. Mijn suggestie was om hem uit te graven en een nieuwe plekje te geven, liefst in een zeer diep plantgat zodat de kale stam grotendeels verdwijnt. Maar misschien is dat niet nodig en zijn er trucjes om toch weer uitlopers op de stam te krijgen.
De eerste grote truc voor mijzelf blijft natuurlijk om een huis met een tuin te vinden. Op het oog kan dat in Hilversum niet zo moeilijk zijn.


© 2005 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Hallo, hier Hilversum! Theo Capel
0216 Gooi
Een wedstrijd wie de mooiste tuin heeft, is vertoon van burgertrots dat me erg aanspreekt en al helemaal als het zich afspeelt in een villawijk waar ik zelf ook met graagte zou willen wonen. Of de mevrouw van de bank die over de hypotheken gaat daaraan zou willen toegeven is overigens niet geheel zeker.
De wedstrijd speelde zich af in Hilversum en was gekoppeld aan het 75-jarig bestaan van de Costerustuin, een feit dat (en ook een tuin die) volstrekt aan me voorbij was gegaan. Gelukkig beloofde de wethouder van welzijn, cultuur en recreatie die er een woordje sprak, dat er wegwijzers vanaf het spoorstation zouden komen om mij en andere onwetenden op het juiste pad te brengen.

Ik nam zonder meer aan dat de tuin door een meneer Koster was aangelegd, die zijn naam wat chiquer had gemaakt, maar daarin zat ik fout. Meneer Costerus had echt bestaan. Hij was zelfs van eenvoudige komaf, maar dankzij een weldoener had hij tot biologieleraar weten te brengen en dat bracht de wens met zich mee een heemtuin aan te leggen. Zoals wel vaker gebeurt, gingen anderen zich er ook mee bemoeien en dat leidde ertoe dat de tuin nu ook vol staat met cultuurplanten. Misschien worden we wel geacht het verschil tussen die twee soorten te kennen.

De Costerustuin is een diepe pijpenla die verscholen ligt achter de achtertuinen van een laan met Robinia's (onechte acacia's), bomen die volgens de boekjes vatbaar zijn voor scheutboorders en bladmineerders, mij onbekend gespuis dat ik eerder met het Amsterdamse Damrak in verband zou brengen dan met een rustige Hilversumse laan.
Aan het begin van de tuin staat meteen de grootste schat: een tulpenboom (liriondendron tulpifera), die je dus niet moet verwarren met de magnolia. De grote lichtgroene bloemen waren helaas nog niet uitgekomen, maar het zou niet lang meer duren. De bladeren hebben een omvang waarmee je meer kunt bedekken dan met een vijgenblad en met het warme weer zouden veel mensen zo verstandig moeten zijn daar hun voordeel mee te doen.
Achter in de tuin zat een meisjesklarinetkwartet The man I love van Gershwin te spelen en je kon er thee drinken. Het Gooi leek wel het Engelse platteland, zij het dat je daar Victoria cake kan krijgen en hier boterkoek. Zo kwam er van het echte tuinwerk niet veel.

Maar er was meer. Omwonenden hadden hun tuinen opengesteld. Ik verwachtte dat de winnende tuin daaronder viel, maar er bleken twee manifestaties door elkaar te lopen en in een moment van onoplettendheid verstond ik het huisnummer van de winnende tuin niet. Hij stond in ieder geval niet op het lijstje van opengestelde tuinen. Het gevolg was dat ik even later moeizaam een breed grintpad op fietste dat werd omzoomd door geschoren coniferenhagen. Het grote traliehek stond uitnodigend open, maar dit kon toch geen bekroonde tuin zijn? Toen ik een rondje had gefietst op zoek naar de echte winnende tuin, bleek het grote hek op slot te zijn gedaan. Ik voelde me in het gezelschap van boorders en mineerders.

Een tuin die meedeed aan de open dag van Groei en Bloei (afdeling Hilversum) bleek bij de voormalige politieacademie te horen. Hier stond het hek niet per ongeluk open, maar ik had mijn aarzelingen. De politie leidt zijn hogere kader inmiddels op andere plaatsen op, maar je weet maar nooit of men niet een paar oude, doch nog waakse en scherpe Mechelse herders achterliet. Ik heb het niet uitgeprobeerd.
In plaats daarvan dronk ik wat in de tuin van een bevriend echtpaar dat geen weerstand had kunnen bieden aan de al eeuwenlang durende lokroep van het Gooi voor Amsterdammers.

In hun tuin hadden de vorige eigenaren een hulst tot een soort lolly op een stokje weten uit te laten groeien, met veel hulp van takkenzaag en snoeischaar.
Wat deed je daar nu weer mee? Kappen ligt voor de hand, maar dat kan altijd nog. Mijn suggestie was om hem uit te graven en een nieuwe plekje te geven, liefst in een zeer diep plantgat zodat de kale stam grotendeels verdwijnt. Maar misschien is dat niet nodig en zijn er trucjes om toch weer uitlopers op de stam te krijgen.
De eerste grote truc voor mijzelf blijft natuurlijk om een huis met een tuin te vinden. Op het oog kan dat in Hilversum niet zo moeilijk zijn.
© 2005 Theo Capel
powered by CJ2