archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 2
2 juni 2005
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Altijd teveel bagage Marianne Bernard

02142 Altijd teveel bagage


Als vriendinnen weer eens klagen over hun man geef ik altijd hetzelfde antwoord: je kunt je man niet veranderen. (You always think you are the one to change him.)
Hij is nu eenmaal zoals hij is, inclusief zijn ergerlijke, mannelijke(?), proleterige huftergedrag, zoals boeren laten, ruw en luidruchtig zuipen, stomme – altijd dezelfde – grappen maken en daar zelf als enige hard om lachen. Mánnen!
Daar staat tegenover dat mannen zich wezenloos aan ons kunnen ergeren, aan eindeloos tutten, aan urenlang winkel in winkel uit in plaats van efficiënt iets kopen, en natuurlijk aan de kritiek die we op hun kleding hebben: zó kun je niet mee naar dat feest, etentje, noem maar op
Er is weer eens onderzoek naar gedaan: wat zijn onze grootste ergernissen in de relatie? De meeste echtscheidingen zouden niet worden veroorzaakt door vreemdgaan of geldproblemen, maar door zogenaamde ‘kleine’ ergernissen. De Telegraaf van 23 mei bevatte een prachtig lijstje. Ik gaf hierboven slechts een kleine selectie.

Nu weiger ik te geloven dat een relatie kan stuklopen op kleine irritaties. Je zou denken dat er meer aan de hand moet zijn. Waarom nemen we elkaar niet zoals we zijn, inclusief beider ‘slechte’ eigenschappen?
Als mijn man weer eens over mij klaagt en gaat opsommen wat hij allemaal zo vreselijk irritant aan mij vindt, geef ik altijd hetzelfde antwoord: ‘Waarom trouw je niet met een man?’ Zijn repliek is vaak: ‘Neem toch een homo.’
Ik denk inderdaad dat het gaat om het accepteren van het verschil in wezenstrekken tussen man en vrouw. Hij wou mij toch? Dan moet hij ook inzien en begrijpen dat ik een vrouw ben. Net zo min als hij ben ik van plan om een steek te veranderen, ik wil niet een soort man worden. Maar ongemerkt hebben we elkaar in de loop der jaren toch al aanzienlijk gepolijst.

Een van de ergernissen op het lijstje was ook: te veel bagage als je op vakantie gaat. Bij ons inderdaad een gevoelig punt. Ik zou altijd de boosdoener zijn. Als meisje had ik iedere zomer al ruzie met mijn vader wanneer ik de kleren had klaargelegd die ik wilde meenemen (en die in de familiekoffer mee moesten).
‘Maar die jurken nemen geen plaats in’, zei ik steevast.
‘Ja ja’, zei mijn vader, ‘een koffer vol jurken die geen plaats innemen.’
We zijn nu veertig jaar verder en nog steeds krijg ik bij elke vakantie hetzelfde verwijt. En het is allemaal onzin. Ik heb wel eens precies gewogen hoeveel kleren ik ging inpakken. Er was ruimte genoeg in de koffer, mijn spulletjes konden er makkelijk in. Maar daar kwam mijn man met zijn stapels boeken en cd’s die ook beslist mee moesten – het eind van het liedje was natuurlijk weer dat ik er twee paar schoenen en een jasje uit moest halen.
Een vrouw heeft nu eenmaal meer kleren nodig op vakantie. Ik wil er ook wel graag leuk uitzien als we ’s avonds romantisch gaan dineren. Hij kan volstaan met één lange en één korte broek plus een paar kleurige zomerbloesjes. Ik moet zowel sportieve als nette kleren mee en daar horen ook weer diverse schoenen bij: wandelschoenen, makkelijke loopschoentjes en mooie hoge-haksandalen. En één badpak is een beetje onhandig. Je moet ook nog iets anders aan als dat nat is.

Sommige luchtvaartmaatschappijen (vooral charters) zijn medeschuldig aan deze echtelijke ruzies. Je mag maar een beperkt gewicht per persoon meenemen. Voor je het weet heb je dat overschreden, zeker als je ook gympen en badhanddoeken meeneemt, en dan laten ze je op Schiphol – tot woede van mijn man – meteen een flinke toeslag betalen. (Een goede oplossing is: alle boeken in de handbagage.)

Deze zomer gaan we met de auto en dan is er gelukkig voor één keer geen probleem.




© 2005 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Altijd teveel bagage Marianne Bernard
02142 Altijd teveel bagage


Als vriendinnen weer eens klagen over hun man geef ik altijd hetzelfde antwoord: je kunt je man niet veranderen. (You always think you are the one to change him.)
Hij is nu eenmaal zoals hij is, inclusief zijn ergerlijke, mannelijke(?), proleterige huftergedrag, zoals boeren laten, ruw en luidruchtig zuipen, stomme – altijd dezelfde – grappen maken en daar zelf als enige hard om lachen. Mánnen!
Daar staat tegenover dat mannen zich wezenloos aan ons kunnen ergeren, aan eindeloos tutten, aan urenlang winkel in winkel uit in plaats van efficiënt iets kopen, en natuurlijk aan de kritiek die we op hun kleding hebben: zó kun je niet mee naar dat feest, etentje, noem maar op
Er is weer eens onderzoek naar gedaan: wat zijn onze grootste ergernissen in de relatie? De meeste echtscheidingen zouden niet worden veroorzaakt door vreemdgaan of geldproblemen, maar door zogenaamde ‘kleine’ ergernissen. De Telegraaf van 23 mei bevatte een prachtig lijstje. Ik gaf hierboven slechts een kleine selectie.

Nu weiger ik te geloven dat een relatie kan stuklopen op kleine irritaties. Je zou denken dat er meer aan de hand moet zijn. Waarom nemen we elkaar niet zoals we zijn, inclusief beider ‘slechte’ eigenschappen?
Als mijn man weer eens over mij klaagt en gaat opsommen wat hij allemaal zo vreselijk irritant aan mij vindt, geef ik altijd hetzelfde antwoord: ‘Waarom trouw je niet met een man?’ Zijn repliek is vaak: ‘Neem toch een homo.’
Ik denk inderdaad dat het gaat om het accepteren van het verschil in wezenstrekken tussen man en vrouw. Hij wou mij toch? Dan moet hij ook inzien en begrijpen dat ik een vrouw ben. Net zo min als hij ben ik van plan om een steek te veranderen, ik wil niet een soort man worden. Maar ongemerkt hebben we elkaar in de loop der jaren toch al aanzienlijk gepolijst.

Een van de ergernissen op het lijstje was ook: te veel bagage als je op vakantie gaat. Bij ons inderdaad een gevoelig punt. Ik zou altijd de boosdoener zijn. Als meisje had ik iedere zomer al ruzie met mijn vader wanneer ik de kleren had klaargelegd die ik wilde meenemen (en die in de familiekoffer mee moesten).
‘Maar die jurken nemen geen plaats in’, zei ik steevast.
‘Ja ja’, zei mijn vader, ‘een koffer vol jurken die geen plaats innemen.’
We zijn nu veertig jaar verder en nog steeds krijg ik bij elke vakantie hetzelfde verwijt. En het is allemaal onzin. Ik heb wel eens precies gewogen hoeveel kleren ik ging inpakken. Er was ruimte genoeg in de koffer, mijn spulletjes konden er makkelijk in. Maar daar kwam mijn man met zijn stapels boeken en cd’s die ook beslist mee moesten – het eind van het liedje was natuurlijk weer dat ik er twee paar schoenen en een jasje uit moest halen.
Een vrouw heeft nu eenmaal meer kleren nodig op vakantie. Ik wil er ook wel graag leuk uitzien als we ’s avonds romantisch gaan dineren. Hij kan volstaan met één lange en één korte broek plus een paar kleurige zomerbloesjes. Ik moet zowel sportieve als nette kleren mee en daar horen ook weer diverse schoenen bij: wandelschoenen, makkelijke loopschoentjes en mooie hoge-haksandalen. En één badpak is een beetje onhandig. Je moet ook nog iets anders aan als dat nat is.

Sommige luchtvaartmaatschappijen (vooral charters) zijn medeschuldig aan deze echtelijke ruzies. Je mag maar een beperkt gewicht per persoon meenemen. Voor je het weet heb je dat overschreden, zeker als je ook gympen en badhanddoeken meeneemt, en dan laten ze je op Schiphol – tot woede van mijn man – meteen een flinke toeslag betalen. (Een goede oplossing is: alle boeken in de handbagage.)

Deze zomer gaan we met de auto en dan is er gelukkig voor één keer geen probleem.


© 2005 Marianne Bernard
powered by CJ2