archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 17
23 april 2020
Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Gearresteerd * Julius Pasgeld

1713BZ ArresterenVeertien jaar geleden werd mijn zoon gearresteerd. Hij was toen 16. Een leeftijd dus, waarop het heel normaal is, dat je gearresteerd wordt.
Het ging zo:
De telefoon ging. Mevrouw Pasgeld nam op. Gedurende het gesprek zag ik haar wit wegtrekken. ‘Mag ik bij hem langskomen?’ en ‘Hoelang kan dat allemaal gaan duren?’, hoorde ik haar vragen.
Nadat ze de telefoon had neergelegd sprak ze met iets van ontzetting in haar stem: ‘Dat was politie Haaglanden. Ze zeggen dat Junior een bushokje heeft gemold. Nu zit hij in een cel en straks gaan ze hem verhoren. Ze kunnen hem maximaal zes uur vasthouden en we mogen niet naar hem toe om hem bij te staan.’

Ik was er ook even ontdaan van. Gemakshalve begon ik me eerst maar eens af te vragen wat een bushokje zou kosten en of de verzekering dat zou vergoeden. Toen gingen mijn gedachten uit naar Junior en hoe hij daar in z’n eentje het gezag zou moeten trotseren. Pas daarna begonnen er bij mij twijfels te rijzen omtrent de schuldvraag. Had hij het wel gedaan? Had hij echt een bushokje in elkaar geslagen? Ik kon het me nauwelijks voorstellen.

‘Misschien kunnen we hem even op zijn mobieltje bellen?’, stelde mevrouw Pasgeld voor.
‘Nee’, zei ik. ‘Bij een arrestatie pakt de Nederlandse Staat alles van je af. Je veters, je geld, je identiteit. En uitgerekend die ene keer dat je je mobieltje echt nodig hebt, pikken ze dat ook nog eens in. Stel je voor zeg. Junior zou Holleeder eens kunnen bellen. Of Spong. En anders zou hij de getuigen van zijn misdrijf wel eens telefonisch onder druk kunnen zetten om op straffe van een paardenhoofd tussen de lakens het zwijgen te bewaren’.

Ik vloekte en tierde, dat het een aard had maar realiseerde me ineens, dat mevrouw Pasgeld daar in haar vertwijfeling nou ook weer niet direct mee gebaat was. Dus zei ik, terwijl ik haar in mijn armen sloot omdat ik op films had gezien dat dat gebruikelijk was na een slechte tijding:
‘Rustig nou maar. We weten nog niet eens of hij het wel gedaan heeft. Laten we nou eerst maar eens afwachten’.
Maar de enige die rustig was, was mevrouw Pasgeld. Ze ging weer verder met het bereiden van het avondmaal, waar ze mee bezig was geweest toen de telefoon ging en even later zaten we getweeën aan de dis.

Drie uur later ging de bel. Een politieauto stond pontificaal in de straat met knipperende alarmlichten. Junior stond met een agent voor de deur.
De wout nam het woord. Hij sprak:
‘Hier is uw zoon weer terug. Het verhoor heeft uitgewezen dat uw zoon niet degene is geweest die het bushokje heeft vernield. Een getuige had gezien dat een jongen met het postuur van uw zoon en met een zwart petje op een bushokje aan het molesteren was. Surveillance in de buurt leverde iemand op met hetzelfde postuur en een zwart petje. Uw zoon dus. Die, achteraf gezien gewoon uit school kwam. U zult begrijpen, dat we hem moesten inrekenen en hem een verhoor afnemen. Daaruit bleek zijn onschuld. Hier is hij weer’.

‘Zoon’, sprak ik tot Junior. ‘Zo gaat dat tegenwoordig in Nederland. Niet alleen het dragen van hoofddoekjes, het vertonen van een lach op je pasfoto maar ook het dragen van zwarte petjes is dus al een goede reden om opgepakt te worden.
Wen er maar gauw aan’.

------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven


© 2020 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Gearresteerd * Julius Pasgeld
1713BZ ArresterenVeertien jaar geleden werd mijn zoon gearresteerd. Hij was toen 16. Een leeftijd dus, waarop het heel normaal is, dat je gearresteerd wordt.
Het ging zo:
De telefoon ging. Mevrouw Pasgeld nam op. Gedurende het gesprek zag ik haar wit wegtrekken. ‘Mag ik bij hem langskomen?’ en ‘Hoelang kan dat allemaal gaan duren?’, hoorde ik haar vragen.
Nadat ze de telefoon had neergelegd sprak ze met iets van ontzetting in haar stem: ‘Dat was politie Haaglanden. Ze zeggen dat Junior een bushokje heeft gemold. Nu zit hij in een cel en straks gaan ze hem verhoren. Ze kunnen hem maximaal zes uur vasthouden en we mogen niet naar hem toe om hem bij te staan.’

Ik was er ook even ontdaan van. Gemakshalve begon ik me eerst maar eens af te vragen wat een bushokje zou kosten en of de verzekering dat zou vergoeden. Toen gingen mijn gedachten uit naar Junior en hoe hij daar in z’n eentje het gezag zou moeten trotseren. Pas daarna begonnen er bij mij twijfels te rijzen omtrent de schuldvraag. Had hij het wel gedaan? Had hij echt een bushokje in elkaar geslagen? Ik kon het me nauwelijks voorstellen.

‘Misschien kunnen we hem even op zijn mobieltje bellen?’, stelde mevrouw Pasgeld voor.
‘Nee’, zei ik. ‘Bij een arrestatie pakt de Nederlandse Staat alles van je af. Je veters, je geld, je identiteit. En uitgerekend die ene keer dat je je mobieltje echt nodig hebt, pikken ze dat ook nog eens in. Stel je voor zeg. Junior zou Holleeder eens kunnen bellen. Of Spong. En anders zou hij de getuigen van zijn misdrijf wel eens telefonisch onder druk kunnen zetten om op straffe van een paardenhoofd tussen de lakens het zwijgen te bewaren’.

Ik vloekte en tierde, dat het een aard had maar realiseerde me ineens, dat mevrouw Pasgeld daar in haar vertwijfeling nou ook weer niet direct mee gebaat was. Dus zei ik, terwijl ik haar in mijn armen sloot omdat ik op films had gezien dat dat gebruikelijk was na een slechte tijding:
‘Rustig nou maar. We weten nog niet eens of hij het wel gedaan heeft. Laten we nou eerst maar eens afwachten’.
Maar de enige die rustig was, was mevrouw Pasgeld. Ze ging weer verder met het bereiden van het avondmaal, waar ze mee bezig was geweest toen de telefoon ging en even later zaten we getweeën aan de dis.

Drie uur later ging de bel. Een politieauto stond pontificaal in de straat met knipperende alarmlichten. Junior stond met een agent voor de deur.
De wout nam het woord. Hij sprak:
‘Hier is uw zoon weer terug. Het verhoor heeft uitgewezen dat uw zoon niet degene is geweest die het bushokje heeft vernield. Een getuige had gezien dat een jongen met het postuur van uw zoon en met een zwart petje op een bushokje aan het molesteren was. Surveillance in de buurt leverde iemand op met hetzelfde postuur en een zwart petje. Uw zoon dus. Die, achteraf gezien gewoon uit school kwam. U zult begrijpen, dat we hem moesten inrekenen en hem een verhoor afnemen. Daaruit bleek zijn onschuld. Hier is hij weer’.

‘Zoon’, sprak ik tot Junior. ‘Zo gaat dat tegenwoordig in Nederland. Niet alleen het dragen van hoofddoekjes, het vertonen van een lach op je pasfoto maar ook het dragen van zwarte petjes is dus al een goede reden om opgepakt te worden.
Wen er maar gauw aan’.

------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
© 2020 Julius Pasgeld
powered by CJ2