archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 2
7 april 2005
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Prietpraat of menens? Hans Knegtmans

0211 Communicatie
De Franse cineast Eric Rohmer mag dan net 85 zijn geworden, hij is still going strong. Triple agent is zijn eenenvijftigste speelfilm en hij werkt ook al aan zijn volgende. Wanneer een van zijn films op TV vertoond wordt, moet ik meestal in mijn archieven nagaan of ik hem nu wel of niet in de bioscoop gezien heb. Een typische Rohmer gaat aldus. Jean reist af naar een badplaats in de hoop, daar Sandrine te ontmoeten op wie hij in het geheim verliefd is. In zijn hotel ontmoet hij Margot, die met haar ouders op vakantie is. Jean en Margot raken al snel op goede voet. Ze wandelen over het strand, beklimmen een berg, en eten in een leuke bistro. Dan neemt hij haar in vertrouwen over zijn verliefdheid. Dat leidt tot heel goede gesprekken. Wanneer Jean Sandrine daadwerkelijk tegenkomt en zij zich toeschietelijker gedraagt dan hij ooit voor mogelijk had gehouden, begint hij zich af te vragen hoe verliefd hij nu werkelijk is. En belangrijker nog, op wie eigenlijk? Ja, in de films van Rohmer wordt heel wat afgepraat, en de geoefende toeschouwer weet meteen welke conversaties prietpraat zijn, en wanneer het menens wordt.

Triple agent stelt de Rohmer habitué onverwacht op de proef. De film begint met journaalbeelden uit 1936. Bij de verkiezingen heeft het Front Populaire een spectaculaire overwinning geboekt. De linkse regering van Léon Blum moet met beleid manoeuvreren tussen de Stalinistische Sovjet Unie en het Nationaal- Socialistische Duitsland. Niks gebabbel over verliefdheid, er wordt een beroep gedaan op onze parate kennis van de recente wereldgeschiedenis. Het blijft niet bij journaalbeelden. Hoofdpersonen zijn Fyodor, een Wit-Russische generaal in ballingschap maar eigenlijk drievoudig spion (Serge Renko) en zijn Griekse echtgenote Arsinoé (Katerina Didaskalu). Hun buurman leest l’Humanité, dus Fyodor weet dat hij met een gevaarlijke communist van doen heeft. Tijdens een etentje praten ze over de verkiezingsuitslag (de echtgenotes luisteren bewonderend toe, zo ging dat toen) en slaan ze elkaar met politieke argumenten om de oren. De kijker moet zijn stinkende best doen om het allemaal te kunnen volgen.

Maar eindelijk komt het verhaal toch terecht in de vertrouwde Rohmer-wateren. Arsinoé beklaagt zich bij haar man dat deze in het openbaar altijd het hoogste woord heeft en tegelijk haar nooit iets van zijn politieke denkbeelden vertelt. Zijn antwoord mag er zijn: tegen anderen liegt hij, en omdat hij tegen zijn vrouw niet wil liegen, gaat hij bij haar dit soort onderwerpen uit de weg. Hier is duidelijk een leugenaar aan het woord, al duurt het nog een tijdje voordat zijn spionage-activiteiten duidelijker vorm aannemen en zijn echtgenote zich serieus zorgen gaat maken over de kwaliteit van haar huwelijk.

Misschien door zijn geringe ervaring met deze ongewone thematiek blijven Rohmers personages veel meer op afstand dan te doen gebruikelijk. Zowel voor films als voor literaire fictie geldt het adagium Show, don’t tell. Hoewel ook in Rohmers andere films er lustig op los wordt gebabbeld, kunnen we daar door de expressie van de personages niet alleen horen maar ook voelen wat er aan de hand is. Triple agent biedt daar weinig gelegenheid toe, en blijft daardoor steken in een wel knappe maar erg kille historische vertelling. Wie Rohmer niet kent, kan beter een video huren met eerder werk. Bijna alles daarvan is zeer de moeite waard.

Een van de interessantste films van het jaar is Enduring Love van de Brit Roger Michell. Die was verantwoordelijk voor de flauwe Hugh Grant-komedie Notting Hill, maar liet in The Mother zien, dat hij een stevig melodrama evenmin uit de weg gaat. Ook in zijn verfilming van de roman van Ian McEwan valt weinig te lachen. De nu al beroemde openingsscène zet de toon voor het verhaal. Twee mooie, jonge mensen strijken, voorzien van een picknickmand neer in een idyllische weide. Joe haalt een fles champagne te voorschijn en schenkt zichzelf en zijn vriendin Claire een plastic bekertje in. Een romantisch tafereeltje, maar dat is snel afgelopen. Uit het niets duikt een rode heteluchtballon op die vanwege een onduidelijk effect een noodlanding moet maken. Een man klimt eruit, een jongetje blijft in paniek achter. Joe rent naar de ballon en ook andere toevallig aanwezigen schieten te hulp. Even lijkt het alsof ze de ballon onder controle hebben – eind goed al goed – maar een plotselinge windvlaag tilt het gevaarte weer op, zodat de reddingsploeg aan een touw bengelend het luchtruim dreigt te kiezen. Alle mannen laten het touw los en belanden onzacht maar verder ongedeerd in de weide. Op één na, die niet die tegenwoordigheid van geest heeft, of dapperder is dan de rest en de veiligheid van het jongetje boven alles stelt. Ook hij moet uiteindelijk loslaten, inmiddels hoog in de lucht, en hij slaat tegen de grond te pletter. Joe en een ander lid van de geïmproviseerde reddingsploeg (Jed heet hij, horen we later) zien dat ze niets meer voor de man kunnen doen. Op voorstel van Jed knielen beide mannen in gebed neer, Joe ongetwijfeld voor de eerste en laatste keer in zijn leven.

Een somber begin, en het verhaal wordt er niet vrolijker op. Joe kan de tragedie niet van zich afzetten. Was het onvermijdelijk dat hij het touw losliet? Was het misschien ordinaire lafheid, en moesten door zijn desertie ook de anderen loslaten? Voor zijn geestesoog blijft de gebeurtenis zich eindeloos herhalen. Op het prikbord in zijn werkkamer hangen tekeningen van ballonnen in allerlei posities, met bijgeschreven commentaar. Alsof het leven al niet moeilijk genoeg is, staat plotseling Jed voor zijn neus, de man van het gebed. Hij vat niet meteen de koe bij de horens, maar in latere ontmoetingen ‘herinnert’ hij Joe eraan dat tijdens hun samenzijn beide mannen hebben ontdekt dat zij voor elkaar bestemd waren.
Arme Joe. Eerst een mislukte reddingsactie, nu een stalkende gek die hem gebiedt een niet bestaande emotie te ‘accepteren’ (het thema kwam eerder aan bod in Play Misty for Me en Fatal Attraction). Dezelfde Joe die als gekwalificeerde filosofiedocent tot voor kort zijn studenten vrijblijvend kon onderhouden met speculaties over de betekenis van verliefdheid. Bestaat het verschijnsel überhaupt wel? En zo ja, waar is het goed voor?

De belangrijkste verhaalontwikkeling is de desintegratie van Joe’s relatie met Claire. Ik zal het niet verklappen, maar de film bevat een incident – een kleinigheid zou je denken, als je de achtergrond niet kende – waardoor het hem als een donderslag bij heldere hemel duidelijk wordt dat zij niet meer van hem houdt. Enduring Love is een zeldzaam deprimerende film. De kijker mag zelf bedenken wat precies de afbraak van de relatie heeft ingeluid. Misschien Joe’s reactie op de vergeefse reddingspoging. Misschien zijn overspannen reacties op de krankzinnige aanbidder. Het is zelfs denkbaar dat ook zonder die omstandigheden de verliefdheid van Claire was overgewaaid. Een bedreigende gedachte, maar dat soort dingen gebeuren.

De hoofdrollen zijn in goede handen. Daniel Craig steekt als getergde antiheld de kampioen van dit soort types, Sean Penn, naar de kroon. Samantha Morton – ook al een snel rijzende ster – geeft Claire precies de toenemende ergernis en ongedurigheid mee waardoor we weten dat binnenkort de bom zal barsten.
De aspirant bezoeker doet er verstandig aan een moment te kiezen dat hij stevig in zijn schoenen staat. Anders wacht hem existentiële twijfel, die – hebben we net gezien – gemakkelijk over kan slaan op zijn partner. Life imitates art.


© 2005 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Prietpraat of menens? Hans Knegtmans
0211 Communicatie
De Franse cineast Eric Rohmer mag dan net 85 zijn geworden, hij is still going strong. Triple agent is zijn eenenvijftigste speelfilm en hij werkt ook al aan zijn volgende. Wanneer een van zijn films op TV vertoond wordt, moet ik meestal in mijn archieven nagaan of ik hem nu wel of niet in de bioscoop gezien heb. Een typische Rohmer gaat aldus. Jean reist af naar een badplaats in de hoop, daar Sandrine te ontmoeten op wie hij in het geheim verliefd is. In zijn hotel ontmoet hij Margot, die met haar ouders op vakantie is. Jean en Margot raken al snel op goede voet. Ze wandelen over het strand, beklimmen een berg, en eten in een leuke bistro. Dan neemt hij haar in vertrouwen over zijn verliefdheid. Dat leidt tot heel goede gesprekken. Wanneer Jean Sandrine daadwerkelijk tegenkomt en zij zich toeschietelijker gedraagt dan hij ooit voor mogelijk had gehouden, begint hij zich af te vragen hoe verliefd hij nu werkelijk is. En belangrijker nog, op wie eigenlijk? Ja, in de films van Rohmer wordt heel wat afgepraat, en de geoefende toeschouwer weet meteen welke conversaties prietpraat zijn, en wanneer het menens wordt.

Triple agent stelt de Rohmer habitué onverwacht op de proef. De film begint met journaalbeelden uit 1936. Bij de verkiezingen heeft het Front Populaire een spectaculaire overwinning geboekt. De linkse regering van Léon Blum moet met beleid manoeuvreren tussen de Stalinistische Sovjet Unie en het Nationaal- Socialistische Duitsland. Niks gebabbel over verliefdheid, er wordt een beroep gedaan op onze parate kennis van de recente wereldgeschiedenis. Het blijft niet bij journaalbeelden. Hoofdpersonen zijn Fyodor, een Wit-Russische generaal in ballingschap maar eigenlijk drievoudig spion (Serge Renko) en zijn Griekse echtgenote Arsinoé (Katerina Didaskalu). Hun buurman leest l’Humanité, dus Fyodor weet dat hij met een gevaarlijke communist van doen heeft. Tijdens een etentje praten ze over de verkiezingsuitslag (de echtgenotes luisteren bewonderend toe, zo ging dat toen) en slaan ze elkaar met politieke argumenten om de oren. De kijker moet zijn stinkende best doen om het allemaal te kunnen volgen.

Maar eindelijk komt het verhaal toch terecht in de vertrouwde Rohmer-wateren. Arsinoé beklaagt zich bij haar man dat deze in het openbaar altijd het hoogste woord heeft en tegelijk haar nooit iets van zijn politieke denkbeelden vertelt. Zijn antwoord mag er zijn: tegen anderen liegt hij, en omdat hij tegen zijn vrouw niet wil liegen, gaat hij bij haar dit soort onderwerpen uit de weg. Hier is duidelijk een leugenaar aan het woord, al duurt het nog een tijdje voordat zijn spionage-activiteiten duidelijker vorm aannemen en zijn echtgenote zich serieus zorgen gaat maken over de kwaliteit van haar huwelijk.

Misschien door zijn geringe ervaring met deze ongewone thematiek blijven Rohmers personages veel meer op afstand dan te doen gebruikelijk. Zowel voor films als voor literaire fictie geldt het adagium Show, don’t tell. Hoewel ook in Rohmers andere films er lustig op los wordt gebabbeld, kunnen we daar door de expressie van de personages niet alleen horen maar ook voelen wat er aan de hand is. Triple agent biedt daar weinig gelegenheid toe, en blijft daardoor steken in een wel knappe maar erg kille historische vertelling. Wie Rohmer niet kent, kan beter een video huren met eerder werk. Bijna alles daarvan is zeer de moeite waard.

Een van de interessantste films van het jaar is Enduring Love van de Brit Roger Michell. Die was verantwoordelijk voor de flauwe Hugh Grant-komedie Notting Hill, maar liet in The Mother zien, dat hij een stevig melodrama evenmin uit de weg gaat. Ook in zijn verfilming van de roman van Ian McEwan valt weinig te lachen. De nu al beroemde openingsscène zet de toon voor het verhaal. Twee mooie, jonge mensen strijken, voorzien van een picknickmand neer in een idyllische weide. Joe haalt een fles champagne te voorschijn en schenkt zichzelf en zijn vriendin Claire een plastic bekertje in. Een romantisch tafereeltje, maar dat is snel afgelopen. Uit het niets duikt een rode heteluchtballon op die vanwege een onduidelijk effect een noodlanding moet maken. Een man klimt eruit, een jongetje blijft in paniek achter. Joe rent naar de ballon en ook andere toevallig aanwezigen schieten te hulp. Even lijkt het alsof ze de ballon onder controle hebben – eind goed al goed – maar een plotselinge windvlaag tilt het gevaarte weer op, zodat de reddingsploeg aan een touw bengelend het luchtruim dreigt te kiezen. Alle mannen laten het touw los en belanden onzacht maar verder ongedeerd in de weide. Op één na, die niet die tegenwoordigheid van geest heeft, of dapperder is dan de rest en de veiligheid van het jongetje boven alles stelt. Ook hij moet uiteindelijk loslaten, inmiddels hoog in de lucht, en hij slaat tegen de grond te pletter. Joe en een ander lid van de geïmproviseerde reddingsploeg (Jed heet hij, horen we later) zien dat ze niets meer voor de man kunnen doen. Op voorstel van Jed knielen beide mannen in gebed neer, Joe ongetwijfeld voor de eerste en laatste keer in zijn leven.

Een somber begin, en het verhaal wordt er niet vrolijker op. Joe kan de tragedie niet van zich afzetten. Was het onvermijdelijk dat hij het touw losliet? Was het misschien ordinaire lafheid, en moesten door zijn desertie ook de anderen loslaten? Voor zijn geestesoog blijft de gebeurtenis zich eindeloos herhalen. Op het prikbord in zijn werkkamer hangen tekeningen van ballonnen in allerlei posities, met bijgeschreven commentaar. Alsof het leven al niet moeilijk genoeg is, staat plotseling Jed voor zijn neus, de man van het gebed. Hij vat niet meteen de koe bij de horens, maar in latere ontmoetingen ‘herinnert’ hij Joe eraan dat tijdens hun samenzijn beide mannen hebben ontdekt dat zij voor elkaar bestemd waren.
Arme Joe. Eerst een mislukte reddingsactie, nu een stalkende gek die hem gebiedt een niet bestaande emotie te ‘accepteren’ (het thema kwam eerder aan bod in Play Misty for Me en Fatal Attraction). Dezelfde Joe die als gekwalificeerde filosofiedocent tot voor kort zijn studenten vrijblijvend kon onderhouden met speculaties over de betekenis van verliefdheid. Bestaat het verschijnsel überhaupt wel? En zo ja, waar is het goed voor?

De belangrijkste verhaalontwikkeling is de desintegratie van Joe’s relatie met Claire. Ik zal het niet verklappen, maar de film bevat een incident – een kleinigheid zou je denken, als je de achtergrond niet kende – waardoor het hem als een donderslag bij heldere hemel duidelijk wordt dat zij niet meer van hem houdt. Enduring Love is een zeldzaam deprimerende film. De kijker mag zelf bedenken wat precies de afbraak van de relatie heeft ingeluid. Misschien Joe’s reactie op de vergeefse reddingspoging. Misschien zijn overspannen reacties op de krankzinnige aanbidder. Het is zelfs denkbaar dat ook zonder die omstandigheden de verliefdheid van Claire was overgewaaid. Een bedreigende gedachte, maar dat soort dingen gebeuren.

De hoofdrollen zijn in goede handen. Daniel Craig steekt als getergde antiheld de kampioen van dit soort types, Sean Penn, naar de kroon. Samantha Morton – ook al een snel rijzende ster – geeft Claire precies de toenemende ergernis en ongedurigheid mee waardoor we weten dat binnenkort de bom zal barsten.
De aspirant bezoeker doet er verstandig aan een moment te kiezen dat hij stevig in zijn schoenen staat. Anders wacht hem existentiële twijfel, die – hebben we net gezien – gemakkelijk over kan slaan op zijn partner. Life imitates art.
© 2005 Hans Knegtmans
powered by CJ2