archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 8
Jaargang 16
14 februari 2019
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Onverwacht is wel zo leuk Arie de Jong

1608VG Ruysch1Op een zondagmiddag stapte ik op de fiets om in het Boerhaave Museum te Leiden de tentoonstelling te gaan zien over Herman Boerhaave. Een grote naam in de medische sector, maar ook de naamgever van het museum (de tentoonstelling loopt nog tot 1 september 2019). Wie niets weet van Herman Boerhaave heeft er mogelijk een leuk overzicht aan. De tentoonstelling viel mij wat tegen, alles wist ik al en wat er te zien was had ik al minstens een keer gezien, terwijl de meeste materiële zaken niet authentiek waren (‘Boerhaave maakte ook wel muziek, dit is een luit uit die tijd’).

Het blijft een raadsel dat iemand die nooit iets heeft uitgevonden dat een prijs of speciale vermelding zou verdienen toch zo beroemd is geworden. Dat hij behoorlijk colleges verzorgde en, overigens noodgedwongen, op een breed terrein actief was, dat maakt hem nog niet bijzonder. Ook niet helemaal begrijpelijk dat iemand die uitweek naar Harderwijk om te promoveren, omdat hij het geld niet had om de veel duurdere promotieplechtigheden in Leiden te kunnen bekostigen, later een groot landhuis (Oud Poelgeest) en een fiks pand aan het Rapenburg kon kopen. Het zal geholpen hebben dat hij de dochter kon trouwen van een rijke koopman uit Leiden.

Hoe dan ook, de tentoonstelling was matig interessant en net toen ik weg wilde gaan, stond een minisymposium over Frederik Ruysch op beginnen. Ik stapte naar binnen, net voordat de deur werd gesloten. Het maakte mijn middag goed. Al was het maar omdat de laatste inleiding hilarisch was en waard om op YouTube miljoenen malen bekeken te worden (als die was opgenomen natuurlijk).

Wie was Frederik Ruysch? Hij werd geboren in 1638 als zoon van een ‘klerk’ van de Staten van Holland. Zijn oudste broer volgde daarin vader op, dat hoefde Frederik niet. Frederik werd al jong apothekersleerling, toen zijn vader overleed. Frederik trouwde op zijn achttiende met een dochter van Pieter Post. Hij verkeerde duidelijk in de kringen die we in sociologisch opzicht de ‘higher middle class’ zouden noemen. Hij was zeer geïnteresseerd in de anatomie, volgde colleges en werd al op 25-jarige leeftijd hoogleraar in Amsterdam, op voorspraak van Nicolaes Tulp (bekend van de ‘Anatomische les’ van Rembrandt). Zijn uit de hand gelopen hobby was het maken en verzamelen van ‘droge’ en ‘natte’ preparaten van onderdelen van het menselijk lichaam. Zijn verzameling was immens, maar hij verkocht die (hij was toen al 79) aan Tsaar Frederik de Grote voor het toen zeer aanzienlijke bedrag van 30.000 gulden. Het kostte een jaar om alles in te pakken en te verschepen naar Petersburg. Frederik Ruysch werkte zelf totaal niet mee aan het inpakken en verschepen. Misschien had hij moeite van zijn verzameling te scheiden.

In Petersburg bewaart men nog bijna 1000 van de oorspronkelijk ongeveer 2000 preparaten, recent voor een deel gered door herstelacties van Willem Mulder, de gepensioneerde conservator van het Utrechtse Universiteitsmuseum. Overigens bleef Frederik Ruysch na de verkoop van zijn verzameling nieuwe preparaten maken, maar die zijn na zijn dood verspreid geraakt over particulieren en musea. In 1731 overleed hij,1608VG Ruysch2 bijna 93 jaar oud. De kwaliteit van zijn preparaten is geweldig goed, tot op de dag van vandaag. Zijn beschrijvingen zijn zeer informatief en vaak vol humor.

Bij het minisymposium kregen we eerst een documentaire te zien, waarbij Luuc Kooijmans naar Petersburg reisde en de uitstalling liet zien in de Kunstkamera, een museum voor de wetenschap dat ligt tegenover de Hermitage. Luuc Kooijmans heeft de biografie geschreven van Frederik Ruysch, met de toepasselijke titel ‘Op het snijvlak van kunst en wetenschap’ (2018). Een jaar eerder, in 2017 verscheen al zijn biografie over Herman Boerhaave, ‘Het orakel’.

Na een aansluitend vraaggesprek met Luuc Kooijmans werden drie causerieën gegeven door auteurs van artikelen in het in 2017 verschenen boek ‘Geloof alleen je eigen ogen’. Weer een treffende titel. Tot de 17de eeuw waren er maar weinig die het menselijk lichaam daadwerkelijk onderzochten en zeker wat er onder de huid allemaal te vinden is. Medici en charlatans lepelden onzin op. Pas in die tijd werd de bloedsomloop ontdekt en beschreven. De medische wetenschap had vanaf dat moment nog een lange weg te gaan, al dan niet gehinderd door vooroordelen en religieuze weerstand. Wat ook tot voor kort erg in de weg zat was dat de medici en onderzoekers nagenoeg allen mannen waren, zodat veel specifieke aspecten van de vrouw totaal niet werden opgemerkt of erger: vanuit het mannelijke oog werden gezien.

Waren de verhalen van Cisca Griffioen, anatoom bij het AMC, en de eerder genoemde Willem Mulder al heel interessant en goed om aan te horen, bij Otto Bleker, gynaecoloog bij het AMC, ging ik naar het puntje van mijn stoel. Zijn verhaal over zwangerschap en geslachtsdelen, aan de hand van de preparaten van Frederik Ruysch, was buitengewoon verhelderend en, ik zei het al eerder, hilarisch.

Hij liet een preparaat zien van een voetje dat dan weer bovenop een stukje uit het bekken van een vrouw stond. Die vrouw was prostituee geweest en Ruysch noteert dan dat vele mannen plezier van haar hadden gehad, en dat sommigen daarvan nog leefden. Bij het preparaat van een vulva (ik kan ook zeggen: een kut) had Ruysch opgemerkt dat de clitoris en omgeving daarvan de vrouw veel plezier konden verschaffen en dat de man dan zijn best moest doen, want dat zou zorgen voor een geslaagd huwelijk. Overigens begreep ik dat de Delftse collega van Frederik Ruysch, Reinier de Graaf, bij dit onderwerp een veel grotere betekenis had gehad. Die meldde zelfs al het een en ander over de lustbeleving van de vrouw en hoe dat anatomisch zit met de clitoris en inwaartse zwellichamen waar de hedendaagse gynaecologie pas sinds een jaar of dertig serieus aandacht aan besteed. Sinds vrouwen een opmars hebben in de gynaecologie en er niet alleen mannen rondlopen.

Een akelig preparaat, akelig om te zien, was een bij de kop (de ‘glans’) doorgesneden penis, waarbij op sterk water zowel het kopje als het gedeelte daaronder werden getoond. Ik neem aan dat dit preparaat werd afgenomen van een inmiddels overleden iemand.
Dat alles, in dienst van de wetenschap.

-------
De plaatjes zijn geselecteerd door Henk Klaren


© 2019 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Onverwacht is wel zo leuk Arie de Jong
1608VG Ruysch1Op een zondagmiddag stapte ik op de fiets om in het Boerhaave Museum te Leiden de tentoonstelling te gaan zien over Herman Boerhaave. Een grote naam in de medische sector, maar ook de naamgever van het museum (de tentoonstelling loopt nog tot 1 september 2019). Wie niets weet van Herman Boerhaave heeft er mogelijk een leuk overzicht aan. De tentoonstelling viel mij wat tegen, alles wist ik al en wat er te zien was had ik al minstens een keer gezien, terwijl de meeste materiële zaken niet authentiek waren (‘Boerhaave maakte ook wel muziek, dit is een luit uit die tijd’).

Het blijft een raadsel dat iemand die nooit iets heeft uitgevonden dat een prijs of speciale vermelding zou verdienen toch zo beroemd is geworden. Dat hij behoorlijk colleges verzorgde en, overigens noodgedwongen, op een breed terrein actief was, dat maakt hem nog niet bijzonder. Ook niet helemaal begrijpelijk dat iemand die uitweek naar Harderwijk om te promoveren, omdat hij het geld niet had om de veel duurdere promotieplechtigheden in Leiden te kunnen bekostigen, later een groot landhuis (Oud Poelgeest) en een fiks pand aan het Rapenburg kon kopen. Het zal geholpen hebben dat hij de dochter kon trouwen van een rijke koopman uit Leiden.

Hoe dan ook, de tentoonstelling was matig interessant en net toen ik weg wilde gaan, stond een minisymposium over Frederik Ruysch op beginnen. Ik stapte naar binnen, net voordat de deur werd gesloten. Het maakte mijn middag goed. Al was het maar omdat de laatste inleiding hilarisch was en waard om op YouTube miljoenen malen bekeken te worden (als die was opgenomen natuurlijk).

Wie was Frederik Ruysch? Hij werd geboren in 1638 als zoon van een ‘klerk’ van de Staten van Holland. Zijn oudste broer volgde daarin vader op, dat hoefde Frederik niet. Frederik werd al jong apothekersleerling, toen zijn vader overleed. Frederik trouwde op zijn achttiende met een dochter van Pieter Post. Hij verkeerde duidelijk in de kringen die we in sociologisch opzicht de ‘higher middle class’ zouden noemen. Hij was zeer geïnteresseerd in de anatomie, volgde colleges en werd al op 25-jarige leeftijd hoogleraar in Amsterdam, op voorspraak van Nicolaes Tulp (bekend van de ‘Anatomische les’ van Rembrandt). Zijn uit de hand gelopen hobby was het maken en verzamelen van ‘droge’ en ‘natte’ preparaten van onderdelen van het menselijk lichaam. Zijn verzameling was immens, maar hij verkocht die (hij was toen al 79) aan Tsaar Frederik de Grote voor het toen zeer aanzienlijke bedrag van 30.000 gulden. Het kostte een jaar om alles in te pakken en te verschepen naar Petersburg. Frederik Ruysch werkte zelf totaal niet mee aan het inpakken en verschepen. Misschien had hij moeite van zijn verzameling te scheiden.

In Petersburg bewaart men nog bijna 1000 van de oorspronkelijk ongeveer 2000 preparaten, recent voor een deel gered door herstelacties van Willem Mulder, de gepensioneerde conservator van het Utrechtse Universiteitsmuseum. Overigens bleef Frederik Ruysch na de verkoop van zijn verzameling nieuwe preparaten maken, maar die zijn na zijn dood verspreid geraakt over particulieren en musea. In 1731 overleed hij,1608VG Ruysch2 bijna 93 jaar oud. De kwaliteit van zijn preparaten is geweldig goed, tot op de dag van vandaag. Zijn beschrijvingen zijn zeer informatief en vaak vol humor.

Bij het minisymposium kregen we eerst een documentaire te zien, waarbij Luuc Kooijmans naar Petersburg reisde en de uitstalling liet zien in de Kunstkamera, een museum voor de wetenschap dat ligt tegenover de Hermitage. Luuc Kooijmans heeft de biografie geschreven van Frederik Ruysch, met de toepasselijke titel ‘Op het snijvlak van kunst en wetenschap’ (2018). Een jaar eerder, in 2017 verscheen al zijn biografie over Herman Boerhaave, ‘Het orakel’.

Na een aansluitend vraaggesprek met Luuc Kooijmans werden drie causerieën gegeven door auteurs van artikelen in het in 2017 verschenen boek ‘Geloof alleen je eigen ogen’. Weer een treffende titel. Tot de 17de eeuw waren er maar weinig die het menselijk lichaam daadwerkelijk onderzochten en zeker wat er onder de huid allemaal te vinden is. Medici en charlatans lepelden onzin op. Pas in die tijd werd de bloedsomloop ontdekt en beschreven. De medische wetenschap had vanaf dat moment nog een lange weg te gaan, al dan niet gehinderd door vooroordelen en religieuze weerstand. Wat ook tot voor kort erg in de weg zat was dat de medici en onderzoekers nagenoeg allen mannen waren, zodat veel specifieke aspecten van de vrouw totaal niet werden opgemerkt of erger: vanuit het mannelijke oog werden gezien.

Waren de verhalen van Cisca Griffioen, anatoom bij het AMC, en de eerder genoemde Willem Mulder al heel interessant en goed om aan te horen, bij Otto Bleker, gynaecoloog bij het AMC, ging ik naar het puntje van mijn stoel. Zijn verhaal over zwangerschap en geslachtsdelen, aan de hand van de preparaten van Frederik Ruysch, was buitengewoon verhelderend en, ik zei het al eerder, hilarisch.

Hij liet een preparaat zien van een voetje dat dan weer bovenop een stukje uit het bekken van een vrouw stond. Die vrouw was prostituee geweest en Ruysch noteert dan dat vele mannen plezier van haar hadden gehad, en dat sommigen daarvan nog leefden. Bij het preparaat van een vulva (ik kan ook zeggen: een kut) had Ruysch opgemerkt dat de clitoris en omgeving daarvan de vrouw veel plezier konden verschaffen en dat de man dan zijn best moest doen, want dat zou zorgen voor een geslaagd huwelijk. Overigens begreep ik dat de Delftse collega van Frederik Ruysch, Reinier de Graaf, bij dit onderwerp een veel grotere betekenis had gehad. Die meldde zelfs al het een en ander over de lustbeleving van de vrouw en hoe dat anatomisch zit met de clitoris en inwaartse zwellichamen waar de hedendaagse gynaecologie pas sinds een jaar of dertig serieus aandacht aan besteed. Sinds vrouwen een opmars hebben in de gynaecologie en er niet alleen mannen rondlopen.

Een akelig preparaat, akelig om te zien, was een bij de kop (de ‘glans’) doorgesneden penis, waarbij op sterk water zowel het kopje als het gedeelte daaronder werden getoond. Ik neem aan dat dit preparaat werd afgenomen van een inmiddels overleden iemand.
Dat alles, in dienst van de wetenschap.

-------
De plaatjes zijn geselecteerd door Henk Klaren
© 2019 Arie de Jong
powered by CJ2