archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 16
Jaargang 15
14 juni 2018
Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Het ijs breken? Claude Aendenboom

1516BZ IJsToen ik net dertien was geworden, spoedde ik me elke maand met de trein naar Brussel waar mijn vader toen al enkele jaren woonde. Voor hem was mijn verblijf een aangenaam verzetje en ook ik genoot steeds weer van de bruisende hoofdstad. Vaak namen we dan de metro naar de rommelmarkt of naar één of ander museum.

Op een mooie lentedag waren we in het Museum voor Natuurwetenschappen beland. Het sloot perfect aan bij vaders denkwereld, fysica maar ook geografie en mineralogie kon hem enorm boeien. En voor mij zag hij dit museumbezoek tevens als een noodzakelijke aanvulling op mijn studie in het strenge college te Dendermonde.
Toen we na uren slenteren bij de dinosauriërskeletten waren aangekomen merkte vader plots een bekende Belgische politicus op die met zijn gezin ook de metershoge prehistorische monsters aanschouwden. Het was niemand minder dan minister Eyskens.

Vader sprak hem beleefd aan maar de man vertikte het om ons aan te kijken. Eerlijk gezegd waren vader en ik nogal casual gekleed, de minister droeg een strak grijs maatpak en ook zijn kinderen leken wel plechtige communicantjes.
Toen de man aanstalten maakte om zich naar een ander museumzaal te begeven, zei vader gauw dat ik Latijn-Grieks studeerde. Vader wou zo het ijs breken, want hij had ooit in een tijdschrift gelezen dat deze politicus dezelfde studierichting had genoten.
De minister knikte even: 'Ach zo ...'

Maar dan vertrok het gezin Eyskens ijskoud verder, richting uitgang.
'Trek het je niet aan Clo-clo', glimlachte vader,' laten we een hapje gaan eten in het Italiaans restaurant op de hoek, daar zijn ze wellicht wat vriendelijker!'

-----
Het plaatje is van Petra Busstra


© 2018 Claude Aendenboom meer Claude Aendenboom - meer "Ontmoetingen" -
Bezigheden > Ontmoetingen
Het ijs breken? Claude Aendenboom
1516BZ IJsToen ik net dertien was geworden, spoedde ik me elke maand met de trein naar Brussel waar mijn vader toen al enkele jaren woonde. Voor hem was mijn verblijf een aangenaam verzetje en ook ik genoot steeds weer van de bruisende hoofdstad. Vaak namen we dan de metro naar de rommelmarkt of naar één of ander museum.

Op een mooie lentedag waren we in het Museum voor Natuurwetenschappen beland. Het sloot perfect aan bij vaders denkwereld, fysica maar ook geografie en mineralogie kon hem enorm boeien. En voor mij zag hij dit museumbezoek tevens als een noodzakelijke aanvulling op mijn studie in het strenge college te Dendermonde.
Toen we na uren slenteren bij de dinosauriërskeletten waren aangekomen merkte vader plots een bekende Belgische politicus op die met zijn gezin ook de metershoge prehistorische monsters aanschouwden. Het was niemand minder dan minister Eyskens.

Vader sprak hem beleefd aan maar de man vertikte het om ons aan te kijken. Eerlijk gezegd waren vader en ik nogal casual gekleed, de minister droeg een strak grijs maatpak en ook zijn kinderen leken wel plechtige communicantjes.
Toen de man aanstalten maakte om zich naar een ander museumzaal te begeven, zei vader gauw dat ik Latijn-Grieks studeerde. Vader wou zo het ijs breken, want hij had ooit in een tijdschrift gelezen dat deze politicus dezelfde studierichting had genoten.
De minister knikte even: 'Ach zo ...'

Maar dan vertrok het gezin Eyskens ijskoud verder, richting uitgang.
'Trek het je niet aan Clo-clo', glimlachte vader,' laten we een hapje gaan eten in het Italiaans restaurant op de hoek, daar zijn ze wellicht wat vriendelijker!'

-----
Het plaatje is van Petra Busstra
© 2018 Claude Aendenboom
powered by CJ2