archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 15
17 mei 2018
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
De rijdende onderzoeksrechter Hans Knegtmans

1514VG Rechter1Door omstandigheden kon ik afgelopen maart slechts één dag van het Haagse filmfestival Movies That Matter bijwonen. Voorbereidingstijd had ik nauwelijks. Maar soms is het geluk met de dommen. Een van de vele festivalrubrieken heette Weapon of Choice. Deze woordspelige naam verwijst naar het feit dat ‘vijf prominente Nederlanders’ een film mochten uitkiezen ‘waarvan zij vinden dat iedereen die gezien moet hebben’. Ik kwam terecht bij de favoriet van de mij onbekende Erik de Vroedt. Die was, leer ik van het internet, in 2017 ‘huisregisseur en artistiek leider bij het Nationale Theater’. Nou, die man zal wel kunnen beoordelen of een filmdocumentaire de moeite waard is.

Zijn keus was gevallen op de Belgische documentaire So Help Me God. (Eigenlijk heeft-ie de Franse titel Ni juge, ni soumise, maar dat begrijpen buitenlandse festivalbezoekers niet. Dus dan maar zo.) Inmiddels weet ik dat op vele filmfestivals verwarring ontstond over de vraag of de film een documentaire of een speelfilm was. Ook ik voelde bij het zien een zeker ongemak. Hoofdpersoon Anne Gruwez, onderzoeksrechter te Brussel, heeft lak aan de impliciete norm dat iemand in haar positie zijn woorden op een goudschaaltje moet wegen. Je zou haar een flapuit kunnen noemen, ware het niet dat die term veelal met naïviteit en een beperkt denkvermogen geassocieerd wordt. Die eigenschappen zijn allerminst op haar van toepassing. Maar het is tekenend dat zij op het afgelopen filmfestival van San Sebastián de prijs voor beste actrice in ontvangst mocht nemen.

De bezoekers van Movies That Matter wisten waarschijnlijk niet wat hun overkwam. De sfeer op het festival is welwillend-ernstig en politiek soms hypercorrect. Deze waarden worden in So Help Me God met voeten getreden. Gruwez deinst er niet voor terug de kachel aan te maken met de leugens van de verdachten die zij op haar weg vindt. Het ultieme voorbeeld is haar privécollege aan een niet al te snuggere draaideurcrimineel. In een betoog waar de arme man geen bal van begrijpt, rekent zij hem voor dat, welke wendingen de rechtsgang ook neemt, het rijk en de belastingen hiervoor moeten dokken. De minst kostbare oplossing zou zijn als de verdachte hier en nu kwam te overlijden.

Al kijkend vroeg ik mij af hoe liefhebbers van de zwartepietdiscussie of aficionado’s van de Me-Too-kwestie op dit en volgende staaltjes van politieke incorrectheid zouden reageren. Wellicht wordt de soep niet zo heet gegeten. Het is in ieder geval hoopgevend dat distributiemaatschappij Cinéart het heeft aangedurfd de film in het reguliere filmcircuit uit te brengen. Een woordvoerster van het bedrijf verzekerde mij telefonisch dat1514VG Rechter2 Cinéart nog geen enkele verontwaardigde reactie van een gekwetste toeschouwer had hoeven te pareren. Volgens haar hadden vrijwel alle kijkers wel door dat de onderzoeksrechter geen kwaad in de zin had. Misschien. En, weet ik uit ervaring, het arthouse-publiek staat niet bekend om zijn strijdvaardigheid voor een betere wereld.

De vorm van de documentaire is recht-voor-zijn-raap. Regisseurs Yves Hinant en Jean Libon hebben kennelijk geen behoefte aan filmische hoogstandjes. Voor haar werk resideert Gruwez in het monumentale Palais de Justice van Brussel. Daar ondervraagt zij haar criminele klanten die, opmerkelijk genoeg, vrijwel allemaal van uitheemse origine zijn. Het leidt echter niet tot eentonigheid en dat is zowel de verdienste van de makers als van de onderzoeksrechter.

Met haar strikt persoonlijke aanpak is het bij de meeste bezoekers maar de vraag hoe het gesprek zich zal ontvouwen. Eén man probeert in doorzichtige eufemismen te ontkennen dat hij nog steeds drugsverslaafd is. De leugenachtige uitleg van een pinpaszwendelaar wordt extra grappig door het contrast met videobeelden die tonen dat hij een oude man bij de automaat heeft weggeduwd en beroofd. Soms krijgen de regisseurs assistentie van onvoorziene omstandigheden. Het verhoor van een man en twee vrouwelijke familieleden ontspoort volledig als blijkt dat incest en veelwijverij daar schering en inslag zijn. Wat voor de man vanzelfsprekend is, is voor de rechter (en evenzeer de kijker) een doolhof van onontwarbare dwarsverbanden.

Deze miniatuurtjes vormen de omlijsting van Gruwez’ belangrijkste klus: een poging om twee moorden van enkele jaren terug op prostituees alsnog op te lossen, met gebruikmaking van recentere DNA-technieken. In deze weerbarstige zaak is het vooral interessant om te zien hoe de hoofdpersoon in goede harmonie samenwerkt met het driekoppige rechercheteam. Het zijn geen watjes, daar in Brussel, en eensgezind graven en zagen ze dat het een lieve lust is.

De kijker die zich af is gaan vragen of Gruwez zich niet al te veel modelleert naar een overjarige hippie, die in een afgeleefde 2CV de binnenstad van Brussel doorkruist met de opgewekte Radetzkymars op de autoradio, wordt voor altijd van zijn scepsis genezen na de hartverscheurende bekentenis van een jonge vrouw. Wat die misdaan heeft? O, ze heeft haar pas geboren dochtertje vermoord, omdat zij het kind van Satan bleek te zijn. Geduldig en minutieus somt zij de overvloedige bewijzen van duivelse bezetenheid op. Gruwez slaat liefdevol de arm om haar schouder. Maar pas nadat ze eerst gevraagd heeft of het mag.

-----
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver


© 2018 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
De rijdende onderzoeksrechter Hans Knegtmans
1514VG Rechter1Door omstandigheden kon ik afgelopen maart slechts één dag van het Haagse filmfestival Movies That Matter bijwonen. Voorbereidingstijd had ik nauwelijks. Maar soms is het geluk met de dommen. Een van de vele festivalrubrieken heette Weapon of Choice. Deze woordspelige naam verwijst naar het feit dat ‘vijf prominente Nederlanders’ een film mochten uitkiezen ‘waarvan zij vinden dat iedereen die gezien moet hebben’. Ik kwam terecht bij de favoriet van de mij onbekende Erik de Vroedt. Die was, leer ik van het internet, in 2017 ‘huisregisseur en artistiek leider bij het Nationale Theater’. Nou, die man zal wel kunnen beoordelen of een filmdocumentaire de moeite waard is.

Zijn keus was gevallen op de Belgische documentaire So Help Me God. (Eigenlijk heeft-ie de Franse titel Ni juge, ni soumise, maar dat begrijpen buitenlandse festivalbezoekers niet. Dus dan maar zo.) Inmiddels weet ik dat op vele filmfestivals verwarring ontstond over de vraag of de film een documentaire of een speelfilm was. Ook ik voelde bij het zien een zeker ongemak. Hoofdpersoon Anne Gruwez, onderzoeksrechter te Brussel, heeft lak aan de impliciete norm dat iemand in haar positie zijn woorden op een goudschaaltje moet wegen. Je zou haar een flapuit kunnen noemen, ware het niet dat die term veelal met naïviteit en een beperkt denkvermogen geassocieerd wordt. Die eigenschappen zijn allerminst op haar van toepassing. Maar het is tekenend dat zij op het afgelopen filmfestival van San Sebastián de prijs voor beste actrice in ontvangst mocht nemen.

De bezoekers van Movies That Matter wisten waarschijnlijk niet wat hun overkwam. De sfeer op het festival is welwillend-ernstig en politiek soms hypercorrect. Deze waarden worden in So Help Me God met voeten getreden. Gruwez deinst er niet voor terug de kachel aan te maken met de leugens van de verdachten die zij op haar weg vindt. Het ultieme voorbeeld is haar privécollege aan een niet al te snuggere draaideurcrimineel. In een betoog waar de arme man geen bal van begrijpt, rekent zij hem voor dat, welke wendingen de rechtsgang ook neemt, het rijk en de belastingen hiervoor moeten dokken. De minst kostbare oplossing zou zijn als de verdachte hier en nu kwam te overlijden.

Al kijkend vroeg ik mij af hoe liefhebbers van de zwartepietdiscussie of aficionado’s van de Me-Too-kwestie op dit en volgende staaltjes van politieke incorrectheid zouden reageren. Wellicht wordt de soep niet zo heet gegeten. Het is in ieder geval hoopgevend dat distributiemaatschappij Cinéart het heeft aangedurfd de film in het reguliere filmcircuit uit te brengen. Een woordvoerster van het bedrijf verzekerde mij telefonisch dat1514VG Rechter2 Cinéart nog geen enkele verontwaardigde reactie van een gekwetste toeschouwer had hoeven te pareren. Volgens haar hadden vrijwel alle kijkers wel door dat de onderzoeksrechter geen kwaad in de zin had. Misschien. En, weet ik uit ervaring, het arthouse-publiek staat niet bekend om zijn strijdvaardigheid voor een betere wereld.

De vorm van de documentaire is recht-voor-zijn-raap. Regisseurs Yves Hinant en Jean Libon hebben kennelijk geen behoefte aan filmische hoogstandjes. Voor haar werk resideert Gruwez in het monumentale Palais de Justice van Brussel. Daar ondervraagt zij haar criminele klanten die, opmerkelijk genoeg, vrijwel allemaal van uitheemse origine zijn. Het leidt echter niet tot eentonigheid en dat is zowel de verdienste van de makers als van de onderzoeksrechter.

Met haar strikt persoonlijke aanpak is het bij de meeste bezoekers maar de vraag hoe het gesprek zich zal ontvouwen. Eén man probeert in doorzichtige eufemismen te ontkennen dat hij nog steeds drugsverslaafd is. De leugenachtige uitleg van een pinpaszwendelaar wordt extra grappig door het contrast met videobeelden die tonen dat hij een oude man bij de automaat heeft weggeduwd en beroofd. Soms krijgen de regisseurs assistentie van onvoorziene omstandigheden. Het verhoor van een man en twee vrouwelijke familieleden ontspoort volledig als blijkt dat incest en veelwijverij daar schering en inslag zijn. Wat voor de man vanzelfsprekend is, is voor de rechter (en evenzeer de kijker) een doolhof van onontwarbare dwarsverbanden.

Deze miniatuurtjes vormen de omlijsting van Gruwez’ belangrijkste klus: een poging om twee moorden van enkele jaren terug op prostituees alsnog op te lossen, met gebruikmaking van recentere DNA-technieken. In deze weerbarstige zaak is het vooral interessant om te zien hoe de hoofdpersoon in goede harmonie samenwerkt met het driekoppige rechercheteam. Het zijn geen watjes, daar in Brussel, en eensgezind graven en zagen ze dat het een lieve lust is.

De kijker die zich af is gaan vragen of Gruwez zich niet al te veel modelleert naar een overjarige hippie, die in een afgeleefde 2CV de binnenstad van Brussel doorkruist met de opgewekte Radetzkymars op de autoradio, wordt voor altijd van zijn scepsis genezen na de hartverscheurende bekentenis van een jonge vrouw. Wat die misdaan heeft? O, ze heeft haar pas geboren dochtertje vermoord, omdat zij het kind van Satan bleek te zijn. Geduldig en minutieus somt zij de overvloedige bewijzen van duivelse bezetenheid op. Gruwez slaat liefdevol de arm om haar schouder. Maar pas nadat ze eerst gevraagd heeft of het mag.

-----
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver
© 2018 Hans Knegtmans
powered by CJ2