archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 15
1 maart 2018
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Bonje in Beiroet Hans Knegtmans

1509VG Bonje1Op 4 februari worden de Oscars van 2018 bekend gemaakt. Dan weet u dus of de Libische speelfilm L’insulte potten heeft kunnen breken bij de uitverkiezing van beste niet-Engelstalige speelfilm. Op voorhand leek dat een verloren strijd, gegeven de enorme concurrentie van de Russische film Loveless (Andrey Zvyagintsev) en het Zweedse The Square (Ruben Östlund). Toch zou ik mijn stem aan de relatief onbekende regisseur Ziad Doueiri hebben gegeven. In Nederland was die naam tot voor kort nagenoeg onbekend. Zijn enige eerdere film die we hier konden zien was The Attack, die een handvol vertoningen beleefde op het Movies that Matter-festival van 2014. Het meest substantiële wapenfeit van de filmmaker is de recente nominatie van L’insulte voor beste film van het festival van Venetïe. Dat garandeert voor de nabije toekomst in ieder geval een zekere naamsbekendheid bij de kenners, Oscar of niet.

De informatiedichtheid van L’insulte is ongekend hoog. Wanneer je maar even met je ogen knippert, of je neus snuit, heb je iets gemist. Een van de eerste  scènes toont een gesprek tussen de ene mannelijke hoofdpersoon, de serieus Christelijke garagehouder Tony Hanna (Adel Karam), en zijn hoogzwangere vrouw Shirine (Rita Hayek). Het lijkt een gesprek zoals elk echtpaar zou kunnen voeren. Zij vraagt hem of het misschien een goed idee is te verhuizen naar een andere buurt. Zelf heeft zij een dorpje in de omgeving van Beiroet op het oog. Daar heeft hij nog wat vrienden en familieleden van vroeger. ‘Ik woon hier best’, zegt hij nukkig, en daarmee is de discussie gesloten. Pas op driekwart van de film begrijpen we wat beter dat hij aan het plaatsje bittere herinneringen bewaart die hij liever voor zich houdt.

Dit onschuldige meningsverschil verbleekt bij het conflict waar de film om draait. Bij een wandeling door de buurt ontdekt Yasser1509VG Bonje2 Salameh (Kamel El Basha), voorman bij een aannemersbedrijf, een amateuristisch aangelegde waterleiding waaruit het lekkende water op zijn hoofd plenst. Wanneer hij aanbelt en, voorkomend als altijd, uitlegt waarom dit niet zo hoort, riposteert Tony dat aan de overkant van de straat nog plaats genoeg is om droog te blijven en slaat hij bot de deur dicht. Om de zaak niet op de spits te drijven, legt Yasser samen met een collega een professionele, niet lekkende leiding aan. Ook dat valt verkeerd bij Tony die prompt de gerepareerde leiding aan gruzels slaat. ‘Klootzak,’ zegt de ongenode voorman en vertrekt weer. Incident gesloten, zou je hopen, maar niets is minder waar.

De chef van Yasser heeft aan een half woord genoeg. Zijn Palestijnse voorman, lang geleden in Libanon geïmmigreerd, heeft officieel geen werkvergunning en moet vooral niet nodeloos de aandacht trekken. Hij vergezelt Yasser bij een poging zijn ‘oprechte excuses’ aan te bieden. Die onderneming loopt op niets uit. Het voorlopige dieptepunt van het conflict wordt bereikt wanneer Tony zich tegenover de Palestijn laat ontvallen dat de voormalige Joodse held Sharon ‘jullie soort had moeten uitroeien’. Op dat moment kan de gewoonlijk zo kalme Yasser zich niet meer beheersen en hij slaat zijn opponent een paar ribben kapot.

Opmerkelijk genoeg geeft hij zich vervolgens aan bij de politie vanwege het handgemeen en een proces volgt. Het kost de dienstdoende rechter de grootste moeite de kemphanen uit te leggen dat in een strafzaak als deze er een vonnis geveld moet worden. Beide partijen zijn niet gericht op het behalen van materieel of andersoortig voordeel, maar verlangen slechts eerherstel. Wanneer geen van hen publiekelijk Tony’s kwetsende woorden wenst te herhalen, heeft de rechter er genoeg van en breekt hij de rechtszitting af.

Uiteraard is dit niet het einde van het verhaal. Met behulp van twee professionele advocaten en een andere rechter treden de twee aan voor een volgende ronde, die hopelijk meer kans van slagen heeft. De belangen van Tony worden nu behartigd door de gerespecteerde en landelijk bekende advocaat Wajdi Wehbe (Camille Salameh), even Christelijk als zijn cliënt maar op een meer sophisticated en goed gecamoufleerde manier. Uitgerekend zijn ambitieuze dochter Nadine (Diamand Bou Abboud) verdedigt de verdachte Yasser.

Op zichzelf is dat al een nieuwswaardige ontwikkeling, maar daarnaast meten beide partijen ook de politieke kant van het interpersoonlijke conflict breed uit. Het is niet meer simpel Tony tegenover Yasser. De respectieve etnische achtergronden van beide personen worden te hulp geroepen ter verklaring van hun gevoeligheden. De meest markante onthulling is dat Tony als zesjarig jongetje zijn verwoeste geboortedorp moest ontvluchten, gebombardeerd en uitgemoord als het was door soldaten en terroristen van (onder meer) Palestijnse origine. Natuurlijk gaat het hier om generalisaties en vooroordelen, maar die worden zo welsprekend verpakt dat ze makkelijk geaccepteerd worden, door de rioolpers en de man in de straat. (Tony’s advocaat krijgt zelfs de gelegenheid in een verduisterde zaal filmbeelden van het gewelddadige drama af te spelen.)

Met enige regelmaat toont de regisseur hoe kortzichtig het is de werkelijkheid te lijf te gaan met historisch gegroeide stereotypen. Het mooiste voorbeeld is een simpele scène op een parkeerplaats. De hoofdpersonen verlaten de ambtswoning van de president na een mislukt gesprek om in het belang van het land (en de openbare orde, al zegt de president dat niet hardop) de vete bij te leggen. Hun auto’s staan naast elkaar geparkeerd. Tony’s auto start probleemloos, maar de motor van Salameh slaat niet aan, zodat hij de kap moet openen om te zien wat er loos is. Blijkbaar heeft Tony in zijn achteruitkijkspiegel het geploeter van zijn rivaal gevolgd en rijdt hij terug om te zien wat het mankement is. Hij dirigeert zijn tegenstander de auto in, kijkt wat er aan schort (een losgeraakte kabel, zo te zien), en draagt zijn aartsvijand op nog eens te starten. En jawel, de auto slaat aan als een zonnetje. Tijdens deze interactie zijn nog geen tien woorden gewisseld. Zo kan het dus ook.

Afgezien van de gemotoriseerde voertuigen zou dit de slotscène van een ouderwetse western kunnen zijn. In het hedendaagse Libanon echter ligt de zaak ingewikkelder. De regisseur heeft nog een half uur nodig om een eind te breien aan het conflict. De uitslag zal ik niet verklappen, behalve dat de uitspraak van de drie rechters slechts een meerderheidsstandpunt was. Zo zien we: maak nooit trammelant over een ondeugdelijke waterleiding. En een nog praktischer advies: bezoek L’insulte, ook al zou hij geen Oscar hebben gewonnen.

-------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver


© 2018 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Bonje in Beiroet Hans Knegtmans
1509VG Bonje1Op 4 februari worden de Oscars van 2018 bekend gemaakt. Dan weet u dus of de Libische speelfilm L’insulte potten heeft kunnen breken bij de uitverkiezing van beste niet-Engelstalige speelfilm. Op voorhand leek dat een verloren strijd, gegeven de enorme concurrentie van de Russische film Loveless (Andrey Zvyagintsev) en het Zweedse The Square (Ruben Östlund). Toch zou ik mijn stem aan de relatief onbekende regisseur Ziad Doueiri hebben gegeven. In Nederland was die naam tot voor kort nagenoeg onbekend. Zijn enige eerdere film die we hier konden zien was The Attack, die een handvol vertoningen beleefde op het Movies that Matter-festival van 2014. Het meest substantiële wapenfeit van de filmmaker is de recente nominatie van L’insulte voor beste film van het festival van Venetïe. Dat garandeert voor de nabije toekomst in ieder geval een zekere naamsbekendheid bij de kenners, Oscar of niet.

De informatiedichtheid van L’insulte is ongekend hoog. Wanneer je maar even met je ogen knippert, of je neus snuit, heb je iets gemist. Een van de eerste  scènes toont een gesprek tussen de ene mannelijke hoofdpersoon, de serieus Christelijke garagehouder Tony Hanna (Adel Karam), en zijn hoogzwangere vrouw Shirine (Rita Hayek). Het lijkt een gesprek zoals elk echtpaar zou kunnen voeren. Zij vraagt hem of het misschien een goed idee is te verhuizen naar een andere buurt. Zelf heeft zij een dorpje in de omgeving van Beiroet op het oog. Daar heeft hij nog wat vrienden en familieleden van vroeger. ‘Ik woon hier best’, zegt hij nukkig, en daarmee is de discussie gesloten. Pas op driekwart van de film begrijpen we wat beter dat hij aan het plaatsje bittere herinneringen bewaart die hij liever voor zich houdt.

Dit onschuldige meningsverschil verbleekt bij het conflict waar de film om draait. Bij een wandeling door de buurt ontdekt Yasser1509VG Bonje2 Salameh (Kamel El Basha), voorman bij een aannemersbedrijf, een amateuristisch aangelegde waterleiding waaruit het lekkende water op zijn hoofd plenst. Wanneer hij aanbelt en, voorkomend als altijd, uitlegt waarom dit niet zo hoort, riposteert Tony dat aan de overkant van de straat nog plaats genoeg is om droog te blijven en slaat hij bot de deur dicht. Om de zaak niet op de spits te drijven, legt Yasser samen met een collega een professionele, niet lekkende leiding aan. Ook dat valt verkeerd bij Tony die prompt de gerepareerde leiding aan gruzels slaat. ‘Klootzak,’ zegt de ongenode voorman en vertrekt weer. Incident gesloten, zou je hopen, maar niets is minder waar.

De chef van Yasser heeft aan een half woord genoeg. Zijn Palestijnse voorman, lang geleden in Libanon geïmmigreerd, heeft officieel geen werkvergunning en moet vooral niet nodeloos de aandacht trekken. Hij vergezelt Yasser bij een poging zijn ‘oprechte excuses’ aan te bieden. Die onderneming loopt op niets uit. Het voorlopige dieptepunt van het conflict wordt bereikt wanneer Tony zich tegenover de Palestijn laat ontvallen dat de voormalige Joodse held Sharon ‘jullie soort had moeten uitroeien’. Op dat moment kan de gewoonlijk zo kalme Yasser zich niet meer beheersen en hij slaat zijn opponent een paar ribben kapot.

Opmerkelijk genoeg geeft hij zich vervolgens aan bij de politie vanwege het handgemeen en een proces volgt. Het kost de dienstdoende rechter de grootste moeite de kemphanen uit te leggen dat in een strafzaak als deze er een vonnis geveld moet worden. Beide partijen zijn niet gericht op het behalen van materieel of andersoortig voordeel, maar verlangen slechts eerherstel. Wanneer geen van hen publiekelijk Tony’s kwetsende woorden wenst te herhalen, heeft de rechter er genoeg van en breekt hij de rechtszitting af.

Uiteraard is dit niet het einde van het verhaal. Met behulp van twee professionele advocaten en een andere rechter treden de twee aan voor een volgende ronde, die hopelijk meer kans van slagen heeft. De belangen van Tony worden nu behartigd door de gerespecteerde en landelijk bekende advocaat Wajdi Wehbe (Camille Salameh), even Christelijk als zijn cliënt maar op een meer sophisticated en goed gecamoufleerde manier. Uitgerekend zijn ambitieuze dochter Nadine (Diamand Bou Abboud) verdedigt de verdachte Yasser.

Op zichzelf is dat al een nieuwswaardige ontwikkeling, maar daarnaast meten beide partijen ook de politieke kant van het interpersoonlijke conflict breed uit. Het is niet meer simpel Tony tegenover Yasser. De respectieve etnische achtergronden van beide personen worden te hulp geroepen ter verklaring van hun gevoeligheden. De meest markante onthulling is dat Tony als zesjarig jongetje zijn verwoeste geboortedorp moest ontvluchten, gebombardeerd en uitgemoord als het was door soldaten en terroristen van (onder meer) Palestijnse origine. Natuurlijk gaat het hier om generalisaties en vooroordelen, maar die worden zo welsprekend verpakt dat ze makkelijk geaccepteerd worden, door de rioolpers en de man in de straat. (Tony’s advocaat krijgt zelfs de gelegenheid in een verduisterde zaal filmbeelden van het gewelddadige drama af te spelen.)

Met enige regelmaat toont de regisseur hoe kortzichtig het is de werkelijkheid te lijf te gaan met historisch gegroeide stereotypen. Het mooiste voorbeeld is een simpele scène op een parkeerplaats. De hoofdpersonen verlaten de ambtswoning van de president na een mislukt gesprek om in het belang van het land (en de openbare orde, al zegt de president dat niet hardop) de vete bij te leggen. Hun auto’s staan naast elkaar geparkeerd. Tony’s auto start probleemloos, maar de motor van Salameh slaat niet aan, zodat hij de kap moet openen om te zien wat er loos is. Blijkbaar heeft Tony in zijn achteruitkijkspiegel het geploeter van zijn rivaal gevolgd en rijdt hij terug om te zien wat het mankement is. Hij dirigeert zijn tegenstander de auto in, kijkt wat er aan schort (een losgeraakte kabel, zo te zien), en draagt zijn aartsvijand op nog eens te starten. En jawel, de auto slaat aan als een zonnetje. Tijdens deze interactie zijn nog geen tien woorden gewisseld. Zo kan het dus ook.

Afgezien van de gemotoriseerde voertuigen zou dit de slotscène van een ouderwetse western kunnen zijn. In het hedendaagse Libanon echter ligt de zaak ingewikkelder. De regisseur heeft nog een half uur nodig om een eind te breien aan het conflict. De uitslag zal ik niet verklappen, behalve dat de uitspraak van de drie rechters slechts een meerderheidsstandpunt was. Zo zien we: maak nooit trammelant over een ondeugdelijke waterleiding. En een nog praktischer advies: bezoek L’insulte, ook al zou hij geen Oscar hebben gewonnen.

-------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver
© 2018 Hans Knegtmans
powered by CJ2