archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 2
20 januari 2005
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Een bioscoopje pikken in de Algarve: zonder auto naar de mall Hans Knegtmans

0206 Algarve
Tien tegen één dat u nooit in Algarve Shopping bent geweest. Niet dat u dan veel gemist hebt. Het is een doodgewone mall volgens Amerikaans model, dat wil zeggen niet alleen met winkels maar ook onnoemelijk veel horeca. Tientallen restaurants op een kluitje, variërend van de klassieke junk food paleizen tot eethuisjes die meer kapsones hebben dan ze kunnen waarmaken. Zoals een ware mall betaamt, is Algarve Shopping gesitueerd in niemandsland, naast de Estrada Nacional 125, de verbindingsweg tussen Portimão en Faro.
De enige reden dat ik allemaal weet is dat ik een weekje in Albufeira verbleef, en volgens de juffrouw van SudTours bevatte dit winkelcentrum de enige bioscoop in de wijde omtrek. Een minibus haalde mij ’s ochtends op bij mijn appartement. Tijdens de rit naar de mall moest de chauffeur een keer stoppen om drie overstekende paarden terug de wei in te jagen. Hij deed dat met verve, alsof hij dit soort akkefietjes vaker bij de hand had. Bij het winkelcentrum aangekomen, verifieerde ik met het oog op de terugreis dat er inderdaad een bushalte op loopafstand van het complex lag. Fijn, nu hoefde ik niet met de minibus terug maar kon ik tot wel 20.15 uur gebruik maken van de lijnbus van Guia naar Albufeira, zoals op de uitdraai van de reisorganisatie stond. Een kind doet de was.

Het programma was voor mij nog een verrassing maar, redeneerde ik, er zouden in het negen zalen tellende complex allicht twee of zelfs drie films vertoond worden die ik nog niet gezien had en die me niet bijzonder tegenstonden. Zo gebeurde het dat ik op 28 december 2004 voor slechts € 4.80 per voorstelling getuige was van achtereenvolgens National Treasure (in Algarve Shopping 8) en Mindhunters (in Algarve Shopping 7). Van Mindhunters kon ik me met geen mogelijkheid herinneren of hij al in de Nederlandse bioscopen vertoond was of binnenkort op het programma stond. En het ging me te ver om daarvoor een internetcafé te bezoeken. Volgens de elektronische kranten die ik sindsdien heb geraadpleegd, is hij hier begin juli in première gegaan. Hoe lang hij het in de theaters heeft uitgehouden vermeldt de historie niet.
Niet lang, mag ik hopen. Het meest vermeldenswaardig is het feit dat de film grotendeels is opgenomen in Kootwijkerbroek, hoewel dit de kijker - en helemaal de Portugese - helaas niet zal opvallen. Het scenario is de zoveelste variatie op het thema Tien kleine negertjes, het beroemde boek van Agatha Christie. Het gaat om een stuk of acht – geen tien – jonge FBI-agenten. Allemaal worden ze opgeleid tot specialist in het profileren van seriemoordenaars. Op een onbewoond eiland (Kootwijkerbroek een onbewoond eiland?) nemen ze deel aan simulatiespel. Denken ze. Die sukkels. Het duurt niet lang tot de eerste dode valt en als er één klein negertje over de dam is….
Natuurlijk heeft de toeschouwer eerder dan de deelnemers door dat zich onder de agenten een seriemoordenaar bevindt, die bij wijze van gimmick steeds het tijdstip achterlaat waarop hij of zij wederom zal toeslaan. Met de ingetogen moorden uit de tijd van Agatha Christie kun je tegenwoordig niet meer aankomen, en de ene executie is nog gewelddadiger en onaangenamer dan de andere. De personages blijven, met uitzondering van de zanger/acteur LL Cool J, zo flets, dat ik nauwelijks aanvechting voelde om met ze mee te denken wie de psychopatische moordenaar zou kunnen zijn. Mindhunters is net goed genoeg voor een huurvideo op een verloren zaterdagavond. Met een glaasje op de bijzettafel.

National Treasure is in de USA een groot succes. Geen wonder. De film heeft een flink hoog patriottisch gehalte zoals veel pareltjes waar megaproducent Jerry Bruckheimer ons al eerder op getrakteerd heeft: Armageddon, Con Air, Pearl Harbor, enzovoort enzovoort. Tijdens de Amerikaanse revolutie, zo leren we in de eerste minuten, hebben vrijmetselaars een schat van onmetelijke waarde verstopt om te voorkomen dat de Engelsen die zouden vinden. Al generaties lang proberen de voorvaderen van Benjamin Franklin Gates (Nicolas Cage) die schat te vinden, met de allerbeste bedoelingen overigens. Omdat dit nooit is gelukt, heeft de familie de reputatie van onnozele dagdromers verworven. Maar dat weerhoudt Ben niet van een expeditie naar de poolcirkel omdat volgens zijn informatie (ik kon niet volgen welke informatie precies) de schat daar verborgen ligt. In een schip, vele meters onder de ijskap.

Het enige dat ze vinden is een antieke pijp. Kunstzinnig, daar niet van, maar zo te zien geen schat die miljarden dollars waard zou zijn. Op dat moment grijpen Bens ‘vrienden’ – aangevoerd door de hebzuchtige Ian (Sean Bean) – hun kans en maken zich met het kleinood uit de voeten. Een misselijke streek, en het begin van een eindeloos durende wedloop tussen Ben met aan zijn zijde onder meer de mooie historica Dr. Abbigail Chase (Diane Kruger, die eerder in Troy de rol van Helena vertolkte) en de kliek van Ian.
Op het programma staat om te beginnen een inbraak in de Nationale Archieven in Washington DC, omdat daar zich de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring bevindt. Op de achterkant daarvan zijn weer verdere aanwijzingen te vinden over de bergplaats van de schat. De inbraakscène zegt veel over wat voor vlees we in de kuip hebben. Ben en een nerdachtige assistent breken in op een volstrekt onbegrijpelijke maar onmiskenbaar sophisticated manier, geholpen door computers die suggestieve afbeeldingen, cijfers en teksten produceren. De tegenpartij bedient zich van traditionele inbraakapparatuur, daardoor blijk gevend van een beperkte opleiding en een ruwe inborst.

De plotwendingen volgen elkaar op in razend tempo en de twee teams rennen zich rot, van de ene aanwijzing naar de volgende. Het verhaal doet denken aan een platvloerse versie van De Da Vinci Code, en dat was al geen cultureel hoogstandje. Maar dat is niet de enige inspiratiebron van de makers. Wanneer Bens oude vader (Jon Voight, een eeuwigheid geleden de jeune premier in Midnight Cowboy) zijn scepsis overwint en zich bij het gezelschap aansluit, lijkt het plotseling alsof we in een remake van Indiana Jones and the Temple of Doom beland zijn, inclusief de enge gewelven waarin de schat zich al dan niet bevindt.
Onzin is het, maar wel plezierige onzin. Nicolas Cage – die in films van Bruckheimer zelden een aanvaardbare rol krijgt toebedeeld – is dit keer goed gecast als zachtaardige, lichtelijk naïeve held, en dat scheelt een slok op de borrel. Diane Kruger oogt beter in hedendaagse kledij dan als Trojaans uitgedoste femme fatale. Wel dacht ik bij al die hogeschool-aanwijzingen soms met weemoed terug aan het Kuifje-album Het geheim van de Eenhoorn. Daarin hoefde de hoofdpersoon slechts drie velletjes papier op elkaar te leggen en tegen het licht te houden, om een niet eens zo cryptische tekst te ontcijferen.

De bus van 19.15 uur die me moest terugbrengen naar mijn appartement bleek niet te rijden, evenmin als de allerlaatste bus van 20.15. Kennelijk was de dienstregeling die ik van het reisbureau had gekregen verouderd, en ik mocht in mijn handen knijpen dat een eenzame taxi nog een late vracht bij het winkelcentrum kwam afleveren. En wij in Nederland maar zeiken over een trein die vier minuten vertraging heeft!


© 2005 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Een bioscoopje pikken in de Algarve: zonder auto naar de mall Hans Knegtmans
0206 Algarve
Tien tegen één dat u nooit in Algarve Shopping bent geweest. Niet dat u dan veel gemist hebt. Het is een doodgewone mall volgens Amerikaans model, dat wil zeggen niet alleen met winkels maar ook onnoemelijk veel horeca. Tientallen restaurants op een kluitje, variërend van de klassieke junk food paleizen tot eethuisjes die meer kapsones hebben dan ze kunnen waarmaken. Zoals een ware mall betaamt, is Algarve Shopping gesitueerd in niemandsland, naast de Estrada Nacional 125, de verbindingsweg tussen Portimão en Faro.
De enige reden dat ik allemaal weet is dat ik een weekje in Albufeira verbleef, en volgens de juffrouw van SudTours bevatte dit winkelcentrum de enige bioscoop in de wijde omtrek. Een minibus haalde mij ’s ochtends op bij mijn appartement. Tijdens de rit naar de mall moest de chauffeur een keer stoppen om drie overstekende paarden terug de wei in te jagen. Hij deed dat met verve, alsof hij dit soort akkefietjes vaker bij de hand had. Bij het winkelcentrum aangekomen, verifieerde ik met het oog op de terugreis dat er inderdaad een bushalte op loopafstand van het complex lag. Fijn, nu hoefde ik niet met de minibus terug maar kon ik tot wel 20.15 uur gebruik maken van de lijnbus van Guia naar Albufeira, zoals op de uitdraai van de reisorganisatie stond. Een kind doet de was.

Het programma was voor mij nog een verrassing maar, redeneerde ik, er zouden in het negen zalen tellende complex allicht twee of zelfs drie films vertoond worden die ik nog niet gezien had en die me niet bijzonder tegenstonden. Zo gebeurde het dat ik op 28 december 2004 voor slechts € 4.80 per voorstelling getuige was van achtereenvolgens National Treasure (in Algarve Shopping 8) en Mindhunters (in Algarve Shopping 7). Van Mindhunters kon ik me met geen mogelijkheid herinneren of hij al in de Nederlandse bioscopen vertoond was of binnenkort op het programma stond. En het ging me te ver om daarvoor een internetcafé te bezoeken. Volgens de elektronische kranten die ik sindsdien heb geraadpleegd, is hij hier begin juli in première gegaan. Hoe lang hij het in de theaters heeft uitgehouden vermeldt de historie niet.
Niet lang, mag ik hopen. Het meest vermeldenswaardig is het feit dat de film grotendeels is opgenomen in Kootwijkerbroek, hoewel dit de kijker - en helemaal de Portugese - helaas niet zal opvallen. Het scenario is de zoveelste variatie op het thema Tien kleine negertjes, het beroemde boek van Agatha Christie. Het gaat om een stuk of acht – geen tien – jonge FBI-agenten. Allemaal worden ze opgeleid tot specialist in het profileren van seriemoordenaars. Op een onbewoond eiland (Kootwijkerbroek een onbewoond eiland?) nemen ze deel aan simulatiespel. Denken ze. Die sukkels. Het duurt niet lang tot de eerste dode valt en als er één klein negertje over de dam is….
Natuurlijk heeft de toeschouwer eerder dan de deelnemers door dat zich onder de agenten een seriemoordenaar bevindt, die bij wijze van gimmick steeds het tijdstip achterlaat waarop hij of zij wederom zal toeslaan. Met de ingetogen moorden uit de tijd van Agatha Christie kun je tegenwoordig niet meer aankomen, en de ene executie is nog gewelddadiger en onaangenamer dan de andere. De personages blijven, met uitzondering van de zanger/acteur LL Cool J, zo flets, dat ik nauwelijks aanvechting voelde om met ze mee te denken wie de psychopatische moordenaar zou kunnen zijn. Mindhunters is net goed genoeg voor een huurvideo op een verloren zaterdagavond. Met een glaasje op de bijzettafel.

National Treasure is in de USA een groot succes. Geen wonder. De film heeft een flink hoog patriottisch gehalte zoals veel pareltjes waar megaproducent Jerry Bruckheimer ons al eerder op getrakteerd heeft: Armageddon, Con Air, Pearl Harbor, enzovoort enzovoort. Tijdens de Amerikaanse revolutie, zo leren we in de eerste minuten, hebben vrijmetselaars een schat van onmetelijke waarde verstopt om te voorkomen dat de Engelsen die zouden vinden. Al generaties lang proberen de voorvaderen van Benjamin Franklin Gates (Nicolas Cage) die schat te vinden, met de allerbeste bedoelingen overigens. Omdat dit nooit is gelukt, heeft de familie de reputatie van onnozele dagdromers verworven. Maar dat weerhoudt Ben niet van een expeditie naar de poolcirkel omdat volgens zijn informatie (ik kon niet volgen welke informatie precies) de schat daar verborgen ligt. In een schip, vele meters onder de ijskap.

Het enige dat ze vinden is een antieke pijp. Kunstzinnig, daar niet van, maar zo te zien geen schat die miljarden dollars waard zou zijn. Op dat moment grijpen Bens ‘vrienden’ – aangevoerd door de hebzuchtige Ian (Sean Bean) – hun kans en maken zich met het kleinood uit de voeten. Een misselijke streek, en het begin van een eindeloos durende wedloop tussen Ben met aan zijn zijde onder meer de mooie historica Dr. Abbigail Chase (Diane Kruger, die eerder in Troy de rol van Helena vertolkte) en de kliek van Ian.
Op het programma staat om te beginnen een inbraak in de Nationale Archieven in Washington DC, omdat daar zich de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring bevindt. Op de achterkant daarvan zijn weer verdere aanwijzingen te vinden over de bergplaats van de schat. De inbraakscène zegt veel over wat voor vlees we in de kuip hebben. Ben en een nerdachtige assistent breken in op een volstrekt onbegrijpelijke maar onmiskenbaar sophisticated manier, geholpen door computers die suggestieve afbeeldingen, cijfers en teksten produceren. De tegenpartij bedient zich van traditionele inbraakapparatuur, daardoor blijk gevend van een beperkte opleiding en een ruwe inborst.

De plotwendingen volgen elkaar op in razend tempo en de twee teams rennen zich rot, van de ene aanwijzing naar de volgende. Het verhaal doet denken aan een platvloerse versie van De Da Vinci Code, en dat was al geen cultureel hoogstandje. Maar dat is niet de enige inspiratiebron van de makers. Wanneer Bens oude vader (Jon Voight, een eeuwigheid geleden de jeune premier in Midnight Cowboy) zijn scepsis overwint en zich bij het gezelschap aansluit, lijkt het plotseling alsof we in een remake van Indiana Jones and the Temple of Doom beland zijn, inclusief de enge gewelven waarin de schat zich al dan niet bevindt.
Onzin is het, maar wel plezierige onzin. Nicolas Cage – die in films van Bruckheimer zelden een aanvaardbare rol krijgt toebedeeld – is dit keer goed gecast als zachtaardige, lichtelijk naïeve held, en dat scheelt een slok op de borrel. Diane Kruger oogt beter in hedendaagse kledij dan als Trojaans uitgedoste femme fatale. Wel dacht ik bij al die hogeschool-aanwijzingen soms met weemoed terug aan het Kuifje-album Het geheim van de Eenhoorn. Daarin hoefde de hoofdpersoon slechts drie velletjes papier op elkaar te leggen en tegen het licht te houden, om een niet eens zo cryptische tekst te ontcijferen.

De bus van 19.15 uur die me moest terugbrengen naar mijn appartement bleek niet te rijden, evenmin als de allerlaatste bus van 20.15. Kennelijk was de dienstregeling die ik van het reisbureau had gekregen verouderd, en ik mocht in mijn handen knijpen dat een eenzame taxi nog een late vracht bij het winkelcentrum kwam afleveren. En wij in Nederland maar zeiken over een trein die vier minuten vertraging heeft!
© 2005 Hans Knegtmans
powered by CJ2