archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 14
2 maart 2017
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Waterproblemen in Bolivia Hans Meijer

1409BS WaterpolitiekIn september kwam er van het ene moment op het andere geen water meer uit de kraan in onze keuken. Een vreemde gewaarwording. Semapa, het waterleidingbedrijf van Cochabamba, bleek die nacht geen ene druppel water onze kant uit gestuurd te hebben waardoor onze vier watervaten beneden en de watertank op het dak leeg bleken te zijn. Er zat weinig anders op dan een ‘aguatero’ te zoeken en hem te vragen om met zijn tankwagen bij ons langs te komen om onze vaten en tank te vullen. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan.

De aguateros bleken zich als koningen te gedragen. Een klant mocht blij zijn als een ‘waterkoning’ tijd voor hem had. Na lang zoeken lukte het ons een aguatero zijn tankwagen op de stoep voor ons huis te laten parkeren. Een slang werd uitgerold en een kwartiertje later beschikten we over tweeduizend liter troebel water. Mijn vrouw zette mij op rantsoen. Het lange wachten op de regentijd, die in Bolivia van december tot en met februari loopt, begon.

In Bolivia is men voor de watervoorziening afhankelijk van de hoeveelheid regen die in de regentijd valt. Er waren jaren, zie Schipbreukelingen in Bolivia, waarin het water met bakken uit de hemel viel maar de laatste jaren valt het met de regenval zwaar tegen. Onderzoekers van de Universiteit van Wageningen waarschuwden in 2013 in een studie ‘Climate Variability and Trends in Bolivia’ hier al voor. Het spreekwoord wil dat een gewaarschuwd mens voor twee telt, maar Bolivianen moeten een crisis aan den lijve ondervinden voordat men tot actie overgaat.

In november werd de waterschaarste in Bolivia wereldnieuws toen in La Paz, waar de regering huist, plotseling in 94 wijken geen water meer uit de kraan kwam. De pleuris brak uit. De minister van Milieu en Water liet in een interview met de BBC weten dat ze door Epsas, het waterleidingbedrijf van La Paz, ‘niet juist geïnformeerd’ was. De oppositie eiste het hoofd van de minister, maar zoals in Bolivia gebruikelijk is werd ook deze minister door president Evo Morales de hand boven het hoofd gehouden. De schuldigen werden op een lager niveau gezocht en gevonden. Zij werden ontslagen.

In allerijl werd rond enkele zware ministers een ‘waterkabinet’ gevormd waarbij de minister van Milieu en Water mocht toekijken. President Evo Morales bood de inwoners van La Paz zijn excuses aan. In de rest van Bolivia werd hier geërgerd op gereageerd, omdat hij ‘vergat’ ook die van Cochabamba, Sucre, Potosí, Oruro en Tarija zijn excuses aan te bieden. Waterschaarste in de rest van het land was, volgens een van de Boliviaanse kranten, voor de regering kennelijk niet meer dan een vaag gerucht waar verder geen aandacht aan besteed hoefde te worden.

De minister van Milieu en Water hield in januari de eer aan zichzelf en trok zich, vlak voordat ze in het parlement verantwoording af moest leggen over haar beleid, terug. Sommige parlementariërs eisten dat de minister zich voor de rechter moest verantwoorden voor haar ‘misdaad’ dat La Paz zonder water kwam te zitten maar het zou mij niet verbazen als dit met een sisser afloopt. Haar opvolger is, volgens een waterexpert die al twintig jaar in Bolivia woont en werkt, de enige man op het ministerie met verstand van zaken.

Volgens de grondwet is al het water in het land eigendom van de Boliviaanse staat die garant staat voor de watervoorziening. In de praktijk van alledag ligt het allemaal stukken ingewikkelder. Vaak is er sprake van gewoonterecht op het gebruik van water uit specifieke bronnen waardoor de lokale bevolking het in veel gevallen feitelijk voor het zeggen heeft.

De Verenigde Naties waarschuwt al vele jaren dat er op de wereld wateroorlogen uit kunnen breken. In Bolivia is daar op kleine schaal al sprake van. In de maanden voor de regentijd braken her en der in het land mini-oorlogen uit over toegang tot de laatste beetjes water. Tussen vissers en landbouwers, tussen dorpelingen en stedelingen, tussen mijnwerkers en landbouwers, enzovoort. De tol tot nu toe van deze waterconflicten is één dode en vele gewonden. Daarnaast leidde gebrek aan water tot het verloren gaan van gewassen en sterfte van vee.

Om de hoogste nood te ledigen stelde de burgemeester van Cochabamba in de loop van vorig jaar geld ter beschikking voor het slaan van extra putten en de aanschaf van tien tankwagens. Dit is een korte termijn oplossing. Na verloop van tijd vallen waterputten namelijk droog omdat de hoeveelheid water die aan de grond in de vallei onttrokken wordt de hoeveelheid die er insijpelt verre overtreft. De echte oplossing moet komen van het nieuwe stuwmeer Misicuni. Al onze hoop is hierop gericht. Dit jaar moet Misicuni ons al flink wat water leveren. Dat valt nog te bezien want in dit stuwmeer zit pas een fractie van de zestig miljoen kubieke meter water die erin kan.

Zelf denk ik dat een Deltaplan waarmee de waterproblematiek integraal aangepakt wordt nodig is. Bolivia staat wereldwijd op de twintigste plaats voor wat betreft de beschikbaarheid van zoetwater zodat dit niet echt een probleem zou moeten zijn. Internationale organisaties zijn bereid miljoenen dollars voor waterprojecten ter beschikking te stellen zodat ook geld geen onoverkomelijk probleem lijkt. Het grote probleem is een gebrek aan deskundigheid. Het zou mooi zijn als het ‘waterkabinet’ daar een mouw aanpast maar erg waarschijnlijk is dat niet.

Dit gebrek aan deskundigheid heeft tot gevolg dat zelfbenoemde experts met onzinnige voorstellen de krant halen. Zo stelde het Comité Civico van Cochabamba voor om via een omweg water uit de laguna Corani naar de vallei van Cochabamba te pompen. In hun voorstel liet men dit water eerst via de cascade van waterkrachtcentrales van energiemaatschappij Ende 1700 meter naar beneden vallen om het daarna, vanuit de Paractí rivier, 1700 meter terug omhoog naar de laguna te pompen. Dit is uiteraard een nepoplossing. Voor het omhoog pompen van het water is immers meer energie nodig dan bij het vallen aan elektrische energie opgewekt wordt. Men kan zich veel geld en moeite besparen door het water meteen naar Cochabamba te pompen.

Op zich is het gebruik van water uit de laguna Corani voor Cochabamba een interessant idee. De kernvraag is in dit geval: bestemmen we dit water voor drinkwater of elektrische energie? Het regeringsstandpunt is elektrische energie maar het zal mij niet verbazen als dit standpunt te zijner tijd verandert in deels drinkwater én deels elektrische energie. Te zijner tijd kan spoedig worden als de watervoorraden in de stuwmeren Wara Wara, Escalerani, Angostura en Misicuni opraken.

-----
De tekening is van Via Dit
Meer informatie op: www.viadit.nl


© 2017 Hans Meijer meer Hans Meijer - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Waterproblemen in Bolivia Hans Meijer
1409BS WaterpolitiekIn september kwam er van het ene moment op het andere geen water meer uit de kraan in onze keuken. Een vreemde gewaarwording. Semapa, het waterleidingbedrijf van Cochabamba, bleek die nacht geen ene druppel water onze kant uit gestuurd te hebben waardoor onze vier watervaten beneden en de watertank op het dak leeg bleken te zijn. Er zat weinig anders op dan een ‘aguatero’ te zoeken en hem te vragen om met zijn tankwagen bij ons langs te komen om onze vaten en tank te vullen. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan.

De aguateros bleken zich als koningen te gedragen. Een klant mocht blij zijn als een ‘waterkoning’ tijd voor hem had. Na lang zoeken lukte het ons een aguatero zijn tankwagen op de stoep voor ons huis te laten parkeren. Een slang werd uitgerold en een kwartiertje later beschikten we over tweeduizend liter troebel water. Mijn vrouw zette mij op rantsoen. Het lange wachten op de regentijd, die in Bolivia van december tot en met februari loopt, begon.

In Bolivia is men voor de watervoorziening afhankelijk van de hoeveelheid regen die in de regentijd valt. Er waren jaren, zie Schipbreukelingen in Bolivia, waarin het water met bakken uit de hemel viel maar de laatste jaren valt het met de regenval zwaar tegen. Onderzoekers van de Universiteit van Wageningen waarschuwden in 2013 in een studie ‘Climate Variability and Trends in Bolivia’ hier al voor. Het spreekwoord wil dat een gewaarschuwd mens voor twee telt, maar Bolivianen moeten een crisis aan den lijve ondervinden voordat men tot actie overgaat.

In november werd de waterschaarste in Bolivia wereldnieuws toen in La Paz, waar de regering huist, plotseling in 94 wijken geen water meer uit de kraan kwam. De pleuris brak uit. De minister van Milieu en Water liet in een interview met de BBC weten dat ze door Epsas, het waterleidingbedrijf van La Paz, ‘niet juist geïnformeerd’ was. De oppositie eiste het hoofd van de minister, maar zoals in Bolivia gebruikelijk is werd ook deze minister door president Evo Morales de hand boven het hoofd gehouden. De schuldigen werden op een lager niveau gezocht en gevonden. Zij werden ontslagen.

In allerijl werd rond enkele zware ministers een ‘waterkabinet’ gevormd waarbij de minister van Milieu en Water mocht toekijken. President Evo Morales bood de inwoners van La Paz zijn excuses aan. In de rest van Bolivia werd hier geërgerd op gereageerd, omdat hij ‘vergat’ ook die van Cochabamba, Sucre, Potosí, Oruro en Tarija zijn excuses aan te bieden. Waterschaarste in de rest van het land was, volgens een van de Boliviaanse kranten, voor de regering kennelijk niet meer dan een vaag gerucht waar verder geen aandacht aan besteed hoefde te worden.

De minister van Milieu en Water hield in januari de eer aan zichzelf en trok zich, vlak voordat ze in het parlement verantwoording af moest leggen over haar beleid, terug. Sommige parlementariërs eisten dat de minister zich voor de rechter moest verantwoorden voor haar ‘misdaad’ dat La Paz zonder water kwam te zitten maar het zou mij niet verbazen als dit met een sisser afloopt. Haar opvolger is, volgens een waterexpert die al twintig jaar in Bolivia woont en werkt, de enige man op het ministerie met verstand van zaken.

Volgens de grondwet is al het water in het land eigendom van de Boliviaanse staat die garant staat voor de watervoorziening. In de praktijk van alledag ligt het allemaal stukken ingewikkelder. Vaak is er sprake van gewoonterecht op het gebruik van water uit specifieke bronnen waardoor de lokale bevolking het in veel gevallen feitelijk voor het zeggen heeft.

De Verenigde Naties waarschuwt al vele jaren dat er op de wereld wateroorlogen uit kunnen breken. In Bolivia is daar op kleine schaal al sprake van. In de maanden voor de regentijd braken her en der in het land mini-oorlogen uit over toegang tot de laatste beetjes water. Tussen vissers en landbouwers, tussen dorpelingen en stedelingen, tussen mijnwerkers en landbouwers, enzovoort. De tol tot nu toe van deze waterconflicten is één dode en vele gewonden. Daarnaast leidde gebrek aan water tot het verloren gaan van gewassen en sterfte van vee.

Om de hoogste nood te ledigen stelde de burgemeester van Cochabamba in de loop van vorig jaar geld ter beschikking voor het slaan van extra putten en de aanschaf van tien tankwagens. Dit is een korte termijn oplossing. Na verloop van tijd vallen waterputten namelijk droog omdat de hoeveelheid water die aan de grond in de vallei onttrokken wordt de hoeveelheid die er insijpelt verre overtreft. De echte oplossing moet komen van het nieuwe stuwmeer Misicuni. Al onze hoop is hierop gericht. Dit jaar moet Misicuni ons al flink wat water leveren. Dat valt nog te bezien want in dit stuwmeer zit pas een fractie van de zestig miljoen kubieke meter water die erin kan.

Zelf denk ik dat een Deltaplan waarmee de waterproblematiek integraal aangepakt wordt nodig is. Bolivia staat wereldwijd op de twintigste plaats voor wat betreft de beschikbaarheid van zoetwater zodat dit niet echt een probleem zou moeten zijn. Internationale organisaties zijn bereid miljoenen dollars voor waterprojecten ter beschikking te stellen zodat ook geld geen onoverkomelijk probleem lijkt. Het grote probleem is een gebrek aan deskundigheid. Het zou mooi zijn als het ‘waterkabinet’ daar een mouw aanpast maar erg waarschijnlijk is dat niet.

Dit gebrek aan deskundigheid heeft tot gevolg dat zelfbenoemde experts met onzinnige voorstellen de krant halen. Zo stelde het Comité Civico van Cochabamba voor om via een omweg water uit de laguna Corani naar de vallei van Cochabamba te pompen. In hun voorstel liet men dit water eerst via de cascade van waterkrachtcentrales van energiemaatschappij Ende 1700 meter naar beneden vallen om het daarna, vanuit de Paractí rivier, 1700 meter terug omhoog naar de laguna te pompen. Dit is uiteraard een nepoplossing. Voor het omhoog pompen van het water is immers meer energie nodig dan bij het vallen aan elektrische energie opgewekt wordt. Men kan zich veel geld en moeite besparen door het water meteen naar Cochabamba te pompen.

Op zich is het gebruik van water uit de laguna Corani voor Cochabamba een interessant idee. De kernvraag is in dit geval: bestemmen we dit water voor drinkwater of elektrische energie? Het regeringsstandpunt is elektrische energie maar het zal mij niet verbazen als dit standpunt te zijner tijd verandert in deels drinkwater én deels elektrische energie. Te zijner tijd kan spoedig worden als de watervoorraden in de stuwmeren Wara Wara, Escalerani, Angostura en Misicuni opraken.

-----
De tekening is van Via Dit
Meer informatie op: www.viadit.nl
© 2017 Hans Meijer
powered by CJ2