archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 14
2 februari 2017
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Het Magelhaensplein toch niet? Katharina Kouwenhoven

1407VG MagelhaenHet Magalhaensplein en de nabij gelegen Magalhaensstraat liggen in stadsdeel De Baarsjes, vlakbij de plek waar ik op de lagere school zat, in de Cabotstraat. Straat en plein zijn vernoemd naar de ontdekkingsreiziger Magalhaen (1480 – 1521), die als eerste om de West de Indische Archipel bereikte en ook als eerste een heel rondje om de aarde maakte. Dat laatste is hem net niet helemaal gelukt, want hij werd op de Filipijnen tijdens de Slag van Maltan vermoord.

De hele buurt bestond uit ontdekkingsreizigers, waarvan de bewoners nog nooit hadden gehoord en waarvan ze de naam niet goed uit konden spreken. Zo werd de markt in de Vespucistraat aangeduid als de Verspussiemarkt. Niet al die ontdekkingsreizigers hebben een stukje zee dat naar ze is vernoemd. Dat lijkt maar een beetje willekeurig gebeurd te zijn.

Op het Magalhaensplein speelde ik na schooltijd met mijn klasgenootjes (die daar allemaal in de buurt woonden), toen ik niet meer door mijn moeder uit school gehaald werd. Ik woonde namelijk zelf aan de andere kant van de Hoofdweg, die ik dus moest oversteken en het was toen al een drukke verkeersader. Mijn moeder vertrouwde mij dat lang niet toe, maar op een goed moment moest ze wel. Je kan je kind niet zijn hele leven begeleiden bij het oversteken van drukke wegen.

Op het plein bevond zich een kerk, de Evangelische Kerk, waar een doel op was gekalkt en daar voetbalden we, met een echte leren knikker, die echter al zo oud was dat je het nauwelijks nog een bal kon noemen. Ik deed dat op mijn blote voeten om mijn schoenen niet te beschadigen, want als dat gebeurde brak de pleuris uit. Vaker dan om te voetballen gebruikten we het plein om met onze fietsen te proberen elkaar klem te rijden. Wie met zijn voet op de grond moest was af. Ik had zelf geen fiets en ik was niet de enige, maar ik had aardige vriendjes en we gingen om en om op de fietsjes die beschikbaar waren. Als het gesneeuwd had maakten we lange glijstroken op het plein en gleden één voor één over zo’n baan. Het was de kunst om zo lang mogelijk overeind te blijven.

Wat ik mij goed herinner is het gebouw van de GGD. Daar ging je namelijk heen als je naar de schooldokter of de schooltandarts moest. Veel meer dan kijken en luisteren deden die niet, maar daarmee werd misschien wel wat narigheid voorkomen. Er woonden veel arme mensen in de buurt en die waren niet altijd even proper. Luizen waren heel gewoon (en nog steeds trouwens, ook in deftige buurten), er had altijd wel iemand vlooien, of een of andere parasiet, en als de schoolarts iets constateerde kon hij je doorsturen.

Bij de GGD moest je ook je inentingen halen, eerst als baby bij de zuigelingenzorg en later bij een speciale verpleegkundige, die toen nog ‘zuster’ heette. Dat was geen pretje. Dat geprik was niet zo erg, maar al die jankende kinderen, daar werd je dol van. Er was toen echter niemand die op het mallotige idee kwam om te protesteren tegen die prikken. De dokters wisten heus wel wat goed voor je was.

Het Magalhaensplein is geen bezoek waard en de -straat, die aan het Columbusplein grenst en niet aan het Magalhaensplein, ook niet. Je komt er nooit als je oma er niet woont en oma is al jaren dood. Ik ben er sinds mijn kindertijd nooit meer geweest.

---
Het plaatje is van de schrijfster


© 2017 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Het Magelhaensplein toch niet? Katharina Kouwenhoven
1407VG MagelhaenHet Magalhaensplein en de nabij gelegen Magalhaensstraat liggen in stadsdeel De Baarsjes, vlakbij de plek waar ik op de lagere school zat, in de Cabotstraat. Straat en plein zijn vernoemd naar de ontdekkingsreiziger Magalhaen (1480 – 1521), die als eerste om de West de Indische Archipel bereikte en ook als eerste een heel rondje om de aarde maakte. Dat laatste is hem net niet helemaal gelukt, want hij werd op de Filipijnen tijdens de Slag van Maltan vermoord.

De hele buurt bestond uit ontdekkingsreizigers, waarvan de bewoners nog nooit hadden gehoord en waarvan ze de naam niet goed uit konden spreken. Zo werd de markt in de Vespucistraat aangeduid als de Verspussiemarkt. Niet al die ontdekkingsreizigers hebben een stukje zee dat naar ze is vernoemd. Dat lijkt maar een beetje willekeurig gebeurd te zijn.

Op het Magalhaensplein speelde ik na schooltijd met mijn klasgenootjes (die daar allemaal in de buurt woonden), toen ik niet meer door mijn moeder uit school gehaald werd. Ik woonde namelijk zelf aan de andere kant van de Hoofdweg, die ik dus moest oversteken en het was toen al een drukke verkeersader. Mijn moeder vertrouwde mij dat lang niet toe, maar op een goed moment moest ze wel. Je kan je kind niet zijn hele leven begeleiden bij het oversteken van drukke wegen.

Op het plein bevond zich een kerk, de Evangelische Kerk, waar een doel op was gekalkt en daar voetbalden we, met een echte leren knikker, die echter al zo oud was dat je het nauwelijks nog een bal kon noemen. Ik deed dat op mijn blote voeten om mijn schoenen niet te beschadigen, want als dat gebeurde brak de pleuris uit. Vaker dan om te voetballen gebruikten we het plein om met onze fietsen te proberen elkaar klem te rijden. Wie met zijn voet op de grond moest was af. Ik had zelf geen fiets en ik was niet de enige, maar ik had aardige vriendjes en we gingen om en om op de fietsjes die beschikbaar waren. Als het gesneeuwd had maakten we lange glijstroken op het plein en gleden één voor één over zo’n baan. Het was de kunst om zo lang mogelijk overeind te blijven.

Wat ik mij goed herinner is het gebouw van de GGD. Daar ging je namelijk heen als je naar de schooldokter of de schooltandarts moest. Veel meer dan kijken en luisteren deden die niet, maar daarmee werd misschien wel wat narigheid voorkomen. Er woonden veel arme mensen in de buurt en die waren niet altijd even proper. Luizen waren heel gewoon (en nog steeds trouwens, ook in deftige buurten), er had altijd wel iemand vlooien, of een of andere parasiet, en als de schoolarts iets constateerde kon hij je doorsturen.

Bij de GGD moest je ook je inentingen halen, eerst als baby bij de zuigelingenzorg en later bij een speciale verpleegkundige, die toen nog ‘zuster’ heette. Dat was geen pretje. Dat geprik was niet zo erg, maar al die jankende kinderen, daar werd je dol van. Er was toen echter niemand die op het mallotige idee kwam om te protesteren tegen die prikken. De dokters wisten heus wel wat goed voor je was.

Het Magalhaensplein is geen bezoek waard en de -straat, die aan het Columbusplein grenst en niet aan het Magalhaensplein, ook niet. Je komt er nooit als je oma er niet woont en oma is al jaren dood. Ik ben er sinds mijn kindertijd nooit meer geweest.

---
Het plaatje is van de schrijfster
© 2017 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2