archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 12
27 augustus 2015
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Olifantenpaadjes, shortcuts en identiteit Eric Corsius

1218VG UnruheWas hilft’s dass man den Weg verkürzt!: J.W. von Goethe, Faust I, 3840.

In de scene ‘Walpurgisnacht’ in Goethes Faust komt een kenmerkend verschil tussen Faust en Mephistopheles naar voren. Bij herhaling dringt Mephisto erop aan om de weg over het Harzgebergte af te korten door middel van magische middelen (een vliegende bezemsteel, een magische sprong die de zwaartekracht buiten spel zet), terwijl Faust de voorkeur eraan geeft, om al slenterend de omgeving in zich op te nemen. Faust is, hoewel reeds reddeloos verloren, mentaal nog niet helemaal in de ban van zijn sinistere gids. Hij weet dat je shortcuts duur moet betalen-  hoezeer ook zijn tragische lot en dat van de door hem in het verderf gestorte Margarete te danken is aan zijn ongeduld als gefrustreerrde wetenschapper en gemankeerde womanizer. Faust wijst hier, zij het rijkelijk laat, shortcuts van de hand. Mephistopheles is er een meester in.

Nu zijn shortcuts niet per se verdacht en demonisch. Ze bestaan ook in de sympathieke, alledaagse vorm van zogenaamde ‘olifantenpaadjes’ *. Iedereen kent wel zulke informeel tot stand gekomen onverharde paadjes door grasveldjes, braakliggende terreinen of weilanden, waarmee vroeger de weg naar school werd afgekort en tegenwoordig de weg naar de bushalte of de winkel.

Olifantenpaadjes zijn een goede metafoor voor tal van verschijnselen uit het dagelijks leven. In een organisatie worden door werknemers complicerende regels of vertragende routines omzeild en zodoende nieuwe routines ontwikkeld die binnen de kortste keren inslijten. In de religie of de kunst creëren mensen nieuwe vormen en werkwijzen, die op gespannen voet staan met de door het gezag of het gilde uitgestippelde wegen en die nieuwe stromingen in het leven roepen. Deze figuurlijke olifantenpaadjes zijn een vorm van ‘demopraxie’, een verschijnsel dat op zichzelf een shortcut is: het ‘volk’ bewandelt geen formele wegen om alternatieven te bewerkstelligen (dat is democratie), maar creëert gewoon feiten, al doende, al praktiserende.

Los van het sympathieke karakter dat dergelijke anarchistische verschijnselen hebben, heeft het figuurlijke olifantenpaadje uiteraard ook keerzijden. Het kan, bij alle voordelen op korte termijn, op lange termijn schade aanrichten (dan is de shortcut een kortsluiting). Een minderheid kan door olifantenpaadjes zijn wil aan de meerderheid opleggen. Een organisatie kan zijn transparantie – voorwaarde voor rechtszekerheid en democratie – verliezen. Er zijn overigens letterlijke olifantenpaadjes die ronduit schadelijk zijn, bijvoorbeeld als het ‘volk’ een plantsoen tot een vuilstortplaats maakt – en ook dit kan een metafoor zijn voor destructieve praktijken in organisaties.

Alles heeft twee kanten, zo ook het olifantenpaadje of de shortcut: het kan vernieuwend en creatief zijn, maar ook ondermijnend en destructief.

***

Misschien zijn de ongeduldige, ambivalente shortcuts van onze samenleving wel bijverschijnselen van datgene wat de Duitse wijsgeer Ralf Konersmann aanduidt als de ‘onrust van deze wereld’. In zijn recente boek over dit thema probeert hij de wortels – of beter: de genese – van deze structurele ongedurigheid van onze cultuur op het spoor te komen. De onrust is een alles doordringende en bepalende mythe, die onlosmakelijk is verbonden met de mythe van de rust, waarvan zij de keerzijde is.

De mythe heeft vele gezichten. Soms wordt de onrust ervaren als een vloek en is zij het gedreven terugverlangen naar de verloren rust van het paradijs. Soms wordt zij ervaren als een zegen, juist omdat zij ons aandrijft om te werken aan het herstel van dat paradijs. Soms echter lijkt zij een doel in zichzelf te zijn. Haar keerzijde, de rust is in dat geval een gevaarlijke verleiding – zoals bij Goethes Faust, die gezworen heeft nooit op zijn lauweren te gaan rusten. Het lijkt erop dat juist onze rationele en zelfreflexieve cultuur wordt gedreven door de mythe van de ‘Unruh’ (in het Duits ook de aanduiding voor de veer in een uurwerk).

***

Bij die ‘onrust’ hoort ook de onhandigheid waarmee we als enkelingen en groepen omgaan met het verschijnsel ‘identiteit’. Aan de ene kant drijft ons ongeduld ons tot de shortcut-redenering, dat we het als persoon, groep of natie niet kunnen stellen zonder een heldere en eenduidige identiteit en dat we die desnoods op een geforceerde manier moeten proclameren - ook als er geen grondslag voor bestaat. Dit leidt tot conformisme en uniformisme in organisaties, opvoeding en overheidsbeleid. Aan de andere kant zijn wij als postmodernen, vanuit een soort gemakzucht, geneigd om identiteit te zien als een illusie: alles is vloeibaar en in beweging en wij mensen zijn onbeperkt kneedbaar.

Beide uitersten wijst Konersmann af. Identiteit hebben we nodig, juist om stabiel en betrouwbaar te blijven in de onrust van onze wereld. Identiteit is een rol in een serieus spel. Ze is relatief, maar van levensbelang. Ze regelt ons verkeer en maakt ons toe medemensen op wie men kan rekenen. Ze is echter wel iets wat voortdurend op het spel staat, iets dat steeds opnieuw moet worden gecreëerd, provisorisch en hypothetisch. Dit vraagt inspanning en relativeringsvermogen. Dit is iets anders dan een berekenende, absolutistische identiteitskramp, waarmee op drift geraakte organisaties, ongeruste opvoeders en paniekerige politici zich van bepaalde zaken af willen maken.

Konersmann, Ralf: Die Unruhe der Welt. Fischer Verlag 2015

---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
-------------------------------------------------
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren


© 2015 Eric Corsius meer Eric Corsius - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Olifantenpaadjes, shortcuts en identiteit Eric Corsius
1218VG UnruheWas hilft’s dass man den Weg verkürzt!: J.W. von Goethe, Faust I, 3840.

In de scene ‘Walpurgisnacht’ in Goethes Faust komt een kenmerkend verschil tussen Faust en Mephistopheles naar voren. Bij herhaling dringt Mephisto erop aan om de weg over het Harzgebergte af te korten door middel van magische middelen (een vliegende bezemsteel, een magische sprong die de zwaartekracht buiten spel zet), terwijl Faust de voorkeur eraan geeft, om al slenterend de omgeving in zich op te nemen. Faust is, hoewel reeds reddeloos verloren, mentaal nog niet helemaal in de ban van zijn sinistere gids. Hij weet dat je shortcuts duur moet betalen-  hoezeer ook zijn tragische lot en dat van de door hem in het verderf gestorte Margarete te danken is aan zijn ongeduld als gefrustreerrde wetenschapper en gemankeerde womanizer. Faust wijst hier, zij het rijkelijk laat, shortcuts van de hand. Mephistopheles is er een meester in.

Nu zijn shortcuts niet per se verdacht en demonisch. Ze bestaan ook in de sympathieke, alledaagse vorm van zogenaamde ‘olifantenpaadjes’ *. Iedereen kent wel zulke informeel tot stand gekomen onverharde paadjes door grasveldjes, braakliggende terreinen of weilanden, waarmee vroeger de weg naar school werd afgekort en tegenwoordig de weg naar de bushalte of de winkel.

Olifantenpaadjes zijn een goede metafoor voor tal van verschijnselen uit het dagelijks leven. In een organisatie worden door werknemers complicerende regels of vertragende routines omzeild en zodoende nieuwe routines ontwikkeld die binnen de kortste keren inslijten. In de religie of de kunst creëren mensen nieuwe vormen en werkwijzen, die op gespannen voet staan met de door het gezag of het gilde uitgestippelde wegen en die nieuwe stromingen in het leven roepen. Deze figuurlijke olifantenpaadjes zijn een vorm van ‘demopraxie’, een verschijnsel dat op zichzelf een shortcut is: het ‘volk’ bewandelt geen formele wegen om alternatieven te bewerkstelligen (dat is democratie), maar creëert gewoon feiten, al doende, al praktiserende.

Los van het sympathieke karakter dat dergelijke anarchistische verschijnselen hebben, heeft het figuurlijke olifantenpaadje uiteraard ook keerzijden. Het kan, bij alle voordelen op korte termijn, op lange termijn schade aanrichten (dan is de shortcut een kortsluiting). Een minderheid kan door olifantenpaadjes zijn wil aan de meerderheid opleggen. Een organisatie kan zijn transparantie – voorwaarde voor rechtszekerheid en democratie – verliezen. Er zijn overigens letterlijke olifantenpaadjes die ronduit schadelijk zijn, bijvoorbeeld als het ‘volk’ een plantsoen tot een vuilstortplaats maakt – en ook dit kan een metafoor zijn voor destructieve praktijken in organisaties.

Alles heeft twee kanten, zo ook het olifantenpaadje of de shortcut: het kan vernieuwend en creatief zijn, maar ook ondermijnend en destructief.

***

Misschien zijn de ongeduldige, ambivalente shortcuts van onze samenleving wel bijverschijnselen van datgene wat de Duitse wijsgeer Ralf Konersmann aanduidt als de ‘onrust van deze wereld’. In zijn recente boek over dit thema probeert hij de wortels – of beter: de genese – van deze structurele ongedurigheid van onze cultuur op het spoor te komen. De onrust is een alles doordringende en bepalende mythe, die onlosmakelijk is verbonden met de mythe van de rust, waarvan zij de keerzijde is.

De mythe heeft vele gezichten. Soms wordt de onrust ervaren als een vloek en is zij het gedreven terugverlangen naar de verloren rust van het paradijs. Soms wordt zij ervaren als een zegen, juist omdat zij ons aandrijft om te werken aan het herstel van dat paradijs. Soms echter lijkt zij een doel in zichzelf te zijn. Haar keerzijde, de rust is in dat geval een gevaarlijke verleiding – zoals bij Goethes Faust, die gezworen heeft nooit op zijn lauweren te gaan rusten. Het lijkt erop dat juist onze rationele en zelfreflexieve cultuur wordt gedreven door de mythe van de ‘Unruh’ (in het Duits ook de aanduiding voor de veer in een uurwerk).

***

Bij die ‘onrust’ hoort ook de onhandigheid waarmee we als enkelingen en groepen omgaan met het verschijnsel ‘identiteit’. Aan de ene kant drijft ons ongeduld ons tot de shortcut-redenering, dat we het als persoon, groep of natie niet kunnen stellen zonder een heldere en eenduidige identiteit en dat we die desnoods op een geforceerde manier moeten proclameren - ook als er geen grondslag voor bestaat. Dit leidt tot conformisme en uniformisme in organisaties, opvoeding en overheidsbeleid. Aan de andere kant zijn wij als postmodernen, vanuit een soort gemakzucht, geneigd om identiteit te zien als een illusie: alles is vloeibaar en in beweging en wij mensen zijn onbeperkt kneedbaar.

Beide uitersten wijst Konersmann af. Identiteit hebben we nodig, juist om stabiel en betrouwbaar te blijven in de onrust van onze wereld. Identiteit is een rol in een serieus spel. Ze is relatief, maar van levensbelang. Ze regelt ons verkeer en maakt ons toe medemensen op wie men kan rekenen. Ze is echter wel iets wat voortdurend op het spel staat, iets dat steeds opnieuw moet worden gecreëerd, provisorisch en hypothetisch. Dit vraagt inspanning en relativeringsvermogen. Dit is iets anders dan een berekenende, absolutistische identiteitskramp, waarmee op drift geraakte organisaties, ongeruste opvoeders en paniekerige politici zich van bepaalde zaken af willen maken.

Konersmann, Ralf: Die Unruhe der Welt. Fischer Verlag 2015

---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
-------------------------------------------------
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren
© 2015 Eric Corsius
powered by CJ2