archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 16
Jaargang 12
25 juni 2015
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Meertens en Multatuli Willem Minderhout

1216VG Koorendijk6

‘Op woensdagmorgen 6 September 1899 ben ik te Middelburg geboren in het huis aan de Korendijk no. 59, waar mijn ouders het eerste jaar van hun huwelijk woonden.’ Dit schreef Piet Meertens, bij Voskuilfans beter bekend als ‘meneer Beerta’, in een autobiografische schets.

Omdat ik Middelburg, de stad van mijn jeugd, regelmatig bezoek, besloot ik eens op zoek te gaan naar dat geboortehuis. Op de Korendijk bleek echter geen ‘nummer 59’ te bestaan. Via twitter wist ik Edwin Mijnsbergen, stadshistoricus van ‘Middelburg Dronk’, en de sociale mediafunctionaris van het twitteraccount van het Zeeuws Archief bij de oplossing van dit raadsel te betrekken. Er bleek het een en ander in de nummergeving veranderd te zijn in de loop der tijd. Na enig gepuzzel bleek Korendijk 59 nu Korendijk 6 te zijn. Trots posteerde ik me voor dat huis om met deze ontdekking op de foto te gaan toen de bewoners de deur uitkwamen. Ze keken nogal vreemd op van mijn glunderende verschijning op hun stoep. Mijn enthousiaste uitleg scheen niet veel indruk te maken, maar een paar uur later kwamen we ze tegen bij de prachtige Middelburgse boekhandel, DE DRVKKERY. Wellicht wilden ze nu toch aan de hand van ‘Het Bureau’ achterhalen wie die beroemdheid was in wiens huis zij nu woonden.

Laatst vroeg ik me af hoe ik aan dat huisnummer gekomen was. Ik dacht dat Ger Harmsen het noemde in het voorwoord van ‘In het voetspoor van Henriette Roland Holst’, een bundel opstellen van Meertens over het vroege socialisme. Dat bleek echter niet het geval te zijn. Ik had het blijkbaar van internet geplukt, want daar vond ik in een artikel van Barbara Henkes de zin waarmee dit artikel begon.

Wat ik vergeten was, was dat er ook een stuk van Meertens over ‘Multatuli in Zeeland’ in die bundel stond. Dat was in korte tijd het derde artikel over dit onderwerp dat ik tegenkwam en ik was benieuwd of het enigszins overeenkwam met de beschouwingen van Kees Slager en Lo van Driel waar ik in een vorige Leunstoel over schreef.

Meertens’ relaas over Multatuli in Zeeland is veel uitgebreider. Hij schetst het verlichte milieu in de Zeeuwse steden Middelburg, Goes en Zierikzee van die jaren. De meeste dominees waren Hervormden van de ‘moderne’ richting, de middenstand snakte naar kennis en ontwikkeling en verenigde zich in de ‘Maatschappij V.W.’ (Vooruitgang door Wetenschap) en ook onder de gezeten burgerij waren er velen die zich in de ‘sociale kwestie’ verdiepten en er progressieve standpunten op na hielden. Multatuli werd in deze kringen vereerd, of kon toch op zijn minst op veel belangstelling rekenen.

Meertens beschrijft alle optredens van Multatuli in Zeeland. Van het eerste optreden in Goes in 1875, dat een nogal gehaast karakter had omdat veel toehoorders de laatste trein – van 10.08 uur – naar Middelburg moesten halen, tot zijn laatste in Middelburg in 1881, waar hij volgens de Middelburgsche Courant: ‘2 1/2 uur lang sprak, vrijwel zonder pauze, in een volle zaal, waar ge een speld kunt hooren vallen. Waarheen ge het oog wendt, niets dan uitgerekte halzen, half geopende monden, handen aan den ooren,  gretige oogen.’

Multatuli was een superster die een enorm enthousiasme losmaakte onder de Zeeuwse burgerij en vele damesharten, tot in het streng gereformeerde Tholen aan toe, in vuur en vlam zette. Over de vriendschap tijdens zijn levensavond met Marie Berdenis van Berlekom, de schoonzus van Floor Wibaut, is Meertens wat uitvoeriger dan Lo van Driel. ‘Ik geloof dat je me liefhebt’, schreef Multatuli aan Marie ‘en dat is goed, want ik ben ‘n goed mensch. Maar juist dat liefhebben brengt een soort opwinding met zich mee die nadeelig voor je wezen kan.’

Wibaut zelf vertelt in zijn memoires dat ook de Zeeuwse arbeiders niet onberoerd bleven door Multatuli. In Dreischor ontmoette hij partijgenoten van de SDAP die vol enthousiasme over de boeken van Multatuli spraken. Wibaut vroeg hen waarom ze Multatuli,  die toch geen socialist was, zo vereerden. ‘Dat is juist’, zeiden zij ‘maar aan hem hebben we toch te danken dat we met veel tradities hebben gebroken en tot eigen denken zijn gekomen.’

Bronnen:

P. Meertens, In het voetspoor van Henriëtte Roland Holst. Radicalen en religieuze socialisten in Nederland, Alphen aan den Rijn (1982)

Barbara Henkes, P.J. Meertens: als christen op zoek naar gelijkheid in verscheidenheid

------------------------------------------------
De foto is aangeleverd door de schrijver
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!



© 2015 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Meertens en Multatuli Willem Minderhout
1216VG Koorendijk6

‘Op woensdagmorgen 6 September 1899 ben ik te Middelburg geboren in het huis aan de Korendijk no. 59, waar mijn ouders het eerste jaar van hun huwelijk woonden.’ Dit schreef Piet Meertens, bij Voskuilfans beter bekend als ‘meneer Beerta’, in een autobiografische schets.

Omdat ik Middelburg, de stad van mijn jeugd, regelmatig bezoek, besloot ik eens op zoek te gaan naar dat geboortehuis. Op de Korendijk bleek echter geen ‘nummer 59’ te bestaan. Via twitter wist ik Edwin Mijnsbergen, stadshistoricus van ‘Middelburg Dronk’, en de sociale mediafunctionaris van het twitteraccount van het Zeeuws Archief bij de oplossing van dit raadsel te betrekken. Er bleek het een en ander in de nummergeving veranderd te zijn in de loop der tijd. Na enig gepuzzel bleek Korendijk 59 nu Korendijk 6 te zijn. Trots posteerde ik me voor dat huis om met deze ontdekking op de foto te gaan toen de bewoners de deur uitkwamen. Ze keken nogal vreemd op van mijn glunderende verschijning op hun stoep. Mijn enthousiaste uitleg scheen niet veel indruk te maken, maar een paar uur later kwamen we ze tegen bij de prachtige Middelburgse boekhandel, DE DRVKKERY. Wellicht wilden ze nu toch aan de hand van ‘Het Bureau’ achterhalen wie die beroemdheid was in wiens huis zij nu woonden.

Laatst vroeg ik me af hoe ik aan dat huisnummer gekomen was. Ik dacht dat Ger Harmsen het noemde in het voorwoord van ‘In het voetspoor van Henriette Roland Holst’, een bundel opstellen van Meertens over het vroege socialisme. Dat bleek echter niet het geval te zijn. Ik had het blijkbaar van internet geplukt, want daar vond ik in een artikel van Barbara Henkes de zin waarmee dit artikel begon.

Wat ik vergeten was, was dat er ook een stuk van Meertens over ‘Multatuli in Zeeland’ in die bundel stond. Dat was in korte tijd het derde artikel over dit onderwerp dat ik tegenkwam en ik was benieuwd of het enigszins overeenkwam met de beschouwingen van Kees Slager en Lo van Driel waar ik in een vorige Leunstoel over schreef.

Meertens’ relaas over Multatuli in Zeeland is veel uitgebreider. Hij schetst het verlichte milieu in de Zeeuwse steden Middelburg, Goes en Zierikzee van die jaren. De meeste dominees waren Hervormden van de ‘moderne’ richting, de middenstand snakte naar kennis en ontwikkeling en verenigde zich in de ‘Maatschappij V.W.’ (Vooruitgang door Wetenschap) en ook onder de gezeten burgerij waren er velen die zich in de ‘sociale kwestie’ verdiepten en er progressieve standpunten op na hielden. Multatuli werd in deze kringen vereerd, of kon toch op zijn minst op veel belangstelling rekenen.

Meertens beschrijft alle optredens van Multatuli in Zeeland. Van het eerste optreden in Goes in 1875, dat een nogal gehaast karakter had omdat veel toehoorders de laatste trein – van 10.08 uur – naar Middelburg moesten halen, tot zijn laatste in Middelburg in 1881, waar hij volgens de Middelburgsche Courant: ‘2 1/2 uur lang sprak, vrijwel zonder pauze, in een volle zaal, waar ge een speld kunt hooren vallen. Waarheen ge het oog wendt, niets dan uitgerekte halzen, half geopende monden, handen aan den ooren,  gretige oogen.’

Multatuli was een superster die een enorm enthousiasme losmaakte onder de Zeeuwse burgerij en vele damesharten, tot in het streng gereformeerde Tholen aan toe, in vuur en vlam zette. Over de vriendschap tijdens zijn levensavond met Marie Berdenis van Berlekom, de schoonzus van Floor Wibaut, is Meertens wat uitvoeriger dan Lo van Driel. ‘Ik geloof dat je me liefhebt’, schreef Multatuli aan Marie ‘en dat is goed, want ik ben ‘n goed mensch. Maar juist dat liefhebben brengt een soort opwinding met zich mee die nadeelig voor je wezen kan.’

Wibaut zelf vertelt in zijn memoires dat ook de Zeeuwse arbeiders niet onberoerd bleven door Multatuli. In Dreischor ontmoette hij partijgenoten van de SDAP die vol enthousiasme over de boeken van Multatuli spraken. Wibaut vroeg hen waarom ze Multatuli,  die toch geen socialist was, zo vereerden. ‘Dat is juist’, zeiden zij ‘maar aan hem hebben we toch te danken dat we met veel tradities hebben gebroken en tot eigen denken zijn gekomen.’

Bronnen:

P. Meertens, In het voetspoor van Henriëtte Roland Holst. Radicalen en religieuze socialisten in Nederland, Alphen aan den Rijn (1982)

Barbara Henkes, P.J. Meertens: als christen op zoek naar gelijkheid in verscheidenheid

------------------------------------------------
De foto is aangeleverd door de schrijver
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!

© 2015 Willem Minderhout
powered by CJ2