archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 12
21 mei 2015
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Niet voor wielrenners Hans Knegtmans

1214VG Ventoux2In december 2013 moesten de literatuurcritici van Het Parool behalve hun top drie van het afgelopen jaar ook een boek noemen dat hun bijzonder was tegengevallen. Ik selecteerde de roman Ventoux van Bert Wagendorp en besloot mijn betoog met een vertimmerde parafrase van Nescio’s fameuze openingszin: ‘Jongens waren we – maar niet zo taalvaardige jongens.’

En nu draait de verfilming van het boek in de bioscopen. Aanvankelijk viel die me best mee. Er klopt van alles en nog wat niet – waarover dadelijk meer – maar al kijkend vroeg ik me af, of ik het boek misschien niet te streng had beoordeeld. Twee minuten doorbladeren van het boek, met name passages die ik in de kantlijn van grote vraagtekens had voorzien, maakte me duidelijk welk probleem van het boek in de film ontbreekt.

Er is geen alwetende verteller die het voor de lezer verpest met diepzinnige formuleringen. ‘Het was de eerste keer dat een van ons tweeën niet meteen bij de fantasie van de ander achterop sprong.’ ‘Ik wist dat ik maar één vingerknip was verwijderd van het diepe geheim dat we voortdurend langs onbekende dimensies schuiven en dat het verleden tastbaar is.’ En iemand die verstand heeft van spreektaal heeft de nepdialogen uit het boek een beetje opgekalefaterd, zodat ze wat natuurlijker klinken.

Het boekverhaal is in grote lijnen hetzelfde gebleven. Vijf vrienden van rond de twintig, onder wie drie wielerfanaten, organiseren een fietsvakantie in de Provence. Hoofddoel – naast zich bedrinken en lol trappen – is de beklimming van de mythische Mont Ventoux. De vakantie verloopt niet geheel zoals gepland. In de eerste plaats hebben de jongens inmiddels de mooie Laura ontmoet, op wie bijna de hele club verliefd wordt. Wanneer zij zichzelf uitnodigt voor het fietsweekend, winnen hun juveniele lusten het van hun wielerenthousiasme. Nog meer dan door een onverwachte amoureuze ontwikkeling wordt de fietstocht overschaduwd door de plotselinge dood van Peter, de dichterlijke romanticus van het stel.

Dertig jaar later vatten hoofdpersoon Bart en zijn vrienden het plan op, hun eerdere fietsvakantie te herhalen. Zonder Peter uiteraard, maar met Laura (een kleurloze Maruschka Detmers), die uit het niets weer contact met hen heeft gezocht. Natuurlijk is dit vragen om problemen.

In de film wisselen heden en verleden elkaar af en zo moet het ook. Scenaristen Bert Wagendorp en Nicole van Kilsdonk (die de film ook regisseert) zorgen er vakkundig voor dat dramatische hoogtepunten rond de fietstocht van toen niet voortijdig worden prijsgegeven. Ook vergroot de heen-en-weerconstructie van het verhaal de dynamiek van het geheel.

Meer nog dan in het boek valt op hoe onaangenaam de onbezorgde jongens van toen zich tot middelbare heren hebben ontwikkeld. Ongetwijfeld komt hier wishful thinking aan te pas, maar ik koester de illusie dat de meeste van mijn vrienden en kennissen moreel en spiritueel er niet overmatig op achteruit zijn gegaan. Dat kun je van Bart en zijn vrienden niet beweren. De enige die sympathiek is gebleven, is de tegenwoordige reisbureau-eigenaar David (een gemoedelijke rol van de Vlaming Wim Opbrouck). Hoofpersoon Bart (Kasper van Kooten) is een weinig innemende  pragmaticus,1214VG Ventoux1 wiens grootste zorg is dat Laura nooit meer van zich heeft laten horen. Joost – altijd al een professor in de dop – heeft voor zijn bijdrage aan de snaartheorie de Spinozaprijs gewonnen. Helaas is de feestvreugde van korte duur, want al snel wordt bekend dat hij in zijn publicaties plagiaat heeft gepleegd. Leopold Witte oogt eerder als een onbetrouwbare zakenman dan als een wetenschapper, laat staan een geleerde die thuis is in de snaartheorie. De humor in de film (met een kleine h) komt voornamelijk voor rekening van crimineel André (Wilfried de Jong), die zojuist een gevangenisstraf wegens narcoticahandel heeft uitgezeten.

Illustratief voor de magere kwaliteit van het script is een hemeltergende sequentie waarin David probeert de ontroostbare Joost weer tot bedaren te brengen. Kom joh, wat stelt het nou voor, zo’n prijs voor een theorietje dat toch niemand begrijpt? Daar laat je je vrienden toch niet voor in de steek? Fuck them!! André laat pas los als Joost het hem nazegt. Deze uiting van ‘gezond verstand’ roept herinneringen op aan de Franse komedie Untouchables, waarin de elitaire hoofdpersoon de hulp van een ongeletterde zwarte nodig heeft om zijn kunstzinnige waardenpatroon te herzien.

Bovenal neemt de film een loopje met het wielrennen, of wat de altijd deskundige Vlamingen aanduiden als wielertoerisme. Een wielertoerist weet dat zijn prestaties weinig voorstellen in vergelijking met die van echte wielrenners, maar beoefent desondanks fanatiek en naar vermogen zijn hobby. De ‘would be’ renners in Ventoux echter doen maar wat en treden alle technische en tactische wetten van het wielrennen met voeten. Het treurigste voorbeeld daarvan is de deelname aan de veeleisende prestatierit tegen de berg op van David. Ongetraind, met een gevaarlijk hoge bloeddruk en minstens dertig kilo te zwaar. Zijn vrienden moedigen hem niet alleen aan mee te doen aan dit hachelijke avontuur, ze lachen hem zelfs uit om zijn aanvankelijke weigerachtigheid.

Wie iets meer wil begrijpen van wielrennen (al is het maar het veredelde wielertoerisme) doet er goed aan het baanbrekende werk van Tim Krabbé te lezen. Diens gedramatiseerde documentaire De renner is nog steeds hét Nederlandse hoogtepunt in de wielrenliteratuur. Een goede tweede en even informatief is de recente uitgave van Krabbé’s De veertiende etappe, 71 wielerverhalen (verschenen bij uitgeverij Prometheus).

Cinefielen met wielrenbelangstelling wil ik van harte attenderen op de even meeslepende als geestige documentaire Nieuwe helden – in het hart van de tour (2014, regisseur Dirk Jan Roeleven). Daarin volgen we de verrichtingen van de nieuwe, ‘schone’ wielerploeg Argos-Shimano (met de sympathieke vedetten Marcel Kittel en John Degenkolb) op trainingen en tijdens de Tour de France van 2013. Onverwacht hoogtepunt is een bezoek van Kittel aan een Franse openluchtkapster, onder het wakend oog van de overige ploegleden. Speciaal voor hem zingen ze het carnavalslied ‘Du hast die Haare schön!’. Een feelgoodfilm, maar dan zonder effectbejag.

---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel


© 2015 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Niet voor wielrenners Hans Knegtmans
1214VG Ventoux2In december 2013 moesten de literatuurcritici van Het Parool behalve hun top drie van het afgelopen jaar ook een boek noemen dat hun bijzonder was tegengevallen. Ik selecteerde de roman Ventoux van Bert Wagendorp en besloot mijn betoog met een vertimmerde parafrase van Nescio’s fameuze openingszin: ‘Jongens waren we – maar niet zo taalvaardige jongens.’

En nu draait de verfilming van het boek in de bioscopen. Aanvankelijk viel die me best mee. Er klopt van alles en nog wat niet – waarover dadelijk meer – maar al kijkend vroeg ik me af, of ik het boek misschien niet te streng had beoordeeld. Twee minuten doorbladeren van het boek, met name passages die ik in de kantlijn van grote vraagtekens had voorzien, maakte me duidelijk welk probleem van het boek in de film ontbreekt.

Er is geen alwetende verteller die het voor de lezer verpest met diepzinnige formuleringen. ‘Het was de eerste keer dat een van ons tweeën niet meteen bij de fantasie van de ander achterop sprong.’ ‘Ik wist dat ik maar één vingerknip was verwijderd van het diepe geheim dat we voortdurend langs onbekende dimensies schuiven en dat het verleden tastbaar is.’ En iemand die verstand heeft van spreektaal heeft de nepdialogen uit het boek een beetje opgekalefaterd, zodat ze wat natuurlijker klinken.

Het boekverhaal is in grote lijnen hetzelfde gebleven. Vijf vrienden van rond de twintig, onder wie drie wielerfanaten, organiseren een fietsvakantie in de Provence. Hoofddoel – naast zich bedrinken en lol trappen – is de beklimming van de mythische Mont Ventoux. De vakantie verloopt niet geheel zoals gepland. In de eerste plaats hebben de jongens inmiddels de mooie Laura ontmoet, op wie bijna de hele club verliefd wordt. Wanneer zij zichzelf uitnodigt voor het fietsweekend, winnen hun juveniele lusten het van hun wielerenthousiasme. Nog meer dan door een onverwachte amoureuze ontwikkeling wordt de fietstocht overschaduwd door de plotselinge dood van Peter, de dichterlijke romanticus van het stel.

Dertig jaar later vatten hoofdpersoon Bart en zijn vrienden het plan op, hun eerdere fietsvakantie te herhalen. Zonder Peter uiteraard, maar met Laura (een kleurloze Maruschka Detmers), die uit het niets weer contact met hen heeft gezocht. Natuurlijk is dit vragen om problemen.

In de film wisselen heden en verleden elkaar af en zo moet het ook. Scenaristen Bert Wagendorp en Nicole van Kilsdonk (die de film ook regisseert) zorgen er vakkundig voor dat dramatische hoogtepunten rond de fietstocht van toen niet voortijdig worden prijsgegeven. Ook vergroot de heen-en-weerconstructie van het verhaal de dynamiek van het geheel.

Meer nog dan in het boek valt op hoe onaangenaam de onbezorgde jongens van toen zich tot middelbare heren hebben ontwikkeld. Ongetwijfeld komt hier wishful thinking aan te pas, maar ik koester de illusie dat de meeste van mijn vrienden en kennissen moreel en spiritueel er niet overmatig op achteruit zijn gegaan. Dat kun je van Bart en zijn vrienden niet beweren. De enige die sympathiek is gebleven, is de tegenwoordige reisbureau-eigenaar David (een gemoedelijke rol van de Vlaming Wim Opbrouck). Hoofpersoon Bart (Kasper van Kooten) is een weinig innemende  pragmaticus,1214VG Ventoux1 wiens grootste zorg is dat Laura nooit meer van zich heeft laten horen. Joost – altijd al een professor in de dop – heeft voor zijn bijdrage aan de snaartheorie de Spinozaprijs gewonnen. Helaas is de feestvreugde van korte duur, want al snel wordt bekend dat hij in zijn publicaties plagiaat heeft gepleegd. Leopold Witte oogt eerder als een onbetrouwbare zakenman dan als een wetenschapper, laat staan een geleerde die thuis is in de snaartheorie. De humor in de film (met een kleine h) komt voornamelijk voor rekening van crimineel André (Wilfried de Jong), die zojuist een gevangenisstraf wegens narcoticahandel heeft uitgezeten.

Illustratief voor de magere kwaliteit van het script is een hemeltergende sequentie waarin David probeert de ontroostbare Joost weer tot bedaren te brengen. Kom joh, wat stelt het nou voor, zo’n prijs voor een theorietje dat toch niemand begrijpt? Daar laat je je vrienden toch niet voor in de steek? Fuck them!! André laat pas los als Joost het hem nazegt. Deze uiting van ‘gezond verstand’ roept herinneringen op aan de Franse komedie Untouchables, waarin de elitaire hoofdpersoon de hulp van een ongeletterde zwarte nodig heeft om zijn kunstzinnige waardenpatroon te herzien.

Bovenal neemt de film een loopje met het wielrennen, of wat de altijd deskundige Vlamingen aanduiden als wielertoerisme. Een wielertoerist weet dat zijn prestaties weinig voorstellen in vergelijking met die van echte wielrenners, maar beoefent desondanks fanatiek en naar vermogen zijn hobby. De ‘would be’ renners in Ventoux echter doen maar wat en treden alle technische en tactische wetten van het wielrennen met voeten. Het treurigste voorbeeld daarvan is de deelname aan de veeleisende prestatierit tegen de berg op van David. Ongetraind, met een gevaarlijk hoge bloeddruk en minstens dertig kilo te zwaar. Zijn vrienden moedigen hem niet alleen aan mee te doen aan dit hachelijke avontuur, ze lachen hem zelfs uit om zijn aanvankelijke weigerachtigheid.

Wie iets meer wil begrijpen van wielrennen (al is het maar het veredelde wielertoerisme) doet er goed aan het baanbrekende werk van Tim Krabbé te lezen. Diens gedramatiseerde documentaire De renner is nog steeds hét Nederlandse hoogtepunt in de wielrenliteratuur. Een goede tweede en even informatief is de recente uitgave van Krabbé’s De veertiende etappe, 71 wielerverhalen (verschenen bij uitgeverij Prometheus).

Cinefielen met wielrenbelangstelling wil ik van harte attenderen op de even meeslepende als geestige documentaire Nieuwe helden – in het hart van de tour (2014, regisseur Dirk Jan Roeleven). Daarin volgen we de verrichtingen van de nieuwe, ‘schone’ wielerploeg Argos-Shimano (met de sympathieke vedetten Marcel Kittel en John Degenkolb) op trainingen en tijdens de Tour de France van 2013. Onverwacht hoogtepunt is een bezoek van Kittel aan een Franse openluchtkapster, onder het wakend oog van de overige ploegleden. Speciaal voor hem zingen ze het carnavalslied ‘Du hast die Haare schön!’. Een feelgoodfilm, maar dan zonder effectbejag.

---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
© 2015 Hans Knegtmans
powered by CJ2