archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 12
29 januari 2015
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Mannenjacht (Koloniale herinneringen 6) Frits Hoorweg

1207VG JachtIn ‘P&O’, een verhaal van Somerset Maugham*, wordt het tragische einde beschreven van ene Gallagher, een ‘kleine’ koloniaal. Hij heeft goed ‘geboerd’ en verstandig belegd en daarom kan hij het zich permitteren voorgoed af te reizen naar het thuisland, in zijn geval Ierland. In Singapore gaat hij aan boord van een passagiersschip (P&O bestaat blijkbaar al even) dat hem via het Suez-kanaal zal brengen naar de plek waar hij graag wil zijn. Hij rekent erop daar een vrouw te vinden en een gezin te stichten. Weliswaar is hij niet meer de jongste, maar dat lijkt voor iemand met een klein vermogen een overkomelijk bezwaar.

Als het schip goed en wel onderweg is krijgt hij de hik. Aanvankelijk maakt niemand zich daar druk over, maar het vertrouwen dat het vanzelf over zal gaan slijt en de dokter weet het op een gegeven moment ook niet meer. Zou er iets van waarheid zitten in het verhaal dat zijn Maleisische concubine, bij wie hij volgens zeggen drie kinderen had, een vloek over hem heeft afgeroepen? Voor de zekerheid wordt op het benedendek toch maar een soort bezweringsdienst belegd, maar het mag niet baten, nog voor het schip in Aden aanlegt overlijdt hij.

Zo samengevat lijkt dit verhaal welhaast zinnebeeldig voor ‘de koloniale ervaring’. Je grijpt gewoon de kans aan ergens goed geld te gaan verdienen. Er moet daar weliswaar hard gewerkt worden, maar gelukkig zijn er welwillende vrouwen te over en het mooie is: je zit er niet aan vast. Als de schaapjes op het droge zijn dan pak je de boel in en ga je naar huis. Maar, oh jé, nu blijkt die ogenschijnlijke welwillendheid ineens een hoge prijs te hebben, die je van te voren niet hebt ingecalculeerd.

Eerlijkheidshalve moet ik vermelden dat Somerset Maugham het verhaal iets minder kaal opdient dan ik het heb samengevat. Hij vertelt het verhaal vanuit de optiek van ene Mrs. Hamlyn, die ook aan boord is en vooral bezig met het verwerken van haar echtscheiding. Ze is vol wrok over het gedrag van haar man en kan het eigenlijk niet hebben dat hij een nieuwe liefde heeft gevonden. Het lot dat Gallagher treft brengt haar tot het inzicht dat dergelijke gevoelens beter niet gekoesterd kunnen worden. Het verhaal eindigt met de tekst van een brief waarin ze haar ex het beste wenst.

Voor mij doet dit zeperige omhulsel een beetje afbreuk aan de zeggingskracht van de plot (iets dat ik trouwens wel vaker ervaar bij de verhalen van deze schrijver). Maar dat terzijde, ik wil het eigenlijk hebben over de merkwaardige verhouding tussen mannen en vrouwen die ontstond in de koloniën, althans in ieder geval in de Engelse en de Nederlandse. Hoe het in de Franse en de Portugese koloniën was gesteld weet ik niet. (Ik houd mij aanbevolen voor suggesties over literatuur dienaangaande, maar dan wel graag in de Engelse of Nederlandse taal.)

Het vrij recente ‘The Fishing Fleet’, van Anne de Courcy**, benadert deze kwestie vanuit de gezichtshoek van Engelse vrouwen die op ‘mannenjacht’ gingen in India. Blijkbaar was daaraan behoefte, zowel in Engeland als in India. In 1671 vertrok voor het eerst een schip met twintig trouwlustige vrouwen. De reis werd betaald door de East India Company (daar de baas, net als onze ‘compagnie’ in Indië), sterker nog de vrouwen werd een levenslange uitkering van £ 300,- in het vooruitzicht gesteld als het ze lukte een man aan de haak te slaan. Voor een goed begrip: de reis (om Kaap de Goede Hoop) erheen alleen al was een gruwel. Hij duurde minstens een half jaar en als het niet lukte om een man aan de haak te slaan moest je weer terug zien te komen, voorbeelden daarvan heb ik overigens niet kunnen vinden. Blijkbaar was er in India ook grote behoefte aan deze bezoekers. Helemaal vanzelfsprekend is dat niet want tegelijkertijd werd samenleven, of zelfs trouwen, met Indiase vrouwen volledig geaccepteerd. Althans dat beweert de schrijfster op pagina 34, het vervolg doet twijfel rijzen aan de juistheid van die stelling.

In 1773 kreeg het verschijnsel van de Fishing Fleet een geweldige duw in de rug door de aanstelling van een Gouverneur-Generaal over Bengalen (toen werd het dus pas echt een kolonie), die zeggenschap kreeg over heel Brits-India. Lord Cornwallis, die in 1786 tot dat ambt werd geroepen, maakte er echt werk van en kondigde een aantal wetten af die samen resulteerden in iets dat je best apartheid zou kunnen noemen. Kinderen uit gemengde huwelijken mochten niet meer werken voor de East India Company en konden niet meer op de betere scholen terecht. Blijkbaar werden die maatregelen geaccepteerd en uitgevoerd, wat twijfel doet rijzen aan die eerdere stelling dat samenleven en trouwen met Indiase vrouwen volledig werd geaccepteerd.

De schrijfster is vooral geïnteresseerd in persoonlijke verhalen en daar is niks tegen, het leidt er alleen toe dat ze soms ‘sweeping statements’ ten beste geeft die nauwelijks onderbouwd worden (en die soms later in de tekst zelf weer ontkracht worden). Ze komt trouwens wel met een plausibele verklaring voor het feit dat er in Engeland zoveel vrouwen waren die het avontuur van de Fishing Fleet wel aan wilden gaan. Er was daar in die tijd een geweldig vrouwenoverschot en voor vrouwen die niet trouwden was er weinig emplooi; gouvernante, dat was zo ongeveer het enige fatsoenlijke beroep dat voor hen openstond. Ook een kwestie die zijn sporen heeft nagelaten in de literatuur.

Met het gereed komen van het Suez-kanaal (1869) werd de duur van de reis van en naar India van maanden teruggebracht naar weken. De mannen die er werkten konden vaker met verlof naar Engeland en de familie in Engeland kon iets makkelijker op bezoek gaan. De Fishing Fleet werd in letterlijke zin afgedankt, maar in overdrachtelijke zin bleef de uitdrukking in zwang.

------------------------------------
* Het verhaal dateert uit 1926, althans toen werd het voor het eerst gebundeld, misschien is het al eerder in een of ander tijdschrift verschenen.
The Casuarina Tree, six stories, Somerset Maugham, Heinemann 1926

** The Fishing Fleet, husband-hunting in the Raj, Anne the Courcy, Weidenfeld & Nicholson 2012
---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Mannenjacht (Koloniale herinneringen 6) Frits Hoorweg
1207VG JachtIn ‘P&O’, een verhaal van Somerset Maugham*, wordt het tragische einde beschreven van ene Gallagher, een ‘kleine’ koloniaal. Hij heeft goed ‘geboerd’ en verstandig belegd en daarom kan hij het zich permitteren voorgoed af te reizen naar het thuisland, in zijn geval Ierland. In Singapore gaat hij aan boord van een passagiersschip (P&O bestaat blijkbaar al even) dat hem via het Suez-kanaal zal brengen naar de plek waar hij graag wil zijn. Hij rekent erop daar een vrouw te vinden en een gezin te stichten. Weliswaar is hij niet meer de jongste, maar dat lijkt voor iemand met een klein vermogen een overkomelijk bezwaar.

Als het schip goed en wel onderweg is krijgt hij de hik. Aanvankelijk maakt niemand zich daar druk over, maar het vertrouwen dat het vanzelf over zal gaan slijt en de dokter weet het op een gegeven moment ook niet meer. Zou er iets van waarheid zitten in het verhaal dat zijn Maleisische concubine, bij wie hij volgens zeggen drie kinderen had, een vloek over hem heeft afgeroepen? Voor de zekerheid wordt op het benedendek toch maar een soort bezweringsdienst belegd, maar het mag niet baten, nog voor het schip in Aden aanlegt overlijdt hij.

Zo samengevat lijkt dit verhaal welhaast zinnebeeldig voor ‘de koloniale ervaring’. Je grijpt gewoon de kans aan ergens goed geld te gaan verdienen. Er moet daar weliswaar hard gewerkt worden, maar gelukkig zijn er welwillende vrouwen te over en het mooie is: je zit er niet aan vast. Als de schaapjes op het droge zijn dan pak je de boel in en ga je naar huis. Maar, oh jé, nu blijkt die ogenschijnlijke welwillendheid ineens een hoge prijs te hebben, die je van te voren niet hebt ingecalculeerd.

Eerlijkheidshalve moet ik vermelden dat Somerset Maugham het verhaal iets minder kaal opdient dan ik het heb samengevat. Hij vertelt het verhaal vanuit de optiek van ene Mrs. Hamlyn, die ook aan boord is en vooral bezig met het verwerken van haar echtscheiding. Ze is vol wrok over het gedrag van haar man en kan het eigenlijk niet hebben dat hij een nieuwe liefde heeft gevonden. Het lot dat Gallagher treft brengt haar tot het inzicht dat dergelijke gevoelens beter niet gekoesterd kunnen worden. Het verhaal eindigt met de tekst van een brief waarin ze haar ex het beste wenst.

Voor mij doet dit zeperige omhulsel een beetje afbreuk aan de zeggingskracht van de plot (iets dat ik trouwens wel vaker ervaar bij de verhalen van deze schrijver). Maar dat terzijde, ik wil het eigenlijk hebben over de merkwaardige verhouding tussen mannen en vrouwen die ontstond in de koloniën, althans in ieder geval in de Engelse en de Nederlandse. Hoe het in de Franse en de Portugese koloniën was gesteld weet ik niet. (Ik houd mij aanbevolen voor suggesties over literatuur dienaangaande, maar dan wel graag in de Engelse of Nederlandse taal.)

Het vrij recente ‘The Fishing Fleet’, van Anne de Courcy**, benadert deze kwestie vanuit de gezichtshoek van Engelse vrouwen die op ‘mannenjacht’ gingen in India. Blijkbaar was daaraan behoefte, zowel in Engeland als in India. In 1671 vertrok voor het eerst een schip met twintig trouwlustige vrouwen. De reis werd betaald door de East India Company (daar de baas, net als onze ‘compagnie’ in Indië), sterker nog de vrouwen werd een levenslange uitkering van £ 300,- in het vooruitzicht gesteld als het ze lukte een man aan de haak te slaan. Voor een goed begrip: de reis (om Kaap de Goede Hoop) erheen alleen al was een gruwel. Hij duurde minstens een half jaar en als het niet lukte om een man aan de haak te slaan moest je weer terug zien te komen, voorbeelden daarvan heb ik overigens niet kunnen vinden. Blijkbaar was er in India ook grote behoefte aan deze bezoekers. Helemaal vanzelfsprekend is dat niet want tegelijkertijd werd samenleven, of zelfs trouwen, met Indiase vrouwen volledig geaccepteerd. Althans dat beweert de schrijfster op pagina 34, het vervolg doet twijfel rijzen aan de juistheid van die stelling.

In 1773 kreeg het verschijnsel van de Fishing Fleet een geweldige duw in de rug door de aanstelling van een Gouverneur-Generaal over Bengalen (toen werd het dus pas echt een kolonie), die zeggenschap kreeg over heel Brits-India. Lord Cornwallis, die in 1786 tot dat ambt werd geroepen, maakte er echt werk van en kondigde een aantal wetten af die samen resulteerden in iets dat je best apartheid zou kunnen noemen. Kinderen uit gemengde huwelijken mochten niet meer werken voor de East India Company en konden niet meer op de betere scholen terecht. Blijkbaar werden die maatregelen geaccepteerd en uitgevoerd, wat twijfel doet rijzen aan die eerdere stelling dat samenleven en trouwen met Indiase vrouwen volledig werd geaccepteerd.

De schrijfster is vooral geïnteresseerd in persoonlijke verhalen en daar is niks tegen, het leidt er alleen toe dat ze soms ‘sweeping statements’ ten beste geeft die nauwelijks onderbouwd worden (en die soms later in de tekst zelf weer ontkracht worden). Ze komt trouwens wel met een plausibele verklaring voor het feit dat er in Engeland zoveel vrouwen waren die het avontuur van de Fishing Fleet wel aan wilden gaan. Er was daar in die tijd een geweldig vrouwenoverschot en voor vrouwen die niet trouwden was er weinig emplooi; gouvernante, dat was zo ongeveer het enige fatsoenlijke beroep dat voor hen openstond. Ook een kwestie die zijn sporen heeft nagelaten in de literatuur.

Met het gereed komen van het Suez-kanaal (1869) werd de duur van de reis van en naar India van maanden teruggebracht naar weken. De mannen die er werkten konden vaker met verlof naar Engeland en de familie in Engeland kon iets makkelijker op bezoek gaan. De Fishing Fleet werd in letterlijke zin afgedankt, maar in overdrachtelijke zin bleef de uitdrukking in zwang.

------------------------------------
* Het verhaal dateert uit 1926, althans toen werd het voor het eerst gebundeld, misschien is het al eerder in een of ander tijdschrift verschenen.
The Casuarina Tree, six stories, Somerset Maugham, Heinemann 1926

** The Fishing Fleet, husband-hunting in the Raj, Anne the Courcy, Weidenfeld & Nicholson 2012
---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Frits Hoorweg
powered by CJ2