archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 11
11 september 2014
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Na de politiek nu ook de journalistiek? Peter Schröder

1119BS Timmermans en de beerEr gaat een Nederlandse Zwaargewicht zonder portefeuille naar Brussel. Wel een beetje zielig voor zo’n man, daarom spreken we in de media liever gewichtig van een supercommissaris. En schatten dat hij verantwoordelijk zou kunnen worden voor het EU beginsel van de subsidiariteit, en de hervorming van het ambtenarenapparaat, zaken die we in Nederland erg belangrijk vinden. En waar verder iedereen graag omheen loopt. Zijn verantwoordelijkheid bestaat misschien wel uit de coördinatie van het werk van de collega’s.

‘Een coördinator is een zielige man’, zei Wim Deetman in het begin van de jaren ’80, toen hij verantwoordelijk werd voor het Wetenschapsbeleid, dat door de minister van Onderwijs voor die tijd ook werd gecoördineerd. Zonder eigen budget en een eigen organisatie valt geen beleid te voeren, was zijn mening, liever een sober budget dan met de hoed in de hand te moeten gaan bedelen bij de collega’s.

Zwaargewicht Timmermans heeft vooral de laatste maanden aan politiek gewicht gewonnen door zijn optreden na de door Rusland op touw gezette dodelijke aanslag op een vliegtuig vol Nederlanders in juli van dit jaar. In gesprek met een journalist (bron even kwijt) vroeg een ongenuanceerde Amerikaanse militaire expert zich daarbij af waarom Nederland niet direct een goed getrainde commando-eenheid (bij wijze van spreken een snel inzetbare reactiemacht) naar Oekraïne stuurde om dat zootje ongeregelde gewapende dronkelappen weg te jagen en  bergingsdeskundigen daar ongestoord hun werk te laten doen. De expert kreeg te horen dat in de buitenlandse politiek met  tact en diplomatie veel meer was te bereiken en dat onze minister in de VN op de hele wereld indruk had gemaakt met zijn mooie speech. De expert werd ondiplomatiek en zei ongeveer: ‘Een mooi verhaal? Een potje klagen? Ik dacht dat ministers er waren om iets te doen’.

Kraakt Timmermans nooit een harde noot? Hm, wat las ik later in de krant?
‘Minister Timmermans heeft vandaag harde kritiek geleverd op de Russische president Vladimir Poetin.’ Poetin is volgens Timmermans 'een meester in escalatie' van conflicten. Poetin voert volgens Timmermans in het conflict in Oekraïne een destructieve lijn. En het lijkt er niet op dat hij van plan is daar van af te stappen’, aldus de PvdA minister. 'Sterker nog, hij lijkt er dagelijks nog een schepje bovenop te doen. Ik moet mij hoeden voor gepsychologiseer, maar het is een ervaringsfeit dat president Poetin een meester is in escalatie die nog niet de schoonheid van deëscalatie heeft ontdekt.' Ferme taal, scherp (psychologisch?) inzicht. Waren ze in het Kremlin en bij de VN/de NAVO/in 'Brussel' onder de indruk? Nou, de woorden leken eerder bedoeld voor vaderlands gebruik en werden uitgesproken tijdens de H.J.Schoo-lezing van Elsevier. Spectaculaire gedachten, maar dan twee maanden na dato en in de huiselijke kring.

In NRC/Hbld van 30/31 augustus staat een interview met Wim Kuijken, een veteraan uit de ambtelijke wereld en momenteel Deltacommissaris. Hij vraagt zich af of de ambtelijke machinerie in Nederland de laatste decennia niet sterk veranderd is. Hij denkt dat er meer angst leeft met gevolgen voor het functioneren van de ambtelijke organisatie: ‘Angst leidt tot: heel veel méér voor je minister werken dan je zou mogen verwachten van een ambtelijke organisatie. Die je ook eens zou kunnen laten horen dat het anders kan. Daar zijn ministers (en ook 'topambtenaren' - p.s.) in zo’n onzekere tijd minder van gediend. …….. Ambtenaren werken vooral om te zorgen dat hun minister niet in de problemen komt. Dat is belangrijk. Maar je moet een minister ook helpen om het beste voorstel te maken. Ik houd van onafhankelijke ambtenaren met durf.’

Ik kan over die verandering een beetje meepraten. Ooit droeg ik een kruimel bij aan het wetenschapsbeleid. De DG, zijn ambtenaren en de minister konden goed vertellen wat doel en middelen daartoe waren, laten we zeggen, een verantwoordelijkheid voor een goede positie van wetenschap in een evenwichtig regeringsbeleid en de middelen daarvoor. Ze wisten hun doeleinden ook redelijk te bereiken. Ministers komen en gaan en mijn laatste directeur was van mening dat wetenschapsbeleid niet meer betekende dan zoveel mogelijk geld voor wetenschap. Er kwam natuurlijk alleen maar minder geld want ondertussen waren onze ‘topambtenaren’ druk bezig te zorgen dat de minister 1. niet ‘uitgleed’, en 2. zo vaak mogelijk op een leuke manier in de media was te zien. Ze schreven onbegrijpelijke nota’s die door voorlichters nog onbegrijpelijker vertaald meer en meer resulteerden in een wolk van vaagheden waarvoor niemand een cent gaf.

Kijk bijvoorbeeld hoe wetenschapsbeleid vandaag door de minister wordt gepresenteerd: ‘Wetenschappelijke resultaten dienen gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom. De directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid coördineert (sic!) interdepartementaal het wetenschapsbeleid en is mede verantwoordelijk voor het internationale wetenschaps- en technologiebeleid. De directie zet zich in voor de kwaliteit en de maatschappelijke relevantie van het Nederlandse onderzoek’. Wie trekt zijn portemonee?
Niet toevallig liep bovengenoemde ontwikkeling gelijk op met de verdwijning van inhoudelijke kennis uit de organisatie. Ambtenaren werden geselecteerd op: ‘brede inzetbaarheid’, bestuurlijke handigheid en managementkwaliteiten; inhoudelijke kennis en ervaring waren niet meer nodig. Een ontwikkeling waarin ambtelijke praatjesmakers de dienst gingen uitmaken.

Het zou mooi zijn als de nietszeggende verhalen van onze politici en bestuurders stelselmatig zouden worden doorgeprikt door onafhankelijke en deskundige media. Maar misschien geldt voor die media uiteindelijk ook weer dat een constant bombardement van desinformatie een te zware aanslag is op deskundigheid en daarmee ook de onafhankelijkheid van journalisten. Journalisten zouden moeten weten dat de enige diplomatieke taal waarnaar Rusland tegenwoordig luistert die van wapengekletter is. En dat de rol van Nederland in ‘Brussel’ zonder een ‘eigen’ commissaris beter tot zijn recht zou komen, dan met een eigen schertsfiguur.
Maar de landelijke kranten brengen nu maar al te vaak unisono dezelfde inhoudsloze sprookjes over de woorden en daden van de Russische president en die van de eigen ministers. En natuurlijk wordt het indrukwekkende wereldnieuws over de hulde aan de stoffelijke resten uit de MH17 met al die schattige knuffels daarbij niet vergeten.

-------------------------------------
Het plaatje is van Henk Klaren


© 2014 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Na de politiek nu ook de journalistiek? Peter Schröder
1119BS Timmermans en de beerEr gaat een Nederlandse Zwaargewicht zonder portefeuille naar Brussel. Wel een beetje zielig voor zo’n man, daarom spreken we in de media liever gewichtig van een supercommissaris. En schatten dat hij verantwoordelijk zou kunnen worden voor het EU beginsel van de subsidiariteit, en de hervorming van het ambtenarenapparaat, zaken die we in Nederland erg belangrijk vinden. En waar verder iedereen graag omheen loopt. Zijn verantwoordelijkheid bestaat misschien wel uit de coördinatie van het werk van de collega’s.

‘Een coördinator is een zielige man’, zei Wim Deetman in het begin van de jaren ’80, toen hij verantwoordelijk werd voor het Wetenschapsbeleid, dat door de minister van Onderwijs voor die tijd ook werd gecoördineerd. Zonder eigen budget en een eigen organisatie valt geen beleid te voeren, was zijn mening, liever een sober budget dan met de hoed in de hand te moeten gaan bedelen bij de collega’s.

Zwaargewicht Timmermans heeft vooral de laatste maanden aan politiek gewicht gewonnen door zijn optreden na de door Rusland op touw gezette dodelijke aanslag op een vliegtuig vol Nederlanders in juli van dit jaar. In gesprek met een journalist (bron even kwijt) vroeg een ongenuanceerde Amerikaanse militaire expert zich daarbij af waarom Nederland niet direct een goed getrainde commando-eenheid (bij wijze van spreken een snel inzetbare reactiemacht) naar Oekraïne stuurde om dat zootje ongeregelde gewapende dronkelappen weg te jagen en  bergingsdeskundigen daar ongestoord hun werk te laten doen. De expert kreeg te horen dat in de buitenlandse politiek met  tact en diplomatie veel meer was te bereiken en dat onze minister in de VN op de hele wereld indruk had gemaakt met zijn mooie speech. De expert werd ondiplomatiek en zei ongeveer: ‘Een mooi verhaal? Een potje klagen? Ik dacht dat ministers er waren om iets te doen’.

Kraakt Timmermans nooit een harde noot? Hm, wat las ik later in de krant?
‘Minister Timmermans heeft vandaag harde kritiek geleverd op de Russische president Vladimir Poetin.’ Poetin is volgens Timmermans 'een meester in escalatie' van conflicten. Poetin voert volgens Timmermans in het conflict in Oekraïne een destructieve lijn. En het lijkt er niet op dat hij van plan is daar van af te stappen’, aldus de PvdA minister. 'Sterker nog, hij lijkt er dagelijks nog een schepje bovenop te doen. Ik moet mij hoeden voor gepsychologiseer, maar het is een ervaringsfeit dat president Poetin een meester is in escalatie die nog niet de schoonheid van deëscalatie heeft ontdekt.' Ferme taal, scherp (psychologisch?) inzicht. Waren ze in het Kremlin en bij de VN/de NAVO/in 'Brussel' onder de indruk? Nou, de woorden leken eerder bedoeld voor vaderlands gebruik en werden uitgesproken tijdens de H.J.Schoo-lezing van Elsevier. Spectaculaire gedachten, maar dan twee maanden na dato en in de huiselijke kring.

In NRC/Hbld van 30/31 augustus staat een interview met Wim Kuijken, een veteraan uit de ambtelijke wereld en momenteel Deltacommissaris. Hij vraagt zich af of de ambtelijke machinerie in Nederland de laatste decennia niet sterk veranderd is. Hij denkt dat er meer angst leeft met gevolgen voor het functioneren van de ambtelijke organisatie: ‘Angst leidt tot: heel veel méér voor je minister werken dan je zou mogen verwachten van een ambtelijke organisatie. Die je ook eens zou kunnen laten horen dat het anders kan. Daar zijn ministers (en ook 'topambtenaren' - p.s.) in zo’n onzekere tijd minder van gediend. …….. Ambtenaren werken vooral om te zorgen dat hun minister niet in de problemen komt. Dat is belangrijk. Maar je moet een minister ook helpen om het beste voorstel te maken. Ik houd van onafhankelijke ambtenaren met durf.’

Ik kan over die verandering een beetje meepraten. Ooit droeg ik een kruimel bij aan het wetenschapsbeleid. De DG, zijn ambtenaren en de minister konden goed vertellen wat doel en middelen daartoe waren, laten we zeggen, een verantwoordelijkheid voor een goede positie van wetenschap in een evenwichtig regeringsbeleid en de middelen daarvoor. Ze wisten hun doeleinden ook redelijk te bereiken. Ministers komen en gaan en mijn laatste directeur was van mening dat wetenschapsbeleid niet meer betekende dan zoveel mogelijk geld voor wetenschap. Er kwam natuurlijk alleen maar minder geld want ondertussen waren onze ‘topambtenaren’ druk bezig te zorgen dat de minister 1. niet ‘uitgleed’, en 2. zo vaak mogelijk op een leuke manier in de media was te zien. Ze schreven onbegrijpelijke nota’s die door voorlichters nog onbegrijpelijker vertaald meer en meer resulteerden in een wolk van vaagheden waarvoor niemand een cent gaf.

Kijk bijvoorbeeld hoe wetenschapsbeleid vandaag door de minister wordt gepresenteerd: ‘Wetenschappelijke resultaten dienen gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom. De directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid coördineert (sic!) interdepartementaal het wetenschapsbeleid en is mede verantwoordelijk voor het internationale wetenschaps- en technologiebeleid. De directie zet zich in voor de kwaliteit en de maatschappelijke relevantie van het Nederlandse onderzoek’. Wie trekt zijn portemonee?
Niet toevallig liep bovengenoemde ontwikkeling gelijk op met de verdwijning van inhoudelijke kennis uit de organisatie. Ambtenaren werden geselecteerd op: ‘brede inzetbaarheid’, bestuurlijke handigheid en managementkwaliteiten; inhoudelijke kennis en ervaring waren niet meer nodig. Een ontwikkeling waarin ambtelijke praatjesmakers de dienst gingen uitmaken.

Het zou mooi zijn als de nietszeggende verhalen van onze politici en bestuurders stelselmatig zouden worden doorgeprikt door onafhankelijke en deskundige media. Maar misschien geldt voor die media uiteindelijk ook weer dat een constant bombardement van desinformatie een te zware aanslag is op deskundigheid en daarmee ook de onafhankelijkheid van journalisten. Journalisten zouden moeten weten dat de enige diplomatieke taal waarnaar Rusland tegenwoordig luistert die van wapengekletter is. En dat de rol van Nederland in ‘Brussel’ zonder een ‘eigen’ commissaris beter tot zijn recht zou komen, dan met een eigen schertsfiguur.
Maar de landelijke kranten brengen nu maar al te vaak unisono dezelfde inhoudsloze sprookjes over de woorden en daden van de Russische president en die van de eigen ministers. En natuurlijk wordt het indrukwekkende wereldnieuws over de hulde aan de stoffelijke resten uit de MH17 met al die schattige knuffels daarbij niet vergeten.

-------------------------------------
Het plaatje is van Henk Klaren
© 2014 Peter Schröder
powered by CJ2