archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 11
30 januari 2014
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Musée Fin-de-Siècle in Brussel Dik Kruithof

1107VG Fin1Over de bruisende stad Brussel is al eerder geschreven in De Leunstoel. Ook de merkwaardige verzameling musea op de Kunstberg kwam al eerder aan de bod. De vernieuwingswoede in de museumwereld heeft de Kunstberg overgeslagen: vanaf 5 december is een groot deel van de museumzalen van de Kunstberg geopend als het Musée Fin-de-Siècle.

Na de opening van het Musée Magritte in 2004 is dit de tweede grote vernieuwing van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. Overigens betekent dit wel dat het Museum voor Moderne Kunst gesloten is en op een andere plaats zal komen. Het nieuwe museum omvat de periode van 1868 tot 1914. In het beginjaar werd in België door een groot aantal kunstenaars de Société Libre des Beaux-Arts opgericht, vanuit een uitgesproken drang naar vrijheid, oprechtheid en realisme in de kunst.

België is in de tweede helft van de negentiende eeuw een van de grote industriële machten van Europa. De sociaal-realisten leggen in de jaren tachtig de harde wereld van de arbeiders vast, zowel in beelden als in schilderijen. Het is indrukwekkend en inspirerend werk dat hier te zien is. Arbeiders aan het werk in de mijnen en in de fabrieken, maar ook de rode vlag trots gedragen boven een massademonstratie. Constantin Meunier was als beeldhouwer en schilder een van de grootste namen.

Maar er waren toen ook al andere ontwikkelingen aan de gang, want Brussel bruiste. Horta ontwikkelde zich tot een vernieuwende architect, die met het Volkshuis een huis voor diezelfde arbeiders neerzette, althans voor hun organisaties. De architectuur wordt getoond met maquettes en een vijftal digitale foto-zuilen, met informatie over het Volkshuis en andere opvallende gebouwen. Dat had grootser en indrukwekkender gekund. Overigens is het Volkshuis in 1964 afgebroken om plaats te maken voor een flat met 25 verdiepingen. Het verzet hiertegen opende wel de ogen in Brussel voor de schatten die de stad1107VG Fin2 had op het gebied van onder andere de art nouveau.

Art nouveau werd zo benoemd door de schilder Henri van de Velde, die een brug wilde slaan tussen de schone en de toegepaste kunsten. Het ging om het toepassen van de gebogen lijn (uit de schone kunsten) in de architectuur en in gebruiksvoorwerpen. De verzameling Gillion Crowet, die nu deel uitmaakt van dit museum, werd door de verzamelaars gezien als een totaalkunstwerk in deze stijl. Het is een prachtige collectie meubels en gebruiksvoorwerpen.

Vanuit het realisme ontwikkelde de schilderkunst zich in die jaren naar impressionisme en expressionisme. België had zijn eigen vertegenwoordigers. die hier ook te zien zijn, maar die niet tot de Europese top behoren. James Ensor werd de bekendste Belgische schilder, met een heel eigen stijl. Hij wordt nu beschouwd als een voorloper van de moderne kunst. Er is een ruime verzameling van zijn werk hier te zien.

Opera was in deze periode belangrijk in Brussel. De Muntschouwburg groeide uit tot het centrum voor de opvoering van symbolistische opera’s, met die van Wagner als hoogtepunten. Het ‘Gesamtkunstwerk’ werd een thema en Fernand Khnopff was de bekendste kunstenaar in die stroming. Hij maakte van zijn eigen huis een Gesamtkunstwerk.  

Wat mij het meest verraste was het prachtige, ingetogen, mysterieuze werk van Leon Spilliaert. Strikt genomen hoort het niet in de tijd van dit museum, maar de kleine verzameling van meest grafisch werk die hier hangt sluit het geheel mooi af als verwijzing naar de veranderingen die op komst zijn.   

Het museum beslaat de vier onderste verdiepingen van de Kunstberg en dat moet je letterlijk nemen want steeds afdalend eindig je op -8, vanwaar je met een lift met luxe zitplaatsen weer naar boven kunt.

*************************
De foto’s zijn van Dik Kruithof


© 2014 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Musée Fin-de-Siècle in Brussel Dik Kruithof
1107VG Fin1Over de bruisende stad Brussel is al eerder geschreven in De Leunstoel. Ook de merkwaardige verzameling musea op de Kunstberg kwam al eerder aan de bod. De vernieuwingswoede in de museumwereld heeft de Kunstberg overgeslagen: vanaf 5 december is een groot deel van de museumzalen van de Kunstberg geopend als het Musée Fin-de-Siècle.

Na de opening van het Musée Magritte in 2004 is dit de tweede grote vernieuwing van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. Overigens betekent dit wel dat het Museum voor Moderne Kunst gesloten is en op een andere plaats zal komen. Het nieuwe museum omvat de periode van 1868 tot 1914. In het beginjaar werd in België door een groot aantal kunstenaars de Société Libre des Beaux-Arts opgericht, vanuit een uitgesproken drang naar vrijheid, oprechtheid en realisme in de kunst.

België is in de tweede helft van de negentiende eeuw een van de grote industriële machten van Europa. De sociaal-realisten leggen in de jaren tachtig de harde wereld van de arbeiders vast, zowel in beelden als in schilderijen. Het is indrukwekkend en inspirerend werk dat hier te zien is. Arbeiders aan het werk in de mijnen en in de fabrieken, maar ook de rode vlag trots gedragen boven een massademonstratie. Constantin Meunier was als beeldhouwer en schilder een van de grootste namen.

Maar er waren toen ook al andere ontwikkelingen aan de gang, want Brussel bruiste. Horta ontwikkelde zich tot een vernieuwende architect, die met het Volkshuis een huis voor diezelfde arbeiders neerzette, althans voor hun organisaties. De architectuur wordt getoond met maquettes en een vijftal digitale foto-zuilen, met informatie over het Volkshuis en andere opvallende gebouwen. Dat had grootser en indrukwekkender gekund. Overigens is het Volkshuis in 1964 afgebroken om plaats te maken voor een flat met 25 verdiepingen. Het verzet hiertegen opende wel de ogen in Brussel voor de schatten die de stad1107VG Fin2 had op het gebied van onder andere de art nouveau.

Art nouveau werd zo benoemd door de schilder Henri van de Velde, die een brug wilde slaan tussen de schone en de toegepaste kunsten. Het ging om het toepassen van de gebogen lijn (uit de schone kunsten) in de architectuur en in gebruiksvoorwerpen. De verzameling Gillion Crowet, die nu deel uitmaakt van dit museum, werd door de verzamelaars gezien als een totaalkunstwerk in deze stijl. Het is een prachtige collectie meubels en gebruiksvoorwerpen.

Vanuit het realisme ontwikkelde de schilderkunst zich in die jaren naar impressionisme en expressionisme. België had zijn eigen vertegenwoordigers. die hier ook te zien zijn, maar die niet tot de Europese top behoren. James Ensor werd de bekendste Belgische schilder, met een heel eigen stijl. Hij wordt nu beschouwd als een voorloper van de moderne kunst. Er is een ruime verzameling van zijn werk hier te zien.

Opera was in deze periode belangrijk in Brussel. De Muntschouwburg groeide uit tot het centrum voor de opvoering van symbolistische opera’s, met die van Wagner als hoogtepunten. Het ‘Gesamtkunstwerk’ werd een thema en Fernand Khnopff was de bekendste kunstenaar in die stroming. Hij maakte van zijn eigen huis een Gesamtkunstwerk.  

Wat mij het meest verraste was het prachtige, ingetogen, mysterieuze werk van Leon Spilliaert. Strikt genomen hoort het niet in de tijd van dit museum, maar de kleine verzameling van meest grafisch werk die hier hangt sluit het geheel mooi af als verwijzing naar de veranderingen die op komst zijn.   

Het museum beslaat de vier onderste verdiepingen van de Kunstberg en dat moet je letterlijk nemen want steeds afdalend eindig je op -8, vanwaar je met een lift met luxe zitplaatsen weer naar boven kunt.

*************************
De foto’s zijn van Dik Kruithof
© 2014 Dik Kruithof
powered by CJ2