archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 9
7 juni 2012
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Leuk recalcitrant en tegendraads Willem Minderhout

0915BS Willem3
Lieve Marcel,

Wat ben jij toch een bofkont! Ik scharrel moeizaam mijn brood bijeen door adolescenten, die vaak wel wat interessanters aan hun hoofd hebben, de beginselen van de bestuurskunde bij te brengen, terwijl jij als feestredenaar wordt ingehuurd omdat je zo leuk recalcitrant en tegendraads kan zijn. Want reken maar dat ze er van genieten! Hoe harder ze boe en bah kunnen roepen nadat jij een column hebt uitgesproken, des te beter! ‘Een spiegel voorhouden’ heet dat geloof ik. Ook in een spiegel zie je niet je evenbeeld, maar juiste het omgekeerde. Vreemd genoeg lijken die als twee druppels water op elkaar.

‘Gaat dat over?’, vraag je me. Ik hoop voor jou van niet. Het kan natuurlijk zijn dat jij, als karikaturist, ooit zelf een karikatuur wordt. Als je gevangen raakt in je rol als hofnar is het moeilijk daaruit los te komen. Op het moment dat je zegt: ‘Nu even serieus mensen’ en iedereen barst uit in een verwachtingsvolle schaterlach dan is het te laat. Dan speel je niet meer de nar, dan ben je hem geworden.

Ik denk dat je dat kunt vermijden. Ik denk dat omdat je onder alle scherts heel duidelijk in de gaten hebt wat het gemeenschappelijke ideaal is bij al die Fortuynisten, Christenen, sociaaldemocraten en wat voor groepen je verder nog hebt toegesproken en zult toespreken. Dat ideaal is, ik hoef het je eigenlijk niet te zeggen, de ‘Liefde voor de Gemeenschap’. Zelfs de libertariërs en de anarchisten, die beweren heel erg individualistisch te zijn, rechtvaardigen hun idealen met het argument dat de gemeenschap bij hun egocentrische gedrag het meeste baat heeft.

En hoe kun je het abstracte begrip ‘gemeenschapszin’ beter concretiseren dan de ‘zin in gemeenschap’ te prediken? Het woord is voorwaar vlees geworden! De daad is bij het woord gevoegd! Ik hoop oprecht dat uw sermoenen geen paar’len voor de zwijnen, laat staan zaad op de rotsen, zullen zijn.

En dan kom ik toch weer even terug op Aristoteles, want een klassieke denker geeft toch wat cachet aan zo’n brief. Volgens hem is er, zoals ik in mijn vorige brief al opmerkte, een hiërarchie van het geluk. Onderaan staat het genot, dat vindt hij geluk voor de onontwikkelde mens. Daarboven staat het respect: wil je een respectabel burger zijn dan dien je verder te kunnen kijken dan onmiddellijke behoeftebevrediging. Spaarzin en kuisheid brengen een mens verder in het leven en schelen een hoop geroddel van de buren. Daar weer boven staat volgens Aristoteles de wijsheid. De wijze ontleent zijn geluk niet aan de opinie van de buren, maar aan zijn kennis, vooral aan zijn zelfkennis.

Is het niet zo, Marcel, dat wijsheid in de vorm van zelfkennis ook zelfacceptatie betekent? En hoort bij zelfacceptatie niet dat je aan jezelf durft toe te geven dat je een op genot gericht wezen bent?

Ben je dan weer terug bij af? Ik denk het niet. Neuken is leuk maar je moet er wel wat te lezen bij hebben. Mijn grootste genot is namelijk de kunst van het associëren: het met elkaar in verband brengen van de meest uiteenlopende dingen. Wat is er mooier dan in alles de gemeenschap te ontwaren en daar nog een verhaal bij te hebben ook? A connecting mind is a joy for ever.
 
*****************************************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door Het Genootschap De Leunstoel.
Leden van het Genootschap zijn: Jaap van Lakerveld, Jan Hoorweg, Katharina Kouwenhoven, Henk Klaren, Dik Kruithof, Gábor Budavári, Michiel van der Mast, Maeve van der Steen, Willem Minderhout, Barbara Muller, Joop Quint, Gerda-Joke Zwart, Michiel Hoorweg, Hans Meijer, Gerbrand Muller, Peter Schröder, Carlo van Praag, Rob Kieft, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg, Tom Duijkers, Haitze Meurs en Ruud Klein.


© 2012 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Leuk recalcitrant en tegendraads Willem Minderhout
0915BS Willem3
Lieve Marcel,

Wat ben jij toch een bofkont! Ik scharrel moeizaam mijn brood bijeen door adolescenten, die vaak wel wat interessanters aan hun hoofd hebben, de beginselen van de bestuurskunde bij te brengen, terwijl jij als feestredenaar wordt ingehuurd omdat je zo leuk recalcitrant en tegendraads kan zijn. Want reken maar dat ze er van genieten! Hoe harder ze boe en bah kunnen roepen nadat jij een column hebt uitgesproken, des te beter! ‘Een spiegel voorhouden’ heet dat geloof ik. Ook in een spiegel zie je niet je evenbeeld, maar juiste het omgekeerde. Vreemd genoeg lijken die als twee druppels water op elkaar.

‘Gaat dat over?’, vraag je me. Ik hoop voor jou van niet. Het kan natuurlijk zijn dat jij, als karikaturist, ooit zelf een karikatuur wordt. Als je gevangen raakt in je rol als hofnar is het moeilijk daaruit los te komen. Op het moment dat je zegt: ‘Nu even serieus mensen’ en iedereen barst uit in een verwachtingsvolle schaterlach dan is het te laat. Dan speel je niet meer de nar, dan ben je hem geworden.

Ik denk dat je dat kunt vermijden. Ik denk dat omdat je onder alle scherts heel duidelijk in de gaten hebt wat het gemeenschappelijke ideaal is bij al die Fortuynisten, Christenen, sociaaldemocraten en wat voor groepen je verder nog hebt toegesproken en zult toespreken. Dat ideaal is, ik hoef het je eigenlijk niet te zeggen, de ‘Liefde voor de Gemeenschap’. Zelfs de libertariërs en de anarchisten, die beweren heel erg individualistisch te zijn, rechtvaardigen hun idealen met het argument dat de gemeenschap bij hun egocentrische gedrag het meeste baat heeft.

En hoe kun je het abstracte begrip ‘gemeenschapszin’ beter concretiseren dan de ‘zin in gemeenschap’ te prediken? Het woord is voorwaar vlees geworden! De daad is bij het woord gevoegd! Ik hoop oprecht dat uw sermoenen geen paar’len voor de zwijnen, laat staan zaad op de rotsen, zullen zijn.

En dan kom ik toch weer even terug op Aristoteles, want een klassieke denker geeft toch wat cachet aan zo’n brief. Volgens hem is er, zoals ik in mijn vorige brief al opmerkte, een hiërarchie van het geluk. Onderaan staat het genot, dat vindt hij geluk voor de onontwikkelde mens. Daarboven staat het respect: wil je een respectabel burger zijn dan dien je verder te kunnen kijken dan onmiddellijke behoeftebevrediging. Spaarzin en kuisheid brengen een mens verder in het leven en schelen een hoop geroddel van de buren. Daar weer boven staat volgens Aristoteles de wijsheid. De wijze ontleent zijn geluk niet aan de opinie van de buren, maar aan zijn kennis, vooral aan zijn zelfkennis.

Is het niet zo, Marcel, dat wijsheid in de vorm van zelfkennis ook zelfacceptatie betekent? En hoort bij zelfacceptatie niet dat je aan jezelf durft toe te geven dat je een op genot gericht wezen bent?

Ben je dan weer terug bij af? Ik denk het niet. Neuken is leuk maar je moet er wel wat te lezen bij hebben. Mijn grootste genot is namelijk de kunst van het associëren: het met elkaar in verband brengen van de meest uiteenlopende dingen. Wat is er mooier dan in alles de gemeenschap te ontwaren en daar nog een verhaal bij te hebben ook? A connecting mind is a joy for ever.
 
*****************************************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door Het Genootschap De Leunstoel.
Leden van het Genootschap zijn: Jaap van Lakerveld, Jan Hoorweg, Katharina Kouwenhoven, Henk Klaren, Dik Kruithof, Gábor Budavári, Michiel van der Mast, Maeve van der Steen, Willem Minderhout, Barbara Muller, Joop Quint, Gerda-Joke Zwart, Michiel Hoorweg, Hans Meijer, Gerbrand Muller, Peter Schröder, Carlo van Praag, Rob Kieft, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg, Tom Duijkers, Haitze Meurs en Ruud Klein.
© 2012 Willem Minderhout
powered by CJ2