archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 9
1 maart 2012
Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Marcus van Gogh Claude Aendenboom

0909BZ Marcus
Als kind speelde mijn oom Marc met poppen en verkleedde hij zich graag als vrouwtje. Vermoedelijk lag het vroege overlijden van zijn moeder aan de basis van dit gedrag, dat door zijn hoogmoedige stiefmoeder als verachtelijk gedoe werd beschouwd.

Marc was al vroeg heel creatief en had ook veel talent voor tekenen en schilderen en portretteerde dus zijn oudere broers en zussen. Hij was de jongste maar ook de plezantste thuis. Na zijn humaniora ging hij dan ook naar Sint-Lucas te Gent, waar hij veel waardering genoot van zijn tekenleraars, ze voorspelden hem een mooie toekomst.

Ondertussen waren de turbulente jaren '60 volop aan de gang en liet ook Marc zijn wilde haren groeien. Hij leidde een hippiebestaan met alle zorgwekkende experimenten die ermee gepaard gingen, te weten: sex and drugs and rock 'n roll. Zo werd hij fan van The Stones en Boudewijn de Groot. Marc wist voorlopig zijn homoseksualiteit goed te verbergen voor familie en buitenwereld.

Als afgestudeerde vond hij maar moeilijk zijn droombaan, hij wou dolgraag een job als restaurateur van oude kunstwerken. Maar na een tijdje zoeken nam hij met tegenzin een baan aan in de psychiatrie waar hij bezigheidstherapie zou geven. Dit hield hij echter niet lang vol, hij kon al die ellende daar niet verdragen. Hij werkte daarna als zelfstandige: het oplappen van oude lederen fauteuils.

Tot eind jaren '70 ging alles dus prima met Marc: hij huurde een ruim Duplex-appartement, dat zich aan het Sint-Baafskathedraal bevond en waar hij vele wilde feestjes gaf. Hij won in die wonderbaarlijke tijd zelfs een staatsprijs voor één van zijn tekeningen.

Maar verslaafd aan drank en drugs ging het vanaf 1980 bergaf met Marc. Hij verloor alle controle over zijn leven. Hij moest van armoe verhuizen naar een oud vervallen huisje in een Gentse artiestenbuurt: het Patershol.

Toen ik tien jaar later het bericht kreeg van mijn ouders dat Marc zonet onder dubieuze omstandigheden was overleden verwonderde me dat eigenlijk niet.

Hij zou en moest leven én sterven als Marcus van Gogh!


© 2012 Claude Aendenboom meer Claude Aendenboom - meer "Ontmoetingen" -
Bezigheden > Ontmoetingen
Marcus van Gogh Claude Aendenboom
0909BZ Marcus
Als kind speelde mijn oom Marc met poppen en verkleedde hij zich graag als vrouwtje. Vermoedelijk lag het vroege overlijden van zijn moeder aan de basis van dit gedrag, dat door zijn hoogmoedige stiefmoeder als verachtelijk gedoe werd beschouwd.

Marc was al vroeg heel creatief en had ook veel talent voor tekenen en schilderen en portretteerde dus zijn oudere broers en zussen. Hij was de jongste maar ook de plezantste thuis. Na zijn humaniora ging hij dan ook naar Sint-Lucas te Gent, waar hij veel waardering genoot van zijn tekenleraars, ze voorspelden hem een mooie toekomst.

Ondertussen waren de turbulente jaren '60 volop aan de gang en liet ook Marc zijn wilde haren groeien. Hij leidde een hippiebestaan met alle zorgwekkende experimenten die ermee gepaard gingen, te weten: sex and drugs and rock 'n roll. Zo werd hij fan van The Stones en Boudewijn de Groot. Marc wist voorlopig zijn homoseksualiteit goed te verbergen voor familie en buitenwereld.

Als afgestudeerde vond hij maar moeilijk zijn droombaan, hij wou dolgraag een job als restaurateur van oude kunstwerken. Maar na een tijdje zoeken nam hij met tegenzin een baan aan in de psychiatrie waar hij bezigheidstherapie zou geven. Dit hield hij echter niet lang vol, hij kon al die ellende daar niet verdragen. Hij werkte daarna als zelfstandige: het oplappen van oude lederen fauteuils.

Tot eind jaren '70 ging alles dus prima met Marc: hij huurde een ruim Duplex-appartement, dat zich aan het Sint-Baafskathedraal bevond en waar hij vele wilde feestjes gaf. Hij won in die wonderbaarlijke tijd zelfs een staatsprijs voor één van zijn tekeningen.

Maar verslaafd aan drank en drugs ging het vanaf 1980 bergaf met Marc. Hij verloor alle controle over zijn leven. Hij moest van armoe verhuizen naar een oud vervallen huisje in een Gentse artiestenbuurt: het Patershol.

Toen ik tien jaar later het bericht kreeg van mijn ouders dat Marc zonet onder dubieuze omstandigheden was overleden verwonderde me dat eigenlijk niet.

Hij zou en moest leven én sterven als Marcus van Gogh!
© 2012 Claude Aendenboom
powered by CJ2