archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 20
Jaargang 8
29 september 2011
Bezigheden > Uit de wereldhandel delen printen terug
Design&Standaardisatie Katharina Kouwenhoven

0820BZ Duchamp
Als je in de jaren vijftig of zestig bij een vreemde het toilet betrad, aangenomen dat hij of zij beschikte over een watercloset, wist je precies waar zich het knopje voor het licht bevond - rechts op de deurpost, ongeveer op schouderhoogte - en hoe je het doorspoelmechanisme in werk moest stellen - trekken aan een ketting die was bevestigd aan een uitsteeksel van het waterreservoir - en als de toiletruimte beschikte over een fonteintje (wasbakje) hoe je de kraan kon verleiden om een straal water te produceren. Simpel en overzichtelijk en vooral ook deugdelijk. Het werkte en het werkte bij iedereen op dezelfde wijze.

Daar kwam echter, ik weet niet precies wanneer, de klad in. Het begon met het doorspoelen van het toilet: het trekmechanisme werd vervangen door een drukmechanisme, dat zich bevond in de buis die het waterreservoir verbond met de toiletpot. Eerst was het even zoeken, maar de drukknop was nogal prominent aanwezig, dus dat wende snel. Het doorspoelen via deze knop faalde echter regelmatig en met één druk op deze knop kon je ook jezelf geheel ondersproeien. Dat betekende een snelle afgang voor het drukmechanisme in de pijp. Maar, wat kwam ervoor in de plaats? Ogenschijnlijk niets. Geen trekker, geen drukker, alleen het waterreservoir, de pot en de pijp die beiden verbond. Het vereiste enige inventiviteit om te bedenken waar en hoe het spoelmechanisme verstopt zat. Na veel gezoek en getast bleek het inmiddels de pijp zelf te zijn waarmee het storten in gang gezet kon worden, door hem een stukje op en neer te bewegen.

Daarna zakte de stortbak naar beneden, om al of niet met de toiletpot een 'toiletblokje' te vormen en werd hij voorzien van allerlei drukmechanismen om het doorspoelen in gang te zetten: hendels aan de zijkant (links of rechts), drukmechanismen boven, aan de voorkant, aan de zijkant, voor elk wat wils, maar overal anders, dus was het vaak zoeken wat er nu weer van je verwacht werd.
Op dit moment zijn de waterreservoirs vrijwel verdwenen en is er alleen een drukmechanisme zo groot als een bord of helemaal niets: het spoelmechanisme is geautomatiseerd en treedt in werking een X-aantal seconden nadat iemand met zijn achterste de bril heeft beroerd. Je zoekt je wezenloos naar het spoelmechanisme, maar dat is niet nodig, want dat zoekt naar jou!

De lichtknopjes in toiletten hebben zich ook verplaatst; op geheel eigen wijze. Ze kunnen links zitten of rechts, zelden op schouderhoogte, maar wel op heuphoogte en soms zelfs op voethoogte, in de plint. Ook de verlichting is inmiddels geautomatiseerd: het licht van het toilet gaat aan als je de deur sluit. Dat levert echter een moment van vertraging op waarin je als een blinde het toilet af moet tasten. Waar is de verlossing biedende pot? En het overkomt je regelmatig dat je je behoefte moet doen in het halfduister, omdat de elektricien het toilet van gedimd licht heeft voorzien. Niet op eigen initiatief natuurlijk, maar volgens de bouwtekening van een of andere architect die op dat moment 'hot' is.

Erger dan deze ongemakken zijn echter de kranen. Ooit een gebogen tuitje met daar bovenop een hendeltje dat je naar rechts (kraan open) en naar links kon draaien (kraan dicht). Kranen en draaien, met een hendel of een knop, zijn zolang met elkaar verbonden geweest dat ze voor ieder mens een onlosmakelijke eenheid vormen. Daar moest natuurlijk verandering in komen, want we leven niet meer in het stenen tijdperk en aan elk gebruiksvoorwerp valt wel iets te verbeteren. De knoppen en hendels verdwenen, wat opnieuw verwarring oplevert. Hoe krijg ik in hemelsnaam water uit deze stang en liefst ook nog op de gewenste temperatuur? Zo heb ik in een café in Parijs eens een kwartier redeloos bij het fonteintje gestaan tot ik per ongeluk met mijn voet op een uitstekend buisje stuitte. Als je daar op drukte, ging de kraan pardoes lopen. Het verstoppen van kranen werd mode en nu zijn ze vrijwel overal weg. Gewoon je handen onder de kraan houden en hij geeft water.

Je hoeft dus binnenkort – maar niet in mijn huis – niets meer te doen om waar dan ook van water en licht voorzien te worden, want dat gaat vanzelf, maar slechts voor een korte poos. Dit is gedaan in verband met het sparen van energie en daar zal ik niets van zeggen. Maar de aanvankelijke ontmanteling van de standaarduitrusting in onze omgeving had een heel andere reden: design! En voor ontwerpers speelt het nuttigheidsaspect vaak een ondergeschikte rol, met als gevolg al dat gezoek naar de plaatselijke licht- en watervoorzieningen. Gaat dit allemaal binnenkort volautomatisch, dan zijn deze voorzieningen opnieuw gestandaardiseerd. Hoera!
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2011 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Uit de wereldhandel" -
Bezigheden > Uit de wereldhandel
Design&Standaardisatie Katharina Kouwenhoven
0820BZ Duchamp
Als je in de jaren vijftig of zestig bij een vreemde het toilet betrad, aangenomen dat hij of zij beschikte over een watercloset, wist je precies waar zich het knopje voor het licht bevond - rechts op de deurpost, ongeveer op schouderhoogte - en hoe je het doorspoelmechanisme in werk moest stellen - trekken aan een ketting die was bevestigd aan een uitsteeksel van het waterreservoir - en als de toiletruimte beschikte over een fonteintje (wasbakje) hoe je de kraan kon verleiden om een straal water te produceren. Simpel en overzichtelijk en vooral ook deugdelijk. Het werkte en het werkte bij iedereen op dezelfde wijze.

Daar kwam echter, ik weet niet precies wanneer, de klad in. Het begon met het doorspoelen van het toilet: het trekmechanisme werd vervangen door een drukmechanisme, dat zich bevond in de buis die het waterreservoir verbond met de toiletpot. Eerst was het even zoeken, maar de drukknop was nogal prominent aanwezig, dus dat wende snel. Het doorspoelen via deze knop faalde echter regelmatig en met één druk op deze knop kon je ook jezelf geheel ondersproeien. Dat betekende een snelle afgang voor het drukmechanisme in de pijp. Maar, wat kwam ervoor in de plaats? Ogenschijnlijk niets. Geen trekker, geen drukker, alleen het waterreservoir, de pot en de pijp die beiden verbond. Het vereiste enige inventiviteit om te bedenken waar en hoe het spoelmechanisme verstopt zat. Na veel gezoek en getast bleek het inmiddels de pijp zelf te zijn waarmee het storten in gang gezet kon worden, door hem een stukje op en neer te bewegen.

Daarna zakte de stortbak naar beneden, om al of niet met de toiletpot een 'toiletblokje' te vormen en werd hij voorzien van allerlei drukmechanismen om het doorspoelen in gang te zetten: hendels aan de zijkant (links of rechts), drukmechanismen boven, aan de voorkant, aan de zijkant, voor elk wat wils, maar overal anders, dus was het vaak zoeken wat er nu weer van je verwacht werd.
Op dit moment zijn de waterreservoirs vrijwel verdwenen en is er alleen een drukmechanisme zo groot als een bord of helemaal niets: het spoelmechanisme is geautomatiseerd en treedt in werking een X-aantal seconden nadat iemand met zijn achterste de bril heeft beroerd. Je zoekt je wezenloos naar het spoelmechanisme, maar dat is niet nodig, want dat zoekt naar jou!

De lichtknopjes in toiletten hebben zich ook verplaatst; op geheel eigen wijze. Ze kunnen links zitten of rechts, zelden op schouderhoogte, maar wel op heuphoogte en soms zelfs op voethoogte, in de plint. Ook de verlichting is inmiddels geautomatiseerd: het licht van het toilet gaat aan als je de deur sluit. Dat levert echter een moment van vertraging op waarin je als een blinde het toilet af moet tasten. Waar is de verlossing biedende pot? En het overkomt je regelmatig dat je je behoefte moet doen in het halfduister, omdat de elektricien het toilet van gedimd licht heeft voorzien. Niet op eigen initiatief natuurlijk, maar volgens de bouwtekening van een of andere architect die op dat moment 'hot' is.

Erger dan deze ongemakken zijn echter de kranen. Ooit een gebogen tuitje met daar bovenop een hendeltje dat je naar rechts (kraan open) en naar links kon draaien (kraan dicht). Kranen en draaien, met een hendel of een knop, zijn zolang met elkaar verbonden geweest dat ze voor ieder mens een onlosmakelijke eenheid vormen. Daar moest natuurlijk verandering in komen, want we leven niet meer in het stenen tijdperk en aan elk gebruiksvoorwerp valt wel iets te verbeteren. De knoppen en hendels verdwenen, wat opnieuw verwarring oplevert. Hoe krijg ik in hemelsnaam water uit deze stang en liefst ook nog op de gewenste temperatuur? Zo heb ik in een café in Parijs eens een kwartier redeloos bij het fonteintje gestaan tot ik per ongeluk met mijn voet op een uitstekend buisje stuitte. Als je daar op drukte, ging de kraan pardoes lopen. Het verstoppen van kranen werd mode en nu zijn ze vrijwel overal weg. Gewoon je handen onder de kraan houden en hij geeft water.

Je hoeft dus binnenkort – maar niet in mijn huis – niets meer te doen om waar dan ook van water en licht voorzien te worden, want dat gaat vanzelf, maar slechts voor een korte poos. Dit is gedaan in verband met het sparen van energie en daar zal ik niets van zeggen. Maar de aanvankelijke ontmanteling van de standaarduitrusting in onze omgeving had een heel andere reden: design! En voor ontwerpers speelt het nuttigheidsaspect vaak een ondergeschikte rol, met als gevolg al dat gezoek naar de plaatselijke licht- en watervoorzieningen. Gaat dit allemaal binnenkort volautomatisch, dan zijn deze voorzieningen opnieuw gestandaardiseerd. Hoera!
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2011 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2