archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 8
2 juni 2011
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
De Belgen Hans Knegtmans

Sinds jaar en dag ben ik een groot liefhebber van de Belgische cinema. Vroeger moesten we het vooral van de Walen hebben, maar recentelijk blijken ook de Vlamingen van wanten te weten. Bouli Lanners (Ultranova, Eldorado) behoort tot de voorhoede van de golf van Vlaamse talenten en sinds kort oogst ook Koen Mortier bewondering met zijn onorthodoxe films.

Zijn debuut Ex-drummer moet ik nog inhalen (schande!), maar 22 mei heeft me nog niet over de streep kunnen trekken. Aanvankelijk durfde ik er zelfs niet naar toe. De kranten lieten namelijk geen twijfel bestaan over het verhaal. In een winkelcentrum blaast een jongeman niet alleen zichzelf op, maar ook een handvol onschuldige klanten. Nu ga ik heftige thematiek niet uit de weg, maar zo’n explosie is andere koek. (Tijdens de kerstperiode zoek ik mijn heil in vuurwerkarme landen omdat ik anders als een geestelijk wrak aan het nieuwe jaar moet beginnen!)

Pas nadat een medewerker van Filmhuis Den Haag me had verzekerd dat de filmknal geen naam mocht hebben, durfde ik de onderneming aan. Op een foto werd de zelfmoordenaar door iemand – de bewaker, zo te zien – op de hielen gezeten. Dus, redeneerde ik, zolang die twee niet samen in beeld waren, zou er geen explosie plaatsvinden. Daardoor keek ik ontspannen toe hoe de man aan zijn werkdag begon. Eerst verkleden, vervolgens in uniform op weg naar de voorkant van het gebouw. Korte gesprekken met klanten die hem de weg vragen en dan stelt hij zich op in de ingang. Het begin van een nieuwe werkdag. Geen verdacht persoon te zien, laat staan te achtervolgen, en….

BOEM!!!
 
Mijn informant had kennelijk poep in zijn oren gehad. (Of mij moedwillig voorgelogen, maar daar zie ik hem niet voor aan.)
De rest van de film gaat over het effect van de aanslag op de bewaker (Sam Louwyck) en de slachtoffers. Sommige overledenen verwijten hem onoplettendheid of zelfs lafheid. Natuurlijk heeft hij de moordenaar wel zien passeren, maar hij keek liever de andere kant op dan – met gevaar voor eigen leven – de confrontatie aan te gaan. Andere slachtoffers storten juist hun hart uit bij hem, de man die bij leven dagelijks de verkoopster van zijn dromen bespiedde maar haar niet durfde aan te spreken; de verkoopster die altijd op de verkeerde mannen valt. Ook de moordenaar gaat in discussie met de bewaker. Deze scènes eindigen merendeels vlak bij of vlak voor de explosie, zodat de kijker – althans uw recensent – bij herhaling zijn vingers in de oren stak, beducht voor een herhaling van de knal.

In interviews moet de cineast de voorspelbare vragen beantwoorden. Is het een film over angst? Over machteloosheid? Over schuldgevoel? Over 11 september? Wat moeten we ervan denken dat de dader blank is? (De bewaker trouwens ook, maar dat is normaal.) Zit er schoonheid in de dood, of troost? Het meest onthutsende antwoord komt op de vraag naar het motief van de dader. Mortier heeft zich laten inspireren door een verpleger die vijf ingezetenen van een bejaardentehuis vermoordde. Waarom? Omdat zijn zieke oude moeder dan niet alleen zou sterven. Zo banaal en tegelijk onontkoombaar kan de achtergrond van een ramp zijn.
Filmisch is 22 mei een toonbeeld van avontuurlijk vakmanschap. In ieder geval geslaagder dan het tamelijk dunne verhaaltje dat Mortier te vertellen heeft. Veel scènes spelen zich af in een metrorijtuig van de Rotterdamse RET. Eén op het station Marconiplein, aan de rand van de oude wijk Spangen. Benieuwd hoe de Belgische bezoekers deze verwarrende beelden ondergaan.

Vergeleken met het wat gekunstelde 22 mei straalt Rundskop van regisseur en scenarist Michaël Roskam een verbazingwekkende authenticiteit uit. De cameraman heeft het hele breedbeeld nodig om het Limburgse boerenlandschap in de omgeving van Sint Truiden recht te doen. De oude Vanmarsenille (veel Belgischer kan een naam niet klinken) was al een berucht vetmester en zijn zoon Jacky heeft deze behandelwijze met de paplepel ingegoten gekregen. Toppunt van ironie: nadat hij als klein jongetje gruwelijk mishandeld was adviseerde de arts zijn vader om Jacky regelmatig flinke doses testosteron toe te dienen, zodat hij niet te lijden zou hebben onder een tekort aan mannelijke hormonen.

Een West-Vlaamse vleeshandelaar probeert Jacky voor zijn karretje te spannen. Uitgerekend nu de politie met man en macht de moord op een federale politieman onderzoekt. (Het verhaal is zeer losjes gebaseerd op de moord op veearts Karel van Noppen, in 1995.)
In de eerste helft van de film valt het voor de Nederlandse kijker niet mee het verhaal in detail te volgen. De personages spreken nu eens plat Truis, dan weer plat West-Vlaams. En de ondertiteling is in algemeen beschaafd Vlaams, zodat de kijker onwillekeurig de gesproken en geschreven tekst vergelijkt. Een mooi voorbeeld van disfunctioneel multitasken, maar zo steekt de mens nu eenmaal in elkaar.

Na de flashback naar het gewelddadige incident, verschuift het accent van criminele onderonsjes naar de tragiek van Jacky’s persoonlijke leven. Dat komt de film alleen maar ten goede. Matthias Schoenaerts – die zoals Robert De Niro in Raging Bull door een uitgekiende combinatie van dieet en krachttraining een kleine dertig kilo aankwam – heeft als Jacky de rol van zijn nog jonge leven. Ondoorgrondelijk, een uitdrukkingsloze oogopslag, gespannen als een veer en het overdreven loopje dat het handelsmerk is van de rascowboy.

Door Jacky’s verschijning doet Rundskop eerder aan een klassieke western denken dan aan een plattelandsdrama. Ook menen verschillende recensenten in de opbouw van het verhaal de meesterhand van Martin Scorsese te herkennen. Zelf had ik die associatie ook. Achter de beginbeelden van de film klinkt de voice-over van Jacky, die eindigt met de nu al historische woorden: ‘Gekloot zijt ge altijd.’ Een waarheid als een gedrogeerde koe.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2011 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
De Belgen Hans Knegtmans
Sinds jaar en dag ben ik een groot liefhebber van de Belgische cinema. Vroeger moesten we het vooral van de Walen hebben, maar recentelijk blijken ook de Vlamingen van wanten te weten. Bouli Lanners (Ultranova, Eldorado) behoort tot de voorhoede van de golf van Vlaamse talenten en sinds kort oogst ook Koen Mortier bewondering met zijn onorthodoxe films.

Zijn debuut Ex-drummer moet ik nog inhalen (schande!), maar 22 mei heeft me nog niet over de streep kunnen trekken. Aanvankelijk durfde ik er zelfs niet naar toe. De kranten lieten namelijk geen twijfel bestaan over het verhaal. In een winkelcentrum blaast een jongeman niet alleen zichzelf op, maar ook een handvol onschuldige klanten. Nu ga ik heftige thematiek niet uit de weg, maar zo’n explosie is andere koek. (Tijdens de kerstperiode zoek ik mijn heil in vuurwerkarme landen omdat ik anders als een geestelijk wrak aan het nieuwe jaar moet beginnen!)

Pas nadat een medewerker van Filmhuis Den Haag me had verzekerd dat de filmknal geen naam mocht hebben, durfde ik de onderneming aan. Op een foto werd de zelfmoordenaar door iemand – de bewaker, zo te zien – op de hielen gezeten. Dus, redeneerde ik, zolang die twee niet samen in beeld waren, zou er geen explosie plaatsvinden. Daardoor keek ik ontspannen toe hoe de man aan zijn werkdag begon. Eerst verkleden, vervolgens in uniform op weg naar de voorkant van het gebouw. Korte gesprekken met klanten die hem de weg vragen en dan stelt hij zich op in de ingang. Het begin van een nieuwe werkdag. Geen verdacht persoon te zien, laat staan te achtervolgen, en….

BOEM!!!
 
Mijn informant had kennelijk poep in zijn oren gehad. (Of mij moedwillig voorgelogen, maar daar zie ik hem niet voor aan.)
De rest van de film gaat over het effect van de aanslag op de bewaker (Sam Louwyck) en de slachtoffers. Sommige overledenen verwijten hem onoplettendheid of zelfs lafheid. Natuurlijk heeft hij de moordenaar wel zien passeren, maar hij keek liever de andere kant op dan – met gevaar voor eigen leven – de confrontatie aan te gaan. Andere slachtoffers storten juist hun hart uit bij hem, de man die bij leven dagelijks de verkoopster van zijn dromen bespiedde maar haar niet durfde aan te spreken; de verkoopster die altijd op de verkeerde mannen valt. Ook de moordenaar gaat in discussie met de bewaker. Deze scènes eindigen merendeels vlak bij of vlak voor de explosie, zodat de kijker – althans uw recensent – bij herhaling zijn vingers in de oren stak, beducht voor een herhaling van de knal.

In interviews moet de cineast de voorspelbare vragen beantwoorden. Is het een film over angst? Over machteloosheid? Over schuldgevoel? Over 11 september? Wat moeten we ervan denken dat de dader blank is? (De bewaker trouwens ook, maar dat is normaal.) Zit er schoonheid in de dood, of troost? Het meest onthutsende antwoord komt op de vraag naar het motief van de dader. Mortier heeft zich laten inspireren door een verpleger die vijf ingezetenen van een bejaardentehuis vermoordde. Waarom? Omdat zijn zieke oude moeder dan niet alleen zou sterven. Zo banaal en tegelijk onontkoombaar kan de achtergrond van een ramp zijn.
Filmisch is 22 mei een toonbeeld van avontuurlijk vakmanschap. In ieder geval geslaagder dan het tamelijk dunne verhaaltje dat Mortier te vertellen heeft. Veel scènes spelen zich af in een metrorijtuig van de Rotterdamse RET. Eén op het station Marconiplein, aan de rand van de oude wijk Spangen. Benieuwd hoe de Belgische bezoekers deze verwarrende beelden ondergaan.

Vergeleken met het wat gekunstelde 22 mei straalt Rundskop van regisseur en scenarist Michaël Roskam een verbazingwekkende authenticiteit uit. De cameraman heeft het hele breedbeeld nodig om het Limburgse boerenlandschap in de omgeving van Sint Truiden recht te doen. De oude Vanmarsenille (veel Belgischer kan een naam niet klinken) was al een berucht vetmester en zijn zoon Jacky heeft deze behandelwijze met de paplepel ingegoten gekregen. Toppunt van ironie: nadat hij als klein jongetje gruwelijk mishandeld was adviseerde de arts zijn vader om Jacky regelmatig flinke doses testosteron toe te dienen, zodat hij niet te lijden zou hebben onder een tekort aan mannelijke hormonen.

Een West-Vlaamse vleeshandelaar probeert Jacky voor zijn karretje te spannen. Uitgerekend nu de politie met man en macht de moord op een federale politieman onderzoekt. (Het verhaal is zeer losjes gebaseerd op de moord op veearts Karel van Noppen, in 1995.)
In de eerste helft van de film valt het voor de Nederlandse kijker niet mee het verhaal in detail te volgen. De personages spreken nu eens plat Truis, dan weer plat West-Vlaams. En de ondertiteling is in algemeen beschaafd Vlaams, zodat de kijker onwillekeurig de gesproken en geschreven tekst vergelijkt. Een mooi voorbeeld van disfunctioneel multitasken, maar zo steekt de mens nu eenmaal in elkaar.

Na de flashback naar het gewelddadige incident, verschuift het accent van criminele onderonsjes naar de tragiek van Jacky’s persoonlijke leven. Dat komt de film alleen maar ten goede. Matthias Schoenaerts – die zoals Robert De Niro in Raging Bull door een uitgekiende combinatie van dieet en krachttraining een kleine dertig kilo aankwam – heeft als Jacky de rol van zijn nog jonge leven. Ondoorgrondelijk, een uitdrukkingsloze oogopslag, gespannen als een veer en het overdreven loopje dat het handelsmerk is van de rascowboy.

Door Jacky’s verschijning doet Rundskop eerder aan een klassieke western denken dan aan een plattelandsdrama. Ook menen verschillende recensenten in de opbouw van het verhaal de meesterhand van Martin Scorsese te herkennen. Zelf had ik die associatie ook. Achter de beginbeelden van de film klinkt de voice-over van Jacky, die eindigt met de nu al historische woorden: ‘Gekloot zijt ge altijd.’ Een waarheid als een gedrogeerde koe.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2011 Hans Knegtmans
powered by CJ2