archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 1
11 december 2003
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Over de publieke omroep Katharina Kouwenhoven

0105 over de publieke omroepIedere nieuwe Staatssecretaris die verantwoordelijk is voor de Publieke Omroep komt met een nota over die Publieke Omroep, waarin nooit eens een paar belangrijke knopen worden doorgehakt. Zo ook onze nieuwe Staatssecretaris van der Laan. Het probleem is dat wat in Nederland de Publieke Omroep heet natuurlijk helemaal geen Publieke Omroep is. Wij betalen immers kijk- en luistergeld om naar reclame te mogen kijken en luisteren. De hele TV-programmering van de publieke zenders staat zelfs in het teken van die reclame. Een TV-programma mag niet onderbroken worden door reclame, dus moet het bij voorkeur niet langer dan een kwartier duren, want hoe korter de programma’s hoe meer reclameblokjes er uitgezonden kunnen worden. Dat is waarschijnlijk de reden dat op de publieke zenders zo weinig films te zien zijn.

Het gevolg is dat er veel te veel reclamezendtijd is voor veel te weinig reclamespots, die daardoor eindeloos herhaald worden. Zo’n reclamespotje kan best leuk zijn. Er zitten zo nu en dan zelfs hele goede bij. Maar geen enkel spotje is opgewassen tegen de enorme ‘overexposure’ die het nu ten deel valt. Het leukste filmpje wordt een bron van ergernis als je het voor de zoveelste keer te zien krijgt. Wat ik niet begrijp is dat die reclamejongens daar geen oog voor hebben. Het maken van zo’n spotje is vast niet goedkoop, maar het schiet volledig aan zijn doel voorbij als iedereen bij de eerste tonen van de STER-tune wegzapt, koffie gaat zetten, een wasje gaat draaien of de krant pakt. Om ongestoord een uurtje of wat TV te kunnen kijken moet je uitwijken naar de Belg of de BBC, wat om andere redenen ook wel aan te raden is.

Onze Publieke Omroep heeft dus een publieke functie en een commerciële functie. Om die commerciële functie te kunnen vervullen, moet zij concurreren met de commerciële zenders, maar aan die publieke functie worden hele andere eisen gesteld. De Staatssecretaris wil daarom alles tegelijk, zoals al een aantal keren is opgemerkt. Een groter marktaandeel, hogere kijkcijfers, meer cultuur, nieuws, prachtig drama en programma’s voor minderheidsgroeperingen, zoals u en ik, zonder op de kijkcijfers te letten. Dat soort eisen staat haaks op elkaar. Het moet uit de lengte of uit de breedte komen of er moet geld bij. Maar het moet juist goedkoper. Het is dus onmogelijk om een publieke en commerciële omroep tegelijk te zijn.

Er gaan dan ook allerlei stemmen op om van de Publieke Omroep een echte publieke omroep te maken, zonder reclame en om de kosten te drukken met twee in plaats van drie zenders. Wat mij betreft kan het ook wel met een zender minder, want die bijna veertig zendgemachtigden blijken niet in staat drie zenders behoorlijk te vullen. Dat zie je onder andere aan de eindeloze hoeveelheid – overbodige – herhalingen die uitgezonden wordt.
Er is natuurlijk ook nog een andere oplossing, namelijk één geheel publieke zender en een of twee gemengd publiekcommerciële zenders. Een publieke zender zonder reclame, waarvan bijvoorbeeld de NPS, indachtig die zo belangrijke publieke functies, de inhoud bepaalt, maar waar ook andere zendgemachtigden bijdragen aan kunnen leveren. Een zender met nieuws, achtergronden, praatprogramma’s van niveau, kunstfilms, intrigerende documentaires, indringend drama, al of niet van Nederlandse bodem, want dat zal me eerlijk gezegd worst zijn, videokunst, teleacprogramma’s, experimentele zang en dans, kortom alles wat de doorsnee kijker niet wil zien. Die programma’s zijn ‘identiteitsloos’ en ook niet aan tijd geboden, mogen zelfs wel uren duren en bij voorkeur ook ’s nachts uitgezonden worden. Elke avond vanaf halféén ’s nachts een cinematografisch meesterwerk, zou dat geen zegen zijn?

Op die gemengde zender of zenders zoeken ze het dan verder maar uit, want daar zal ik verder toch niet naar kijken, behalve naar de sport die noodzakelijkerwijs daar terecht zal komen, want die genereert veel reclame-inkomsten en het wordt bovendien door velen niet tot de publieke taak gerekend om sport uit te zenden, want dat zou niet behoren tot de ‘cultuur’. Daar valt over te twisten, maar ik vind het best om voor het Europees kampioenschap voetbal uit te moeten wijken naar een andere dan mijn publieke zender.

Of er zoveel zendgemachtigden moeten zijn en of die omroepverenigingen moeten blijven bestaan is geen interessante kwestie. Als ze vooral voor hun eigen inkomsten moeten zorgen regelt zich dat allemaal vanzelf. Het belangrijkste is, dat de kijker krijgt waar hij recht op heeft en waar hij voor betaalt, namelijk ongestoord kijkgenot. Desnoods richten we daarvoor een nieuwe politieke partij op.

© 2004 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Over de publieke omroep Katharina Kouwenhoven
0105 over de publieke omroepIedere nieuwe Staatssecretaris die verantwoordelijk is voor de Publieke Omroep komt met een nota over die Publieke Omroep, waarin nooit eens een paar belangrijke knopen worden doorgehakt. Zo ook onze nieuwe Staatssecretaris van der Laan. Het probleem is dat wat in Nederland de Publieke Omroep heet natuurlijk helemaal geen Publieke Omroep is. Wij betalen immers kijk- en luistergeld om naar reclame te mogen kijken en luisteren. De hele TV-programmering van de publieke zenders staat zelfs in het teken van die reclame. Een TV-programma mag niet onderbroken worden door reclame, dus moet het bij voorkeur niet langer dan een kwartier duren, want hoe korter de programma’s hoe meer reclameblokjes er uitgezonden kunnen worden. Dat is waarschijnlijk de reden dat op de publieke zenders zo weinig films te zien zijn.

Het gevolg is dat er veel te veel reclamezendtijd is voor veel te weinig reclamespots, die daardoor eindeloos herhaald worden. Zo’n reclamespotje kan best leuk zijn. Er zitten zo nu en dan zelfs hele goede bij. Maar geen enkel spotje is opgewassen tegen de enorme ‘overexposure’ die het nu ten deel valt. Het leukste filmpje wordt een bron van ergernis als je het voor de zoveelste keer te zien krijgt. Wat ik niet begrijp is dat die reclamejongens daar geen oog voor hebben. Het maken van zo’n spotje is vast niet goedkoop, maar het schiet volledig aan zijn doel voorbij als iedereen bij de eerste tonen van de STER-tune wegzapt, koffie gaat zetten, een wasje gaat draaien of de krant pakt. Om ongestoord een uurtje of wat TV te kunnen kijken moet je uitwijken naar de Belg of de BBC, wat om andere redenen ook wel aan te raden is.

Onze Publieke Omroep heeft dus een publieke functie en een commerciële functie. Om die commerciële functie te kunnen vervullen, moet zij concurreren met de commerciële zenders, maar aan die publieke functie worden hele andere eisen gesteld. De Staatssecretaris wil daarom alles tegelijk, zoals al een aantal keren is opgemerkt. Een groter marktaandeel, hogere kijkcijfers, meer cultuur, nieuws, prachtig drama en programma’s voor minderheidsgroeperingen, zoals u en ik, zonder op de kijkcijfers te letten. Dat soort eisen staat haaks op elkaar. Het moet uit de lengte of uit de breedte komen of er moet geld bij. Maar het moet juist goedkoper. Het is dus onmogelijk om een publieke en commerciële omroep tegelijk te zijn.

Er gaan dan ook allerlei stemmen op om van de Publieke Omroep een echte publieke omroep te maken, zonder reclame en om de kosten te drukken met twee in plaats van drie zenders. Wat mij betreft kan het ook wel met een zender minder, want die bijna veertig zendgemachtigden blijken niet in staat drie zenders behoorlijk te vullen. Dat zie je onder andere aan de eindeloze hoeveelheid – overbodige – herhalingen die uitgezonden wordt.
Er is natuurlijk ook nog een andere oplossing, namelijk één geheel publieke zender en een of twee gemengd publiekcommerciële zenders. Een publieke zender zonder reclame, waarvan bijvoorbeeld de NPS, indachtig die zo belangrijke publieke functies, de inhoud bepaalt, maar waar ook andere zendgemachtigden bijdragen aan kunnen leveren. Een zender met nieuws, achtergronden, praatprogramma’s van niveau, kunstfilms, intrigerende documentaires, indringend drama, al of niet van Nederlandse bodem, want dat zal me eerlijk gezegd worst zijn, videokunst, teleacprogramma’s, experimentele zang en dans, kortom alles wat de doorsnee kijker niet wil zien. Die programma’s zijn ‘identiteitsloos’ en ook niet aan tijd geboden, mogen zelfs wel uren duren en bij voorkeur ook ’s nachts uitgezonden worden. Elke avond vanaf halféén ’s nachts een cinematografisch meesterwerk, zou dat geen zegen zijn?

Op die gemengde zender of zenders zoeken ze het dan verder maar uit, want daar zal ik verder toch niet naar kijken, behalve naar de sport die noodzakelijkerwijs daar terecht zal komen, want die genereert veel reclame-inkomsten en het wordt bovendien door velen niet tot de publieke taak gerekend om sport uit te zenden, want dat zou niet behoren tot de ‘cultuur’. Daar valt over te twisten, maar ik vind het best om voor het Europees kampioenschap voetbal uit te moeten wijken naar een andere dan mijn publieke zender.

Of er zoveel zendgemachtigden moeten zijn en of die omroepverenigingen moeten blijven bestaan is geen interessante kwestie. Als ze vooral voor hun eigen inkomsten moeten zorgen regelt zich dat allemaal vanzelf. Het belangrijkste is, dat de kijker krijgt waar hij recht op heeft en waar hij voor betaalt, namelijk ongestoord kijkgenot. Desnoods richten we daarvoor een nieuwe politieke partij op.
© 2004 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2