archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 1
15 januari 2004
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Een witte tuin Theo Capel

In de tuin valt niet veel te doen in de winter. Het in huis halen van de kerstboom komt nog het dichtst bij tuinieren in de buurt. Gewoon een omgezaagde boom bedoel ik dan. De sociale dwang om zo'n ordinaire spar met kluit in je tuin te laten overwinteren, met meestal als gelukkige uitkomst dat hij niet aanslaat, is al weer jarenlang verdwenen. Wat moet je ook met zo'n ordinaire, detonerende spar in je tuin? Het wachten is nu op het uitsterven van de milieufanatici die de kerstboomverbrandingen hebben weten te verbieden. Maar het kopen van een dode boom is toegestaan.

Uit onnodige zuinigheid vermeed ik de handelaar die in deze tijd op de hoek van de straat opduikt en fietste ik naar een verder gelegen tuincentrum. Na een langdurige selectie en hulp van de scholier die als baantje had om de bomen door een soort worstmachine te duwen, waarna ze er in een netverpakking uitkwamen, bleek ik er thuis toch in geslaagd een boom met een iets scheve stam te kopen. Dat krijg je als je uit de kleine kinderen bent. Kinderen hebben namelijk een scherp oog voor het detail en bovendien zijn ze uitermate geschikt voor een andere taak. Dat laatste besefte ik pas weer, toen ik met in mijn ene hand een kerstboom stond en met mijn andere hand mijn fiets rechthield. Niets is leuker om als vader naast twee kinderen te lopen die de kerstboom als een op de jacht verschalkt everzwijn in triomf naar huis dragen. En niets mislukt meer dan te proberen een boom die groter is dan je zelf half over je stuur te leggen en dan fietsend naar huis te gaan.

Ik had het moeten weten, want het was me eerder overkomen. Boom op zadel en stuur klemmen met de ene hand, stuur stevig vasthouden met de andere hand en naar huis lopen. Het was alsof ik mezelf op de tv zag in een uitzending van Discovery Channel over de Vietnamoorlog. Tientallen VietCongleden maakten indertijd dagelijks gebruik van de zogenaamde Ho Tsi-Minhroute om met overbeladen fietsen voedsel en munitie van Noord-Vietnam naar het zuiden te transporteren. Intussen bestookten de Amerikanen met hulp van hun luchtmacht de jungle waar ze zich doorheen ploegden, met een ontbladeringsmiddel. Mijn kerstboom had dat niet meer nodig. Die zou thuis vanaf de eerste dag zonder problemen zijn naalden laten vallen.

Onder de opgetuigde boom zat ik te bladeren in de gids van Hidcote Manor Garden, een schitterende, moeilijk te vinden tuin in West-Engeland die aan het begin van de 20e eeuw door een met visie gezegende, tot Brit genaturaliseerde Amerikaan uit het niets werd gerealiseerd. Ik had hem tevoorschijn gehaald, omdat ik me herinnerde dat in een van de 'kamers' van die tuin een heg op pootjes staat (The Stilt Garden). De krant waarin onlangs stond beschreven hoe je zo'n heg opkweekt, kon ik niet meer vinden. Die was vermoedelijk in de kerstsfeer in de open haard verdwenen. Palissades à l'Italienne noemt men deze manier om een soort eregalerij te maken ook wel. In Hidcote gebruikte men er haagbeuk voor, die ik in mijn eigen tuin voor een gewone heg aanplantte. Je moet wel een zeer forse tuin hebben om palissades te kunnen opkweken. Maar een mens mag altijd dromen.

Onder de boom lag als cadeautje Het jaar van de tuinier, een heruitgave van een boek van de Tsjechische schrijver Karel Capek dat oorspronkelijk in 1929 verscheen en nu weer is uitgebracht door een jonge uitgeverij (Gianotten, € 18,50). De naam van de auteur had maar even iets anders hoeven zijn en ik had het boek zelf hebben kunnen schrijven. Capek vertelt aanstekelijk hoe de tuin je kan opslokken. De twaalf maanden van het jaar komen aan bod, met enkele tussendoortjes. Tuinieren bestaat van esthetisch genot en lyrische verrukking, maar helaas komt de tuinier daar maar zelden aan toe vanwege alle karweitjes die er in de tuin moeten gebeuren. Tuinieren lijkt vreselijk op het werk van de huisvrouw dat ook nooit af is. Vooral de samenstelling van de grond houdt Capek erg bezig. Bemesten, spitten, compost en teelaarde door de aarde werken zijn terugkerende zaken en bidden om regen. De tuinier waant zich een schepper, maar de natuur leert hem nederigheid en dienstbaarheid en dat alles verteld op een aangenaam ironische, maar ook enthousiaste wijze. Een beetje in de tuin klungelen en dan weer eens een hoofdstukje lezen is de beste manier om van het boek te genieten. Voorlopig blijft het echter meer naar de tuin turen dan echt iets doen. Maar dat turen werd ook beloond.

Op nieuwjaarsmorgen bleek de tuin onder een laagje sneeuw te zijn verborgen. Mooier kun je je een tuin eigenlijk niet voorstellen. Liefhebbbers van een witte tuin krijgen meteen alle gelijk van de wereld van me. Eindelijk is nu ook het grasveld egaal en zie ik hoe fraai de eerste sporen van een merel er een hoek van hebben afgepast. Nu nog uit de verte beierende kerkklokken en vrede daalt over een mens neer. Laat de lente maar rustig wachten.



© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Een witte tuin Theo Capel

In de tuin valt niet veel te doen in de winter. Het in huis halen van de kerstboom komt nog het dichtst bij tuinieren in de buurt. Gewoon een omgezaagde boom bedoel ik dan. De sociale dwang om zo'n ordinaire spar met kluit in je tuin te laten overwinteren, met meestal als gelukkige uitkomst dat hij niet aanslaat, is al weer jarenlang verdwenen. Wat moet je ook met zo'n ordinaire, detonerende spar in je tuin? Het wachten is nu op het uitsterven van de milieufanatici die de kerstboomverbrandingen hebben weten te verbieden. Maar het kopen van een dode boom is toegestaan.

Uit onnodige zuinigheid vermeed ik de handelaar die in deze tijd op de hoek van de straat opduikt en fietste ik naar een verder gelegen tuincentrum. Na een langdurige selectie en hulp van de scholier die als baantje had om de bomen door een soort worstmachine te duwen, waarna ze er in een netverpakking uitkwamen, bleek ik er thuis toch in geslaagd een boom met een iets scheve stam te kopen. Dat krijg je als je uit de kleine kinderen bent. Kinderen hebben namelijk een scherp oog voor het detail en bovendien zijn ze uitermate geschikt voor een andere taak. Dat laatste besefte ik pas weer, toen ik met in mijn ene hand een kerstboom stond en met mijn andere hand mijn fiets rechthield. Niets is leuker om als vader naast twee kinderen te lopen die de kerstboom als een op de jacht verschalkt everzwijn in triomf naar huis dragen. En niets mislukt meer dan te proberen een boom die groter is dan je zelf half over je stuur te leggen en dan fietsend naar huis te gaan.

Ik had het moeten weten, want het was me eerder overkomen. Boom op zadel en stuur klemmen met de ene hand, stuur stevig vasthouden met de andere hand en naar huis lopen. Het was alsof ik mezelf op de tv zag in een uitzending van Discovery Channel over de Vietnamoorlog. Tientallen VietCongleden maakten indertijd dagelijks gebruik van de zogenaamde Ho Tsi-Minhroute om met overbeladen fietsen voedsel en munitie van Noord-Vietnam naar het zuiden te transporteren. Intussen bestookten de Amerikanen met hulp van hun luchtmacht de jungle waar ze zich doorheen ploegden, met een ontbladeringsmiddel. Mijn kerstboom had dat niet meer nodig. Die zou thuis vanaf de eerste dag zonder problemen zijn naalden laten vallen.

Onder de opgetuigde boom zat ik te bladeren in de gids van Hidcote Manor Garden, een schitterende, moeilijk te vinden tuin in West-Engeland die aan het begin van de 20e eeuw door een met visie gezegende, tot Brit genaturaliseerde Amerikaan uit het niets werd gerealiseerd. Ik had hem tevoorschijn gehaald, omdat ik me herinnerde dat in een van de 'kamers' van die tuin een heg op pootjes staat (The Stilt Garden). De krant waarin onlangs stond beschreven hoe je zo'n heg opkweekt, kon ik niet meer vinden. Die was vermoedelijk in de kerstsfeer in de open haard verdwenen. Palissades à l'Italienne noemt men deze manier om een soort eregalerij te maken ook wel. In Hidcote gebruikte men er haagbeuk voor, die ik in mijn eigen tuin voor een gewone heg aanplantte. Je moet wel een zeer forse tuin hebben om palissades te kunnen opkweken. Maar een mens mag altijd dromen.

Onder de boom lag als cadeautje Het jaar van de tuinier, een heruitgave van een boek van de Tsjechische schrijver Karel Capek dat oorspronkelijk in 1929 verscheen en nu weer is uitgebracht door een jonge uitgeverij (Gianotten, € 18,50). De naam van de auteur had maar even iets anders hoeven zijn en ik had het boek zelf hebben kunnen schrijven. Capek vertelt aanstekelijk hoe de tuin je kan opslokken. De twaalf maanden van het jaar komen aan bod, met enkele tussendoortjes. Tuinieren bestaat van esthetisch genot en lyrische verrukking, maar helaas komt de tuinier daar maar zelden aan toe vanwege alle karweitjes die er in de tuin moeten gebeuren. Tuinieren lijkt vreselijk op het werk van de huisvrouw dat ook nooit af is. Vooral de samenstelling van de grond houdt Capek erg bezig. Bemesten, spitten, compost en teelaarde door de aarde werken zijn terugkerende zaken en bidden om regen. De tuinier waant zich een schepper, maar de natuur leert hem nederigheid en dienstbaarheid en dat alles verteld op een aangenaam ironische, maar ook enthousiaste wijze. Een beetje in de tuin klungelen en dan weer eens een hoofdstukje lezen is de beste manier om van het boek te genieten. Voorlopig blijft het echter meer naar de tuin turen dan echt iets doen. Maar dat turen werd ook beloond.

Op nieuwjaarsmorgen bleek de tuin onder een laagje sneeuw te zijn verborgen. Mooier kun je je een tuin eigenlijk niet voorstellen. Liefhebbbers van een witte tuin krijgen meteen alle gelijk van de wereld van me. Eindelijk is nu ook het grasveld egaal en zie ik hoe fraai de eerste sporen van een merel er een hoek van hebben afgepast. Nu nog uit de verte beierende kerkklokken en vrede daalt over een mens neer. Laat de lente maar rustig wachten.

© 2004 Theo Capel
powered by CJ2