archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 7
3 december 2009
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Paris Central Katharina Kouwenhoven

0704VG Tapies
In het Cobramuseum wordt tot 17 januari een expositie gehouden met de titel 'Paris Central. Vrije stad, vrije kunst in de jaren vijftig'. Omdat menig Cobrakunstenaar in die tijd in Parijs een paar jaar stuk sloeg was het wel een aardig idee om eens te laten zien wat er nog meer gemaakt werd en hoe goed of slecht de Cobrakunstenaars, die wij toch hele pieten vinden, hierbij afstaken.

Omdat deze tentoonstelling helaas gepaard gaat met allerhande publiekstrekkers, zoals een audiotour met Arthur Japin - die man leent zich ook overal voor - rondleidingen met wijn en kaas na, films met jazz na, iemand die Brel (!) zingt en een performance van Aziz Bekkaoui (?), ging ik op een zondagochtend, om ongestoord de geëxposeerde schilderijen te bekijken. Ik was er om 11.00 uur, toen het museum opende en verwachtte om door min of meer lege zalen te kunnen dwalen en alles rustig te kunnen bekijken en daarna op mijn gemak een consumptie te genieten in het museumrestaurant.
Ik had echter geheel buiten de waard en zijn commerciële museumintenties gerekend. Er liepen wel vijf groepen bejaarden onder leiding van een gids door de zalen te slenteren die me hinderlijk het zicht op het getoonde benamen. De eerzame museumbezoeker, die voor het geëxposeerde komt, is een quantité negligable geworden. Hij is geen interessante klant meer want hij komt toch wel. Er moeten mensen naar het museum die het getoonde geen jota interesseert, maar die wel graag voor niks een glaasje wijn en een hapje kaas nuttigen, en een audiotour volgen van een bekende Nederlandse nitwit.

Het kwam er op neer dat ik niet goed heb kunnen zien wat er allemaal hing. Gelukkig waren er een paar schilderijen waar de gidsen met een grote boog omheen liepen, de schilderijen van de materieschilders. Mijn dag was toch nog goed, want daar hingen twee schilderijen van Antoni Tàpies (1923) en twee van onze eigen Jaap Wagemaker (1906 - 1972). In dat hoekje, met die vier schilderijen, heb ik rustig zitten genieten. Het was een ideaal moment voor een sigaretje en een glaasje wijn, maar ik rook en drink niet meer en bovendien mag dat niet in zo'n museum. Ik moest het doen met een beperkt aantal zintuigen, de ogen.
De schilderijen van Tàpies waren zeker niet de fraaiste die hij ooit gemaakt heeft. Toch was ik er erg blij mee want zo vaak zie je ze hier niet. Die twee van Wagemaker waren perfect. En Wagemakers zie je ook niet zo vaak. De structuur, de vorm, de kleur, alles klopte.

Van wat er verder hing heb ik dus niet zo'n goede indruk kunnen krijgen. Het deed me een beetje 'gezien' aan en het viel me op dat de schilderijen van de cobrakunstenaars tot de slechtste behoorden van de hele tentoonstelling; zelfs die van Karel Appel. Naast die materiaalschilderijen was er veel abstract expressionisme. Dat vind ik altijd een beetje een zwaktebod. Als je wat met verf kliedert op een doek wordt het vanzelf abstract expressionistisch, maar het is zelden geslaagd. Van welke belangwekkende kunstenaars er werk hing heb ik niet kunnen ontcijferen, vanwege de rondgeleide groepen. Andere informatie dan de bordjes naast de schilderijen was er niet; alle informatie die het museum verschafte ging over die nevenactiviteiten.

Het idee voor deze tentoonstelling is geslaagd, de uitvoering kon ik niet helemaal beoordelen. Misschien moeten musea gaan aangeven op welke tijdstippen een tentoonstelling bezocht kan worden zonder dat je struikelt over gezinnen met baby’s en peuters, bejaarden, afdelingen van politieke partijen en anderen die groepsgewijs de tentoonstellingsruimtes bezetten; zangers, dansers en andere performers, die het museum ontoegankelijk maken en mensen die voor een gratis hapje en drankje komen en dan een rondleiding op de koop toe nemen. Er moeten vaste tijdstippen voor de echte museumbezoeker komen, zoals er in het zwembad op vaste tijden baantjes getrokken kunnen worden.

Het aardige van het Cobramuseum is dat je er op allerlei manieren kan komen. Van het Cobramuseum naar mijn huis loopt bijvoorbeeld een prettige wandelroute, die voor een groot gedeelte langs het spoor loopt van het oude trammetje van het Haarlemmermeerstation naar Bovenkerk, dat in de zomer dankzij een aantal vrijwilligers in het weekend operationeel is. Bij het Kalfje heb je dan nog de keuze verder te gaan door het Amsterdamse Bos of langs de Kalfjeslaan naar de Amstel.
 
****************
Kijk eens op:


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Paris Central Katharina Kouwenhoven
0704VG Tapies
In het Cobramuseum wordt tot 17 januari een expositie gehouden met de titel 'Paris Central. Vrije stad, vrije kunst in de jaren vijftig'. Omdat menig Cobrakunstenaar in die tijd in Parijs een paar jaar stuk sloeg was het wel een aardig idee om eens te laten zien wat er nog meer gemaakt werd en hoe goed of slecht de Cobrakunstenaars, die wij toch hele pieten vinden, hierbij afstaken.

Omdat deze tentoonstelling helaas gepaard gaat met allerhande publiekstrekkers, zoals een audiotour met Arthur Japin - die man leent zich ook overal voor - rondleidingen met wijn en kaas na, films met jazz na, iemand die Brel (!) zingt en een performance van Aziz Bekkaoui (?), ging ik op een zondagochtend, om ongestoord de geëxposeerde schilderijen te bekijken. Ik was er om 11.00 uur, toen het museum opende en verwachtte om door min of meer lege zalen te kunnen dwalen en alles rustig te kunnen bekijken en daarna op mijn gemak een consumptie te genieten in het museumrestaurant.
Ik had echter geheel buiten de waard en zijn commerciële museumintenties gerekend. Er liepen wel vijf groepen bejaarden onder leiding van een gids door de zalen te slenteren die me hinderlijk het zicht op het getoonde benamen. De eerzame museumbezoeker, die voor het geëxposeerde komt, is een quantité negligable geworden. Hij is geen interessante klant meer want hij komt toch wel. Er moeten mensen naar het museum die het getoonde geen jota interesseert, maar die wel graag voor niks een glaasje wijn en een hapje kaas nuttigen, en een audiotour volgen van een bekende Nederlandse nitwit.

Het kwam er op neer dat ik niet goed heb kunnen zien wat er allemaal hing. Gelukkig waren er een paar schilderijen waar de gidsen met een grote boog omheen liepen, de schilderijen van de materieschilders. Mijn dag was toch nog goed, want daar hingen twee schilderijen van Antoni Tàpies (1923) en twee van onze eigen Jaap Wagemaker (1906 - 1972). In dat hoekje, met die vier schilderijen, heb ik rustig zitten genieten. Het was een ideaal moment voor een sigaretje en een glaasje wijn, maar ik rook en drink niet meer en bovendien mag dat niet in zo'n museum. Ik moest het doen met een beperkt aantal zintuigen, de ogen.
De schilderijen van Tàpies waren zeker niet de fraaiste die hij ooit gemaakt heeft. Toch was ik er erg blij mee want zo vaak zie je ze hier niet. Die twee van Wagemaker waren perfect. En Wagemakers zie je ook niet zo vaak. De structuur, de vorm, de kleur, alles klopte.

Van wat er verder hing heb ik dus niet zo'n goede indruk kunnen krijgen. Het deed me een beetje 'gezien' aan en het viel me op dat de schilderijen van de cobrakunstenaars tot de slechtste behoorden van de hele tentoonstelling; zelfs die van Karel Appel. Naast die materiaalschilderijen was er veel abstract expressionisme. Dat vind ik altijd een beetje een zwaktebod. Als je wat met verf kliedert op een doek wordt het vanzelf abstract expressionistisch, maar het is zelden geslaagd. Van welke belangwekkende kunstenaars er werk hing heb ik niet kunnen ontcijferen, vanwege de rondgeleide groepen. Andere informatie dan de bordjes naast de schilderijen was er niet; alle informatie die het museum verschafte ging over die nevenactiviteiten.

Het idee voor deze tentoonstelling is geslaagd, de uitvoering kon ik niet helemaal beoordelen. Misschien moeten musea gaan aangeven op welke tijdstippen een tentoonstelling bezocht kan worden zonder dat je struikelt over gezinnen met baby’s en peuters, bejaarden, afdelingen van politieke partijen en anderen die groepsgewijs de tentoonstellingsruimtes bezetten; zangers, dansers en andere performers, die het museum ontoegankelijk maken en mensen die voor een gratis hapje en drankje komen en dan een rondleiding op de koop toe nemen. Er moeten vaste tijdstippen voor de echte museumbezoeker komen, zoals er in het zwembad op vaste tijden baantjes getrokken kunnen worden.

Het aardige van het Cobramuseum is dat je er op allerlei manieren kan komen. Van het Cobramuseum naar mijn huis loopt bijvoorbeeld een prettige wandelroute, die voor een groot gedeelte langs het spoor loopt van het oude trammetje van het Haarlemmermeerstation naar Bovenkerk, dat in de zomer dankzij een aantal vrijwilligers in het weekend operationeel is. Bij het Kalfje heb je dan nog de keuze verder te gaan door het Amsterdamse Bos of langs de Kalfjeslaan naar de Amstel.
 
****************
Kijk eens op:
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2