archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 6
17 september 2009
Bezigheden > Skaten delen printen terug
5,9 kilometer André Moerman

0619BZ 5,9
Het is maar een klein stukje van mijn huis naar het begin. Even door een paar antifietsers hekken en over een stukje straatstenen, daar worden mijn knieschijven goed wakker van. Klaar om van start te gaan. Toch valt het niet mee. Ik moet namelijk eerst naar zolder om m'n spullen te pakken. Daarna moet ik m'n sportkleren bij elkaar zoeken en aandoen. Het is toch een hele stap.

0.3
M'n lijf moet duidelijk nog op gang komen. De eerste meters voelen aan als zo’n ouwe houten trap waarover je een wasmachine naar boven moet sjorren. Gelukkig is dat van korte duur en komen de ledematen stukje bij beetje op gang. Even rustig aan maar, niet te snel. Luisteren naar het gezoem van m'n wieltjes. Zeker als ik mijn hielen goed achterop de skates druk klinkt het super.
 
0.9
De eerste beklimming is een feit. Klimmen is voor skaters één van de poses waarin je niet gezien, en zeker niet gefotografeerd wilt worden. Vaak is het een genante vertoning. Krassend probeer ik boven te komen met rare zijwaartse slagen om te voorkomen dat ik niet net zo snel terugrol als ik omhoog ga. Nee, fraai is het niet en prettig eigenlijk ook niet maar daarna is er gelukkig de beloning en suis ik heerlijk naar beneden. Ik houd de zaak in balans door het ene been voor- en het andere achter te houden met mijn gewicht rustend op het achterste been. En laag blijven natuurlijk. Even uitkijken voor de langsgroeven en lekker lang uitrollen.
 
2.3
Inmiddels begin ik het aardig warm te krijgen. Het gekraak van mijn botten heeft plaats gemaakt voor een soepele cadans. Het asfalt is hier mooi glad, zodat ik nauwelijks hoef uit te kijken waar ik rijd. De wind streelt langs mijn gezicht en mijn gedachten zweven zomaar ergens heen. Mijn blik gaat nu door de omgeving waar het blad aan bomen en struiken de laatste weken in rap tempo van licht- in zomergroen aan het veranderen is. Ontelbare tinten groen zie ik om me heen, die in de hectiek van het gewone leven ineen zouden vloeien tot maar één kleur.

3.1
Fijn, weer een stukje naar beneden, een lekkere aanloop en dan even naar boven, op snelheid. Ook al moet ik als de albatros uit de tekenfilm De Reddertjes (‘One of my best landings’) mijn vleugels ver uitslaan om vliegend boven te komen. Zolang het maar lukt goede slagen te maken en het geen gekrabbel wordt.

4.3
Het zweet loopt inmiddels over mijn rug. Waar ben ik aan begonnen? Even doorzetten nog. De brug komt in zicht. Kalm aan maar, het tempo niet al te veel laten inzakken. Gelukkig rijdt er een stel fietsers voor me waarop ik me kan focussen. Altijd goed om een doel te hebben. Er ontstaat een heerlijke blikvernauwing die het gevolg is van de plotselinge en dringend gevoelde wens om eerder dan mijn onschuldige voorgangers aan te komen. Ik en mijn doel.

5.6
Mijn tocht lijkt in een soort eindsprint uit te monden, totdat mijn opponenten laf een zijstraat inslaan en ik ze dus niet zal kunnen inhalen voor het einde van de rit. Da's balen. Ik reed net zo lekker. Doel weg, motivatie weg. Al mopperend kom ik rustig rollend, boven op de brug aan. 5,9 kilometer, net geen zes; dat is nou toch wel weer jammer. Ik besluit om nog een stukje links af te gaan.
 
********************
Beetje tot rust komen?


© 2009 André Moerman meer André Moerman - meer "Skaten"
Bezigheden > Skaten
5,9 kilometer André Moerman
0619BZ 5,9
Het is maar een klein stukje van mijn huis naar het begin. Even door een paar antifietsers hekken en over een stukje straatstenen, daar worden mijn knieschijven goed wakker van. Klaar om van start te gaan. Toch valt het niet mee. Ik moet namelijk eerst naar zolder om m'n spullen te pakken. Daarna moet ik m'n sportkleren bij elkaar zoeken en aandoen. Het is toch een hele stap.

0.3
M'n lijf moet duidelijk nog op gang komen. De eerste meters voelen aan als zo’n ouwe houten trap waarover je een wasmachine naar boven moet sjorren. Gelukkig is dat van korte duur en komen de ledematen stukje bij beetje op gang. Even rustig aan maar, niet te snel. Luisteren naar het gezoem van m'n wieltjes. Zeker als ik mijn hielen goed achterop de skates druk klinkt het super.
 
0.9
De eerste beklimming is een feit. Klimmen is voor skaters één van de poses waarin je niet gezien, en zeker niet gefotografeerd wilt worden. Vaak is het een genante vertoning. Krassend probeer ik boven te komen met rare zijwaartse slagen om te voorkomen dat ik niet net zo snel terugrol als ik omhoog ga. Nee, fraai is het niet en prettig eigenlijk ook niet maar daarna is er gelukkig de beloning en suis ik heerlijk naar beneden. Ik houd de zaak in balans door het ene been voor- en het andere achter te houden met mijn gewicht rustend op het achterste been. En laag blijven natuurlijk. Even uitkijken voor de langsgroeven en lekker lang uitrollen.
 
2.3
Inmiddels begin ik het aardig warm te krijgen. Het gekraak van mijn botten heeft plaats gemaakt voor een soepele cadans. Het asfalt is hier mooi glad, zodat ik nauwelijks hoef uit te kijken waar ik rijd. De wind streelt langs mijn gezicht en mijn gedachten zweven zomaar ergens heen. Mijn blik gaat nu door de omgeving waar het blad aan bomen en struiken de laatste weken in rap tempo van licht- in zomergroen aan het veranderen is. Ontelbare tinten groen zie ik om me heen, die in de hectiek van het gewone leven ineen zouden vloeien tot maar één kleur.

3.1
Fijn, weer een stukje naar beneden, een lekkere aanloop en dan even naar boven, op snelheid. Ook al moet ik als de albatros uit de tekenfilm De Reddertjes (‘One of my best landings’) mijn vleugels ver uitslaan om vliegend boven te komen. Zolang het maar lukt goede slagen te maken en het geen gekrabbel wordt.

4.3
Het zweet loopt inmiddels over mijn rug. Waar ben ik aan begonnen? Even doorzetten nog. De brug komt in zicht. Kalm aan maar, het tempo niet al te veel laten inzakken. Gelukkig rijdt er een stel fietsers voor me waarop ik me kan focussen. Altijd goed om een doel te hebben. Er ontstaat een heerlijke blikvernauwing die het gevolg is van de plotselinge en dringend gevoelde wens om eerder dan mijn onschuldige voorgangers aan te komen. Ik en mijn doel.

5.6
Mijn tocht lijkt in een soort eindsprint uit te monden, totdat mijn opponenten laf een zijstraat inslaan en ik ze dus niet zal kunnen inhalen voor het einde van de rit. Da's balen. Ik reed net zo lekker. Doel weg, motivatie weg. Al mopperend kom ik rustig rollend, boven op de brug aan. 5,9 kilometer, net geen zes; dat is nou toch wel weer jammer. Ik besluit om nog een stukje links af te gaan.
 
********************
Beetje tot rust komen?
© 2009 André Moerman
powered by CJ2