archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 5
11 september 2008
Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Van de muur gerukte kunst Theo Capel

0001 VG Capel
Noah Charney is een jeugdige Amerikaanse kunsthistoricus die debuteert met De Caravaggio kunstgreep (Luitingh, € 18,95). Zou je de achtergrond van de auteur niet weten, dan was die makkelijk te raden. Het boek is doorspekt met colleges kunstgeschiedenis, vooral over symbolisme in schilderijen. Veelal gebeurt dat aan de hand van colleges van een oude Amerikaanse professor die studenten in de National Gallery in Londen rondleidt. Storend is het niet en het is zelfs interessant, maar het is natuurlijk wel vulsel.

Het verhaal begint met de diefstal van een altaarstuk van Caravaggio uit een kerk in Rome, een schilderij van 'Maria Boodschap'. Daarna springt het over naar het Malevitsj Instituut in Parijs. Er lijkt een vervalsing van deze Russische monochromist op een veiling te worden aangeboden, maar er blijkt ook een soortgelijk schilderij uit de beveiligde kelder te zijn verdwenen.
Dan verschijnt dr. Gabriel Coffin op het toneel, kunstkenner en beroemd om zijn inspanningen om gestolen werken boven water te krijgen. Hij is de eigenlijke hoofdpersoon, maar eigenlijk moet je zeggen dat het verhaal door vele personages wordt gedeeld. Ieder moment brengt de auteur je weer naar een andere plek van de wereld en neemt iemand anders het woord.

Ook de politie heeft een rol in het verhaal. Je krijgt zo een Frans duo gepresenteerd en een solo werkende Engelsman. Het zijn vooral vreemde stoethaspels en de Fransen uiteraard ook lekkerbekken. Echt speurwerk is er nauwelijks en de grote vraag is ook wie of wat er allemaal achter het gedoe met Caravaggio en Malevitsj schuilgaat. Als je goed naar de schilderijen kijkt, moet je dat soms letterlijk nemen.
Charney maakt zich vooral schuldig aan lezersbedrog door diverse personages tegen het eind van het verhaal een draai van jewelste te geven. Zijn boek lijkt zo nog het meest op een ouderwetse klucht waarin iedereen zich eerst voor iets anders blijkt uit te geven. Een beetje plat, maar ook vermakelijk en in dit speciale geval ook nog eens leerzaam.

Lang geleden werd er een Rembrandt gestolen uit een museum in Philadelphia, de stad die het werkterrein is van advocaat Victor Carl. Anders dan in het boek van Charney houdt de kunst hiermee ook min of meer op. Het schilderij is niets meer dan een aanleiding om een nieuw, smakelijk avontuur van deze advocaat van min of meer kwade zaken te kunnen vertellen. Wie volgt van William Lashner (A.W. Bruna, € 19,95) heet dit avontuur.
De gedachten van de advocaat worden meer bepaald door de tatoeage op zijn borst die hij na een nacht doorzakken ontdekt, dan door andere beeldende kunst. Het is een hartje met een banier met daarop 'Chantal Adiar' . Is dat het liefje dat hij die avond in de kroeg trof?

Alsof er nog geen raadsels genoeg in het leven zijn, belt zijn vader hem op met een verzoek. De laatste keer dat hij ergens om vroeg, was toen Victor een jongetje was. Of hij zijn kop wou houden als pa naar sport op de tv zat te kijken. Nu gaat het om een ereschuld die zijn vader te vereffenen heeft bij een oude Griekse dame die op sterven zou liggen. Ze wil voor haar dood haar zoon – Charlie de Griek, een beroepsinbreker – nog een keer spreken. De man houdt zich al jaren schuil voor justitie en zou te maken hebben met de kunstdiefstal.
En zoals gebruikelijk heeft Victor het ook nog druk met een gewone kantoorzaak – een voogdijkwestie.

Op zoek naar de Rembrandt struikelt Victor over de verdachte types en op zoek naar Chantal treft hij haar zus Monica die als stripper haar brood verdient. Chantal blijkt als klein meisje in Philadelphia te zijn verdwenen ten tijde van de kunstroof. Monica is een vervangingskind en heeft in haar hoofd gezet haar zusje dat ze nooit heeft gekend, terug te vinden.
Een lach, een traan, wonderlijke types, vreemde wendingen en vooral een vlotte babbel vullen het verhaal. Het is moeilijk om niet met Victor Carl mee te leven. Dat de auteur nogal geforceerd eindjes aan elkaar knoopt, zoals al eerder in een amusante thriller over een eigenaardige tandarts opviel, duvelt niet.
Wie van het werk van Carl Hiaasen houdt, vindt een nieuwe favoriet in de iets rustiger Lashner. En de Rembrandt komt ook nog terecht, hoewel niet helemaal zoals het zou moeten.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl


© 2008 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Van de muur gerukte kunst Theo Capel
0001 VG Capel
Noah Charney is een jeugdige Amerikaanse kunsthistoricus die debuteert met De Caravaggio kunstgreep (Luitingh, € 18,95). Zou je de achtergrond van de auteur niet weten, dan was die makkelijk te raden. Het boek is doorspekt met colleges kunstgeschiedenis, vooral over symbolisme in schilderijen. Veelal gebeurt dat aan de hand van colleges van een oude Amerikaanse professor die studenten in de National Gallery in Londen rondleidt. Storend is het niet en het is zelfs interessant, maar het is natuurlijk wel vulsel.

Het verhaal begint met de diefstal van een altaarstuk van Caravaggio uit een kerk in Rome, een schilderij van 'Maria Boodschap'. Daarna springt het over naar het Malevitsj Instituut in Parijs. Er lijkt een vervalsing van deze Russische monochromist op een veiling te worden aangeboden, maar er blijkt ook een soortgelijk schilderij uit de beveiligde kelder te zijn verdwenen.
Dan verschijnt dr. Gabriel Coffin op het toneel, kunstkenner en beroemd om zijn inspanningen om gestolen werken boven water te krijgen. Hij is de eigenlijke hoofdpersoon, maar eigenlijk moet je zeggen dat het verhaal door vele personages wordt gedeeld. Ieder moment brengt de auteur je weer naar een andere plek van de wereld en neemt iemand anders het woord.

Ook de politie heeft een rol in het verhaal. Je krijgt zo een Frans duo gepresenteerd en een solo werkende Engelsman. Het zijn vooral vreemde stoethaspels en de Fransen uiteraard ook lekkerbekken. Echt speurwerk is er nauwelijks en de grote vraag is ook wie of wat er allemaal achter het gedoe met Caravaggio en Malevitsj schuilgaat. Als je goed naar de schilderijen kijkt, moet je dat soms letterlijk nemen.
Charney maakt zich vooral schuldig aan lezersbedrog door diverse personages tegen het eind van het verhaal een draai van jewelste te geven. Zijn boek lijkt zo nog het meest op een ouderwetse klucht waarin iedereen zich eerst voor iets anders blijkt uit te geven. Een beetje plat, maar ook vermakelijk en in dit speciale geval ook nog eens leerzaam.

Lang geleden werd er een Rembrandt gestolen uit een museum in Philadelphia, de stad die het werkterrein is van advocaat Victor Carl. Anders dan in het boek van Charney houdt de kunst hiermee ook min of meer op. Het schilderij is niets meer dan een aanleiding om een nieuw, smakelijk avontuur van deze advocaat van min of meer kwade zaken te kunnen vertellen. Wie volgt van William Lashner (A.W. Bruna, € 19,95) heet dit avontuur.
De gedachten van de advocaat worden meer bepaald door de tatoeage op zijn borst die hij na een nacht doorzakken ontdekt, dan door andere beeldende kunst. Het is een hartje met een banier met daarop 'Chantal Adiar' . Is dat het liefje dat hij die avond in de kroeg trof?

Alsof er nog geen raadsels genoeg in het leven zijn, belt zijn vader hem op met een verzoek. De laatste keer dat hij ergens om vroeg, was toen Victor een jongetje was. Of hij zijn kop wou houden als pa naar sport op de tv zat te kijken. Nu gaat het om een ereschuld die zijn vader te vereffenen heeft bij een oude Griekse dame die op sterven zou liggen. Ze wil voor haar dood haar zoon – Charlie de Griek, een beroepsinbreker – nog een keer spreken. De man houdt zich al jaren schuil voor justitie en zou te maken hebben met de kunstdiefstal.
En zoals gebruikelijk heeft Victor het ook nog druk met een gewone kantoorzaak – een voogdijkwestie.

Op zoek naar de Rembrandt struikelt Victor over de verdachte types en op zoek naar Chantal treft hij haar zus Monica die als stripper haar brood verdient. Chantal blijkt als klein meisje in Philadelphia te zijn verdwenen ten tijde van de kunstroof. Monica is een vervangingskind en heeft in haar hoofd gezet haar zusje dat ze nooit heeft gekend, terug te vinden.
Een lach, een traan, wonderlijke types, vreemde wendingen en vooral een vlotte babbel vullen het verhaal. Het is moeilijk om niet met Victor Carl mee te leven. Dat de auteur nogal geforceerd eindjes aan elkaar knoopt, zoals al eerder in een amusante thriller over een eigenaardige tandarts opviel, duvelt niet.
Wie van het werk van Carl Hiaasen houdt, vindt een nieuwe favoriet in de iets rustiger Lashner. En de Rembrandt komt ook nog terecht, hoewel niet helemaal zoals het zou moeten.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
© 2008 Theo Capel
powered by CJ2