archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 5
13 maart 2008
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Met muziek de wereld door (3) Peter Schröder

0510BS 39.1
Natuur en techniek

Wonderen der muziektechniek
In Nr.8, Jrg.5 eindigden we met ROBOTS – MUSIC, het muzikale Robottrio (tijdens de laatste wereldoorlog ontworpen door de Franse ingenieur E.G. Diogmar tijdens zijn verblijf in een Duits gevangenenkamp), Attraction sensationelle de l’Exposition intinérante de la F.N.C.P.G., bestaande uit accordeonist Oscar, saxofonist Ernest en slagwerker Anatole. Wel een echte voorstelling, maar ook een gevoelige besparing op de factor arbeid: geen drie muzikanten meer aan het werk, maar drie robots bestuurd door één mens (ceremoniemeester? regisseur? dirigent?) achter de schermen/op de bühne. Een dirigent/regisseur die na de machinerie te hebben gestart met het éénmalig vestgelegde repertoire/programma, tijdens het concert gerust de krant kon gaan lezen. Verdere robotisering, verdere eliminering van de muzikale menselijke factor, leidt onherroepelijk tot het op zijn beurt aantasten van de positie van de robot: waarom geen zelfspelende instrumenten? (en dan later weer het beperken van de muziekbron tot de luidspreker, al dan niet in het gezelschap van deejay en veejay)

Automatisering
Denk maar aan de 19e eeuwse kermisorgels, een hybride vorm tussen robot en soundsystem: een groot (wind)orgel, aan het spelen te krijgen met een boek van kartonnen pagina’s waarin de te spelen noten zijn vastgelegd als gaatjes, maar ook met veel special effects van al dan niet echt meegeprogrammeerde (en meespelende) instrumenten: veel slagwerk, (nep)trompetten en accordeons, zelfspelend of bespeeld door bewegende poppen. Of denk aan de DECAP orgels die nog steeds te vinden zijn in de danszalen van de cafés in de Belgisch Nederlandse grensstreek. Op kaart 1a staat zo’n wonderlijk gevaarte afgebeeld dat in 1963 werd opgesteld in Hotel-Café-Restaurant Eemland in Soestdijk (Speciaal ingericht voor clubdiners, Eetzaal voor 500 personen). De kaart werd op 16 augustus 1965 verstuurd met de H.Gr. van de Fam. Van Schaik uit Gouda, aan Fam. K. Pot in R’dam Hoogvliet.
Het gaat hier om een versie van de DECAP elctr/pipes 105-T met 3 robotachtige poppen achter een saxofoonachtig instrument, een slagwerkset en een eigenaardig verbouwde trombone (trompet) en dan nog eens twee accordeons die zonder bespeler open en dicht gaan. Het orkest staat opgesteld op een podium waarop verder bloemen en ervoor een hekwerkje (om aanraking met te veel nieuwsgierige (kinder)handjes te beperken).

DECAP
De merk- en typenaam DECAP is geen acronym, maar een familienaam:
In 1902 begon Aloïs Decap en zijn zoon Livien in de Essenstraat te Antwerpen met een draaiorgelbedrijf, dat zou uitgroeien tot één der grootste van België. Aanvankeleijk beperkten zij zich tot de revisie van de eigen orgels, daarna begonnen zij met de productie van kermisorgels. Geleidelijk aan werd het leveringsrepertoire groter. In de loop der jaren werden rol- en boekorchestrions, kermisorgels, straatorgels, dansorgels, electronische orgels, robotten en combinaties van pijp- en electronische orgels vervaardigd. Na 1980 werd het gamma uitgebreid met computer gestuurde orgels en accordeonspelers. Vanaf 1989 is men terug begonnen met het bouwen van 52-toets type straatorgel.
De gebroeders Decap hebben er steeds naar gestreefd hun orgels een eigen karakter mee te geven. Zij zochten steeds naar verbeteringen en vernieuwingen. De Decap-orgels zijn dan ook zowel door uiterlijk als door klankkarakter direct herkenbaar. In 1933 kwam men uit met accordeons op de orgels. In 1935 werd het eerste drumstel zichtbaar op het front geplaatst. In 1936 kwamen de saxofoons op de fronten. In 1943 ging men voor de windvoorziening op ventilators over en in 1950 volgde het boekenwiel. De Decap-orgels beschikten steeds over een uitgebreide ritmesectie; met complete drumstellen en aanvullende slagwerkinstrumenten zoals woodblok, tamboerijn, tempelklokken, rumbaballen enz. Zodanig dat alle dansritmes kunnen gerealiseerd worden. In 1953 werd voor de eerste maal gebruik gemaakt van electronische instrumenten en geleidelijk aan is het gebruik van electronica ingeburgerd in de orgeltechniek en heeft men electronische besturingssystemen0510BS 39.2 kunnen invoeren. Niettegenstaande deze moderne technieken is steeds de vroegere pneumatiek gebleven en is men vanaf 1989 terug begonnen met het bouwen van pijporgels. (aldus de DECAP website)
In het Café/Restaurant/Danszalen complex De Kaasboering/Dancing Heidelicht, Eerselseweg 99 Mol, Postel, zijn twee (!) prachtige DECAP orgels te vinden. Vaut le voyage zou Bibendum zeggen. Ideaal voor kinderen, er is ook een uitgebreide speeltuin. En een kaas/bier makende abdij vlakbij in Postel voor de leuke ouders. Wat willen we nog meer.

Ketelmuziek
Terug naar de prentbriefkaarten, ditmaal is het september 1903 en Liestbeth Mentz stuurt zonder verder bericht kaart 1b naar Frl. Anne Nolting, Klein Badhuis te Zandvoort. Liesbeth stuurt een afbeelding van een vrouwenorkest van 6 personen. Een orkest van 6 levende mensen, waarvan overigens drie vrouwen getooid met een mannelijk hoofddeksel. Nadere beschouwing leert dat de afbeelding misschien eerder thuishoort in de categorie Humor, dan in die van de Muziek, want de door de musiciennes gehanteerde instrumenten zijn niet uit de muzieksalon, maar uit de keuken afkomstig: pannendeksels, een gieter, een bezem (gestreken), een teil en een gestreken deegroller. Dat is lachen! Een mooi voorbeeld van een niet door automatisering aangetast menselijk orkest, maar dan zonder instrumentale muziek (misschien konden ze wel zingen).

Harmonicakampioenen
Op zo’n manier raak je steeds meer gehecht aan ouderwetse menselijke instrumentalisten. Neem nu het Belgische 50er jaren mondharmonica trio Les Candido: (een joyeuze bewerking van de familienaam De Wit/Le Blanc ?), vader en zoon met de bas- en sopraanharmonica, dochter met de tenor. Die konden spelen dat (bij wijze van spreken) de stukken eraf vlogen! De Red devil’s boogie bijvoorbeeld en de Harmonica boogie. Op kaart 2a lezen we dat ze (hoe kan het anders) harmonica’s van het merk Hohner bespelen en hun plaatjes opnamen bij Decca, de foto werd gemaakt door Photo Studio M. & L. Zingher. De kaart meldt verder dat de Candido’s Champions du Monde 1957-1958 waren. Dat roept vragen op: speelden ze de Red devil’s boogie sneller dan het Hotcha Trio? Waardeerde de jury hun Verplichte Figuren het hoogst? Ze spelden in ieder geval in 1957 op een door RTLuxemburg geteleviseerd mondharmonicafestival waar ook het wereldvermaarde orkest Hohnerklang van de Trossinger Mundharmonica Verein (DK) te horen was. (Terzijde: de klank van de basharmonica is werkelijk heel indrukwekkend, de outsider kan het mooi horen spelen door Charlie Mc.Coy in The Boxer van Simon & Garfunkel).

De menselijke maten
Er gaat toch maar niks boven musici van vlees en bloed. Dat is goed te zien op kaart 2b. Daar zien we Miss Swing de trompet bespelen op een manier die geen robot haar zal nadoen. En altijd gekleed in even simpele als smaakvolle (verantwoordelijk vormgegeven) toiletjes (less is more?). Miss Swing werd getekend door Jo Berca. We weten verder niets van Jo, de naam is Roemeens, de kaart werd gedrukt in Duitsland en uitgegeven door musical-studio-Hamburg. We weten des te meer van Miss Swing: zij was de droom van de verzamelde swingliefhebbers van de jaren 50. Zij werd vaak gezien in het gezelschap van Miss Foxtrot (trombone), Miss Bolero (gitaar), Miss Mambo (conga), Miss Tango (zang) en Miss Rumba (maraccas). (Misschien zien we het gezelschap bij een volgende gelegenheid compleet) Ze brachten een, hoe zal ik het uitdrukken, Wervelende Show van muziek en dans voor het voetlicht. De aanstekelijke concerten van deze bühne-personalities lieten niemand onberoerd. Uitverkochte zalen lagen dan uitgelaten (uitzinnig?) aan hun ranke voeten.

Kaarten uit ‘de Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder.

Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl .Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten en ander drukwerk.


© 2008 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Met muziek de wereld door (3) Peter Schröder
0510BS 39.1
Natuur en techniek

Wonderen der muziektechniek
In Nr.8, Jrg.5 eindigden we met ROBOTS – MUSIC, het muzikale Robottrio (tijdens de laatste wereldoorlog ontworpen door de Franse ingenieur E.G. Diogmar tijdens zijn verblijf in een Duits gevangenenkamp), Attraction sensationelle de l’Exposition intinérante de la F.N.C.P.G., bestaande uit accordeonist Oscar, saxofonist Ernest en slagwerker Anatole. Wel een echte voorstelling, maar ook een gevoelige besparing op de factor arbeid: geen drie muzikanten meer aan het werk, maar drie robots bestuurd door één mens (ceremoniemeester? regisseur? dirigent?) achter de schermen/op de bühne. Een dirigent/regisseur die na de machinerie te hebben gestart met het éénmalig vestgelegde repertoire/programma, tijdens het concert gerust de krant kon gaan lezen. Verdere robotisering, verdere eliminering van de muzikale menselijke factor, leidt onherroepelijk tot het op zijn beurt aantasten van de positie van de robot: waarom geen zelfspelende instrumenten? (en dan later weer het beperken van de muziekbron tot de luidspreker, al dan niet in het gezelschap van deejay en veejay)

Automatisering
Denk maar aan de 19e eeuwse kermisorgels, een hybride vorm tussen robot en soundsystem: een groot (wind)orgel, aan het spelen te krijgen met een boek van kartonnen pagina’s waarin de te spelen noten zijn vastgelegd als gaatjes, maar ook met veel special effects van al dan niet echt meegeprogrammeerde (en meespelende) instrumenten: veel slagwerk, (nep)trompetten en accordeons, zelfspelend of bespeeld door bewegende poppen. Of denk aan de DECAP orgels die nog steeds te vinden zijn in de danszalen van de cafés in de Belgisch Nederlandse grensstreek. Op kaart 1a staat zo’n wonderlijk gevaarte afgebeeld dat in 1963 werd opgesteld in Hotel-Café-Restaurant Eemland in Soestdijk (Speciaal ingericht voor clubdiners, Eetzaal voor 500 personen). De kaart werd op 16 augustus 1965 verstuurd met de H.Gr. van de Fam. Van Schaik uit Gouda, aan Fam. K. Pot in R’dam Hoogvliet.
Het gaat hier om een versie van de DECAP elctr/pipes 105-T met 3 robotachtige poppen achter een saxofoonachtig instrument, een slagwerkset en een eigenaardig verbouwde trombone (trompet) en dan nog eens twee accordeons die zonder bespeler open en dicht gaan. Het orkest staat opgesteld op een podium waarop verder bloemen en ervoor een hekwerkje (om aanraking met te veel nieuwsgierige (kinder)handjes te beperken).

DECAP
De merk- en typenaam DECAP is geen acronym, maar een familienaam:
In 1902 begon Aloïs Decap en zijn zoon Livien in de Essenstraat te Antwerpen met een draaiorgelbedrijf, dat zou uitgroeien tot één der grootste van België. Aanvankeleijk beperkten zij zich tot de revisie van de eigen orgels, daarna begonnen zij met de productie van kermisorgels. Geleidelijk aan werd het leveringsrepertoire groter. In de loop der jaren werden rol- en boekorchestrions, kermisorgels, straatorgels, dansorgels, electronische orgels, robotten en combinaties van pijp- en electronische orgels vervaardigd. Na 1980 werd het gamma uitgebreid met computer gestuurde orgels en accordeonspelers. Vanaf 1989 is men terug begonnen met het bouwen van 52-toets type straatorgel.
De gebroeders Decap hebben er steeds naar gestreefd hun orgels een eigen karakter mee te geven. Zij zochten steeds naar verbeteringen en vernieuwingen. De Decap-orgels zijn dan ook zowel door uiterlijk als door klankkarakter direct herkenbaar. In 1933 kwam men uit met accordeons op de orgels. In 1935 werd het eerste drumstel zichtbaar op het front geplaatst. In 1936 kwamen de saxofoons op de fronten. In 1943 ging men voor de windvoorziening op ventilators over en in 1950 volgde het boekenwiel. De Decap-orgels beschikten steeds over een uitgebreide ritmesectie; met complete drumstellen en aanvullende slagwerkinstrumenten zoals woodblok, tamboerijn, tempelklokken, rumbaballen enz. Zodanig dat alle dansritmes kunnen gerealiseerd worden. In 1953 werd voor de eerste maal gebruik gemaakt van electronische instrumenten en geleidelijk aan is het gebruik van electronica ingeburgerd in de orgeltechniek en heeft men electronische besturingssystemen0510BS 39.2 kunnen invoeren. Niettegenstaande deze moderne technieken is steeds de vroegere pneumatiek gebleven en is men vanaf 1989 terug begonnen met het bouwen van pijporgels. (aldus de DECAP website)
In het Café/Restaurant/Danszalen complex De Kaasboering/Dancing Heidelicht, Eerselseweg 99 Mol, Postel, zijn twee (!) prachtige DECAP orgels te vinden. Vaut le voyage zou Bibendum zeggen. Ideaal voor kinderen, er is ook een uitgebreide speeltuin. En een kaas/bier makende abdij vlakbij in Postel voor de leuke ouders. Wat willen we nog meer.

Ketelmuziek
Terug naar de prentbriefkaarten, ditmaal is het september 1903 en Liestbeth Mentz stuurt zonder verder bericht kaart 1b naar Frl. Anne Nolting, Klein Badhuis te Zandvoort. Liesbeth stuurt een afbeelding van een vrouwenorkest van 6 personen. Een orkest van 6 levende mensen, waarvan overigens drie vrouwen getooid met een mannelijk hoofddeksel. Nadere beschouwing leert dat de afbeelding misschien eerder thuishoort in de categorie Humor, dan in die van de Muziek, want de door de musiciennes gehanteerde instrumenten zijn niet uit de muzieksalon, maar uit de keuken afkomstig: pannendeksels, een gieter, een bezem (gestreken), een teil en een gestreken deegroller. Dat is lachen! Een mooi voorbeeld van een niet door automatisering aangetast menselijk orkest, maar dan zonder instrumentale muziek (misschien konden ze wel zingen).

Harmonicakampioenen
Op zo’n manier raak je steeds meer gehecht aan ouderwetse menselijke instrumentalisten. Neem nu het Belgische 50er jaren mondharmonica trio Les Candido: (een joyeuze bewerking van de familienaam De Wit/Le Blanc ?), vader en zoon met de bas- en sopraanharmonica, dochter met de tenor. Die konden spelen dat (bij wijze van spreken) de stukken eraf vlogen! De Red devil’s boogie bijvoorbeeld en de Harmonica boogie. Op kaart 2a lezen we dat ze (hoe kan het anders) harmonica’s van het merk Hohner bespelen en hun plaatjes opnamen bij Decca, de foto werd gemaakt door Photo Studio M. & L. Zingher. De kaart meldt verder dat de Candido’s Champions du Monde 1957-1958 waren. Dat roept vragen op: speelden ze de Red devil’s boogie sneller dan het Hotcha Trio? Waardeerde de jury hun Verplichte Figuren het hoogst? Ze spelden in ieder geval in 1957 op een door RTLuxemburg geteleviseerd mondharmonicafestival waar ook het wereldvermaarde orkest Hohnerklang van de Trossinger Mundharmonica Verein (DK) te horen was. (Terzijde: de klank van de basharmonica is werkelijk heel indrukwekkend, de outsider kan het mooi horen spelen door Charlie Mc.Coy in The Boxer van Simon & Garfunkel).

De menselijke maten
Er gaat toch maar niks boven musici van vlees en bloed. Dat is goed te zien op kaart 2b. Daar zien we Miss Swing de trompet bespelen op een manier die geen robot haar zal nadoen. En altijd gekleed in even simpele als smaakvolle (verantwoordelijk vormgegeven) toiletjes (less is more?). Miss Swing werd getekend door Jo Berca. We weten verder niets van Jo, de naam is Roemeens, de kaart werd gedrukt in Duitsland en uitgegeven door musical-studio-Hamburg. We weten des te meer van Miss Swing: zij was de droom van de verzamelde swingliefhebbers van de jaren 50. Zij werd vaak gezien in het gezelschap van Miss Foxtrot (trombone), Miss Bolero (gitaar), Miss Mambo (conga), Miss Tango (zang) en Miss Rumba (maraccas). (Misschien zien we het gezelschap bij een volgende gelegenheid compleet) Ze brachten een, hoe zal ik het uitdrukken, Wervelende Show van muziek en dans voor het voetlicht. De aanstekelijke concerten van deze bühne-personalities lieten niemand onberoerd. Uitverkochte zalen lagen dan uitgelaten (uitzinnig?) aan hun ranke voeten.

Kaarten uit ‘de Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder.

Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl .Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten en ander drukwerk.
© 2008 Peter Schröder
powered by CJ2