archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 5
28 februari 2008
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Antiquariaat Jac. Verloop Peter Schröder

0509BS Verloop
In de rubriek Beelden uit soberder tijden wordt iets verteld over de wereld achter de prenten op oude prentbriefkaarten. Het Voorbije Leven op die plaatjes wordt weer tot leven gewekt – voor zover die plaatjes eigenlijk niet vanzelf spreken. Deze keer iets meer over een hoofdleverancier van die kaarten: antiquaar Jaap Verloop. Verloop is elke donderdag goedgehumeurd met een kraam vol kaarten, andere plaatjes en ander drukwerk te vinden op de Haagse boekenmarkt op Het Plein (’s zomers op het Lange Voorhout). Hij is verder te vinden op grote beurzen, maar zijn belangrijkste omzet haalt hij via zijn website en zijn eBay winkel.

Van rommel tot cultureel erfgoed
Jaap verpakt je aankopen in een zakje waarop aan de ene kant de coördinaten van Jaaps winkel te vinden zijn en aan de andere kant in grote letters VERZAMELEND NEDERLAND staat gedrukt. Verzamelend Nederland, dat is het bananendozen-kringloopcircuit waarin mensen de berg in onbruik geraakte, maar toch niet weggegooide spullen uitvlooien (ziften, filteren) op exemplaren die mooi van pas komen in een nieuwe liefhebbersbestemming. Uiteindelijk, op de lange termijn van vele generaties bezien: vanuit omvangrijke algemene boedelresten in kleinere, steeds meer gespecialiseerde verzamelingen. Ook wel: een raffinageproces van een ongesorteerde berg rommel met niet meer waarde dan wat een gek er voor geeft, naar een steeds kostbaarder collectie steeds schaarser cultureel erfgoed. De geldelijke marktwaarde van verzamelobjecten gehoorzaamt de curve van het hangbuikzwijntje: Zolang een artikel in een redelijk volume courant verkrijgbaar is geldt een relatief hoge nieuwprijs. Wordt het een 2e, 3e enzovoorts-handsje, dan keldert bij normaal aanbod de stuksprijs gevoelig en wordt er zoveel weggegooid dat het artikel schaars wordt en de prijs navenant stijgt. Hoe meer er ooit is weggegooid of kapotgegaan, hoe hoger de prijs van de overlevers uiteindelijk wordt.

Verzamelaars
Van de serieuze liefhebbers, de kopers, de klanten in het proces, kennen we in grote lijnen de motieven en ook wel iets van hun sociale achtergrond. Ze horen tot de oudere leeftijdscategorieën, zijn meestal van het mannelijk geslacht en zijn niet buitengewoon welgesteld. (Rijke mensen kunnen ook behoorlijk verzamelen, maar dat zijn dan vaker dure, voorgesorteerde, uitgeselecteerde spullen; kunst, antiek met een onomstreden beursnotering.). Waarom verzamelt verzamelend Nederland? Het eenvoudigste antwoord is even diepzinnig als weinig zeggend: ze missen iets, zijn op zoek naar iets onbereikbaars. Ieder gewoon mens is wel behept met enige verzamelactiviteit. De oervorm van de menselijke samenlevingen wordt niet voor niets aangeduid als die van de Jager/verzamelaar. Jagen op grote beesten en verzamelen van knollen en vruchten om de maag te kunnen vullen. (Vandaag jagen we vaak op kantoor en verzamelen we in de supermarkt.)

Zoekers
Verzamelen doen we allemaal wel een beetje, maar voor verzamelaars is het een hoofdzaak geworden. Ze zoeken naar een verdwenen vroeger en ze zoeken naar een vorm van onsterfelijkheid. Belangrijker dan het verzamelproduct, de verzameling is vaak het proces, het systeem, bezig zijn met monsteren, wikken, wegen en wel of niet je slag slaan. (En dan wel of niet spijt hebben.)Want verzamelen mag dan geen jagen zijn, verzamelaars zijn evengoed uit op uitzonderlijke vangsten (koopjes, vondsten, treffers); ze willen wel winnen. Nederlanders worden ouder en beschikken over meer ‘vrije tijd’, meer woonruimte en verzamelen meer dan ooit: meer spulletjes en dingetjes, grijsgewolkt email, 1e drukken van Kuifje, vintage Fisher-Price speelgoed. IKEA’s en Blokker-achtige winkels zorgen voor handige plastic opbergdozen, verhuizers torsen steeds grotere bergen welvaartsresten van huis tot huis. (Overigens vertoont de vraag naar ‘klassieke’ verzamelobjecten als postzegels en sigarenbandjes, literatuur, momenteel veel minder groei, misschien wel krimp.)

Psychologie
Verzamelaars bouwen hun verzamelingen vaak op door onderling ruilverkeer. Internet heeft dat circuit behoorlijk versterkt. Maar als er genoeg ruilverkeer is verschijnen vanzelf de professionele handelaren: de antiquairs, antiquaren, markthandelaren en kringloopwinkeliers. Zij kopen in bij boedelruimingen en op veilingen en verkopen in hun winkels en hun kramen. En tegenwoordig natuurlijk steeds breder via de Internet-kanalen: eBay, Marktplaats, ansichtkaartensites etc. De handelaren zijn pas succesvol als ze behoorlijk gevoelig zijn voor de wensen van de verzamelaar, als ze goed weten wat verzamelen betekent. Handelaren verzamelen zelf meestal niet, in ieder geval verzamelen zij zelden de spullen waarin ze handelen, zo goed als een projectontwikkelaar liefst geen eigen geld in de eigen projecten stopt. Inkoop en verkoop worden zoveel mogelijk gescheiden. Antiquairs en antiquaren houden zich aan de regel hun relaties met klanten zo zakelijk en onpersoonlijk mogelijk te houden. Nodig een klant liever niet thuis uit want voor je het weet krijg je zijn hele leven + bijbehorende problemen over je uitgestort en kom je nergens anders meer aan toe dan aan zijn onvervulbare verwachtingen.

Modern winkelen
Achter de prenten op de prentbriefkaarten die Jaap Verloop verkoopt mogen dan voor elke liefhebber weer andere geheimzinnige werelden & wensen schuilgaan, JaapVerloop lijkt een minder gecompliceerde antiquaar.0509BS Verloopkaart Jaap is een van de pakweg 10 fulltime prentbriefkaartenhandelaren in Nederland. Vanuit een zonnig huis in Noordwijk drijft hij met zijn vrouw Birgit een goed georganiseerd bedrijf. Zo’n 3 à 400.000 prentbriefkaarten zijn ordelijk opgeslagen, duizenden boeken en dan nog oude ‘paperassen’ en mooie plaatjes uit tijdschriftadvertenties etc. Geen stoffige zolder met verschuivende stapels en op instorten staande bergen, maar goed doorzoekbare ladekasten en centraal daarin de PC met database en mailverkeer. Hij heeft wel een persoonlijke verzameling (Hitweken, 60’s posters) maar daarin handelt hij niet. Jaap werd in 1953 geboren en heeft twee volwassen kinderen. Na school ging hij werken op de Bank en raakte daar verzeild in de handel in munten. Dat liep eerst aardig, en van daaruit kwam hij ook terecht in de handel in andere verzamelwaar. Toen het later met de munten minder ging schakelde hij geleidelijk over op prentbriefkaarten. Hij doet hoofdzakelijk in ‘klein formaat’ kaarten, veel uit het begin van de 20e eeuw, maar ook veel latere fotokaarten.

Sorteren en verder sorteren
Waar haalt Jaap zijn kaarten vandaan? Vooral van beurzen, in het buitenland, Frankrijk en België. Vooral in Frankrijk wordt een veel groter volume aan kaarten omgezet dan in ons land. De kaarten worden ingekocht in partijen die enigszins zijn voorgesorteerd op onderwerp: dieren, filmsterren, strandleven, muziek, categorieën die zijn afgeleid van het historische aanbod en de hedendaagse vraag. De bulk van het aanbod van de oudere kaarten werd uitgegeven rond de vorige eeuwwisseling. De vraag valt in 2 hoofdcategorieën uiteen: kaarten met topografische afbeeldingen en andere (waaronder de grote en vage categorie fantasie). Kaarten waarop een stad, dorp, wijk, straat te zien is zoals dat er vroeger bijstond zorgen voor welomschreven vragen van liefhebbers die hun stad, dorp, wijk, en straat graag in hun oude glorie op een authentiek medium verzamelen. De kaarten zijn goed alfabetisch te sorteren op land, provincie/departement en plaatsnaam. Verzamelaars willen zoveel mogelijk kaarten van hun geboortestreek, woonplaats, vakantieoord. En als hun zoektochten een sterk verminderende meeropbrengst gaan vertonen zouden ze kunnen stoppen, maar vaak breiden ze dan hun geografische belangstellingssfeer geleidelijk aan uit. Jaap laat de handel in topografische kaarten vooral over aan zijn collega’s.

Pin-ups, trams en treinen
Jaap gaat schiften in de gekochte partijen en is vooral uit op kaarten met tekeningen, houtsneden, aquarellen van bekendere illustratoren zoals Mucha, Kirchner (Raphael, de uitvinder van de pin-up, niet te verwarren met Ernst Ludwig Kirchner) en de kunstenaars van de Wiener Werkstätte (waaronder Kokoschka, Hoffmann, Mela Köhler en Schiele). Dergelijke kaarten zitten in het internationale topsegment en worden voor zeer hoge prijzen verhandeld (veilingen, Internet). Er worden verder nog bijzondere kaarten uitgefilterd (mooie vrouwen, stadsbeelden met oude auto’s, trams en treinen) en deze kaarten worden per stuk op Internet aangeboden. Wordt het wat gewoner dan gaat het in kleinere partijtjes (Circus, kinderen, koninklijke huizen) op Internet in de aanbieding. Dan komen we aan de duizenden kaarten van de Eiffeltoren, de Tower Bridge, Het Vredespaleis en de vele strandtaferelen. Het zijn er heel erg veel en er zitten juweeltjes tussen, maar het meer subtiele sorteerwerk is onbegonnen werk. De rest wordt of doorverkocht of komt terecht in de bakken met goedkope kaarten waarmee Jaap op de markt en op beurzen staat. In die bakken zijn hele mooie kaarten te vinden als je naar plaatjes zoekt die niet iedereen al zoekt. Ontroerende beelden van kindertehuizen, anonieme muzikanten, dorpsgezichten bijvoorbeeld.

2e hoofdwet van de thermodynamica
Zoals al vaker gezegd is er van de traditionele prentbriefkaartenproductie nauwelijks iets over. Wie de Alpen of de jungle ingaat, koopt om naar huis te sturen geen kaarten meer maar zet zijn digitale fotoberg op Flickr. In de kiosken zijn de lievige kaartjes met beertjes, poesjes en bloemetjes te vinden van Mega-bedrijven als Hallmark, de prentjes steken elkaar naar de kroon in nietszeggendheid. Er zijn nog een paar interessantere uitgevers over zoals Art Unlimited in Amsterdam en Mieke Plaizier in Brussel. Zij opereren op een iets artistiekerige, museale markt, maar komen regelmatig met trouvailles die de tand des tijds zeker zullen doorstaan.
Verder zullen we het voor interessante kaarten moeten hebben van de beschikbare ’traditionele’, historische kaarten. Het zullen er (2e hoofdwet van de thermodynamica) alleen maar minder worden en zo worden ze uiteindelijk steeds zeldzamer en waardevoller.
De waarde, geldswaarde, marktwaarde maar ook de culturele, de artistieke waarde van de kaarten (het kapitaal) is uiteindelijk een functie van de sorteerinspanningen van de handelaren en de liefhebbers (investeringen). De inspanningen van Jaap Verloop en zijn verzamelaars zorgen er uiteindelijk voor dat mooie oude kaarten eindigen in de collecties van steeds meer gefortuneerde individuele liefhebbers. En natuurlijk in de erfgoedcollecties van de officiële culturele instellingen als musea, bibliotheken en archieven die we met zijn allen in stand houden. Mooi werk Jaap!


Kaart 1: Jaap op Het Plein
Kaart 2: De winkel, foto Mirjam Verloop


© 2008 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Antiquariaat Jac. Verloop Peter Schröder
0509BS Verloop
In de rubriek Beelden uit soberder tijden wordt iets verteld over de wereld achter de prenten op oude prentbriefkaarten. Het Voorbije Leven op die plaatjes wordt weer tot leven gewekt – voor zover die plaatjes eigenlijk niet vanzelf spreken. Deze keer iets meer over een hoofdleverancier van die kaarten: antiquaar Jaap Verloop. Verloop is elke donderdag goedgehumeurd met een kraam vol kaarten, andere plaatjes en ander drukwerk te vinden op de Haagse boekenmarkt op Het Plein (’s zomers op het Lange Voorhout). Hij is verder te vinden op grote beurzen, maar zijn belangrijkste omzet haalt hij via zijn website en zijn eBay winkel.

Van rommel tot cultureel erfgoed
Jaap verpakt je aankopen in een zakje waarop aan de ene kant de coördinaten van Jaaps winkel te vinden zijn en aan de andere kant in grote letters VERZAMELEND NEDERLAND staat gedrukt. Verzamelend Nederland, dat is het bananendozen-kringloopcircuit waarin mensen de berg in onbruik geraakte, maar toch niet weggegooide spullen uitvlooien (ziften, filteren) op exemplaren die mooi van pas komen in een nieuwe liefhebbersbestemming. Uiteindelijk, op de lange termijn van vele generaties bezien: vanuit omvangrijke algemene boedelresten in kleinere, steeds meer gespecialiseerde verzamelingen. Ook wel: een raffinageproces van een ongesorteerde berg rommel met niet meer waarde dan wat een gek er voor geeft, naar een steeds kostbaarder collectie steeds schaarser cultureel erfgoed. De geldelijke marktwaarde van verzamelobjecten gehoorzaamt de curve van het hangbuikzwijntje: Zolang een artikel in een redelijk volume courant verkrijgbaar is geldt een relatief hoge nieuwprijs. Wordt het een 2e, 3e enzovoorts-handsje, dan keldert bij normaal aanbod de stuksprijs gevoelig en wordt er zoveel weggegooid dat het artikel schaars wordt en de prijs navenant stijgt. Hoe meer er ooit is weggegooid of kapotgegaan, hoe hoger de prijs van de overlevers uiteindelijk wordt.

Verzamelaars
Van de serieuze liefhebbers, de kopers, de klanten in het proces, kennen we in grote lijnen de motieven en ook wel iets van hun sociale achtergrond. Ze horen tot de oudere leeftijdscategorieën, zijn meestal van het mannelijk geslacht en zijn niet buitengewoon welgesteld. (Rijke mensen kunnen ook behoorlijk verzamelen, maar dat zijn dan vaker dure, voorgesorteerde, uitgeselecteerde spullen; kunst, antiek met een onomstreden beursnotering.). Waarom verzamelt verzamelend Nederland? Het eenvoudigste antwoord is even diepzinnig als weinig zeggend: ze missen iets, zijn op zoek naar iets onbereikbaars. Ieder gewoon mens is wel behept met enige verzamelactiviteit. De oervorm van de menselijke samenlevingen wordt niet voor niets aangeduid als die van de Jager/verzamelaar. Jagen op grote beesten en verzamelen van knollen en vruchten om de maag te kunnen vullen. (Vandaag jagen we vaak op kantoor en verzamelen we in de supermarkt.)

Zoekers
Verzamelen doen we allemaal wel een beetje, maar voor verzamelaars is het een hoofdzaak geworden. Ze zoeken naar een verdwenen vroeger en ze zoeken naar een vorm van onsterfelijkheid. Belangrijker dan het verzamelproduct, de verzameling is vaak het proces, het systeem, bezig zijn met monsteren, wikken, wegen en wel of niet je slag slaan. (En dan wel of niet spijt hebben.)Want verzamelen mag dan geen jagen zijn, verzamelaars zijn evengoed uit op uitzonderlijke vangsten (koopjes, vondsten, treffers); ze willen wel winnen. Nederlanders worden ouder en beschikken over meer ‘vrije tijd’, meer woonruimte en verzamelen meer dan ooit: meer spulletjes en dingetjes, grijsgewolkt email, 1e drukken van Kuifje, vintage Fisher-Price speelgoed. IKEA’s en Blokker-achtige winkels zorgen voor handige plastic opbergdozen, verhuizers torsen steeds grotere bergen welvaartsresten van huis tot huis. (Overigens vertoont de vraag naar ‘klassieke’ verzamelobjecten als postzegels en sigarenbandjes, literatuur, momenteel veel minder groei, misschien wel krimp.)

Psychologie
Verzamelaars bouwen hun verzamelingen vaak op door onderling ruilverkeer. Internet heeft dat circuit behoorlijk versterkt. Maar als er genoeg ruilverkeer is verschijnen vanzelf de professionele handelaren: de antiquairs, antiquaren, markthandelaren en kringloopwinkeliers. Zij kopen in bij boedelruimingen en op veilingen en verkopen in hun winkels en hun kramen. En tegenwoordig natuurlijk steeds breder via de Internet-kanalen: eBay, Marktplaats, ansichtkaartensites etc. De handelaren zijn pas succesvol als ze behoorlijk gevoelig zijn voor de wensen van de verzamelaar, als ze goed weten wat verzamelen betekent. Handelaren verzamelen zelf meestal niet, in ieder geval verzamelen zij zelden de spullen waarin ze handelen, zo goed als een projectontwikkelaar liefst geen eigen geld in de eigen projecten stopt. Inkoop en verkoop worden zoveel mogelijk gescheiden. Antiquairs en antiquaren houden zich aan de regel hun relaties met klanten zo zakelijk en onpersoonlijk mogelijk te houden. Nodig een klant liever niet thuis uit want voor je het weet krijg je zijn hele leven + bijbehorende problemen over je uitgestort en kom je nergens anders meer aan toe dan aan zijn onvervulbare verwachtingen.

Modern winkelen
Achter de prenten op de prentbriefkaarten die Jaap Verloop verkoopt mogen dan voor elke liefhebber weer andere geheimzinnige werelden & wensen schuilgaan, JaapVerloop lijkt een minder gecompliceerde antiquaar.0509BS Verloopkaart Jaap is een van de pakweg 10 fulltime prentbriefkaartenhandelaren in Nederland. Vanuit een zonnig huis in Noordwijk drijft hij met zijn vrouw Birgit een goed georganiseerd bedrijf. Zo’n 3 à 400.000 prentbriefkaarten zijn ordelijk opgeslagen, duizenden boeken en dan nog oude ‘paperassen’ en mooie plaatjes uit tijdschriftadvertenties etc. Geen stoffige zolder met verschuivende stapels en op instorten staande bergen, maar goed doorzoekbare ladekasten en centraal daarin de PC met database en mailverkeer. Hij heeft wel een persoonlijke verzameling (Hitweken, 60’s posters) maar daarin handelt hij niet. Jaap werd in 1953 geboren en heeft twee volwassen kinderen. Na school ging hij werken op de Bank en raakte daar verzeild in de handel in munten. Dat liep eerst aardig, en van daaruit kwam hij ook terecht in de handel in andere verzamelwaar. Toen het later met de munten minder ging schakelde hij geleidelijk over op prentbriefkaarten. Hij doet hoofdzakelijk in ‘klein formaat’ kaarten, veel uit het begin van de 20e eeuw, maar ook veel latere fotokaarten.

Sorteren en verder sorteren
Waar haalt Jaap zijn kaarten vandaan? Vooral van beurzen, in het buitenland, Frankrijk en België. Vooral in Frankrijk wordt een veel groter volume aan kaarten omgezet dan in ons land. De kaarten worden ingekocht in partijen die enigszins zijn voorgesorteerd op onderwerp: dieren, filmsterren, strandleven, muziek, categorieën die zijn afgeleid van het historische aanbod en de hedendaagse vraag. De bulk van het aanbod van de oudere kaarten werd uitgegeven rond de vorige eeuwwisseling. De vraag valt in 2 hoofdcategorieën uiteen: kaarten met topografische afbeeldingen en andere (waaronder de grote en vage categorie fantasie). Kaarten waarop een stad, dorp, wijk, straat te zien is zoals dat er vroeger bijstond zorgen voor welomschreven vragen van liefhebbers die hun stad, dorp, wijk, en straat graag in hun oude glorie op een authentiek medium verzamelen. De kaarten zijn goed alfabetisch te sorteren op land, provincie/departement en plaatsnaam. Verzamelaars willen zoveel mogelijk kaarten van hun geboortestreek, woonplaats, vakantieoord. En als hun zoektochten een sterk verminderende meeropbrengst gaan vertonen zouden ze kunnen stoppen, maar vaak breiden ze dan hun geografische belangstellingssfeer geleidelijk aan uit. Jaap laat de handel in topografische kaarten vooral over aan zijn collega’s.

Pin-ups, trams en treinen
Jaap gaat schiften in de gekochte partijen en is vooral uit op kaarten met tekeningen, houtsneden, aquarellen van bekendere illustratoren zoals Mucha, Kirchner (Raphael, de uitvinder van de pin-up, niet te verwarren met Ernst Ludwig Kirchner) en de kunstenaars van de Wiener Werkstätte (waaronder Kokoschka, Hoffmann, Mela Köhler en Schiele). Dergelijke kaarten zitten in het internationale topsegment en worden voor zeer hoge prijzen verhandeld (veilingen, Internet). Er worden verder nog bijzondere kaarten uitgefilterd (mooie vrouwen, stadsbeelden met oude auto’s, trams en treinen) en deze kaarten worden per stuk op Internet aangeboden. Wordt het wat gewoner dan gaat het in kleinere partijtjes (Circus, kinderen, koninklijke huizen) op Internet in de aanbieding. Dan komen we aan de duizenden kaarten van de Eiffeltoren, de Tower Bridge, Het Vredespaleis en de vele strandtaferelen. Het zijn er heel erg veel en er zitten juweeltjes tussen, maar het meer subtiele sorteerwerk is onbegonnen werk. De rest wordt of doorverkocht of komt terecht in de bakken met goedkope kaarten waarmee Jaap op de markt en op beurzen staat. In die bakken zijn hele mooie kaarten te vinden als je naar plaatjes zoekt die niet iedereen al zoekt. Ontroerende beelden van kindertehuizen, anonieme muzikanten, dorpsgezichten bijvoorbeeld.

2e hoofdwet van de thermodynamica
Zoals al vaker gezegd is er van de traditionele prentbriefkaartenproductie nauwelijks iets over. Wie de Alpen of de jungle ingaat, koopt om naar huis te sturen geen kaarten meer maar zet zijn digitale fotoberg op Flickr. In de kiosken zijn de lievige kaartjes met beertjes, poesjes en bloemetjes te vinden van Mega-bedrijven als Hallmark, de prentjes steken elkaar naar de kroon in nietszeggendheid. Er zijn nog een paar interessantere uitgevers over zoals Art Unlimited in Amsterdam en Mieke Plaizier in Brussel. Zij opereren op een iets artistiekerige, museale markt, maar komen regelmatig met trouvailles die de tand des tijds zeker zullen doorstaan.
Verder zullen we het voor interessante kaarten moeten hebben van de beschikbare ’traditionele’, historische kaarten. Het zullen er (2e hoofdwet van de thermodynamica) alleen maar minder worden en zo worden ze uiteindelijk steeds zeldzamer en waardevoller.
De waarde, geldswaarde, marktwaarde maar ook de culturele, de artistieke waarde van de kaarten (het kapitaal) is uiteindelijk een functie van de sorteerinspanningen van de handelaren en de liefhebbers (investeringen). De inspanningen van Jaap Verloop en zijn verzamelaars zorgen er uiteindelijk voor dat mooie oude kaarten eindigen in de collecties van steeds meer gefortuneerde individuele liefhebbers. En natuurlijk in de erfgoedcollecties van de officiële culturele instellingen als musea, bibliotheken en archieven die we met zijn allen in stand houden. Mooi werk Jaap!


Kaart 1: Jaap op Het Plein
Kaart 2: De winkel, foto Mirjam Verloop
© 2008 Peter Schröder
powered by CJ2