archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 5
28 februari 2008
Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Kees Hoogduin: erfelijkheid en pech Frits Hoorweg

0509 Dodekaketoe
Van de psychiater Kees Hoogduin kwamen in 2007 twee boeken uit over bijzondere stoornissen; vakliteratuur, maar ook voor de leek goed leesbaar; en mooi vormgegeven. Op beide omslagen prijkt een afbeelding van een dode kaketoe. Een verwijzing naar het verschijnsel dat dieren zich in zeer bedreigende situaties ‘dood’ kunnen houden, iets dat in de boeken aan de orde komt. Katalepsie heet het met een deftig woord en het kan bij mensen worden gebruikt voor therapeutische doeleinden, bijvoorbeeld om stoornissen in staan en lopen te behandelen.

‘Vind je ze niet mooi? Kijk deze (zie illustratie) kwam ik tegen op de Kunst RAI; nog nooit zo’n mooie, dooie vogel gezien. Zie je die curve van de nek naar beneden!? Geschilderd door Arend Jan van Driesten (1878-1969), eigenlijk een boerderijenschilder. Honderden van die landschapjes moet hij gemaakt hebben. Mooi, maar mij interesseren ze niet zoveel. Nogal duur ook, in die tijd betaalde je voor zo’n boerderijtje al gauw 12.000 euro. Maar de verkoper zei me dat voor die vogel een ander prijsje werd gerekend. Nou dan zal je het hebben dacht ik, maar toen bleek tot mijn verbazing dat het stukken goedkoper was!
De verkoper vertelde me dat er een sterk gelijkend schilderij bestond van de hand van Chris van der Windt (1877-1952). Dat fascineerde me en op een gegeven moment ben ik gaan uitzoeken waar dat zich bevond. Via de handelaar die het voor het laatst had verkocht, dat was geregistreerd, kwam ik terecht bij een mevrouw die hem inderdaad aan de muur had hangen, en die bleek bereid hem te verkopen. Toen heb ik natuurlijk wel de hoofdprijs moeten betalen.’

‘Die twee boeken gaan over een klein deel van ons werk, misschien 10%. De overige 90% is makkelijk te diagnosticeren en er zijn protocollen voor de behandeling. Je hebt het dan over: dwangneurose, straatvrees, depressie, alcoholmisbruik, post traumatische stress. Zo zijn er twaalf zeg maar erkende ziektebeelden. Bij ieder daarvan hoort een behandelmethode die in detail is uitgewerkt. Kijk maar.’
Als voorbeeld geeft hij me het ‘behandelprotocol bij de posttraumatische stress-stoornis’. In het Therapeutenboek wordt per sessie aangegeven welke stappen doorlopen moeten worden. Hier en daar is ruimte opengelaten om het verloop van de zitting kort vast te leggen. Het protocol gaat uit van 11 sessies. In het begeleidende Werkboek wordt de patiënt uitgelegd wat er gaat gebeuren en waarom. Het kernbegrip is in dit geval ‘exposure’. Nare herinneringen worden opgeroepen om ze te verwerken en om het zelfvertrouwen weer op te bouwen. De patiënt krijgt ‘huiswerk’ mee en daar wordt in een volgende sessie op teruggeblikt.

‘Dat laat zien hoe het meestal gaat. Maar die boeken gaan over de uitzonderingen.
Conversiestoornissen gaat over wat vroeger hysterie werd genoemd. Lichamelijke ongemakken, tot en met verlamming aan toe, die het gevolg zijn van een psychische stoornis. Denk aan voorbeelden als: onwillekeurige spiertrekkingen in armen of benen, halfzijdige schop- en slagbewegingen, onvermogen te eten en te slikken of te spreken. Eerst moet vastgesteld worden dat er geen fysieke verklaring voor het optredende verschijnsel is. Meestal doen andere artsen dat voor je, gewoon door allerlei mogelijke oorzaken uit te sluiten. Maar vaak blijft er toch ruimte voor twijfel en dat verstoort de behandeling soms. Vervolgens kun je je verliezen in de vraag wat de diepere oorzaak is, maar daar ben ik geen voorstander van, althans ik zet dat niet voorop. Liever begin ik met bepaalde oefeningen, bijvoorbeeld door hypnose gevolgd door zelfhypnose, die de patiënt duidelijk maken dat een zekere controle mogelijk is. Dat is vaak het begin, dat iemand ontdekt dat het niet helemaal buiten zijn eigen wil om gaat’
‘Die conversiestoornissen, hysterie was een soort scheldwoord, vind ik zeer tragisch. Dat de mens zó kan lijden dat zijn lichaam gaat haperen, dat is aangrijpend. Negen van de tien keer overkomt het vrouwen. Dat is ook zo bijzonder. Het komt, volgens mij, doordat vrouwen emotioneel begaafder zijn. Dat mag je van feministen niet zeggen, maar het is wel zo. Bij mannen komt het soms ook wel voor, in oorlogssituaties bijvoorbeeld. Er zijn wat gevallen bekend uit het Engelse, koloniale leger in India, tijdens een of andere vreselijke campagne.’

Als lezer boeide de Ongewone stoornissen me eigenlijk nog meer, doordat er zoveel herkenbaars in voorkomt. Iemand die niet durft te spreken in het openbaar. Een man die niet in openbare ruimten kan plassen. Een vrouw die geen orgasme meer kan krijgen nadat haar man een keer vreemd is gegaan. Iemand die zichzelf het haar uittrekt. Nagelbijten en krabben. Allemaal kwalen waar deze en gene wel eens een beetje last van kan hebben, maar die op een gegeven moment obsessief kunnen worden en een belemmering om te functioneren.
Maar niet alleen dat fascineerde me, ook dat de behandeling steevast zo simpel en praktisch was. Met de patiënt worden situaties opgespoord, ook hier soms weer met hypnose, waarin het ongewenste gedrag niet of minder voorkomt. En vervolgens worden de patiënt manieren aangereikt om zichzelf in die situatie te brengen. Zo werd de man die niet kon plassen aangeraden aan zijn rechterhand te denken en zichzelf wijs te maken0509BS Hoogduin portret dat die heel zwaar was.

‘Ja, het gaat vaak om het doorbreken van ketens van gevoelens en handelingen of het creëren van een alternatieve route. Een heel simpel voorbeeld om dat te illustreren. Je kunt een bepaalde naam niet onthouden. Schrijf hem op een blaadje, maak een prop van dat blaadje en leg het in een la. Dan vergeet je hem niet meer. En hoe komt dat? Omdat je een alternatieve zoekweg voor jezelf hebt gemaakt, een bypass.
Voor de behandeling zijn dat soort praktische dingen meestal belangrijker dan ingewikkeld zoeken naar de diepere oorzaak. Freud was een belangrijk denker, maar geen behandelaar. Die paar voorbeelden die hij heeft beschreven zijn bijna lachwekkend. Hij heeft natuurlijk een enorme invloed gehad, een beetje buitensporig. Bijna iedere roman lijkt tegenwoordig over een familiegeheim en het bijbehorende trauma te gaan. En altijd weer dat seksuele, hè. Dat leidt zondermeer ook tot een overschatting van het belang daarvan. Onderzoek heeft aangetoond dat een veel belangrijker oorzaak van jeugdtrauma’s verwaarlozing is. Als daar dan nog iets bijkomt krijg je narigheid. Vlak daarbij de invloed van erfelijkheid niet uit. Om mijn studenten een beetje op stang te jagen begon ik mijn eerste college met de vraag wat de belangrijkste determinanten van afwijkend gedrag zijn. Dan schreef ik op het bord, het enige dat ik ooit op het bord schreef: erfelijkheid en pech. Nou dat vonden ze maar niks, maar ik meen het. Ik bedoel zo’n Holleeder, dat is natuurlijk een verschrikkelijke psychopaat. En dan kun je zeggen: hij werd altijd vreselijk afgeranseld door z’n vader en daardoor is er iets mis gegaan. Nee, zeg ik daarop, er is een veel simpeler verklaring: zijn vader was ook een psychopaat en hij heeft helaas een slechte genenset geërfd. Hij was beter af geweest als hij op z’n moeder had geleken.’

‘Er zijn veel hype’s in dit vak, modeziekten zou ik het niet willen noemen. Zelf heb ik daar ook nog eens een bijdrage aan geleverd. Vroeg iemand me ergens een praatje te houden over burn-out. Eerlijk gezegd had ik er toen nog nooit van gehoord. Ik dacht dat het gewoon overspanning was. En eigenlijk geloof ik nog steeds dat het alleen een overbelasting is die door ongunstige werkomstandigheden maar voort blijft duren. Als men dat burn-out wil noemen, mij best. Maar ja, binnen no time leek het of iedereen het had. Terwijl ze in België en Duitsland het woord niet eens kennen.
ADHD is ook zoiets. Ik bedoel, er zijn drukke en rustige kinderen en je moet manieren zien te vinden om de wat drukkere kinderen te begeleiden. Soms valt dat niet mee. Dan moet je geduldig en creatief zijn, maar je moet er vooral geen speed in stoppen, zoals nu gebeurt; dat Ritalin is gewoon speed in een relatief lage dosering.’

‘In het algemeen zijn pillen een zegen geweest. Ik bedoel: valium en librium zijn echt goede, simpele medicijnen voor mensen met angsten. Alleen, je moet natuurlijk wel terughoudend zijn bij het voorschrijven ervan. Eerst moet een normale behandeling worden gegeven, liefst volgens een van de protocollen en dan, eventueel als er daarna nog klachten zijn, kan zo'n middel bij angsten er werkelijk toe doen. Maar ze zijn voor alles en nog wat voorgeschreven en nu worden ze in Nederland als ongewenst beschouwd. Misschien begrijpelijk maar wel jammer. Antidepressiva, zelfde verhaal, zijn op zich geweldig, al kun je kanttekeningen plaatsen bij de mate waarin ze gebruikt worden.’

‘Ik ben 20 jaar hoogleraar geweest in Nijmegen, maar daar heb ik nu een punt achter gezet. Het is mooi geweest. Ik had nog wel door kunnen gaan, die mogelijkheid werd me geboden, maar ik had er niet zoveel zin meer in. Ik besteed mijn tijd nu liever aan de modernisering van de geestelijke gezondheidszorg. In mijn oude bedrijf de HSK-groep (de afkorting staat voor: Hoogduin, Schaap en Kladler, de oprichters) waar ik tot voor kort de dagelijkse leiding had, werken nu 280 medewerkers, waaronder 150 psychologen. Dat gaat goed omdat we sinds de oprichting in 1991 hard gewerkt hebben aan de kwaliteit. Het bijhouden van succespercentages en handelend optreden als die te laag zijn. Protocollen ontwikkelen en verbeteren, constant mensen opleiden. Dat soort dingen.
Maar over het geheel genomen is het in de gezondheidszorg ontzettend moeilijk om zo’n aanpak van de grond te krijgen. Er zijn nu wat openingen gemaakt. Samen met een stel bekenden probeer ik daar gebruik van te maken en het kwaliteitsdenken te bevorderen. We ondersteunen nieuwe initiatieven op dat gebied, zoeken financiers en zorgen voor technische en organisatorische ondersteuning.’

Beide boeken zijn uitgegeven bij Boom, ISBN 978 90 8506 337 7 en …. 338 4.
De vormgeving van de omslag is van Eelko van Iersel, www.zevenzomers.nl
 
************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, J.J.Waasdorp-Mulders,
Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo van Praag, J.Bakker, J.W.Meijer,
Evelien Polter, Mabel Amber, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.


© 2008 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Kees Hoogduin: erfelijkheid en pech Frits Hoorweg
0509 Dodekaketoe
Van de psychiater Kees Hoogduin kwamen in 2007 twee boeken uit over bijzondere stoornissen; vakliteratuur, maar ook voor de leek goed leesbaar; en mooi vormgegeven. Op beide omslagen prijkt een afbeelding van een dode kaketoe. Een verwijzing naar het verschijnsel dat dieren zich in zeer bedreigende situaties ‘dood’ kunnen houden, iets dat in de boeken aan de orde komt. Katalepsie heet het met een deftig woord en het kan bij mensen worden gebruikt voor therapeutische doeleinden, bijvoorbeeld om stoornissen in staan en lopen te behandelen.

‘Vind je ze niet mooi? Kijk deze (zie illustratie) kwam ik tegen op de Kunst RAI; nog nooit zo’n mooie, dooie vogel gezien. Zie je die curve van de nek naar beneden!? Geschilderd door Arend Jan van Driesten (1878-1969), eigenlijk een boerderijenschilder. Honderden van die landschapjes moet hij gemaakt hebben. Mooi, maar mij interesseren ze niet zoveel. Nogal duur ook, in die tijd betaalde je voor zo’n boerderijtje al gauw 12.000 euro. Maar de verkoper zei me dat voor die vogel een ander prijsje werd gerekend. Nou dan zal je het hebben dacht ik, maar toen bleek tot mijn verbazing dat het stukken goedkoper was!
De verkoper vertelde me dat er een sterk gelijkend schilderij bestond van de hand van Chris van der Windt (1877-1952). Dat fascineerde me en op een gegeven moment ben ik gaan uitzoeken waar dat zich bevond. Via de handelaar die het voor het laatst had verkocht, dat was geregistreerd, kwam ik terecht bij een mevrouw die hem inderdaad aan de muur had hangen, en die bleek bereid hem te verkopen. Toen heb ik natuurlijk wel de hoofdprijs moeten betalen.’

‘Die twee boeken gaan over een klein deel van ons werk, misschien 10%. De overige 90% is makkelijk te diagnosticeren en er zijn protocollen voor de behandeling. Je hebt het dan over: dwangneurose, straatvrees, depressie, alcoholmisbruik, post traumatische stress. Zo zijn er twaalf zeg maar erkende ziektebeelden. Bij ieder daarvan hoort een behandelmethode die in detail is uitgewerkt. Kijk maar.’
Als voorbeeld geeft hij me het ‘behandelprotocol bij de posttraumatische stress-stoornis’. In het Therapeutenboek wordt per sessie aangegeven welke stappen doorlopen moeten worden. Hier en daar is ruimte opengelaten om het verloop van de zitting kort vast te leggen. Het protocol gaat uit van 11 sessies. In het begeleidende Werkboek wordt de patiënt uitgelegd wat er gaat gebeuren en waarom. Het kernbegrip is in dit geval ‘exposure’. Nare herinneringen worden opgeroepen om ze te verwerken en om het zelfvertrouwen weer op te bouwen. De patiënt krijgt ‘huiswerk’ mee en daar wordt in een volgende sessie op teruggeblikt.

‘Dat laat zien hoe het meestal gaat. Maar die boeken gaan over de uitzonderingen.
Conversiestoornissen gaat over wat vroeger hysterie werd genoemd. Lichamelijke ongemakken, tot en met verlamming aan toe, die het gevolg zijn van een psychische stoornis. Denk aan voorbeelden als: onwillekeurige spiertrekkingen in armen of benen, halfzijdige schop- en slagbewegingen, onvermogen te eten en te slikken of te spreken. Eerst moet vastgesteld worden dat er geen fysieke verklaring voor het optredende verschijnsel is. Meestal doen andere artsen dat voor je, gewoon door allerlei mogelijke oorzaken uit te sluiten. Maar vaak blijft er toch ruimte voor twijfel en dat verstoort de behandeling soms. Vervolgens kun je je verliezen in de vraag wat de diepere oorzaak is, maar daar ben ik geen voorstander van, althans ik zet dat niet voorop. Liever begin ik met bepaalde oefeningen, bijvoorbeeld door hypnose gevolgd door zelfhypnose, die de patiënt duidelijk maken dat een zekere controle mogelijk is. Dat is vaak het begin, dat iemand ontdekt dat het niet helemaal buiten zijn eigen wil om gaat’
‘Die conversiestoornissen, hysterie was een soort scheldwoord, vind ik zeer tragisch. Dat de mens zó kan lijden dat zijn lichaam gaat haperen, dat is aangrijpend. Negen van de tien keer overkomt het vrouwen. Dat is ook zo bijzonder. Het komt, volgens mij, doordat vrouwen emotioneel begaafder zijn. Dat mag je van feministen niet zeggen, maar het is wel zo. Bij mannen komt het soms ook wel voor, in oorlogssituaties bijvoorbeeld. Er zijn wat gevallen bekend uit het Engelse, koloniale leger in India, tijdens een of andere vreselijke campagne.’

Als lezer boeide de Ongewone stoornissen me eigenlijk nog meer, doordat er zoveel herkenbaars in voorkomt. Iemand die niet durft te spreken in het openbaar. Een man die niet in openbare ruimten kan plassen. Een vrouw die geen orgasme meer kan krijgen nadat haar man een keer vreemd is gegaan. Iemand die zichzelf het haar uittrekt. Nagelbijten en krabben. Allemaal kwalen waar deze en gene wel eens een beetje last van kan hebben, maar die op een gegeven moment obsessief kunnen worden en een belemmering om te functioneren.
Maar niet alleen dat fascineerde me, ook dat de behandeling steevast zo simpel en praktisch was. Met de patiënt worden situaties opgespoord, ook hier soms weer met hypnose, waarin het ongewenste gedrag niet of minder voorkomt. En vervolgens worden de patiënt manieren aangereikt om zichzelf in die situatie te brengen. Zo werd de man die niet kon plassen aangeraden aan zijn rechterhand te denken en zichzelf wijs te maken0509BS Hoogduin portret dat die heel zwaar was.

‘Ja, het gaat vaak om het doorbreken van ketens van gevoelens en handelingen of het creëren van een alternatieve route. Een heel simpel voorbeeld om dat te illustreren. Je kunt een bepaalde naam niet onthouden. Schrijf hem op een blaadje, maak een prop van dat blaadje en leg het in een la. Dan vergeet je hem niet meer. En hoe komt dat? Omdat je een alternatieve zoekweg voor jezelf hebt gemaakt, een bypass.
Voor de behandeling zijn dat soort praktische dingen meestal belangrijker dan ingewikkeld zoeken naar de diepere oorzaak. Freud was een belangrijk denker, maar geen behandelaar. Die paar voorbeelden die hij heeft beschreven zijn bijna lachwekkend. Hij heeft natuurlijk een enorme invloed gehad, een beetje buitensporig. Bijna iedere roman lijkt tegenwoordig over een familiegeheim en het bijbehorende trauma te gaan. En altijd weer dat seksuele, hè. Dat leidt zondermeer ook tot een overschatting van het belang daarvan. Onderzoek heeft aangetoond dat een veel belangrijker oorzaak van jeugdtrauma’s verwaarlozing is. Als daar dan nog iets bijkomt krijg je narigheid. Vlak daarbij de invloed van erfelijkheid niet uit. Om mijn studenten een beetje op stang te jagen begon ik mijn eerste college met de vraag wat de belangrijkste determinanten van afwijkend gedrag zijn. Dan schreef ik op het bord, het enige dat ik ooit op het bord schreef: erfelijkheid en pech. Nou dat vonden ze maar niks, maar ik meen het. Ik bedoel zo’n Holleeder, dat is natuurlijk een verschrikkelijke psychopaat. En dan kun je zeggen: hij werd altijd vreselijk afgeranseld door z’n vader en daardoor is er iets mis gegaan. Nee, zeg ik daarop, er is een veel simpeler verklaring: zijn vader was ook een psychopaat en hij heeft helaas een slechte genenset geërfd. Hij was beter af geweest als hij op z’n moeder had geleken.’

‘Er zijn veel hype’s in dit vak, modeziekten zou ik het niet willen noemen. Zelf heb ik daar ook nog eens een bijdrage aan geleverd. Vroeg iemand me ergens een praatje te houden over burn-out. Eerlijk gezegd had ik er toen nog nooit van gehoord. Ik dacht dat het gewoon overspanning was. En eigenlijk geloof ik nog steeds dat het alleen een overbelasting is die door ongunstige werkomstandigheden maar voort blijft duren. Als men dat burn-out wil noemen, mij best. Maar ja, binnen no time leek het of iedereen het had. Terwijl ze in België en Duitsland het woord niet eens kennen.
ADHD is ook zoiets. Ik bedoel, er zijn drukke en rustige kinderen en je moet manieren zien te vinden om de wat drukkere kinderen te begeleiden. Soms valt dat niet mee. Dan moet je geduldig en creatief zijn, maar je moet er vooral geen speed in stoppen, zoals nu gebeurt; dat Ritalin is gewoon speed in een relatief lage dosering.’

‘In het algemeen zijn pillen een zegen geweest. Ik bedoel: valium en librium zijn echt goede, simpele medicijnen voor mensen met angsten. Alleen, je moet natuurlijk wel terughoudend zijn bij het voorschrijven ervan. Eerst moet een normale behandeling worden gegeven, liefst volgens een van de protocollen en dan, eventueel als er daarna nog klachten zijn, kan zo'n middel bij angsten er werkelijk toe doen. Maar ze zijn voor alles en nog wat voorgeschreven en nu worden ze in Nederland als ongewenst beschouwd. Misschien begrijpelijk maar wel jammer. Antidepressiva, zelfde verhaal, zijn op zich geweldig, al kun je kanttekeningen plaatsen bij de mate waarin ze gebruikt worden.’

‘Ik ben 20 jaar hoogleraar geweest in Nijmegen, maar daar heb ik nu een punt achter gezet. Het is mooi geweest. Ik had nog wel door kunnen gaan, die mogelijkheid werd me geboden, maar ik had er niet zoveel zin meer in. Ik besteed mijn tijd nu liever aan de modernisering van de geestelijke gezondheidszorg. In mijn oude bedrijf de HSK-groep (de afkorting staat voor: Hoogduin, Schaap en Kladler, de oprichters) waar ik tot voor kort de dagelijkse leiding had, werken nu 280 medewerkers, waaronder 150 psychologen. Dat gaat goed omdat we sinds de oprichting in 1991 hard gewerkt hebben aan de kwaliteit. Het bijhouden van succespercentages en handelend optreden als die te laag zijn. Protocollen ontwikkelen en verbeteren, constant mensen opleiden. Dat soort dingen.
Maar over het geheel genomen is het in de gezondheidszorg ontzettend moeilijk om zo’n aanpak van de grond te krijgen. Er zijn nu wat openingen gemaakt. Samen met een stel bekenden probeer ik daar gebruik van te maken en het kwaliteitsdenken te bevorderen. We ondersteunen nieuwe initiatieven op dat gebied, zoeken financiers en zorgen voor technische en organisatorische ondersteuning.’

Beide boeken zijn uitgegeven bij Boom, ISBN 978 90 8506 337 7 en …. 338 4.
De vormgeving van de omslag is van Eelko van Iersel, www.zevenzomers.nl
 
************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, J.J.Waasdorp-Mulders,
Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo van Praag, J.Bakker, J.W.Meijer,
Evelien Polter, Mabel Amber, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.
© 2008 Frits Hoorweg
powered by CJ2